| Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren | Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID EN MINISTERIE VAN SOCIALE | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID EN MINISTERIE VAN SOCIALE |
| ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU | ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU |
| 11 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de | 11 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de |
| rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de | rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de |
| werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair | werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair |
| Comité voor het bouwbedrijf ressorteren (1) | Comité voor het bouwbedrijf ressorteren (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 | Gelet op het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 |
| betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair | betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair |
| Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, inzonderheid op artikel 2, | Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, inzonderheid op artikel 2, |
| zesde lid, ingevoegd bij de wet van 12 augustus 2000; | zesde lid, ingevoegd bij de wet van 12 augustus 2000; |
| Gelet op het advies van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf; | Gelet op het advies van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf; |
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli |
| 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| Overwegende dat de werklieden en de werkgevers van de bouwsector | Overwegende dat de werklieden en de werkgevers van de bouwsector |
| onverwijld moeten worden verwittigd van de data van de rustdagen die | onverwijld moeten worden verwittigd van de data van de rustdagen die |
| in 2003 en 2004 moeten toegekend worden voor de vermindering van de | in 2003 en 2004 moeten toegekend worden voor de vermindering van de |
| arbeidsduur, om zo het werk beter te kunnen organiseren; | arbeidsduur, om zo het werk beter te kunnen organiseren; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en van Onze | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en van Onze |
| Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, | Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers die onder |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers die onder |
| het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de | het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de |
| werklieden die ze tewerkstellen. | werklieden die ze tewerkstellen. |
Art. 2.De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 2003 recht op |
Art. 2.De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 2003 recht op |
| zes rustdagen als volgt vastgesteld : | zes rustdagen als volgt vastgesteld : |
| - 18 april; | - 18 april; |
| - 2 mei; | - 2 mei; |
| - 30 mei; | - 30 mei; |
| - 10 november; | - 10 november; |
| - 22 december; | - 22 december; |
| - 23 december. | - 23 december. |
Art. 3.De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 2004 recht op |
Art. 3.De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 2004 recht op |
| zes rustdagen als volgt vastgesteld : | zes rustdagen als volgt vastgesteld : |
| - 9 april; | - 9 april; |
| - 21 mei; | - 21 mei; |
| - 12 november; | - 12 november; |
| - 24 december; | - 24 december; |
| - 28 december; | - 28 december; |
| - 29 december. | - 29 december. |
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003. |
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003. |
Art. 5.Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Sociale |
Art. 5.Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Sociale |
| Zaken en Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de | Zaken en Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de |
| uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 11 november 2002. | Gegeven te Brussel, 11 november 2002. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, | De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, |
| F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983, Belgisch Staatsblad | Koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983, Belgisch Staatsblad |
| van 7 oktober 1983. | van 7 oktober 1983. |
| Wet van 12 augustus 2000, Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2000. | Wet van 12 augustus 2000, Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2000. |