| Koninklijk besluit tot wijziging van het stelsel van medische bijstand voor wat de openbare sector betreft | Koninklijk besluit tot wijziging van het stelsel van medische bijstand voor wat de openbare sector betreft |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE, FEDERALE OVERHEIDSDIENST | FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE, FEDERALE OVERHEIDSDIENST |
| WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG, FEDERALE OVERHEIDSDIENST | WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG, FEDERALE OVERHEIDSDIENST |
| BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING | BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING |
| EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE | EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE |
| 12 JULI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het stelsel van | 12 JULI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het stelsel van |
| medische bijstand voor wat de openbare sector betreft | medische bijstand voor wat de openbare sector betreft |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
| maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid, | maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid, |
| l); | l); |
| Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale | Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale |
| bepalingen, artikel 105, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 26 | bepalingen, artikel 105, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 26 |
| maart 1999; | maart 1999; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 1991 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 1991 betreffende de |
| toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de personeelsleden van het | toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de personeelsleden van het |
| onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra; | onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de |
| verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de | verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de |
| rijksbesturen; | rijksbesturen; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de |
| onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen; | onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de |
| verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van | verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van |
| de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan; | de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 2002 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 2002 betreffende de |
| toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de personeelsleden van de | toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de personeelsleden van de |
| overheidsbedrijven die in toepassing van de wet van 21 maart 1991 | overheidsbedrijven die in toepassing van de wet van 21 maart 1991 |
| houdende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven | houdende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven |
| bestuursautonomie verkregen hebben; | bestuursautonomie verkregen hebben; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 2009 houdende | Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 2009 houdende |
| toekenning aan de personeelsleden van de Belgische Technische | toekenning aan de personeelsleden van de Belgische Technische |
| Coöperatie van het recht op ouderschapsverlof en loopbaanonderbreking | Coöperatie van het recht op ouderschapsverlof en loopbaanonderbreking |
| voor het verlenen van bijstand aan een zwaar ziek gezins- of | voor het verlenen van bijstand aan een zwaar ziek gezins- of |
| familielid; | familielid; |
| Gelet op het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om | Gelet op het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om |
| een effectbeoordeling inzake duurzame ontwikkeling uit te voeren, | een effectbeoordeling inzake duurzame ontwikkeling uit te voeren, |
| waarbij besloten is dat een effectbeoordeling niet vereist is; | waarbij besloten is dat een effectbeoordeling niet vereist is; |
| Overwegende de Richtlijn 2010/18/EU van de Raad van 8 maart 2010 tot | Overwegende de Richtlijn 2010/18/EU van de Raad van 8 maart 2010 tot |
| uitvoering van de door BUSINESSEUROPE, UEAPME, het CEEP en het EVV | uitvoering van de door BUSINESSEUROPE, UEAPME, het CEEP en het EVV |
| gesloten herziene raamovereenkomst inzake ouderschapsverlof en tot | gesloten herziene raamovereenkomst inzake ouderschapsverlof en tot |
| intrekking van Richtlijn 96/34/EG; | intrekking van Richtlijn 96/34/EG; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 |
| oktober 2012; | oktober 2012; |
| Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor | Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor |
| Arbeidsvoorziening, gegeven op 20 december 2012; | Arbeidsvoorziening, gegeven op 20 december 2012; |
| Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op |
| 16 januari 2013; | 16 januari 2013; |
| Gelet op het protocol nr. 182/2 van 20 februari 2013 van het | Gelet op het protocol nr. 182/2 van 20 februari 2013 van het |
| Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten; | Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten; |
| Gelet op advies nr. 53.102 van de Raad van State, gegeven op 24 april | Gelet op advies nr. 53.102 van de Raad van State, gegeven op 24 april |
| 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
| wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Op de voordracht van de Minister van Justitie, de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Justitie, de Minister van Werk, |
| de Minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, de | de Minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, de |
| Minister, belast met Ambtenarenzaken, de Staatssecretaris voor | Minister, belast met Ambtenarenzaken, de Staatssecretaris voor |
| Ambtenarenzaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, | Ambtenarenzaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Artikel 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 12 |
Artikel 1.Artikel 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 12 |
| augustus 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen | augustus 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen |
| aan de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale | aan de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale |
| centra, gewijzigd door het koninklijk besluit van 3 september 2012, | centra, gewijzigd door het koninklijk besluit van 3 september 2012, |
| wordt vervangen als volgt : | wordt vervangen als volgt : |
| "De bepalingen van de artikelen 4ter, 4ter/1 en 4quater zijn eveneens | "De bepalingen van de artikelen 4ter, 4ter/1 en 4quater zijn eveneens |
| van toepassing op de contractuele personeelsleden van het onderwijs." | van toepassing op de contractuele personeelsleden van het onderwijs." |
Art. 2.In hoofdstuk II, afdeling 2 van hetzelfde koninklijk besluit, |
Art. 2.In hoofdstuk II, afdeling 2 van hetzelfde koninklijk besluit, |
| wordt een artikel 4ter/1 ingevoegd, luidende : | wordt een artikel 4ter/1 ingevoegd, luidende : |
| "Art 4ter/1. In afwijking van de duur van minimum één maand, zoals | "Art 4ter/1. In afwijking van de duur van minimum één maand, zoals |
| vermeld in artikel 4ter, kan het personeelslid voor de bijstand of de | vermeld in artikel 4ter, kan het personeelslid voor de bijstand of de |
| verzorging van een minderjarig kind, tijdens of vlak na de | verzorging van een minderjarig kind, tijdens of vlak na de |
| hospitalisatie van het kind als gevolg van een zware ziekte, zijn | hospitalisatie van het kind als gevolg van een zware ziekte, zijn |
| beroepsloopbaan volledig onderbreken voor een duur van één week, | beroepsloopbaan volledig onderbreken voor een duur van één week, |
| eventueel verlengbaar met één week. | eventueel verlengbaar met één week. |
| Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder zware ziekte, | Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder zware ziekte, |
| elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende geneesheer | elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende geneesheer |
| van het zwaar zieke kind als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de | van het zwaar zieke kind als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de |
| geneesheer oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of | geneesheer oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of |
| psychologische bijstand of verzorging noodzakelijk is. | psychologische bijstand of verzorging noodzakelijk is. |
| De door het eerste lid geboden mogelijkheid staat open voor : | De door het eerste lid geboden mogelijkheid staat open voor : |
| - het personeelslid dat ouder is in de eerste graad van het zwaar | - het personeelslid dat ouder is in de eerste graad van het zwaar |
| zieke kind en ermee samenwoont; | zieke kind en ermee samenwoont; |
| - het personeelslid dat samenwoont met het zwaar zieke kind en belast | - het personeelslid dat samenwoont met het zwaar zieke kind en belast |
| is met de dagelijkse opvoeding. | is met de dagelijkse opvoeding. |
| Wanneer de in het derde lid bedoelde personeelsleden geen gebruik | Wanneer de in het derde lid bedoelde personeelsleden geen gebruik |
| kunnen maken van de door het eerste lid geboden mogelijkheid, kunnen | kunnen maken van de door het eerste lid geboden mogelijkheid, kunnen |
| ook de volgende personeelsleden zich op die mogelijkheid beroepen : | ook de volgende personeelsleden zich op die mogelijkheid beroepen : |
| - het personeelslid dat ouder is in de eerste graad van het zwaar | - het personeelslid dat ouder is in de eerste graad van het zwaar |
| zieke kind en er niet mee samenwoont; | zieke kind en er niet mee samenwoont; |
| - of wanneer laatstgenoemd personeelslid in de onmogelijkheid verkeert | - of wanneer laatstgenoemd personeelslid in de onmogelijkheid verkeert |
| dit verlof op te nemen, een familielid van het zwaar zieke kind tot de | dit verlof op te nemen, een familielid van het zwaar zieke kind tot de |
| tweede graad. | tweede graad. |
| De volledige onderbreking van de beroepsloopbaan kan genomen worden | De volledige onderbreking van de beroepsloopbaan kan genomen worden |
| voor een periode die het mogelijk maakt de minimum duur van een maand | voor een periode die het mogelijk maakt de minimum duur van een maand |
| te bereiken wanneer het personeelslid aansluitend op de in het eerste | te bereiken wanneer het personeelslid aansluitend op de in het eerste |
| lid bedoelde volledige onderbreking zijn recht bedoeld in artikel 4ter | lid bedoelde volledige onderbreking zijn recht bedoeld in artikel 4ter |
| wenst uit te oefenen voor hetzelfde zwaar zieke kind. | wenst uit te oefenen voor hetzelfde zwaar zieke kind. |
| Het bewijs van de reden van deze loopbaanonderbreking wordt geleverd | Het bewijs van de reden van deze loopbaanonderbreking wordt geleverd |
| door het personeelslid bij middel van een attest afgeleverd door de | door het personeelslid bij middel van een attest afgeleverd door de |
| behandelende geneesheer van het zwaar ziek kind, waaruit blijkt dat | behandelende geneesheer van het zwaar ziek kind, waaruit blijkt dat |
