Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 11/09/2020
← Terug naar "Koninklijk besluit tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur en tot opheffing van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, met uitzondering van sommige bepalingen "
Koninklijk besluit tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur en tot opheffing van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, met uitzondering van sommige bepalingen Koninklijk besluit tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur en tot opheffing van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, met uitzondering van sommige bepalingen
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
11 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot bepaling van de datum van 11 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot bepaling van de datum van
inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen
van accountant en belastingadviseur en tot opheffing van de wet van 22 van accountant en belastingadviseur en tot opheffing van de wet van 22
april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, met april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, met
uitzondering van sommige bepalingen uitzondering van sommige bepalingen
RAAD VAN STATE RAAD VAN STATE
afdeling Wetgeving afdeling Wetgeving
Advies 67.585/1 van 8 juli 2020 over een ontwerp van koninklijk Advies 67.585/1 van 8 juli 2020 over een ontwerp van koninklijk
besluit `tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van besluit `tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van
17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en
belastingadviseur en tot opheffing van de wet van 22 april 1999 belastingadviseur en tot opheffing van de wet van 22 april 1999
betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, met uitzondering betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, met uitzondering
van sommige bepalingen' Op 9 juni 2020 is de Raad van State, afdeling van sommige bepalingen' Op 9 juni 2020 is de Raad van State, afdeling
Wetgeving, door de Minister van Economie verzocht binnen een termijn Wetgeving, door de Minister van Economie verzocht binnen een termijn
van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van
koninklijk besluit `tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van koninklijk besluit `tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van
de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en
belastingadviseur en tot opheffing van de wet van 22 april 1999 belastingadviseur en tot opheffing van de wet van 22 april 1999
betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, met uitzondering betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, met uitzondering
van sommige bepalingen'. van sommige bepalingen'.
Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 2 juli 2020. De Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 2 juli 2020. De
kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Wilfried kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Wilfried
VAN VAERENBERGH en Chantal BAMPS, staatsraden, Michel TISON en Johan VAN VAERENBERGH en Chantal BAMPS, staatsraden, Michel TISON en Johan
PUT, assessoren, en Wim GEURTS, griffier. PUT, assessoren, en Wim GEURTS, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Githa SCHEPPERS, eerste auditeur. Het verslag is uitgebracht door Githa SCHEPPERS, eerste auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het
advies is nagezien onder toezicht van Chantal BAMPS, staatsraad. advies is nagezien onder toezicht van Chantal BAMPS, staatsraad.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 8 juli 2020. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 8 juli 2020.
1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de
Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling
Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de
steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of
aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. aan de te vervullen vormvereisten is voldaan.
STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP
2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit bepaalt 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit bepaalt
enerzijds de inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2019 enerzijds de inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2019
`betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur' op datum `betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur' op datum
van 30 september 2020 (artikel 1 van het ontwerp) en anderzijds de van 30 september 2020 (artikel 1 van het ontwerp) en anderzijds de
opheffing van de wet van 22 april 1999 `betreffende de boekhoudkundige opheffing van de wet van 22 april 1999 `betreffende de boekhoudkundige
en fiscale beroepen' op dezelfde datum, met uitzondering van de en fiscale beroepen' op dezelfde datum, met uitzondering van de
artikelen 45/1, § 2, § 7, 3) tot en met 5) en §§ 8 tot en met 14, 45/2 artikelen 45/1, § 2, § 7, 3) tot en met 5) en §§ 8 tot en met 14, 45/2
en 51, § 1, eerste lid, en § 2, van die wet (artikel 2). en 51, § 1, eerste lid, en § 2, van die wet (artikel 2).
Voornoemde bepalingen hebben in het algemeen betrekking op de Voornoemde bepalingen hebben in het algemeen betrekking op de
samenstelling, de werking en de bevoegdheid van, enerzijds, de samenstelling, de werking en de bevoegdheid van, enerzijds, de
stagecommissie (examenjury) van het Beroepsinstituut van Erkende stagecommissie (examenjury) van het Beroepsinstituut van Erkende
Boekhouders en Fiscalisten (BIBF) en, anderzijds, de Uitvoerende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF) en, anderzijds, de Uitvoerende
Kamers en de Kamers van Beroep van het BIBF, alsook op de opdracht van Kamers en de Kamers van Beroep van het BIBF, alsook op de opdracht van
deze organen respectievelijk inzake de stage en de tuchtregeling van deze organen respectievelijk inzake de stage en de tuchtregeling van
de BIBF-beroepsbeoefenaars en de BIBF stagiairs. de BIBF-beroepsbeoefenaars en de BIBF stagiairs.
In het zesde, zevende en achtste lid van de aanhef wordt in dit In het zesde, zevende en achtste lid van de aanhef wordt in dit
verband verwezen naar artikel 124, § 2, van de wet van 17 maart 2019, verband verwezen naar artikel 124, § 2, van de wet van 17 maart 2019,
dat de stagiairs van het BIBF toelaat hun stage voort te zetten onder dat de stagiairs van het BIBF toelaat hun stage voort te zetten onder
dezelfde voorwaarden, en overeenkomstig de regels voorzien door of ter dezelfde voorwaarden, en overeenkomstig de regels voorzien door of ter
uitvoering van de wet van 22 april 1999.(1) uitvoering van de wet van 22 april 1999.(1)
3.1. Voor de ontworpen regeling wordt rechtsgrond ontleend aan de 3.1. Voor de ontworpen regeling wordt rechtsgrond ontleend aan de
artikelen 129, 1°, en 130, van de wet van 17 maart 2019, op grond artikelen 129, 1°, en 130, van de wet van 17 maart 2019, op grond
waarvan de Koning wordt gemachtigd de datum te bepalen waarop de wet waarvan de Koning wordt gemachtigd de datum te bepalen waarop de wet
van 22 april 1999 wordt opgeheven(2) en de wet van 17 maart 2019 in van 22 april 1999 wordt opgeheven(2) en de wet van 17 maart 2019 in
werking treedt (met uitzondering van de artikelen 127 tot 129 die in werking treedt (met uitzondering van de artikelen 127 tot 129 die in
werking treden op 1 juni 2019). werking treden op 1 juni 2019).
3.2. Voor de overgangsregeling zal bijkomend een beroep moeten worden 3.2. Voor de overgangsregeling zal bijkomend een beroep moeten worden
gedaan op artikel 108 van de Grondwet, waaraan de Koning een algemene gedaan op artikel 108 van de Grondwet, waaraan de Koning een algemene
uitvoeringsbevoegdheid ontleent. uitvoeringsbevoegdheid ontleent.
ONDERZOEK VAN DE TEKST ONDERZOEK VAN DE TEKST
Aanhef Aanhef
4. Gelet op hetgeen sub 3.2 in verband met de rechtsgrond is 4. Gelet op hetgeen sub 3.2 in verband met de rechtsgrond is
opgemerkt, dient in de aanhef van het ontwerp een nieuw eerste lid te opgemerkt, dient in de aanhef van het ontwerp een nieuw eerste lid te
worden toegevoegd, waarin wordt verwezen naar artikel 108 van de worden toegevoegd, waarin wordt verwezen naar artikel 108 van de
Grondwet. Grondwet.
Slotopmerking Slotopmerking
5. Uit het bij de adviesaanvraag gevoegde advies van 14 mei 2020 van 5. Uit het bij de adviesaanvraag gevoegde advies van 14 mei 2020 van
de Hoge Raad voor de Economische Beroepen blijkt dat er nood is aan de Hoge Raad voor de Economische Beroepen blijkt dat er nood is aan
een duidelijke overgangsregeling voor bepaalde hangende dossiers en een duidelijke overgangsregeling voor bepaalde hangende dossiers en
lopende stages. lopende stages.
5.1. Zo wordt er in het advies op gewezen dat voor wat betreft de 5.1. Zo wordt er in het advies op gewezen dat voor wat betreft de
tuchtdossiers die aanhangig zijn tegen IAB(3) -leden, de bepalingen tuchtdossiers die aanhangig zijn tegen IAB(3) -leden, de bepalingen
uit de wet van 22 april 1999 `betreffende de beroepstucht voor uit de wet van 22 april 1999 `betreffende de beroepstucht voor
accountants en belastingconsulenten', zowel wat betreft de accountants en belastingconsulenten', zowel wat betreft de
samenstelling van de tuchtorganen, als de procedureregels, samenstelling van de tuchtorganen, als de procedureregels,
toepasselijk blijven en dat voor de tuchtdossiers aanhangig tegen toepasselijk blijven en dat voor de tuchtdossiers aanhangig tegen
BIBF-leden, de voorschriften uit de wet van 22 april 1999 `betreffende BIBF-leden, de voorschriften uit de wet van 22 april 1999 `betreffende
de boekhoudkundige en fiscale beroepen', die betrekking hebben op de de boekhoudkundige en fiscale beroepen', die betrekking hebben op de
samenstelling en de procedureregels van de Uitvoerende Kamers en de samenstelling en de procedureregels van de Uitvoerende Kamers en de
Kamers van Beroep van het BIBF, alsook de voorschriften opgenomen in Kamers van Beroep van het BIBF, alsook de voorschriften opgenomen in
het koninklijk besluit van 28 november 2018 `tot bepaling van de het koninklijk besluit van 28 november 2018 `tot bepaling van de
regels inzake de organisatie en de werking van het Beroepsinstituut regels inzake de organisatie en de werking van het Beroepsinstituut
van erkende Boekhouders en Fiscalisten' toepasselijk blijven. van erkende Boekhouders en Fiscalisten' toepasselijk blijven.
