| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2020, gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, betreffende de invoering van een flexibele arbeidsregeling | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2020, gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, betreffende de invoering van een flexibele arbeidsregeling |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 11 JUNI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 11 JUNI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2020, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2020, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, betreffende | gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, betreffende |
| de invoering van een flexibele arbeidsregeling (1) | de invoering van een flexibele arbeidsregeling (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2020, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2020, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, betreffende | gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, betreffende |
| de invoering van een flexibele arbeidsregeling. | de invoering van een flexibele arbeidsregeling. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 11 juni 2020. | Gegeven te Brussel, 11 juni 2020. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| N. MUYLLE | N. MUYLLE |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf | Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2020 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2020 |
| Invoering van een flexibele arbeidsregeling | Invoering van een flexibele arbeidsregeling |
| (Overeenkomst geregistreerd op 19 maart 2020 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 19 maart 2020 onder het nummer |
| 157718/CO/146) | 157718/CO/146) |
| Toepassingsgebied | Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren | de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren |
| onder het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf. | onder het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf. |
| Met "werknemers" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders | Met "werknemers" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders |
| bedoeld. | bedoeld. |
| Flexibele arbeidsroosters | Flexibele arbeidsroosters |
Art. 2.§ 1. De grenzen van de arbeidsduur, vastgesteld bij artikel 19 |
Art. 2.§ 1. De grenzen van de arbeidsduur, vastgesteld bij artikel 19 |
| van de arbeidswet van 16 maart 1971, kunnen worden overschreden onder | van de arbeidswet van 16 maart 1971, kunnen worden overschreden onder |
| de volgende cumulatieve voorwaarden : | de volgende cumulatieve voorwaarden : |
| - De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 38 uur mag niet worden | - De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 38 uur mag niet worden |
| overschreden over een periode van 12 opeenvolgende maanden, waarbij | overschreden over een periode van 12 opeenvolgende maanden, waarbij |
| deze periode van 12 opeenvolgende maanden telkens aanvangt op 1 | deze periode van 12 opeenvolgende maanden telkens aanvangt op 1 |
| januari; | januari; |
| - Het maximum aantal te presteren uren mag nooit meer bedragen dan 9 | - Het maximum aantal te presteren uren mag nooit meer bedragen dan 9 |
| per dag en de dagelijkse schommelingen mogen nooit groter zijn dan 2 | per dag en de dagelijkse schommelingen mogen nooit groter zijn dan 2 |
| uur boven of beneden de normale dagelijkse duur; | uur boven of beneden de normale dagelijkse duur; |
| - De wekelijkse schommelingen mogen nooit meer bedragen dan 5 uur | - De wekelijkse schommelingen mogen nooit meer bedragen dan 5 uur |
| boven of onder de normale wekelijkse arbeidsduur. | boven of onder de normale wekelijkse arbeidsduur. |
| § 2. De nieuwe uurroosters die voortvloeien uit de toepassing van § 1 | § 2. De nieuwe uurroosters die voortvloeien uit de toepassing van § 1 |
| van dit artikel, moeten het voorwerp uitmaken van een aanpassing van | van dit artikel, moeten het voorwerp uitmaken van een aanpassing van |
| het arbeidsreglement volgens de bepalingen van artikel 6, 1° van de | het arbeidsreglement volgens de bepalingen van artikel 6, 1° van de |
| wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen. | wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen. |
| § 3. De rustdagen bepaald bij de wet van 4 januari 1974 betreffende de | § 3. De rustdagen bepaald bij de wet van 4 januari 1974 betreffende de |
| feestdagen en de periodes van schorsing van de uitvoering van de | feestdagen en de periodes van schorsing van de uitvoering van de |
| arbeidsovereenkomsten voorzien in de wet van 3 juli 1978 betreffende | arbeidsovereenkomsten voorzien in de wet van 3 juli 1978 betreffende |
| de arbeidsovereenkomsten komen als arbeidsduur in aanmerking voor de | de arbeidsovereenkomsten komen als arbeidsduur in aanmerking voor de |
| berekening van de arbeidsduur die over een jaar moet worden nageleefd. | berekening van de arbeidsduur die over een jaar moet worden nageleefd. |
| Slotbepalingen | Slotbepalingen |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking vanaf 1 |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking vanaf 1 |
| januari 2020 en wordt gesloten voor bepaalde duur tot 31 december | januari 2020 en wordt gesloten voor bepaalde duur tot 31 december |
| 2022. | 2022. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 juni | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 juni |
| 2020. | 2020. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| N. MUYLLE | N. MUYLLE |