| het personeelslid bereid is bijstand of verzorging te verlenen aan het | het personeelslid bereid is bijstand of verzorging te verlenen aan het |
| zwaar ziek kind. | zwaar ziek kind. |
| Het bewijs van hospitalisatie van het kind wordt geleverd door een | Het bewijs van hospitalisatie van het kind wordt geleverd door een |
| attest van het betrokken ziekenhuis. | attest van het betrokken ziekenhuis. |
| Wanneer de hospitalisatie van het kind onvoorzienbaar is, kan worden | Wanneer de hospitalisatie van het kind onvoorzienbaar is, kan worden |
| afgeweken van de termijn voor de aanvraag bij de overheid waaronder | afgeweken van de termijn voor de aanvraag bij de overheid waaronder |
| hij ressorteert. In dat geval bezorgt het personeelslid zo spoedig | hij ressorteert. In dat geval bezorgt het personeelslid zo spoedig |
| mogelijk een attest van de behandelende geneesheer van het zwaar zieke | mogelijk een attest van de behandelende geneesheer van het zwaar zieke |
| kind waaruit het onvoorzienbaar karakter van de hospitalisatie blijkt. | kind waaruit het onvoorzienbaar karakter van de hospitalisatie blijkt. |
| Deze mogelijkheid geldt ook ingeval het verlof verlengd wordt met een | Deze mogelijkheid geldt ook ingeval het verlof verlengd wordt met een |
| week." | week." |
Art. 3.In artikel 7 van het koninklijk besluit van 19 november 1998 |
Art. 3.In artikel 7 van het koninklijk besluit van 19 november 1998 |
| betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de | betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de |
| personeelsleden van de rijksbesturen, ingevoegd bij het koninklijk | personeelsleden van de rijksbesturen, ingevoegd bij het koninklijk |
| besluit van 26 mei 1999, wordt de tweede paragraaf vervangen als volgt | besluit van 26 mei 1999, wordt de tweede paragraaf vervangen als volgt |
| : | : |
| " § 2. In afwijking van § 1, bekomen de erin bedoelde ambtenaren de in | " § 2. In afwijking van § 1, bekomen de erin bedoelde ambtenaren de in |
| de artikelen 35, 117 en 117bis bedoelde verloven, onder de in het | de artikelen 35, 117 en 117bis bedoelde verloven, onder de in het |
| Hoofdstuk XIII van dit besluit voorziene voorwaarden en modaliteiten." | Hoofdstuk XIII van dit besluit voorziene voorwaarden en modaliteiten." |
Art. 4.In hoofdstuk XIII, afdeling 1 van hetzelfde koninklijk |
Art. 4.In hoofdstuk XIII, afdeling 1 van hetzelfde koninklijk |
| besluit, wordt een artikel 117bis ingevoegd, luidende : | besluit, wordt een artikel 117bis ingevoegd, luidende : |
| " Art. 117bis.In afwijking van de duur van minimum één maand, zoals |
" Art. 117bis.In afwijking van de duur van minimum één maand, zoals |
| vermeld in artikel 117, § 2 kan de ambtenaar voor de bijstand of de | vermeld in artikel 117, § 2 kan de ambtenaar voor de bijstand of de |
| verzorging van een minderjarig kind, tijdens of vlak na de | verzorging van een minderjarig kind, tijdens of vlak na de |
| hospitalisatie van het kind als gevolg van een zware ziekte, zijn | hospitalisatie van het kind als gevolg van een zware ziekte, zijn |
| beroepsloopbaan volledig onderbreken voor een duur van één week, | beroepsloopbaan volledig onderbreken voor een duur van één week, |
| eventueel verlengbaar met één week. | eventueel verlengbaar met één week. |
| Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder zware ziekte, | Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder zware ziekte, |
| elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende geneesheer | elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende geneesheer |
| van het zwaar zieke kind als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de | van het zwaar zieke kind als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de |
| geneesheer oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of | geneesheer oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of |
| psychologische bijstand of verzorging noodzakelijk is. | psychologische bijstand of verzorging noodzakelijk is. |
| De door het eerste lid geboden mogelijkheid staat open voor : | De door het eerste lid geboden mogelijkheid staat open voor : |
| - de ambtenaar die ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke | - de ambtenaar die ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke |
| kind en ermee samenwoont; | kind en ermee samenwoont; |
| - de ambtenaar die samenwoont met het zwaar zieke kind en belast is | - de ambtenaar die samenwoont met het zwaar zieke kind en belast is |
| met de dagelijkse opvoeding. | met de dagelijkse opvoeding. |
| Wanneer de in het derde lid bedoelde ambtenaren geen gebruik kunnen | Wanneer de in het derde lid bedoelde ambtenaren geen gebruik kunnen |
| maken van de door het eerste lid geboden mogelijkheid, kunnen ook de | maken van de door het eerste lid geboden mogelijkheid, kunnen ook de |
| volgende ambtenaren zich op die mogelijkheid beroepen : | volgende ambtenaren zich op die mogelijkheid beroepen : |
| - de ambtenaar die ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke | - de ambtenaar die ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke |
| kind en er niet mee samenwoont; | kind en er niet mee samenwoont; |
| - of wanneer laatstgenoemde ambtenaar in de onmogelijkheid verkeert | - of wanneer laatstgenoemde ambtenaar in de onmogelijkheid verkeert |
| dit verlof op te nemen, een familielid van het zwaar zieke kind tot de | dit verlof op te nemen, een familielid van het zwaar zieke kind tot de |
| tweede graad. | tweede graad. |
| De volledige onderbreking van de beroepsloopbaan kan genomen worden | De volledige onderbreking van de beroepsloopbaan kan genomen worden |
| voor een periode die het mogelijk maakt de minimum duur van een maand | voor een periode die het mogelijk maakt de minimum duur van een maand |
| te bereiken wanneer de ambtenaar aansluitend op de in het eerste lid | te bereiken wanneer de ambtenaar aansluitend op de in het eerste lid |
| bedoelde volledige onderbreking zijn recht bedoeld in artikel 117, § 2 | bedoelde volledige onderbreking zijn recht bedoeld in artikel 117, § 2 |
| wenst uit te oefenen voor hetzelfde zwaar zieke kind. | wenst uit te oefenen voor hetzelfde zwaar zieke kind. |
| De ambtenaar die zijn loopbaan wil onderbreken om het kind dat zwaar | De ambtenaar die zijn loopbaan wil onderbreken om het kind dat zwaar |
| ziek is bij te staan of het verzorging te verstrekken, brengt er de | ziek is bij te staan of het verzorging te verstrekken, brengt er de |
| overheid waaronder hij ressorteert van op de hoogte, voegt bij die | overheid waaronder hij ressorteert van op de hoogte, voegt bij die |
| mededeling een attest afgeleverd door de behandelende geneesheer van | mededeling een attest afgeleverd door de behandelende geneesheer van |
| het zwaar ziek kind, waarbij vastgesteld wordt dat de ambtenaar zich | het zwaar ziek kind, waarbij vastgesteld wordt dat de ambtenaar zich |
| bereid verklaard heeft het zwaar ziek kind bij te staan of hem | bereid verklaard heeft het zwaar ziek kind bij te staan of hem |
| verzorging te verstrekken. | verzorging te verstrekken. |
| Het bewijs van hospitalisatie van het kind wordt geleverd door een | Het bewijs van hospitalisatie van het kind wordt geleverd door een |
| attest van het betrokken ziekenhuis. | attest van het betrokken ziekenhuis. |
| Wanneer de hospitalisatie van het kind onvoorzienbaar is, kan worden | Wanneer de hospitalisatie van het kind onvoorzienbaar is, kan worden |
| afgeweken van de voormelde termijn in artikel 116, § 2, tweede lid. In | afgeweken van de voormelde termijn in artikel 116, § 2, tweede lid. In |
| dat geval bezorgt de ambtenaar zo spoedig mogelijk een attest van de | dat geval bezorgt de ambtenaar zo spoedig mogelijk een attest van de |
| behandelende geneesheer van het zwaar zieke kind waaruit het | behandelende geneesheer van het zwaar zieke kind waaruit het |
| onvoorzienbaar karakter van de hospitalisatie blijkt. Deze | onvoorzienbaar karakter van de hospitalisatie blijkt. Deze |
| mogelijkheid geldt ook ingeval het verlof verlengd wordt met een | mogelijkheid geldt ook ingeval het verlof verlengd wordt met een |
| week." | week." |
Art. 5.In hoofdstuk III, afdeling 2 van het koninklijk besluit van 7 |
Art. 5.In hoofdstuk III, afdeling 2 van het koninklijk besluit van 7 |
| mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het | mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het |
| personeel van de besturen, wordt een artikel 11bis ingevoegd, luidende | personeel van de besturen, wordt een artikel 11bis ingevoegd, luidende |
| : | : |
| "Art 11bis. In afwijking van de duur van minimum één maand, zoals | "Art 11bis. In afwijking van de duur van minimum één maand, zoals |
| vermeld in artikel 11 kan de ambtenaar voor de bijstand of de | vermeld in artikel 11 kan de ambtenaar voor de bijstand of de |
| verzorging van een minderjarig kind, tijdens of vlak na de | verzorging van een minderjarig kind, tijdens of vlak na de |
| hospitalisatie van het kind als gevolg van een zware ziekte, zijn | hospitalisatie van het kind als gevolg van een zware ziekte, zijn |
| beroepsloopbaan volledig onderbreken voor een duur van één week, | beroepsloopbaan volledig onderbreken voor een duur van één week, |
| eventueel verlengbaar met één week. | eventueel verlengbaar met één week. |
| Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder zware ziekte, | Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder zware ziekte, |
| elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende geneesheer | elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende geneesheer |
| van het zwaar zieke kind als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de | van het zwaar zieke kind als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de |
| geneesheer oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of | geneesheer oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of |
| psychologische bijstand of verzorging noodzakelijk is. | psychologische bijstand of verzorging noodzakelijk is. |
| De door het eerste lid geboden mogelijkheid staat open voor : | De door het eerste lid geboden mogelijkheid staat open voor : |
| - de ambtenaar die ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke | - de ambtenaar die ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke |
| kind en ermee samenwoont; | kind en ermee samenwoont; |
| - de ambtenaar die samenwoont met het zwaar zieke kind en belast is | - de ambtenaar die samenwoont met het zwaar zieke kind en belast is |
| met de dagelijkse opvoeding. | met de dagelijkse opvoeding. |
| Wanneer de in het derde lid bedoelde ambtenaren geen gebruik kunnen | Wanneer de in het derde lid bedoelde ambtenaren geen gebruik kunnen |
| maken van de door het eerste lid geboden mogelijkheid, kunnen ook de | maken van de door het eerste lid geboden mogelijkheid, kunnen ook de |
| volgende ambtenaren zich op die mogelijkheid beroepen : | volgende ambtenaren zich op die mogelijkheid beroepen : |
| - de ambtenaar die ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke | - de ambtenaar die ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke |
| kind en er niet mee samenwoont; | kind en er niet mee samenwoont; |
| - of wanneer laatstgenoemde ambtenaar in de onmogelijkheid verkeert | - of wanneer laatstgenoemde ambtenaar in de onmogelijkheid verkeert |
| dit verlof op te nemen, een familielid van het zwaar zieke kind tot de | dit verlof op te nemen, een familielid van het zwaar zieke kind tot de |
| tweede graad. | tweede graad. |
| De volledige onderbreking van de beroepsloopbaan kan genomen worden | De volledige onderbreking van de beroepsloopbaan kan genomen worden |
| voor een periode die het mogelijk maakt de minimum duur van een maand | voor een periode die het mogelijk maakt de minimum duur van een maand |
| te bereiken wanneer de ambtenaar aansluitend op de in het eerste lid | te bereiken wanneer de ambtenaar aansluitend op de in het eerste lid |
| bedoelde volledige onderbreking zijn recht bedoeld in artikel 11 wenst | bedoelde volledige onderbreking zijn recht bedoeld in artikel 11 wenst |
| uit te oefenen voor hetzelfde zwaar zieke kind. | uit te oefenen voor hetzelfde zwaar zieke kind. |
| Het bewijs van de reden van deze loopbaanonderbreking wordt geleverd | Het bewijs van de reden van deze loopbaanonderbreking wordt geleverd |
| bij middel van een attest afgeleverd door de behandelende geneesheer | bij middel van een attest afgeleverd door de behandelende geneesheer |
| van het zwaar ziek kind, waaruit blijkt dat de ambtenaar bereid is | van het zwaar ziek kind, waaruit blijkt dat de ambtenaar bereid is |
| bijstand of verzorging te verlenen aan het zwaar ziek kind. | bijstand of verzorging te verlenen aan het zwaar ziek kind. |
| Het bewijs van hospitalisatie van het kind wordt geleverd door een | Het bewijs van hospitalisatie van het kind wordt geleverd door een |
| attest van het betrokken ziekenhuis. | attest van het betrokken ziekenhuis. |
| Wanneer de hospitalisatie van het kind onvoorzienbaar is, kan worden | Wanneer de hospitalisatie van het kind onvoorzienbaar is, kan worden |
| afgeweken van de voormelde termijn in artikel 19. In dat geval bezorgt | afgeweken van de voormelde termijn in artikel 19. In dat geval bezorgt |
| de ambtenaar zo spoedig mogelijk een attest van de behandelende | de ambtenaar zo spoedig mogelijk een attest van de behandelende |
| geneesheer van het zwaar zieke kind waaruit het onvoorzienbaar | geneesheer van het zwaar zieke kind waaruit het onvoorzienbaar |
| karakter van de hospitalisatie blijkt. Deze mogelijkheid geldt ook | karakter van de hospitalisatie blijkt. Deze mogelijkheid geldt ook |
| ingeval het verlof verlengd wordt met een week." | ingeval het verlof verlengd wordt met een week." |
Art. 6.In hoofdstuk XI, afdeling I van het koninklijk besluit van 16 |
Art. 6.In hoofdstuk XI, afdeling I van het koninklijk besluit van 16 |
| maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan | maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan |
| sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht | sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht |
| terzijde staan, wordt een artikel 65bis ingevoegd, luidende : | terzijde staan, wordt een artikel 65bis ingevoegd, luidende : |
| "Art 65bis. In afwijking van de duur van minimum één maand, zoals | "Art 65bis. In afwijking van de duur van minimum één maand, zoals |
| vermeld in artikel 65, § 2 kan het personeelslid voor de bijstand of | vermeld in artikel 65, § 2 kan het personeelslid voor de bijstand of |
| de verzorging van een minderjarig kind, tijdens of vlak na de | de verzorging van een minderjarig kind, tijdens of vlak na de |
| hospitalisatie van het kind als gevolg van een zware ziekte, zijn | hospitalisatie van het kind als gevolg van een zware ziekte, zijn |
| beroepsloopbaan volledig onderbreken voor een duur van één week, | beroepsloopbaan volledig onderbreken voor een duur van één week, |
| eventueel verlengbaar met één week. | eventueel verlengbaar met één week. |
| Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder zware ziekte, | Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder zware ziekte, |
| elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende geneesheer | elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende geneesheer |
| van het zwaar zieke kind als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de | van het zwaar zieke kind als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de |
| geneesheer oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of | geneesheer oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of |
| psychologische bijstand of verzorging noodzakelijk is. | psychologische bijstand of verzorging noodzakelijk is. |
| De door het eerste lid geboden mogelijkheid staat open voor : | De door het eerste lid geboden mogelijkheid staat open voor : |
| - het personeelslid dat ouder is in de eerste graad van het zwaar | - het personeelslid dat ouder is in de eerste graad van het zwaar |
| zieke kind en ermee samenwoont; | zieke kind en ermee samenwoont; |
| - het personeelslid dat samenwoont met het zwaar zieke kind en belast | - het personeelslid dat samenwoont met het zwaar zieke kind en belast |
| is met de dagelijkse opvoeding. | is met de dagelijkse opvoeding. |
| Wanneer de in het derde lid bedoelde personeelsleden geen gebruik | Wanneer de in het derde lid bedoelde personeelsleden geen gebruik |
| kunnen maken van de door het eerste lid geboden mogelijkheid, kunnen | kunnen maken van de door het eerste lid geboden mogelijkheid, kunnen |
| ook de volgende personeelsleden zich op die mogelijkheid beroepen : | ook de volgende personeelsleden zich op die mogelijkheid beroepen : |
| - het personeelslid ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke | - het personeelslid ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke |
| kind en er niet mee samenwoont; | kind en er niet mee samenwoont; |
| - of wanneer laatstgenoemde personeelslid in de onmogelijkheid | - of wanneer laatstgenoemde personeelslid in de onmogelijkheid |
| verkeert dit verlof op te nemen, een familielid van het zwaar zieke | verkeert dit verlof op te nemen, een familielid van het zwaar zieke |
| kind tot de tweede graad. | kind tot de tweede graad. |
| De volledige onderbreking van de beroepsloopbaan kan genomen worden | De volledige onderbreking van de beroepsloopbaan kan genomen worden |
| voor een periode die het mogelijk maakt de minimum duur van een maand | voor een periode die het mogelijk maakt de minimum duur van een maand |
| te bereiken wanneer het personeelslid aansluitend op de in het eerste | te bereiken wanneer het personeelslid aansluitend op de in het eerste |
| lid bedoelde volledige onderbreking zijn recht bedoeld in artikel 65, | lid bedoelde volledige onderbreking zijn recht bedoeld in artikel 65, |
| § 2 wenst uit te oefenen voor hetzelfde zwaar zieke kind. | § 2 wenst uit te oefenen voor hetzelfde zwaar zieke kind. |
| Het personeelslid dat zijn loopbaan wil onderbreken om het kind dat | Het personeelslid dat zijn loopbaan wil onderbreken om het kind dat |
| zwaar ziek is bij te staan of het verzorging te verstrekken, brengt er | zwaar ziek is bij te staan of het verzorging te verstrekken, brengt er |
| de Minister van Justitie of de overheid waaronder het ressorteert, | de Minister van Justitie of de overheid waaronder het ressorteert, |
| overeenkomstig de artikelen 331 en 331bis van het Gerechtelijk | overeenkomstig de artikelen 331 en 331bis van het Gerechtelijk |
| Wetboek, van op de hoogte, en voegt bij die mededeling een attest | Wetboek, van op de hoogte, en voegt bij die mededeling een attest |
| afgeleverd door de behandelende geneesheer van het zwaar ziek kind, | afgeleverd door de behandelende geneesheer van het zwaar ziek kind, |
| waarbij vastgesteld wordt dat het personeelslid zich bereid verklaard | waarbij vastgesteld wordt dat het personeelslid zich bereid verklaard |
| het zwaar ziek kind bij te staan of hem verzorging te verstrekken. | het zwaar ziek kind bij te staan of hem verzorging te verstrekken. |
| Het bewijs van hospitalisatie van het kind wordt geleverd door een | Het bewijs van hospitalisatie van het kind wordt geleverd door een |
| attest van het betrokken ziekenhuis. | attest van het betrokken ziekenhuis. |
| Wanneer de hospitalisatie van het kind onvoorzienbaar is, kan worden | Wanneer de hospitalisatie van het kind onvoorzienbaar is, kan worden |
| afgeweken van de voormelde termijn in artikel 64, § 2, tweede lid. In | afgeweken van de voormelde termijn in artikel 64, § 2, tweede lid. In |
| dat geval bezorgt het personeelslid zo spoedig mogelijk een attest van | dat geval bezorgt het personeelslid zo spoedig mogelijk een attest van |
| de behandelende geneesheer van het zwaar zieke kind waaruit het | de behandelende geneesheer van het zwaar zieke kind waaruit het |
| onvoorzienbaar karakter van de hospitalisatie blijkt. Deze | onvoorzienbaar karakter van de hospitalisatie blijkt. Deze |
| mogelijkheid geldt ook ingeval het verlof verlengd wordt met een | mogelijkheid geldt ook ingeval het verlof verlengd wordt met een |
| week." | week." |
Art. 7.In hoofdstuk III, afdeling 2 van het koninklijk besluit van 10 |
Art. 7.In hoofdstuk III, afdeling 2 van het koninklijk besluit van 10 |
| juni 2002 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan | juni 2002 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan |
| de personeelsleden van de overheidsbedrijven die in toepassing van de | de personeelsleden van de overheidsbedrijven die in toepassing van de |
| wet van 21 maart 1991 houdende de hervorming van sommige economische | wet van 21 maart 1991 houdende de hervorming van sommige economische |
| overheidsbedrijven bestuursautonomie verkregen hebben, wordt een | overheidsbedrijven bestuursautonomie verkregen hebben, wordt een |
| artikel 12bis ingevoegd, luidende : | artikel 12bis ingevoegd, luidende : |
| "Art 12bis. In afwijking van de duur van minimum één maand, zoals | "Art 12bis. In afwijking van de duur van minimum één maand, zoals |
| vermeld in artikel 12 kan het personeelslid voor de bijstand of de | vermeld in artikel 12 kan het personeelslid voor de bijstand of de |
| verzorging van een minderjarig kind, tijdens of vlak na de | verzorging van een minderjarig kind, tijdens of vlak na de |
| hospitalisatie van het kind als gevolg van een zware ziekte, zijn | hospitalisatie van het kind als gevolg van een zware ziekte, zijn |
| beroepsloopbaan volledig onderbreken voor een duur van één week, | beroepsloopbaan volledig onderbreken voor een duur van één week, |
| eventueel verlengbaar met één week. | eventueel verlengbaar met één week. |
| Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder zware ziekte, | Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder zware ziekte, |
| elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende geneesheer | elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende geneesheer |
| van het zwaar zieke kind als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de | van het zwaar zieke kind als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de |
| geneesheer oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of | geneesheer oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of |
| psychologische bijstand of verzorging noodzakelijk is. | psychologische bijstand of verzorging noodzakelijk is. |
| De door het eerste lid geboden mogelijkheid staat open voor : | De door het eerste lid geboden mogelijkheid staat open voor : |
| - het personeelslid dat ouder is in de eerste graad van het zwaar | - het personeelslid dat ouder is in de eerste graad van het zwaar |
| zieke kind en ermee samenwoont; | zieke kind en ermee samenwoont; |
| - het personeelslid dat samenwoont met het zwaar zieke kind en belast | - het personeelslid dat samenwoont met het zwaar zieke kind en belast |
| is met de dagelijkse opvoeding. | is met de dagelijkse opvoeding. |
| Wanneer de in het derde lid bedoelde personeelsleden geen gebruik | Wanneer de in het derde lid bedoelde personeelsleden geen gebruik |
| kunnen maken van de door het eerste lid geboden mogelijkheid, kunnen | kunnen maken van de door het eerste lid geboden mogelijkheid, kunnen |
| ook de volgende personeelsleden zich op die mogelijkheid beroepen : | ook de volgende personeelsleden zich op die mogelijkheid beroepen : |
| - het personeelslid dat ouder is in de eerste graad van het zwaar | - het personeelslid dat ouder is in de eerste graad van het zwaar |
| zieke kind en er niet mee samenwoont; | zieke kind en er niet mee samenwoont; |
| - of wanneer laatstgenoemde personeelslid in de onmogelijkheid | - of wanneer laatstgenoemde personeelslid in de onmogelijkheid |
| verkeert dit verlof op te nemen, een familielid van het zwaar zieke | verkeert dit verlof op te nemen, een familielid van het zwaar zieke |
| kind tot de tweede graad. | kind tot de tweede graad. |
| De volledige onderbreking van de beroepsloopbaan kan genomen worden | De volledige onderbreking van de beroepsloopbaan kan genomen worden |
| voor een periode die het mogelijk maakt de minimum duur van een maand | voor een periode die het mogelijk maakt de minimum duur van een maand |
| te bereiken wanneer het personeelslid aansluitend op de in het eerste | te bereiken wanneer het personeelslid aansluitend op de in het eerste |
| lid bedoelde volledige onderbreking zijn recht bedoeld in artikel 12 | lid bedoelde volledige onderbreking zijn recht bedoeld in artikel 12 |
| wenst uit te oefenen voor hetzelfde zwaar zieke kind. | wenst uit te oefenen voor hetzelfde zwaar zieke kind. |
| Het bewijs van de reden van deze loopbaanonderbreking wordt geleverd | Het bewijs van de reden van deze loopbaanonderbreking wordt geleverd |
| bij middel van een attest afgeleverd door de behandelende geneesheer | bij middel van een attest afgeleverd door de behandelende geneesheer |
| van het zwaar ziek kind, waaruit blijkt dat het personeelslid bereid | van het zwaar ziek kind, waaruit blijkt dat het personeelslid bereid |
| is bijstand of verzorging te verlenen aan het zwaar ziek kind. | is bijstand of verzorging te verlenen aan het zwaar ziek kind. |
| Het bewijs van hospitalisatie van het kind wordt geleverd door een | Het bewijs van hospitalisatie van het kind wordt geleverd door een |
| attest van het betrokken ziekenhuis. | attest van het betrokken ziekenhuis. |
| Wanneer de hospitalisatie van het kind onvoorzienbaar is, kan worden | Wanneer de hospitalisatie van het kind onvoorzienbaar is, kan worden |
| afgeweken van de voormelde termijn in artikel 10, § 2. In dat geval | afgeweken van de voormelde termijn in artikel 10, § 2. In dat geval |
| bezorgt het personeelslid zo spoedig mogelijk een attest van de | bezorgt het personeelslid zo spoedig mogelijk een attest van de |
| behandelende geneesheer van het zwaar zieke kind waaruit het | behandelende geneesheer van het zwaar zieke kind waaruit het |
| onvoorzienbaar karakter van de hospitalisatie blijkt. Deze | onvoorzienbaar karakter van de hospitalisatie blijkt. Deze |
| mogelijkheid geldt ook ingeval het verlof verlengd wordt met een | mogelijkheid geldt ook ingeval het verlof verlengd wordt met een |
| week." | week." |
Art. 8.In afdeling 2 van het koninklijk besluit van 16 november 2009 |
Art. 8.In afdeling 2 van het koninklijk besluit van 16 november 2009 |
| houdende toekenning aan de personeelsleden van de Belgische Technische | houdende toekenning aan de personeelsleden van de Belgische Technische |
| Coöperatie van het recht op ouderschapsverlof en loopbaanonderbreking | Coöperatie van het recht op ouderschapsverlof en loopbaanonderbreking |
| voor het verlenen van bijstand aan een zwaar ziek gezins- of | voor het verlenen van bijstand aan een zwaar ziek gezins- of |
| familielid, wordt een artikel 8bis ingevoegd, luidende : | familielid, wordt een artikel 8bis ingevoegd, luidende : |
| "Art 8bis. In afwijking van de duur van minimum één maand, zoals | "Art 8bis. In afwijking van de duur van minimum één maand, zoals |
| vermeld in artikelen 6 en 7 kan het personeelslid voor de bijstand of | vermeld in artikelen 6 en 7 kan het personeelslid voor de bijstand of |
| de verzorging van een minderjarig kind, tijdens of vlak na de | de verzorging van een minderjarig kind, tijdens of vlak na de |
| hospitalisatie van het kind als gevolg van een zware ziekte, zijn | hospitalisatie van het kind als gevolg van een zware ziekte, zijn |
| beroepsloopbaan volledig onderbreken voor een duur van één week, | beroepsloopbaan volledig onderbreken voor een duur van één week, |
| eventueel verlengbaar met één week. | eventueel verlengbaar met één week. |
| Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder zware ziekte, | Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder zware ziekte, |
| elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende geneesheer | elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende geneesheer |
| van het zwaar zieke kind als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de | van het zwaar zieke kind als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de |
| geneesheer oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of | geneesheer oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of |
| psychologische bijstand of verzorging noodzakelijk is. | psychologische bijstand of verzorging noodzakelijk is. |
| De door het eerste lid geboden mogelijkheid staat open voor : | De door het eerste lid geboden mogelijkheid staat open voor : |
| - het personeelslid dat ouder is in de eerste graad van het zwaar | - het personeelslid dat ouder is in de eerste graad van het zwaar |
| zieke kind en ermee samenwoont; | zieke kind en ermee samenwoont; |
| - het personeelslid dat samenwoont met het zwaar zieke kind en belast | - het personeelslid dat samenwoont met het zwaar zieke kind en belast |
| is met de dagelijkse opvoeding. | is met de dagelijkse opvoeding. |
| Wanneer de in het derde lid bedoelde personeelsleden geen gebruik | Wanneer de in het derde lid bedoelde personeelsleden geen gebruik |
| kunnen maken van de door het eerste lid geboden mogelijkheid, kunnen | kunnen maken van de door het eerste lid geboden mogelijkheid, kunnen |
| ook de volgende personeelsleden zich op die mogelijkheid beroepen : | ook de volgende personeelsleden zich op die mogelijkheid beroepen : |
| - het personeelslid dat ouder is in de eerste graad van het zwaar | - het personeelslid dat ouder is in de eerste graad van het zwaar |
| zieke kind en er niet mee samenwoont; | zieke kind en er niet mee samenwoont; |
| - of wanneer laatstgenoemd personeelslid in de onmogelijkheid verkeert | - of wanneer laatstgenoemd personeelslid in de onmogelijkheid verkeert |
| dit verlof op te nemen, een familielid van het zwaar zieke kind tot de | dit verlof op te nemen, een familielid van het zwaar zieke kind tot de |
| tweede graad. | tweede graad. |
| De volledige onderbreking van de beroepsloopbaan kan genomen worden | De volledige onderbreking van de beroepsloopbaan kan genomen worden |
| voor een periode die het mogelijk maakt de minimum duur van een maand | voor een periode die het mogelijk maakt de minimum duur van een maand |
| te bereiken wanneer het personeelslid aansluitend op de in het eerste | te bereiken wanneer het personeelslid aansluitend op de in het eerste |
| lid bedoelde volledige onderbreking zijn recht bedoeld in artikel 4 | lid bedoelde volledige onderbreking zijn recht bedoeld in artikel 4 |
| wenst uit te oefenen voor hetzelfde zwaar zieke kind. | wenst uit te oefenen voor hetzelfde zwaar zieke kind. |
| Het bewijs van de reden voor deze loopbaanonderbreking wordt geleverd | Het bewijs van de reden voor deze loopbaanonderbreking wordt geleverd |
| door middel van een attest afgeleverd door de behandelende geneesheer | door middel van een attest afgeleverd door de behandelende geneesheer |
| van het zwaar ziek kind, waaruit blijkt dat het personeelslid bereid | van het zwaar ziek kind, waaruit blijkt dat het personeelslid bereid |
| is bijstand of verzorging te verlenen aan het zwaar ziek kind. | is bijstand of verzorging te verlenen aan het zwaar ziek kind. |
| Het bewijs van hospitalisatie van het kind wordt geleverd door een | Het bewijs van hospitalisatie van het kind wordt geleverd door een |
| attest van het betrokken ziekenhuis. | attest van het betrokken ziekenhuis. |
| Wanneer de hospitalisatie van het kind onvoorzienbaar is, kan worden | Wanneer de hospitalisatie van het kind onvoorzienbaar is, kan worden |
| afgeweken van de voormelde termijn in artikel 10, § 2, tweede lid. In | afgeweken van de voormelde termijn in artikel 10, § 2, tweede lid. In |
| dat geval bezorgt het personeelslid zo spoedig mogelijk een attest van | dat geval bezorgt het personeelslid zo spoedig mogelijk een attest van |
| de behandelende geneesheer van het zwaar zieke kind waaruit het | de behandelende geneesheer van het zwaar zieke kind waaruit het |
| onvoorzienbaar karakter van de hospitalisatie blijkt. Deze | onvoorzienbaar karakter van de hospitalisatie blijkt. Deze |
| mogelijkheid geldt ook ingeval het verlof verlengd wordt met een | mogelijkheid geldt ook ingeval het verlof verlengd wordt met een |
| week." | week." |
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na |
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na |
| afloop van een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de dag volgend | afloop van een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de dag volgend |
| op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. | op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. |
Art. 10.De minister bevoegd voor Justitie, de minister bevoegd voor |
Art. 10.De minister bevoegd voor Justitie, de minister bevoegd voor |
| Werk, de minister bevoegd voor Overheidsbedrijven en | Werk, de minister bevoegd voor Overheidsbedrijven en |
| Ontwikkelingssamenwerking en de minister bevoegd voor Ambtenarenzaken | Ontwikkelingssamenwerking en de minister bevoegd voor Ambtenarenzaken |
| zijn belast met de uitvoering van dit besluit. | zijn belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 12 juli 2013. | Gegeven te Brussel, 12 juli 2013. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
| Mevr. A. TURTELBOOM | Mevr. A. TURTELBOOM |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
| De Minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, | De Minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, |
| J.-P. LABILLE | J.-P. LABILLE |
| De Minister belast met Ambtenarenzaken, | De Minister belast met Ambtenarenzaken, |
| K. GEENS | K. GEENS |
| De Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, | De Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, |
| H. BOGAERT | H. BOGAERT |