| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, betreffende het brugpensioen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, betreffende het brugpensioen |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 11 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 11 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober |
| 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, | 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, |
| betreffende het brugpensioen (1) | betreffende het brugpensioen (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de |
| begrafenisondernemingen; | begrafenisondernemingen; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2011, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2011, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, | gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, |
| betreffende het brugpensioen. | betreffende het brugpensioen. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 11 januari 2013. | Gegeven te Brussel, 11 januari 2013. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen | Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2011 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2011 |
| Brugpensioen | Brugpensioen |
| (Overeenkomst geregistreerd op 17 november 2011 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 17 november 2011 onder het nummer |
| 106909/CO/320) | 106909/CO/320) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder | de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder |
| het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen. | het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen. |
Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
| wordt onder "werknemers" verstaan : de mannelijke en de vrouwelijke | wordt onder "werknemers" verstaan : de mannelijke en de vrouwelijke |
| bedienden, de werklieden en de werksters. | bedienden, de werklieden en de werksters. |
Art. 3.De regeling voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. |
Art. 3.De regeling voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. |
| 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot | 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot |
| invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van | invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van |
| sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen behoudens bij | sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen behoudens bij |
| ontslag om dringende reden, wordt uitgebreid tot de werknemers van 58 | ontslag om dringende reden, wordt uitgebreid tot de werknemers van 58 |
| jaar en ouder. | jaar en ouder. |
| De aanvullende vergoeding bij vervroegd brugpensioen is gelijk aan de | De aanvullende vergoeding bij vervroegd brugpensioen is gelijk aan de |
| helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de | helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de |
| werkloosheidsuitkering. | werkloosheidsuitkering. |
| Het nettoreferteloon is gelijk aan het brutomaandloon zoals bepaald in | Het nettoreferteloon is gelijk aan het brutomaandloon zoals bepaald in |
| de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 verminderd met de | de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 verminderd met de |
| persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen en de fiscale inhouding. | persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen en de fiscale inhouding. |
| Bij de berekening van het nettoreferteloon zal de RSZ berekend worden | Bij de berekening van het nettoreferteloon zal de RSZ berekend worden |
| op het brutoloon aan 100 pct. | op het brutoloon aan 100 pct. |
| Het nettorefertemaandloon wordt berekend, rekening houdend met de | Het nettorefertemaandloon wordt berekend, rekening houdend met de |
| werkbonus toegekend aan werknemers met een laag loon. | werkbonus toegekend aan werknemers met een laag loon. |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2011 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2013. | januari 2011 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2013. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 januari |
| 2013. | 2013. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |