| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de bestaanszekerheid | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de bestaanszekerheid |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 12 JULI 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 12 JULI 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2021, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2021, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, | gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, |
| betreffende de bestaanszekerheid (1) | betreffende de bestaanszekerheid (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in |
| voedingswaren; | voedingswaren; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2021, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2021, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, | gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, |
| betreffende de bestaanszekerheid. | betreffende de bestaanszekerheid. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 12 juli 2021. | Gegeven te Brussel, 12 juli 2021. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de handel in voedingswaren | Paritair Comité voor de handel in voedingswaren |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2021 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2021 |
| Bestaanszekerheid (Overeenkomst geregistreerd op 23 februari 2021 | Bestaanszekerheid (Overeenkomst geregistreerd op 23 februari 2021 |
| onder het nummer 163436/CO/119) | onder het nummer 163436/CO/119) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
| op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die vallen onder | op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die vallen onder |
| het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. | het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. |
| § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders | § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders |
| bedoeld. | bedoeld. |
| HOOFDSTUK II. - Collectief ontslag | HOOFDSTUK II. - Collectief ontslag |
Art. 2.§ 1. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in |
Art. 2.§ 1. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in |
| voedingswaren" kent aan de arbeiders die het slachtoffer zijn van een | voedingswaren" kent aan de arbeiders die het slachtoffer zijn van een |
| collectief ontslag, zoals gedefinieerd in de collectieve | collectief ontslag, zoals gedefinieerd in de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten nr. 10 en 24 van de Nationale Arbeidsraad, een | arbeidsovereenkomsten nr. 10 en 24 van de Nationale Arbeidsraad, een |
| uitkering toe van 3,80 EUR per dag ter aanvulling van de wettelijke | uitkering toe van 3,80 EUR per dag ter aanvulling van de wettelijke |
| vergoeding gedurende de eerste 120 door de RVA vergoedbare dagen | vergoeding gedurende de eerste 120 door de RVA vergoedbare dagen |
| volgend op het ontslag. | volgend op het ontslag. |
| § 2. Vanaf 1 januari 2016, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1, | § 2. Vanaf 1 januari 2016, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1, |
| gebracht op 4,00 EUR. | gebracht op 4,00 EUR. |
| § 3. Vanaf 1 januari 2018 wordt de dagvergoeding vermeld in § l, | § 3. Vanaf 1 januari 2018 wordt de dagvergoeding vermeld in § l, |
| gebracht op 4,20 EUR. | gebracht op 4,20 EUR. |
| § 4. Vanaf 1 januari 2020 wordt de dagvergoeding vermeld in § l, | § 4. Vanaf 1 januari 2020 wordt de dagvergoeding vermeld in § l, |
| gebracht op 4,40 EUR. | gebracht op 4,40 EUR. |
| HOOFDSTUK III. - Tijdelijke werkloosheid | HOOFDSTUK III. - Tijdelijke werkloosheid |
Art. 3.§ 1. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de handel in |
Art. 3.§ 1. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de handel in |
| voedingswaren" kent aan de arbeiders die het slachtoffer zijn van | voedingswaren" kent aan de arbeiders die het slachtoffer zijn van |
| tijdelijke werkloosheid (om economische en technische reden) een | tijdelijke werkloosheid (om economische en technische reden) een |
| aanvullende vergoeding op de RVA-uitkeringen toe van 3,80 EUR per dag | aanvullende vergoeding op de RVA-uitkeringen toe van 3,80 EUR per dag |
| gedurende de eerste 60 dagen per kalenderjaar die in aanmerking komen | gedurende de eerste 60 dagen per kalenderjaar die in aanmerking komen |
| voor vergoeding. | voor vergoeding. |
| § 2. Vanaf 1 januari 2016, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1, | § 2. Vanaf 1 januari 2016, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1, |
| gebracht op 4,00 EUR. | gebracht op 4,00 EUR. |
| § 3. Vanaf 1 januari 2018, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1, | § 3. Vanaf 1 januari 2018, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1, |
| gebracht op 4,20 EUR. | gebracht op 4,20 EUR. |
| § 4. Vanaf 1 januari 2020 wordt de dagvergoeding vermeld in § 1, | § 4. Vanaf 1 januari 2020 wordt de dagvergoeding vermeld in § 1, |
| gebracht op 4,40 EUR. | gebracht op 4,40 EUR. |
| § 5. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" | § 5. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" |
| kent aan arbeiders die tijdelijk werkloos zijn wegens overmacht in | kent aan arbeiders die tijdelijk werkloos zijn wegens overmacht in |
| verband met Covid-19 een aanvullende vergoeding op de RVA-uitkeringen | verband met Covid-19 een aanvullende vergoeding op de RVA-uitkeringen |
| toe van 1,6 EUR per dag, voor de werkloosheidsdagen tussen 1 april | toe van 1,6 EUR per dag, voor de werkloosheidsdagen tussen 1 april |
| 2020 en 31 maart 2021. | 2020 en 31 maart 2021. |
| Bedrijven die een toeslag op de tijdelijke werkloosheidsuitkeringen | Bedrijven die een toeslag op de tijdelijke werkloosheidsuitkeringen |
| geven, waarvan de cumulatie met de vergoeding van het fonds leidt tot | geven, waarvan de cumulatie met de vergoeding van het fonds leidt tot |
| een verhoging van het normale nettomaandloon van de arbeider, kunnen | een verhoging van het normale nettomaandloon van de arbeider, kunnen |
| dit aan het fonds melden. De betrokken arbeiders zullen niet in | dit aan het fonds melden. De betrokken arbeiders zullen niet in |
| aanmerking komen voor de bovengenoemde aanvullende vergoeding. | aanmerking komen voor de bovengenoemde aanvullende vergoeding. |
| HOOFDSTUK IV. - Langdurige ziekte | HOOFDSTUK IV. - Langdurige ziekte |
Art. 4.§ 1. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in |
Art. 4.§ 1. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in |
| voedingswaren" kent aan de arbeiders die langdurig ziek zijn een | voedingswaren" kent aan de arbeiders die langdurig ziek zijn een |
| aanvullende uitkering toe van 3,80 EUR per dag bovenop de | aanvullende uitkering toe van 3,80 EUR per dag bovenop de |
| ziekte-uitkering gedurende 60 dagen te rekenen na de periode gedekt | ziekte-uitkering gedurende 60 dagen te rekenen na de periode gedekt |
| door het gewaarborgd loon. | door het gewaarborgd loon. |
| Voor deeltijdse arbeiders wordt de tussenkomst van het sociaal fonds | Voor deeltijdse arbeiders wordt de tussenkomst van het sociaal fonds |
| berekend naar rata van de arbeidstijd. | berekend naar rata van de arbeidstijd. |
| § 2. Vanaf 1 januari 2016, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1 | § 2. Vanaf 1 januari 2016, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1 |
| gebracht op 4,00 EUR. | gebracht op 4,00 EUR. |
| § 3. Vanaf 1 januari 2018, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1 | § 3. Vanaf 1 januari 2018, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1 |
| gebracht op 4,20 EUR. | gebracht op 4,20 EUR. |
| § 4. Vanaf 1 januari 2020 wordt de dagvergoeding vermeld in § 1 | § 4. Vanaf 1 januari 2020 wordt de dagvergoeding vermeld in § 1 |
| gebracht op 4,40 EUR. | gebracht op 4,40 EUR. |
| § 5. De toekenningsmodaliteiten van de aanvullende uitkering luiden | § 5. De toekenningsmodaliteiten van de aanvullende uitkering luiden |
| als volgt : | als volgt : |
| De arbeider moet langdurig ziek zijn, dit wil zeggen dat de periode | De arbeider moet langdurig ziek zijn, dit wil zeggen dat de periode |
| gedekt door het gewaarborgd loon (30 kalenderdagen) voorbij is. | gedekt door het gewaarborgd loon (30 kalenderdagen) voorbij is. |
| Voor arbeiders die arbeidsongeschikt zijn als gevolg van Covid-19 | Voor arbeiders die arbeidsongeschikt zijn als gevolg van Covid-19 |
| wordt de aanvullende uitkering toegekend vanaf de 31ste dag van de | wordt de aanvullende uitkering toegekend vanaf de 31ste dag van de |
| arbeidsongeschiktheid en voor een maximum van 60 dagen, ongeacht of | arbeidsongeschiktheid en voor een maximum van 60 dagen, ongeacht of |
| zij al dan niet recht hebben op het gewaarborgde loon. | zij al dan niet recht hebben op het gewaarborgde loon. |
| De aanvullende uitkering wordt ook toegekend in geval van verbod te | De aanvullende uitkering wordt ook toegekend in geval van verbod te |
| werken of sommige werken uit te voeren tijdens de zwangerschap, | werken of sommige werken uit te voeren tijdens de zwangerschap, |
| voorgeschreven door de geneesheer. De tussenkomst wordt niet toegekend | voorgeschreven door de geneesheer. De tussenkomst wordt niet toegekend |
| voor het zwangerschapsverlof. | voor het zwangerschapsverlof. |
| De arbeider, slachtoffer van een arbeidsongeval, die een uitkering van | De arbeider, slachtoffer van een arbeidsongeval, die een uitkering van |
| het ziekenfonds geniet (na de periode van erkenning van het ongeval) | het ziekenfonds geniet (na de periode van erkenning van het ongeval) |
| heeft recht op de aanvullende vergoeding, zonder wachtperiode van 30 | heeft recht op de aanvullende vergoeding, zonder wachtperiode van 30 |
| dagen. | dagen. |
| Wordt als "herval" beschouwd : een arbeidsongeschiktheid die | Wordt als "herval" beschouwd : een arbeidsongeschiktheid die |
| plaatsgrijpt binnen de 14 dagen volgend op het einde van een periode | plaatsgrijpt binnen de 14 dagen volgend op het einde van een periode |
| van arbeidsongeschiktheid die aanleiding gaf tot de betaling van het | van arbeidsongeschiktheid die aanleiding gaf tot de betaling van het |
| gewaarborgd loon. | gewaarborgd loon. |
| Het fonds zal deze twee periodes beschouwen als één enkele periode, | Het fonds zal deze twee periodes beschouwen als één enkele periode, |
| zonder wachtperiode voor de tweede. | zonder wachtperiode voor de tweede. |
| § 6. Indien de arbeider, om redenen eigen aan de ziekte-uitkering, | § 6. Indien de arbeider, om redenen eigen aan de ziekte-uitkering, |
| geen recht heeft op een vergoeding van de mutualiteit, dan wordt de | geen recht heeft op een vergoeding van de mutualiteit, dan wordt de |
| aanvraag geval per geval onderzocht door het "Waarborg- en Sociaal | aanvraag geval per geval onderzocht door het "Waarborg- en Sociaal |
| Fonds voor de handel in voedingswaren". | Fonds voor de handel in voedingswaren". |
| HOOFDSTUK V. - Beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht | HOOFDSTUK V. - Beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht |
Art. 5.§ 1. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de handel in |
Art. 5.§ 1. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de handel in |
| voedingswaren" kent aan de arbeiders wier arbeidsovereenkomst ten | voedingswaren" kent aan de arbeiders wier arbeidsovereenkomst ten |
| einde kwam wegens overmacht, een aanvullende uitkering toe van 3,80 | einde kwam wegens overmacht, een aanvullende uitkering toe van 3,80 |
| EUR per dag bovenop de werkloosheidsuitkering of ziekte-uitkering | EUR per dag bovenop de werkloosheidsuitkering of ziekte-uitkering |
| gedurende 60 dagen na het einde van de overeenkomst. | gedurende 60 dagen na het einde van de overeenkomst. |
| Voor deeltijdse arbeiders wordt de tussenkomst van het sociaal fonds | Voor deeltijdse arbeiders wordt de tussenkomst van het sociaal fonds |
| berekend naar rata van de arbeidstijd. | berekend naar rata van de arbeidstijd. |
| § 2. Vanaf 1 januari 2016, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1 | § 2. Vanaf 1 januari 2016, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1 |
| gebracht op 4,00 EUR. | gebracht op 4,00 EUR. |
| § 3. Vanaf 1 januari 2018, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1 | § 3. Vanaf 1 januari 2018, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1 |
| gebracht op 4,20 EUR. | gebracht op 4,20 EUR. |
| § 4. Vanaf 1 januari 2020 wordt de dagvergoeding vermeld in § 1 | § 4. Vanaf 1 januari 2020 wordt de dagvergoeding vermeld in § 1 |
| gebracht op 4,40 EUR. | gebracht op 4,40 EUR. |
| § 5. De toekenningsmodaliteiten van de aanvullende uitkering luiden | § 5. De toekenningsmodaliteiten van de aanvullende uitkering luiden |
| als volgt : | als volgt : |
| De arbeidsovereenkomst van de arbeider moet wegens overmacht verbroken | De arbeidsovereenkomst van de arbeider moet wegens overmacht verbroken |
| worden. Er is sprake van "overmacht" bij de beëindiging van de | worden. Er is sprake van "overmacht" bij de beëindiging van de |
| arbeidsovereenkomst omwille van definitieve arbeidsongeschiktheid. | arbeidsovereenkomst omwille van definitieve arbeidsongeschiktheid. |
| Deze uitkering is niet cumuleerbaar met de uitkering wegens langdurige | Deze uitkering is niet cumuleerbaar met de uitkering wegens langdurige |
| ziekte uit het vorige hoofdstuk. Indien de arbeider geniet van de | ziekte uit het vorige hoofdstuk. Indien de arbeider geniet van de |
| toeslag bij langdurige ziekte voordat hij definitief arbeidsongeschikt | toeslag bij langdurige ziekte voordat hij definitief arbeidsongeschikt |
| verklaard wordt, zal de toeslag bij overmacht alleen voor het saldo | verklaard wordt, zal de toeslag bij overmacht alleen voor het saldo |
| van de 60 dagen uitbetaald worden (60 dagen verminderd met het aantal | van de 60 dagen uitbetaald worden (60 dagen verminderd met het aantal |
| uitbetaalde dagen voor langdurige ziekte). | uitbetaalde dagen voor langdurige ziekte). |
| HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft de collectieve |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 3 december 2019 betreffende de | arbeidsovereenkomst van 3 december 2019 betreffende de |
| bestaanszekerheid geregistreerd onder nummer 156925 op, treedt in | bestaanszekerheid geregistreerd onder nummer 156925 op, treedt in |
| werking op 1 januari 2021 en houdt op van kracht te zijn op 31 | werking op 1 januari 2021 en houdt op van kracht te zijn op 31 |
| december 2021. | december 2021. |
Art. 7.Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 |
Art. 7.Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 |
| betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire | betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire |
| comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve | comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze | arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze |
| aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de | aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de |
| werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de | werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de |
| voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde | voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde |
| notulen van de vergadering. | notulen van de vergadering. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 juli | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 juli |
| 2021. | 2021. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |