Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
11 JUNI 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 11 JUNI 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de | besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de |
verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, | verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, |
gecoördineerd op 14 juli 1994 | gecoördineerd op 14 juli 1994 |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, | Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, |
inzonderheid op artikel 30, § 2, achtste lid, laatst gewijzigd bij de | inzonderheid op artikel 30, § 2, achtste lid, laatst gewijzigd bij de |
wet van 13 april 2011; | wet van 13 april 2011; |
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor | Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor |
geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli | geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli |
1994, artikel 114, zevende lid, gewijzigd bij de wet van 13 april 2011 | 1994, artikel 114, zevende lid, gewijzigd bij de wet van 13 april 2011 |
en de wet van 25 april 2014 en artikel 128, § 2; | en de wet van 25 april 2014 en artikel 128, § 2; |
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de | Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de |
wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige | wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige |
verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; | verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; |
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering | Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering |
voor werknemers van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut | voor werknemers van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut |
voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 15 oktober 2014; | voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 15 oktober 2014; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 |
november 2014; | november 2014; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 29 | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 29 |
december 2014; | december 2014; |
Gelet op het advies nr. 57.032/2 van de Raad van State, gegeven op 11 | Gelet op het advies nr. 57.032/2 van de Raad van State, gegeven op 11 |
februari 2015 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van | februari 2015 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van |
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van | Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van |
Werk, | Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In artikel 205, § 1, 3°, derde lid, c) van het koninklijk |
Artikel 1.In artikel 205, § 1, 3°, derde lid, c) van het koninklijk |
besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de | besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de |
verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, | verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, |
gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt het woord « vaderschapsverlof » | gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt het woord « vaderschapsverlof » |
vervangen door de woorden « omgezet moederschapsverlof ». | vervangen door de woorden « omgezet moederschapsverlof ». |
Art. 2.In hoofdstuk III van titel III van hetzelfde koninklijk |
Art. 2.In hoofdstuk III van titel III van hetzelfde koninklijk |
besluit wordt de afdeling IX die de artikels 221, 222 en 223 omvat, | besluit wordt de afdeling IX die de artikels 221, 222 en 223 omvat, |
vervangen als volgt : | vervangen als volgt : |
"Afdeling IX - Omgezet moederschapsverlof in geval van overlijden of | "Afdeling IX - Omgezet moederschapsverlof in geval van overlijden of |
hospitalisatie van de moeder | hospitalisatie van de moeder |
Artikel 221.§ 1. In geval van overlijden van de moeder, kan de |
Artikel 221.§ 1. In geval van overlijden van de moeder, kan de |
gerechtigde, overeenkomstig artikel 114, zevende lid, van de | gerechtigde, overeenkomstig artikel 114, zevende lid, van de |
gecoördineerde wet, aanspraak maken op omgezet moederschapsverlof, | gecoördineerde wet, aanspraak maken op omgezet moederschapsverlof, |
waarvan de duur het deel van de nabevallingsrust bedoeld in artikel | waarvan de duur het deel van de nabevallingsrust bedoeld in artikel |
114, tweede tot en met vijfde lid, van de gecoördineerde wet, nog niet | 114, tweede tot en met vijfde lid, van de gecoördineerde wet, nog niet |
opgenomen door de moeder bij haar overlijden, niet mag overschrijden. | opgenomen door de moeder bij haar overlijden, niet mag overschrijden. |
§ 2. De gerechtigde die aanspraak wenst te maken op omgezet | § 2. De gerechtigde die aanspraak wenst te maken op omgezet |
moederschapsverlof bedoeld in § 1, moet een aanvraag hiertoe indienen | moederschapsverlof bedoeld in § 1, moet een aanvraag hiertoe indienen |
bij de verzekeringsinstelling waarbij hij is aangesloten. Bij deze | bij de verzekeringsinstelling waarbij hij is aangesloten. Bij deze |
aanvraag moet een verklaring van de verplegingsinstelling, die | aanvraag moet een verklaring van de verplegingsinstelling, die |
vermeldt dat de pasgeborene het ziekenhuis verlaten heeft, gevoegd | vermeldt dat de pasgeborene het ziekenhuis verlaten heeft, gevoegd |
worden. | worden. |
§ 3. De gerechtigde heeft aanspraak op een uitkering over elke werkdag | § 3. De gerechtigde heeft aanspraak op een uitkering over elke werkdag |
van het tijdvak van omgezet moederschapsverlof bedoeld in § 1 en over | van het tijdvak van omgezet moederschapsverlof bedoeld in § 1 en over |
iedere dag van datzelfde tijdvak, die krachtens een verordening van | iedere dag van datzelfde tijdvak, die krachtens een verordening van |
het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen met een werkdag wordt | het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen met een werkdag wordt |
gelijkgesteld. Het bedrag van deze uitkering wordt bepaald op basis | gelijkgesteld. Het bedrag van deze uitkering wordt bepaald op basis |
van het loon van de voornoemde gerechtigde, overeenkomstig de | van het loon van de voornoemde gerechtigde, overeenkomstig de |
bepalingen van artikel 113 van de gecoördineerde wet en van de | bepalingen van artikel 113 van de gecoördineerde wet en van de |
artikelen 216 tot 219, in functie van de hoedanigheid van voornoemde | artikelen 216 tot 219, in functie van de hoedanigheid van voornoemde |
gerechtigde in de zin van artikel 86, § 1, van de gecoördineerde wet | gerechtigde in de zin van artikel 86, § 1, van de gecoördineerde wet |
en rekening houdend met de reeds verstreken duur van de | en rekening houdend met de reeds verstreken duur van de |
moederschapsrust. | moederschapsrust. |
Artikel 222.§ 1. In geval van opname van de moeder in een ziekenhuis |
Artikel 222.§ 1. In geval van opname van de moeder in een ziekenhuis |
kan de gerechtigde overeenkomstig artikel 114, zevende lid van de | kan de gerechtigde overeenkomstig artikel 114, zevende lid van de |
gecoördineerde wet, aanspraak maken op omgezet moederschapsverlof dat | gecoördineerde wet, aanspraak maken op omgezet moederschapsverlof dat |
ten vroegste een aanvang neemt vanaf de achtste dag te rekenen vanaf | ten vroegste een aanvang neemt vanaf de achtste dag te rekenen vanaf |
de geboorte van het kind, op voorwaarde dat de opname van de moeder in | de geboorte van het kind, op voorwaarde dat de opname van de moeder in |
het ziekenhuis meer dan zeven dagen bedraagt en dat de pasgeborene het | het ziekenhuis meer dan zeven dagen bedraagt en dat de pasgeborene het |
ziekenhuis verlaten heeft. | ziekenhuis verlaten heeft. |
Het omgezet moederschapsverlof verstrijkt op het moment dat de opname | Het omgezet moederschapsverlof verstrijkt op het moment dat de opname |
van de moeder in het ziekenhuis een einde neemt en uiterlijk bij het | van de moeder in het ziekenhuis een einde neemt en uiterlijk bij het |
verstrijken van de periode die overeenstemt met de moederschapsrust | verstrijken van de periode die overeenstemt met de moederschapsrust |