Tevens wordt in dat advies te kennen gegeven dat wanneer een hoger Tevens wordt in dat advies te kennen gegeven dat wanneer een hoger
beroep wordt ingesteld na de inwerkingtreding van de wet, de nieuwe beroep wordt ingesteld na de inwerkingtreding van de wet, de nieuwe
regeling uit de wet van 17 maart 2019 in verband met de commissie van regeling uit de wet van 17 maart 2019 in verband met de commissie van
beroep toepassing vindt en dat in het kader van de inwerkingtreding beroep toepassing vindt en dat in het kader van de inwerkingtreding
van de wet nergens wordt bepaald dat het nieuw instituut de nodige van de wet nergens wordt bepaald dat het nieuw instituut de nodige
middelen moet voorzien voor de uitvoering van de opdrachten van de middelen moet voorzien voor de uitvoering van de opdrachten van de
bestaande tuchtorganen tijdens de overgangsperiode. bestaande tuchtorganen tijdens de overgangsperiode.
Tot slot wordt in dat advies benadrukt dat niettegenstaande Tot slot wordt in dat advies benadrukt dat niettegenstaande
overeenkomstig artikel 122 van de wet van 17 maart 2019 uitdrukkelijk overeenkomstig artikel 122 van de wet van 17 maart 2019 uitdrukkelijk
wordt bepaald dat de hangende tuchtdossiers behandeld blijven door de wordt bepaald dat de hangende tuchtdossiers behandeld blijven door de
tuchtorganen "in dezelfde samenstelling", hieruit niet kan worden tuchtorganen "in dezelfde samenstelling", hieruit niet kan worden
afgeleid dat deze instanties hun opdracht zullen verderzetten, ook al afgeleid dat deze instanties hun opdracht zullen verderzetten, ook al
zou de termijn waarvoor de leden van deze organen benoemd zijn zou de termijn waarvoor de leden van deze organen benoemd zijn
intussen verstreken zijn. intussen verstreken zijn.
Wat deze hangende tuchtdossiers(4) betreft werd door de gemachtigde Wat deze hangende tuchtdossiers(4) betreft werd door de gemachtigde
nog de volgende duiding gegeven: nog de volgende duiding gegeven:
"Het is inderdaad de bedoeling dat de tuchtorganen van de beide "Het is inderdaad de bedoeling dat de tuchtorganen van de beide
fusionerende Instituten hun hangende tuchtdossiers blijven behandelen fusionerende Instituten hun hangende tuchtdossiers blijven behandelen
na het inwerkingtreden van de wet van 17 maart 2019. Dat de na het inwerkingtreden van de wet van 17 maart 2019. Dat de
tuchtorganen van het BIBF dat in dezelfde samenstelling blijven doen, tuchtorganen van het BIBF dat in dezelfde samenstelling blijven doen,
wordt geregeld in artikel 23 van het ontwerp van wet houdende diverse wordt geregeld in artikel 23 van het ontwerp van wet houdende diverse
bepalingen inzake Economie dat ter advies van uw Raad voorligt bepalingen inzake Economie dat ter advies van uw Raad voorligt
(dossier 67560) en dat artikel 122 van de wet van 17 maart 2019 wil (dossier 67560) en dat artikel 122 van de wet van 17 maart 2019 wil
wijzigen. Dat artikel 23 in ontwerp luidt: `Het mandaat van de leden wijzigen. Dat artikel 23 in ontwerp luidt: `Het mandaat van de leden
van de tuchtorganen en van de rechtskundig assessor bij het van de tuchtorganen en van de rechtskundig assessor bij het
Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten wordt verlengd Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten wordt verlengd
tot de datum waarop de dossiers die hangende zijn bij die organen tot de datum waarop de dossiers die hangende zijn bij die organen
afgehandeld zijn.'. Op die manier wordt gegarandeerd dat de hangende afgehandeld zijn.'. Op die manier wordt gegarandeerd dat de hangende
dossiers op dezelfde manier en door dezelfde personen blijven dossiers op dezelfde manier en door dezelfde personen blijven
behandeld worden bij het inwerkingtreden van de wet, in het belang van behandeld worden bij het inwerkingtreden van de wet, in het belang van
het betrokken lid. De huidige mandaten bij het BIBF lopen tot 2023 en het betrokken lid. De huidige mandaten bij het BIBF lopen tot 2023 en
die bij het IAB tot 2024. De dossiers in onderzoek die nog niet die bij het IAB tot 2024. De dossiers in onderzoek die nog niet
aanhangig zijn gemaakt bij een tuchtorgaan, worden overgemaakt aan de aanhangig zijn gemaakt bij een tuchtorgaan, worden overgemaakt aan de
rechtskundig assessor bedoeld in artikel 90 van de wet van 17 maart rechtskundig assessor bedoeld in artikel 90 van de wet van 17 maart
2019". 2019".
5.2. Voor de bij de fusionerende instituten hangende dossiers inzake 5.2. Voor de bij de fusionerende instituten hangende dossiers inzake
toezicht en kwaliteitscontrole op datum van inwerkingtreding van de toezicht en kwaliteitscontrole op datum van inwerkingtreding van de
wet van 17 maart 2019 wordt in het voornoemde advies gewezen op de wet van 17 maart 2019 wordt in het voornoemde advies gewezen op de
onduidelijkheid of deze verder behandeld worden door de bestaande onduidelijkheid of deze verder behandeld worden door de bestaande
organen/commissies, dan wel of deze hangende dossiers voor verdere organen/commissies, dan wel of deze hangende dossiers voor verdere
behandeling overgedragen worden aan de nieuw samengestelde behandeling overgedragen worden aan de nieuw samengestelde
organen/commissies. organen/commissies.
Gevraagd naar de aanpak van de bij de fusionerende instituten hangende Gevraagd naar de aanpak van de bij de fusionerende instituten hangende
dossiers inzake toezicht en kwaliteitscontrole op datum van dossiers inzake toezicht en kwaliteitscontrole op datum van
inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2019, antwoordde de inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2019, antwoordde de
gemachtigde: gemachtigde:
"Zolang de Koning geen uitvoering geeft aan artikel 60 van de wet van "Zolang de Koning geen uitvoering geeft aan artikel 60 van de wet van
17 maart 2019, blijven de huidige regels inzake kwaliteitstoetsing 17 maart 2019, blijven de huidige regels inzake kwaliteitstoetsing
(koninklijk besluit van 9 december 2019 tot vastlegging van een (koninklijk besluit van 9 december 2019 tot vastlegging van een
reglement inzake de kwaliteitstoetsing van de externe leden van het reglement inzake de kwaliteitstoetsing van de externe leden van het
Instituut van de accountants en de belastingconsulenten en tot nadere Instituut van de accountants en de belastingconsulenten en tot nadere
regeling van het gebruik van de opdrachtbrief) van toepassing. Het regeling van het gebruik van de opdrachtbrief) van toepassing. Het
systeem van kwaliteitstoetsing voorzien in de wet van 17 maart 2019 systeem van kwaliteitstoetsing voorzien in de wet van 17 maart 2019
bouwt verder op het bestaande systeem dat vandaag enkel van toepassing bouwt verder op het bestaande systeem dat vandaag enkel van toepassing
is voor de leden van het IAB. Voor hen verandert er dus niets. De is voor de leden van het IAB. Voor hen verandert er dus niets. De
leden van het BIBF die lid zullen worden van het IBA worden pas binnen leden van het BIBF die lid zullen worden van het IBA worden pas binnen
vier jaar onderworpen aan de regels inzake kwaliteitstoetsing". vier jaar onderworpen aan de regels inzake kwaliteitstoetsing".
5.3. Tot slot wordt in het voornoemde advies aangegeven dat de 5.3. Tot slot wordt in het voornoemde advies aangegeven dat de
bepalingen van de artikelen 24 tot 26 van de wet van 22 april 1999, bepalingen van de artikelen 24 tot 26 van de wet van 22 april 1999,
alsook de uitvoeringsbesluiten in verband met de IAB-stage niet alsook de uitvoeringsbesluiten in verband met de IAB-stage niet
behouden blijven met het oog op de overgangsregeling voor behouden blijven met het oog op de overgangsregeling voor
IAB-stagiairs en wordt benadrukt dat, enerzijds, de rechtszekerheid en IAB-stagiairs en wordt benadrukt dat, enerzijds, de rechtszekerheid en
de gelijke behandeling niet gediend zijn door een verschillende de gelijke behandeling niet gediend zijn door een verschillende
aanpak, naargelang het gaat om BIBF-stagiairs of IAB-stagiairs en, aanpak, naargelang het gaat om BIBF-stagiairs of IAB-stagiairs en,
anderzijds, de organen die instaan voor de opvolging van de anderzijds, de organen die instaan voor de opvolging van de
IAB-stagiairs ook verder zouden moeten kunnen blijven functioneren IAB-stagiairs ook verder zouden moeten kunnen blijven functioneren
tijdens een overgangsperiode. tijdens een overgangsperiode.
Op de vraag waarom in het ontwerp van besluit de bepalingen uit de wet Op de vraag waarom in het ontwerp van besluit de bepalingen uit de wet
van 22 april 1999 `betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen' van 22 april 1999 `betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen'
(artikelen 24 tot en met 26 van het ontwerp), alsook de (artikelen 24 tot en met 26 van het ontwerp), alsook de
uitvoeringsbesluiten in verband met de IAB-stage voorlopig niet uitvoeringsbesluiten in verband met de IAB-stage voorlopig niet
behouden blijven met het oog op de overgangsregeling voor behouden blijven met het oog op de overgangsregeling voor
IAB-stagiairs (dit in tegenstelling met de BIBF-stagiairs), gaf de IAB-stagiairs (dit in tegenstelling met de BIBF-stagiairs), gaf de
gemachtigde de volgende verduidelijking: gemachtigde de volgende verduidelijking:
"De wet van 17 maart 2019 wijzigt de regels en voorwaarden voor de "De wet van 17 maart 2019 wijzigt de regels en voorwaarden voor de
huidige BIBF-stagiairs ingrijpend. Waar de stage bij het BIBF vandaag huidige BIBF-stagiairs ingrijpend. Waar de stage bij het BIBF vandaag
één jaar bedraagt, zal die bij het IBA drie jaar bedragen. Daarom is één jaar bedraagt, zal die bij het IBA drie jaar bedragen. Daarom is
voorzien dat de huidige BIBF-stagiairs hun stage kunnen verderzetten voorzien dat de huidige BIBF-stagiairs hun stage kunnen verderzetten
volgens de huidige regels. Het IBA zal de nodige maatregelen en volgens de huidige regels. Het IBA zal de nodige maatregelen en
middelen moeten voorzien tot wanneer de laatste BIBF-stagiair op die middelen moeten voorzien tot wanneer de laatste BIBF-stagiair op die
manier zijn stage heeft doorlopen. De situatie is anders voor de manier zijn stage heeft doorlopen. De situatie is anders voor de
huidige IAB-leden. Voor hen verandert er in feite weinig of niets. Als huidige IAB-leden. Voor hen verandert er in feite weinig of niets. Als
de wet van 17 maart 2019 wijzigingen heeft aangebracht, zijn die de wet van 17 maart 2019 wijzigingen heeft aangebracht, zijn die
bedoeld om de huidige regels te verduidelijken zonder ze te bedoeld om de huidige regels te verduidelijken zonder ze te
verzwaren". verzwaren".
5.4. Gelet op het voorgaande en omwille van de duidelijkheid en de 5.4. Gelet op het voorgaande en omwille van de duidelijkheid en de
rechtszekerheid, verdient het aanbeveling dat de stellers van het rechtszekerheid, verdient het aanbeveling dat de stellers van het
ontwerp de ontworpen regeling aanvullen met een overgangsregeling, ontwerp de ontworpen regeling aanvullen met een overgangsregeling,
waarin wordt bepaald, enerzijds, dat voor de op datum van de waarin wordt bepaald, enerzijds, dat voor de op datum van de
inwerkingtreding van de wet hangende dossiers inzake tucht en toezicht inwerkingtreding van de wet hangende dossiers inzake tucht en toezicht
en kwaliteitscontrole deze verder zullen behandeld worden en kwaliteitscontrole deze verder zullen behandeld worden
respectievelijk bij de tuchtorganen en bij de fusionerende instituten respectievelijk bij de tuchtorganen en bij de fusionerende instituten
in hun bestaande samenstelling en, anderzijds, dat de lopende in hun bestaande samenstelling en, anderzijds, dat de lopende
IAB-stages voortgezet kunnen worden onder dezelfde voorwaarden en IAB-stages voortgezet kunnen worden onder dezelfde voorwaarden en
regels voorzien door of ter uitvoering van de wet van 22 april 1999, regels voorzien door of ter uitvoering van de wet van 22 april 1999,
waarbij de organen die instaan voor de opvolging van de IAB-stagiairs waarbij de organen die instaan voor de opvolging van de IAB-stagiairs
dienovereenkomstig verder kunnen blijven functioneren. dienovereenkomstig verder kunnen blijven functioneren.
DE GRIFFIER DE GRIFFIER
Wim GEURTS Wim GEURTS
DE VOORZITTER DE VOORZITTER
Marnix VAN DAMME Marnix VAN DAMME
_______ _______
Nota's Nota's
(1) Zie ook p. 14, punt 21, van het advies van 14 mei 2020 van de Hoge (1) Zie ook p. 14, punt 21, van het advies van 14 mei 2020 van de Hoge
Raad voor de Economische Beroepen (zoals gevoegd bij de Raad voor de Economische Beroepen (zoals gevoegd bij de
adviesaanvraag). adviesaanvraag).
(2) Artikel 129, 2°, van de wet van 17 maart 2019 wordt voorlopig niet (2) Artikel 129, 2°, van de wet van 17 maart 2019 wordt voorlopig niet
uitgevoerd. De gemachtigde stelde in dat verband: "De wet van 22 april uitgevoerd. De gemachtigde stelde in dat verband: "De wet van 22 april
1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en
belastingconsulenten wordt voorlopig niet opgeheven. De bepalingen van belastingconsulenten wordt voorlopig niet opgeheven. De bepalingen van
deze wet blijven van toepassing en zijn noodzakelijk voor de deze wet blijven van toepassing en zijn noodzakelijk voor de
behandeling van de dossiers die aanhangig zijn gemaakt bij de behandeling van de dossiers die aanhangig zijn gemaakt bij de
tuchtorganen opgericht door deze wet". tuchtorganen opgericht door deze wet".
(3) Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB). (3) Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB).
(4) Deze blijven behandeld door de tuchtorganen "in dezelfde (4) Deze blijven behandeld door de tuchtorganen "in dezelfde
samenstelling" hetgeen de vraag doet rijzen of hieruit kan afgeleid samenstelling" hetgeen de vraag doet rijzen of hieruit kan afgeleid
worden dat deze instanties hun opdracht zullen verderzetten, ook al worden dat deze instanties hun opdracht zullen verderzetten, ook al
zou de termijn waarvoor de leden van deze organen benoemd zijn zou de termijn waarvoor de leden van deze organen benoemd zijn
intussen verstrijken. intussen verstrijken.
11 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot bepaling van de datum van 11 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot bepaling van de datum van
inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen
van accountant en belastingadviseur en tot opheffing van de wet van 22 van accountant en belastingadviseur en tot opheffing van de wet van 22
april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, met april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, met
uitzondering van sommige bepalingen uitzondering van sommige bepalingen
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, artikel 108; Gelet op de Grondwet, artikel 108;
Gelet op de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van Gelet op de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van
accountant en belastingadviseur, de artikelen 129, 1° en 130; accountant en belastingadviseur, de artikelen 129, 1° en 130;
Gelet op de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en Gelet op de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en
fiscale beroepen; fiscale beroepen;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de economische beroepen, Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de economische beroepen,
gegeven op 14 mei 2020; gegeven op 14 mei 2020;
Gelet op advies nr. 67.585/1 van de Raad van State, gegeven op 8 juli Gelet op advies nr. 67.585/1 van de Raad van State, gegeven op 8 juli
2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het artikel 61, derde lid, van de wet van 17 maart Overwegende dat het artikel 61, derde lid, van de wet van 17 maart
2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur
(hierna de wet van 17 maart 2019) voorziet dat het Instituut van de (hierna de wet van 17 maart 2019) voorziet dat het Instituut van de
Belastingadviseurs en de Accountants (hierna het Instituut) in de Belastingadviseurs en de Accountants (hierna het Instituut) in de
rechten en verplichtingen treedt van de twee fusionerende Instituten, rechten en verplichtingen treedt van de twee fusionerende Instituten,
met name het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten met name het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten
en het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten; en het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten;
Overwegende dat de wet van 17 maart 2019 overgangsbepalingen voorziet, Overwegende dat de wet van 17 maart 2019 overgangsbepalingen voorziet,
waaronder het artikel 124, § 2, waardoor de stagiairs die ingeschreven waaronder het artikel 124, § 2, waardoor de stagiairs die ingeschreven
zijn op de lijst van de stagiairs van het Beroepsinstituut van Erkende zijn op de lijst van de stagiairs van het Beroepsinstituut van Erkende
Boekhouders en Fiscalisten (hierna het BIBF) toelaat hun stage voort Boekhouders en Fiscalisten (hierna het BIBF) toelaat hun stage voort
te zetten onder dezelfde voorwaarden en regels voorzien door of in te zetten onder dezelfde voorwaarden en regels voorzien door of in
uitvoering van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige uitvoering van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige
en fiscale beroepen; en fiscale beroepen;
Overwegende dat het artikel 124 van de wet van 17 maart 2019 inhoudt Overwegende dat het artikel 124 van de wet van 17 maart 2019 inhoudt
dat, gedurende de beoogde overgangsperiode, de organen bevoegd voor de dat, gedurende de beoogde overgangsperiode, de organen bevoegd voor de
stage van de erkende boekhouders (-fiscalisten), met name de stage van de erkende boekhouders (-fiscalisten), met name de
Uitvoerende Kamers en de Stagecommissie van het BIBF en de Kamers van Uitvoerende Kamers en de Stagecommissie van het BIBF en de Kamers van
beroep, als bedoeld in de wet van 22 april 1999 betreffende de beroep, als bedoeld in de wet van 22 april 1999 betreffende de
boekhoudkundige en fiscale beroepen, hun opdracht voortzetten in hun boekhoudkundige en fiscale beroepen, hun opdracht voortzetten in hun
huidige samenstelling; huidige samenstelling;
Overwegende dat de leden van de Stagecommissie van het BIBF op 13 juni Overwegende dat de leden van de Stagecommissie van het BIBF op 13 juni
2019 benoemd zijn voor een nieuw mandaat van vier jaar en dat die 2019 benoemd zijn voor een nieuw mandaat van vier jaar en dat die
benoeming op 15 juli 2019 werd goedgekeurd door de Minister van benoeming op 15 juli 2019 werd goedgekeurd door de Minister van
Middenstand; dat de Uitvoerende Kamers van het BIBF verkozen zijn voor Middenstand; dat de Uitvoerende Kamers van het BIBF verkozen zijn voor
een nieuw mandaat van vier jaar en in functie getreden zijn op 1 juni een nieuw mandaat van vier jaar en in functie getreden zijn op 1 juni
2019; 2019;
Overwegende dat artikel 123 van de wet van 17 maart 2019 voorzien Overwegende dat artikel 123 van de wet van 17 maart 2019 voorzien
heeft dat de stagiairs van de fusionerende instituten automatisch heeft dat de stagiairs van de fusionerende instituten automatisch
ingeschreven worden in het openbaar register van het Instituut en de ingeschreven worden in het openbaar register van het Instituut en de
stageduur die ze al gepresteerd hebben, behouden; stageduur die ze al gepresteerd hebben, behouden;
Overwegende dat, als antwoord op de adviezen van de Raad van State en Overwegende dat, als antwoord op de adviezen van de Raad van State en
van de Hoge Raad voor de economische beroepen, de stagiair accountant van de Hoge Raad voor de economische beroepen, de stagiair accountant
of de stagiair belastingconsulent die stage loopt onder het toezicht of de stagiair belastingconsulent die stage loopt onder het toezicht
van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten en van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten en
zijn organen, zijn stage na de datum van inwerkingtreding van de wet zijn organen, zijn stage na de datum van inwerkingtreding van de wet
van 17 maart 2019 bij het Instituut voortzet met behoud van alle door van 17 maart 2019 bij het Instituut voortzet met behoud van alle door
de stagiair behaalde resultaten en vrijstellingen en volgens de de stagiair behaalde resultaten en vrijstellingen en volgens de
voorwaarden en nadere regels bepaald in wet van 17 maart 2019 en haar voorwaarden en nadere regels bepaald in wet van 17 maart 2019 en haar
uitvoeringsbesluiten; dat de kandidaat stagiair de behaalde resultaten uitvoeringsbesluiten; dat de kandidaat stagiair de behaalde resultaten
en vrijstellingen van het toegangsexamen tot de stage van accountant en vrijstellingen van het toegangsexamen tot de stage van accountant
of belastingconsulent behoudt na de datum van inwerkingtreding van de of belastingconsulent behoudt na de datum van inwerkingtreding van de
wet van 17 maart 2019; wet van 17 maart 2019;
Overwegende dat de Stagecommissie van het BIBF, de Uitvoerende Kamers Overwegende dat de Stagecommissie van het BIBF, de Uitvoerende Kamers
en de Kamers van Beroep hun opdracht blijven uitoefenen als voorzien en de Kamers van Beroep hun opdracht blijven uitoefenen als voorzien
in het artikel 124 van wet van 17 maart 2019; dat het Instituut er in het artikel 124 van wet van 17 maart 2019; dat het Instituut er
moet voor zorgen dat deze organen hun opdrachten uitvoeren; dat het moet voor zorgen dat deze organen hun opdrachten uitvoeren; dat het
Instituut de nodige middelen moet voorzien voor de uitvoering van de Instituut de nodige middelen moet voorzien voor de uitvoering van de
opdrachten van die organen; opdrachten van die organen;
Overwegende dat, als antwoord op de adviezen van de Raad van State en Overwegende dat, als antwoord op de adviezen van de Raad van State en
van de Hoge Raad voor de economische beroepen, de kwaliteitstoetsingen van de Hoge Raad voor de economische beroepen, de kwaliteitstoetsingen
en opvolging van de kwaliteitstoetsingen van het Instituut van de en opvolging van de kwaliteitstoetsingen van het Instituut van de
Accountants en de Belastingconsulenten als bedoeld in artikel 28, § 3, Accountants en de Belastingconsulenten als bedoeld in artikel 28, § 3,
van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale
beroepen, na de datum van inwerkingtreding van de wet van 17 maart beroepen, na de datum van inwerkingtreding van de wet van 17 maart
2019 worden voortgezet onder het toezicht van het Instituut en zijn 2019 worden voortgezet onder het toezicht van het Instituut en zijn
organen; dat de kwaliteitstoetsing na de inwerkingtreding van de wet organen; dat de kwaliteitstoetsing na de inwerkingtreding van de wet
van 17 maart 2019 uitgevoerd wordt volgens de nadere regels bepaald in van 17 maart 2019 uitgevoerd wordt volgens de nadere regels bepaald in
het koninklijk besluit van 9 december 2019 tot vastlegging van een het koninklijk besluit van 9 december 2019 tot vastlegging van een
reglement inzake de kwaliteitstoetsing van de externe leden van het reglement inzake de kwaliteitstoetsing van de externe leden van het
Instituut van de accountants en de belastingconsulenten en tot nadere Instituut van de accountants en de belastingconsulenten en tot nadere
regeling van het gebruik van de opdrachtbrief; regeling van het gebruik van de opdrachtbrief;
Overwegende dat, als antwoord op de adviezen van de Raad van State en Overwegende dat, als antwoord op de adviezen van de Raad van State en
van de Hoge Raad voor de economische beroepen, de toezichtdossiers bij van de Hoge Raad voor de economische beroepen, de toezichtdossiers bij
het BIBF op de naleving van de bepalingen van boek II van de wet van het BIBF op de naleving van de bepalingen van boek II van de wet van
18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de
financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van
contanten, van de besluiten en reglementen genomen tot uitvoering contanten, van de besluiten en reglementen genomen tot uitvoering
ervan, van de uitvoeringsmaatregelen van Richtlijn 2015/849, van de ervan, van de uitvoeringsmaatregelen van Richtlijn 2015/849, van de
Europese verordening betreffende geldovermakingen zoals bepaald in Europese verordening betreffende geldovermakingen zoals bepaald in
artikel 4, 5°, van de wet van 18 september 2017 en de artikel 4, 5°, van de wet van 18 september 2017 en de
waakzaamheidsplichten voorzien door de bindende bepalingen betreffende waakzaamheidsplichten voorzien door de bindende bepalingen betreffende
financiële embargo's, na de datum van inwerkingtreding van de wet financiële embargo's, na de datum van inwerkingtreding van de wet
worden voortgezet onder het toezicht van het Instituut en zijn worden voortgezet onder het toezicht van het Instituut en zijn
organen; dat de Raad van het Instituut in dat kader administratieve organen; dat de Raad van het Instituut in dat kader administratieve
sancties kan uitspreken als bedoeld in artikel 116 van de wet van 17 sancties kan uitspreken als bedoeld in artikel 116 van de wet van 17
maart 2019; maart 2019;
Overwegende dat, als antwoord op de adviezen van de Raad van State en Overwegende dat, als antwoord op de adviezen van de Raad van State en
van de Hoge Raad voor de economische beroepen, de opdracht van het van de Hoge Raad voor de economische beroepen, de opdracht van het
BIBF als bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de wet van 22 april BIBF als bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de wet van 22 april
1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen na de datum 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen na de datum
van inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2019 wordt voortgezet van inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2019 wordt voortgezet
onder het toezicht van het Instituut en zijn organen; onder het toezicht van het Instituut en zijn organen;
Overwegende dat de tuchtdossiers aanhangig bij de tuchtorganen van de Overwegende dat de tuchtdossiers aanhangig bij de tuchtorganen van de
twee fusionerende Instituten blijven behandeld worden door de twee fusionerende Instituten blijven behandeld worden door de
respectieve tuchtorganen van de twee fusionerende Instituten, als respectieve tuchtorganen van de twee fusionerende Instituten, als
voorzien in artikel 122 van de wet van 17 maart 2019; dat het voorzien in artikel 122 van de wet van 17 maart 2019; dat het
Instituut de nodige middelen moet voorzien voor de uitoefening van de Instituut de nodige middelen moet voorzien voor de uitoefening van de
opdrachten van die tuchtorganen; opdrachten van die tuchtorganen;
Overwegende dat, als antwoord op de adviezen van de Raad van State en Overwegende dat, als antwoord op de adviezen van de Raad van State en
van de Hoge Raad voor de economische beroepen, de toezichtdossiers van de Hoge Raad voor de economische beroepen, de toezichtdossiers
opgemaakt door het Instituut van de Accountants en de opgemaakt door het Instituut van de Accountants en de
Belastingconsulenten uit hoofde van artikel 28, §§ 1 en 2, van de wet Belastingconsulenten uit hoofde van artikel 28, §§ 1 en 2, van de wet
van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen,
op de datum van inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2019 worden op de datum van inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2019 worden
overgemaakt aan het Instituut en behandeld worden volgens de overgemaakt aan het Instituut en behandeld worden volgens de
procedures en de nadere regels bepaald in wet van 17 maart 2019 en procedures en de nadere regels bepaald in wet van 17 maart 2019 en
haar uitvoeringsbesluiten; haar uitvoeringsbesluiten;
Overwegende dat de besluiten betreffende de stagiairs ingeschreven op Overwegende dat de besluiten betreffende de stagiairs ingeschreven op
de lijst van de stagiairs van het BIBF behouden blijven evenals de de lijst van de stagiairs van het BIBF behouden blijven evenals de
hierop betrekking hebbende bevoegdheid en opdracht van de bevoegde hierop betrekking hebbende bevoegdheid en opdracht van de bevoegde
organen, dat de rechtsgrondslag voor de bevoegdheid en de opdracht van organen, dat de rechtsgrondslag voor de bevoegdheid en de opdracht van
die organen met dit doel wordt behouden; die organen met dit doel wordt behouden;
Op de voordracht van de Minister van Middenstand en de Minister van Op de voordracht van de Minister van Middenstand en de Minister van
Economie, Economie,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van

Artikel 1.De wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van

accountant en belastingadviseur treedt in werking op 30 september accountant en belastingadviseur treedt in werking op 30 september
2020. 2020.

Art. 2.De wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en

Art. 2.De wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en

fiscale beroepen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 april 2018, fiscale beroepen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 april 2018,
wordt op 30 september 2020 opgeheven met uitzondering van: wordt op 30 september 2020 opgeheven met uitzondering van:
1° het artikel 45/1, § 2, § 7, 3) tot en met 5) en §§ 8 tot en met 14; 1° het artikel 45/1, § 2, § 7, 3) tot en met 5) en §§ 8 tot en met 14;
2° het artikel 45/2; 2° het artikel 45/2;
3° het artikel 51, § 1, eerste lid, en § 2. 3° het artikel 51, § 1, eerste lid, en § 2.

Art. 3.De minister bevoegd voor Middenstand en de minister bevoegd

Art. 3.De minister bevoegd voor Middenstand en de minister bevoegd

voor Economie, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering voor Economie, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering
van dit besluit. van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 september 2020. Gegeven te Brussel, 11 september 2020.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Middenstand, De Minister van Middenstand,
D. DUCARME D. DUCARME
De Minister van Economie, De Minister van Economie,
N. MUYLLE N. MUYLLE
^