Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 11/03/2003
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 2000 betreffende de vaststelling van het bedrag van de werkgeversbijdrage aan het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen » voor de financiering van vorming en opleiding "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 2000 betreffende de vaststelling van het bedrag van de werkgeversbijdrage aan het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen » voor de financiering van vorming en opleiding Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 2000 betreffende de vaststelling van het bedrag van de werkgeversbijdrage aan het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen » voor de financiering van vorming en opleiding
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
11 MAART 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 11 MAART 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001,
gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de
schoonheidszorgen, tot wijziging van de collectieve schoonheidszorgen, tot wijziging van de collectieve
arbeidsovereenkomst van 17 april 2000 betreffende de vaststelling van arbeidsovereenkomst van 17 april 2000 betreffende de vaststelling van
het bedrag van de werkgeversbijdrage aan het « Fonds voor het bedrag van de werkgeversbijdrage aan het « Fonds voor
bestaanszekerheid voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen » bestaanszekerheid voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen »
voor de financiering van vorming en opleiding (1) voor de financiering van vorming en opleiding (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor
bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1991, Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1991,
gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de
schoonheidszorgen tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid schoonheidszorgen tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid
en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard
bij koninklijk besluit van 25 november 1991, inzonderheid op artikel bij koninklijk besluit van 25 november 1991, inzonderheid op artikel
7; 7;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 2000, Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 2000,
gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de
schoonheidszorgen, betreffende de vaststelling van het bedrag van de schoonheidszorgen, betreffende de vaststelling van het bedrag van de
werkgeversbijdrage aan het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het werkgeversbijdrage aan het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het
kappersbedrijf en de schoonheidszorgen » voor de financiering van kappersbedrijf en de schoonheidszorgen » voor de financiering van
vorming en opleiding, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk vorming en opleiding, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk
besluit van 14 maart 2002; besluit van 14 maart 2002;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf
en de schoonheidszorgen; en de schoonheidszorgen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001,
gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de
schoonheidszorgen, tot wijziging van de collectieve schoonheidszorgen, tot wijziging van de collectieve
arbeidsovereenkomst van 17 april 2000 betreffende de vaststelling van arbeidsovereenkomst van 17 april 2000 betreffende de vaststelling van
het bedrag van de werkgeversbijdrage aan het « Fonds voor het bedrag van de werkgeversbijdrage aan het « Fonds voor
bestaanszekerheid voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen » bestaanszekerheid voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen »
voor de financiering van vorming en opleiding. voor de financiering van vorming en opleiding.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

van dit besluit. van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 maart 2003. Gegeven te Brussel, 11 maart 2003.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
_______ _______
Nota's Nota's
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958.
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 8 Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 8
februari 1992. februari 1992.
Koninklijk besluit van 14 maart 2002, Belgisch Staatsblad van 10 juli Koninklijk besluit van 14 maart 2002, Belgisch Staatsblad van 10 juli
2002. 2002.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen
Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001 Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001
Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 2000 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 2000
betreffende de vaststelling van het bedrag van de werkgeversbijdrage betreffende de vaststelling van het bedrag van de werkgeversbijdrage
aan het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het kappersbedrijf en de aan het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het kappersbedrijf en de
schoonheidszorgen » voor de financiering van vorming en opleiding schoonheidszorgen » voor de financiering van vorming en opleiding
(Overeenkomst geregistreerd op 22 mei 2001 onder het nummer (Overeenkomst geregistreerd op 22 mei 2001 onder het nummer
57250/CO/314) 57250/CO/314)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebeid HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebeid

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de werknemers en de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren de werknemers en de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren
onder het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de onder het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de
schoonheidszorgen. Onder « werknemers » wordt verstaan : de arbeiders, schoonheidszorgen. Onder « werknemers » wordt verstaan : de arbeiders,
arbeidsters en bedienden. arbeidsters en bedienden.
Zij wijzigt de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 2000, Zij wijzigt de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 2000,
neergelegd op 25 april 2000 en geregistreerd op 10 juli 2000 onder het neergelegd op 25 april 2000 en geregistreerd op 10 juli 2000 onder het
nummer 55288/CO/314 met hetzelfde doel. nummer 55288/CO/314 met hetzelfde doel.
HOOFDSTUK II. - Juridisch kader HOOFDSTUK II. - Juridisch kader

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in

uitvoering van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de uitvoering van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de
werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het
concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996), en van concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996), en van
het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 en van de het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 en van de
collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001, gesloten in het collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001, gesloten in het
Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen
houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid en houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid en
aanpassing van de arbeidsvoorwaarden genomen in toepassing van de wet aanpassing van de arbeidsvoorwaarden genomen in toepassing van de wet
van 26 juli 1996, en van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 van 26 juli 1996, en van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25
maart 1991 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot maart 1991 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot
vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij
koninklijk besluit van 25 november 1991. koninklijk besluit van 25 november 1991.
HOOFDSTUK III Bijdragen aan het Fonds voor bestaanszekerheid HOOFDSTUK III Bijdragen aan het Fonds voor bestaanszekerheid

Art. 3.Artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april

Art. 3.Artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april

2000 zoals hoger vermeld wordt vervangen als volgt : 2000 zoals hoger vermeld wordt vervangen als volgt :
«

Art. 3.De werkgeversbijdrage aan het fonds bedraagt voor het vierde

«

Art. 3.De werkgeversbijdrage aan het fonds bedraagt voor het vierde

kwartaal 2000 en voor het eerste kwartaal 2001 3 pct. van de kwartaal 2000 en voor het eerste kwartaal 2001 3 pct. van de
brutolonen. brutolonen.
Vanaf het tweede kwartaal van het jaar 2001 wordt de bijdrage Vanaf het tweede kwartaal van het jaar 2001 wordt de bijdrage
vastgesteld op 2 pct. van de brutolonen. vastgesteld op 2 pct. van de brutolonen.
En vanaf het eerste kwartaal 2003 wordt de bijdrage vastgesteld op 1,5 En vanaf het eerste kwartaal 2003 wordt de bijdrage vastgesteld op 1,5
pct. van de brutolonen. » pct. van de brutolonen. »

Art. 4.Bij toepassing van artikel 9 van de voormelde collectieve

Art. 4.Bij toepassing van artikel 9 van de voormelde collectieve

arbeidsovereenkomst van 25 maart 1991, wordt de in artikel 3 bepaalde arbeidsovereenkomst van 25 maart 1991, wordt de in artikel 3 bepaalde
bijdrage geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale bijdrage geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale
Zekerheid. Zekerheid.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor

onbepaalde tijd en heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001. Zij onbepaalde tijd en heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001. Zij
kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggings kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggings
termijn van zes maanden, betekend bij een aangetekend schrijven termijn van zes maanden, betekend bij een aangetekend schrijven
gericht aan de voorzitter en aan de organisaties vertegenwoordigd in gericht aan de voorzitter en aan de organisaties vertegenwoordigd in
het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen. het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 maart Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 maart
2003. 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
^