die door de moeder op het ogenblik van haar opname in het ziekenhuis | die door de moeder op het ogenblik van haar opname in het ziekenhuis |
nog niet was opgenomen. | nog niet was opgenomen. |
§ 2. De gerechtigde die aanspraak wenst te maken op omgezet | § 2. De gerechtigde die aanspraak wenst te maken op omgezet |
moederschapsverlof bedoeld in § 1, moet een aanvraag hiertoe indienen | moederschapsverlof bedoeld in § 1, moet een aanvraag hiertoe indienen |
bij de verzekeringsinstelling waarbij hij is aangesloten. Bij deze | bij de verzekeringsinstelling waarbij hij is aangesloten. Bij deze |
aanvraag moet een verklaring van de verplegingsinrichting gevoegd | aanvraag moet een verklaring van de verplegingsinrichting gevoegd |
worden die de datum vermeldt waarop de opname van de moeder in het | worden die de datum vermeldt waarop de opname van de moeder in het |
ziekenhuis is aangevangen, en die bevestigt dat de opname van de | ziekenhuis is aangevangen, en die bevestigt dat de opname van de |
moeder in het ziekenhuis meer bedraagt dan zeven dagen en dat de | moeder in het ziekenhuis meer bedraagt dan zeven dagen en dat de |
pasgeborene het ziekenhuis verlaten heeft. | pasgeborene het ziekenhuis verlaten heeft. |
§ 3. De gerechtigde heeft over elke werkdag van het tijdvak van | § 3. De gerechtigde heeft over elke werkdag van het tijdvak van |
omgezet moederschapsverlof bedoeld in § 1 en over iedere dag van | omgezet moederschapsverlof bedoeld in § 1 en over iedere dag van |
datzelfde tijdvak die krachtens een verordening van het Beheerscomité | datzelfde tijdvak die krachtens een verordening van het Beheerscomité |
van de Dienst voor uitkeringen met een werkdag wordt gelijkgesteld, | van de Dienst voor uitkeringen met een werkdag wordt gelijkgesteld, |
aanspraak op een uitkering waarvan de hoegrootheid wordt vastgesteld | aanspraak op een uitkering waarvan de hoegrootheid wordt vastgesteld |
op 60 pct. van het gederfde loon bedoeld in artikel 87, eerste lid, | op 60 pct. van het gederfde loon bedoeld in artikel 87, eerste lid, |
van de gecoördineerde wet. | van de gecoördineerde wet. |
Voor de gerechtigde in gecontroleerde volledige werkloosheid, bedoeld | Voor de gerechtigde in gecontroleerde volledige werkloosheid, bedoeld |
in artikel 86, § 1, 1°, c), van de gecoördineerde wet, evenals voor de | in artikel 86, § 1, 1°, c), van de gecoördineerde wet, evenals voor de |
gerechtigde die voornoemde hoedanigheid behoudt krachtens artikel 131 | gerechtigde die voornoemde hoedanigheid behoudt krachtens artikel 131 |
van dezelfde wet, is het bedrag van de uitkering gelijk aan het bedrag | van dezelfde wet, is het bedrag van de uitkering gelijk aan het bedrag |
van de werkloosheidsuitkering waarop hij aanspraak zou kunnen maken | van de werkloosheidsuitkering waarop hij aanspraak zou kunnen maken |
indien hij zich niet in een tijdvak van omgezet moederschapsverlof | indien hij zich niet in een tijdvak van omgezet moederschapsverlof |
bedoeld in § 1 had bevonden. | bedoeld in § 1 had bevonden. |
Voor de arbeidsongeschikt erkende gerechtigde mag het bedrag van de | Voor de arbeidsongeschikt erkende gerechtigde mag het bedrag van de |
uitkering niet lager zijn dan het bedrag van de | uitkering niet lager zijn dan het bedrag van de |
arbeidsongeschiktheidsuitkering waarop hij aanspraak zou kunnen maken | arbeidsongeschiktheidsuitkering waarop hij aanspraak zou kunnen maken |
indien hij zich niet in een tijdvak van omgezet moederschapsverlof | indien hij zich niet in een tijdvak van omgezet moederschapsverlof |
bedoeld in § 1 had bevonden. | bedoeld in § 1 had bevonden. |
§ 4. De moeder van het kind behoudt gedurende het omgezet | § 4. De moeder van het kind behoudt gedurende het omgezet |
moederschapsverlof bedoeld in § 1 een uitkering die berekend wordt | moederschapsverlof bedoeld in § 1 een uitkering die berekend wordt |
overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 216 tot 219. | overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 216 tot 219. |
Artikel 223.De verzekeringsinstelling die belast is met de |
Artikel 223.De verzekeringsinstelling die belast is met de |
uitbetaling aan de gerechtigde van de uitkering, bedoeld in artikel | uitbetaling aan de gerechtigde van de uitkering, bedoeld in artikel |
113 van de gecoördineerde wet, in geval van toepassing van artikel | 113 van de gecoördineerde wet, in geval van toepassing van artikel |
114, zevende lid, van de gecoördineerde wet, is de | 114, zevende lid, van de gecoördineerde wet, is de |
verzekeringsinstelling waarbij deze gerechtigde is aangesloten. | verzekeringsinstelling waarbij deze gerechtigde is aangesloten. |
Deze instelling vraagt bij de verzekeringsinstelling van aansluiting | Deze instelling vraagt bij de verzekeringsinstelling van aansluiting |
van de moeder alle gegevens op die moeten toelaten het overblijvende | van de moeder alle gegevens op die moeten toelaten het overblijvende |
gedeelte van het tijdvak van nabevallingsrust te bepalen, te rekenen | gedeelte van het tijdvak van nabevallingsrust te bepalen, te rekenen |
vanaf het overlijden of de opname van de moeder in het ziekenhuis. ». | vanaf het overlijden of de opname van de moeder in het ziekenhuis. ». |
Art. 3.Het opschrift van de afdeling IXbis van titel III van |
Art. 3.Het opschrift van de afdeling IXbis van titel III van |
hoofdstuk III van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld met de | hoofdstuk III van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld met de |
woorden "of geboorteverlof". | woorden "of geboorteverlof". |
Art. 4.In artikel 223bis van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd |
Art. 4.In artikel 223bis van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd |
bij het koninklijk besluit van 11 juni 2002, worden de volgende | bij het koninklijk besluit van 11 juni 2002, worden de volgende |
wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
1° in paragraaf 1, eerste lid worden de woorden "of geboorteverlof" | 1° in paragraaf 1, eerste lid worden de woorden "of geboorteverlof" |
ingevoegd tussen het woord "vaderschapsverlof" en de woorden ", | ingevoegd tussen het woord "vaderschapsverlof" en de woorden ", |
bedoeld in artikel 30, § 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | bedoeld in artikel 30, § 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten" en worden de woorden "en in artikel | arbeidsovereenkomsten" en worden de woorden "en in artikel |
25quinquies, § 2 van de wet van 1 april 1936 op de arbeidsovereenkomst | 25quinquies, § 2 van de wet van 1 april 1936 op de arbeidsovereenkomst |
wegens dienst op binnenschepen" opgeheven; | wegens dienst op binnenschepen" opgeheven; |
2° in paragraaf 1, tweede lid worden de woorden "of geboorteverlof" | 2° in paragraaf 1, tweede lid worden de woorden "of geboorteverlof" |
ingevoegd tussen het woord "vaderschapsverlof" en de woorden "die | ingevoegd tussen het woord "vaderschapsverlof" en de woorden "die |
samenvallen"; | samenvallen"; |
3° in paragraaf 2 worden de woorden "of geboorteverlof" ingevoegd | 3° in paragraaf 2 worden de woorden "of geboorteverlof" ingevoegd |
tussen het woord "vaderschapsverlof" en de woorden "wordt toegekend"; | tussen het woord "vaderschapsverlof" en de woorden "wordt toegekend"; |
4° in paragraaf 4 worden de woorden "of geboorteverlof" ingevoegd | 4° in paragraaf 4 worden de woorden "of geboorteverlof" ingevoegd |
tussen het woord "vaderschapsverlof" en de woorden ", worden | tussen het woord "vaderschapsverlof" en de woorden ", worden |
gelijkgesteld". | gelijkgesteld". |
Art. 5.De artikelen 1 en 2 van dit besluit hebben uitwerking met |
Art. 5.De artikelen 1 en 2 van dit besluit hebben uitwerking met |
ingang van 28 juli 2014. | ingang van 28 juli 2014. |
Art. 6.De minister bevoegd voor sociale zaken is belast met de |
Art. 6.De minister bevoegd voor sociale zaken is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 11 juni 2015. | Gegeven te Brussel, 11 juni 2015. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
Mevr. M. DE BLOCK | Mevr. M. DE BLOCK |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |