Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, betreffende de inning van de werkgeversbijdrage aan het fonds van bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor de vorming van de arbeiders in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden" door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, betreffende de inning van de werkgeversbijdrage aan het fonds van bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor de vorming van de arbeiders in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden" door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
11 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 11 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober |
2011, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, | 2011, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, |
betreffende de inning van de werkgeversbijdrage aan het fonds van | betreffende de inning van de werkgeversbijdrage aan het fonds van |
bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor de vorming van de arbeiders in | bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor de vorming van de arbeiders in |
het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden" door de Rijksdienst | het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden" door de Rijksdienst |
voor Sociale Zekerheid (1) | voor Sociale Zekerheid (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 7 februari 1958 betreffende de fondsen voor | Gelet op de wet van 7 februari 1958 betreffende de fondsen voor |
bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; | bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de |
werklieden; | werklieden; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011, |
gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, | gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, |
betreffende de inning van de werkgeversbijdrage aan het fonds van | betreffende de inning van de werkgeversbijdrage aan het fonds van |
bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor de vorming van de arbeiders in | bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor de vorming van de arbeiders in |
het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden" door de Rijksdienst | het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden" door de Rijksdienst |
voor Sociale Zekerheid. | voor Sociale Zekerheid. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 11 januari 2013. | Gegeven te Brussel, 11 januari 2013. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. | Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden | Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011 |
Inning van de werkgeversbijdrage aan het fonds van bestaanszekerheid | Inning van de werkgeversbijdrage aan het fonds van bestaanszekerheid |
genaamd "Fonds voor de vorming van de arbeiders in het Aanvullend | genaamd "Fonds voor de vorming van de arbeiders in het Aanvullend |
Paritair Comité voor de werklieden" door de Rijksdienst voor Sociale | Paritair Comité voor de werklieden" door de Rijksdienst voor Sociale |
Zekerheid (Overeenkomst geregistreerd op 17 november 2011 onder het | Zekerheid (Overeenkomst geregistreerd op 17 november 2011 onder het |
nummer 106898/CO/100) | nummer 106898/CO/100) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die onder | de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die onder |
het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden ressorteren. | het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden ressorteren. |
Art. 2.In toepassing van artikel 15 van de statuten van het fonds van |
Art. 2.In toepassing van artikel 15 van de statuten van het fonds van |
bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor de vorming van de arbeiders in | bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor de vorming van de arbeiders in |
het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden", vastgesteld bij | het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden", vastgesteld bij |
collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011, tot oprichting | collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011, tot oprichting |
van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn | van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn |
statuten, wordt een procentuele bijdrage vastgesteld. | statuten, wordt een procentuele bijdrage vastgesteld. |
Art. 3.Deze bijdrage wordt geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst |
Art. 3.Deze bijdrage wordt geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst |
voor Sociale Zekerheid, die het op haar beurt zal doorstorten aan het | voor Sociale Zekerheid, die het op haar beurt zal doorstorten aan het |
fonds van bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor de vorming van de | fonds van bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor de vorming van de |
arbeiders in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden". | arbeiders in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden". |
Art. 4.Vanaf 1 april 2012 is de bijdrage aan het fonds van |
Art. 4.Vanaf 1 april 2012 is de bijdrage aan het fonds van |
bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor de vorming van de arbeiders in | bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor de vorming van de arbeiders in |
het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden", vastgesteld op | het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden", vastgesteld op |
0,10 pct., overeenkomstig het koninklijk besluit genomen in uitvoering | 0,10 pct., overeenkomstig het koninklijk besluit genomen in uitvoering |
van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), | van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), |
artikelen 188 tot 195 (Belgisch Staatsblad van 28 december 2006). De | artikelen 188 tot 195 (Belgisch Staatsblad van 28 december 2006). De |
0,10 pct. is vastgesteld op basis van de brutolonen aan 108 pct. | 0,10 pct. is vastgesteld op basis van de brutolonen aan 108 pct. |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
april 2012 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 2013. | april 2012 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 2013. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 januari |
2013. | 2013. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |