← Terug naar "Koninklijk besluit tot toekenning van een vergoeding aan de interne opleiders van de Rijksdienst voor pensioenen "
| Koninklijk besluit tot toekenning van een vergoeding aan de interne opleiders van de Rijksdienst voor pensioenen | Koninklijk besluit tot toekenning van een vergoeding aan de interne opleiders van de Rijksdienst voor pensioenen |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
| 11 APRIL 2005. - Koninklijk besluit tot toekenning van een vergoeding | 11 APRIL 2005. - Koninklijk besluit tot toekenning van een vergoeding |
| aan de interne opleiders van de Rijksdienst voor pensioenen | aan de interne opleiders van de Rijksdienst voor pensioenen |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene | Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene |
| regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan | regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan |
| het personeel der ministeries, gewijzigd bij de koninklijke besluiten | het personeel der ministeries, gewijzigd bij de koninklijke besluiten |
| van 6 februari 1967, 2 maart 1989, 20 juli 2000 en 5 september 2002; | van 6 februari 1967, 2 maart 1989, 20 juli 2000 en 5 september 2002; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende | Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende |
| bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van | bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van |
| openbaar nut, inzonderheid op artikel 14; | openbaar nut, inzonderheid op artikel 14; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 24 januari 2002 houdende | Gelet op het koninklijk besluit van 24 januari 2002 houdende |
| vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare | vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare |
| instellingen van sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 2; | instellingen van sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 2; |
| Gelet op het advies van het Beheerscomité, gegeven op 29 september | Gelet op het advies van het Beheerscomité, gegeven op 29 september |
| 2003; | 2003; |
| Gelet op het advies van de Regeringscommissaris van Begroting, gegeven | Gelet op het advies van de Regeringscommissaris van Begroting, gegeven |
| op 2 september 2003; | op 2 september 2003; |
| Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, |
| gegeven op 23 december 2003; | gegeven op 23 december 2003; |
| Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 20 | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 20 |
| september 2004; | september 2004; |
| Gelet op het protocol van het Sectorcomité XX van 9 februari 2005; | Gelet op het protocol van het Sectorcomité XX van 9 februari 2005; |
| Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli |
| 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
| Gelet op de dringende noodzaak; | Gelet op de dringende noodzaak; |
| Overwegende dat de personeelsleden van de Rijksdienst voor pensioenen | Overwegende dat de personeelsleden van de Rijksdienst voor pensioenen |
| die de functie van interne opleider vervullen, een vergoeding moeten | die de functie van interne opleider vervullen, een vergoeding moeten |
| kunnen genieten om de hoeveelheid bijkomend werk, te wijten aan de | kunnen genieten om de hoeveelheid bijkomend werk, te wijten aan de |
| voorbereiding en het bijwerken van de specifieke opleidingen voor de | voorbereiding en het bijwerken van de specifieke opleidingen voor de |
| instelling te compenseren; | instelling te compenseren; |
| Overwegende dat de toestand van de interne opleiders, zonder uitstel, | Overwegende dat de toestand van de interne opleiders, zonder uitstel, |
| vanaf 1 januari 2004 moet geregeld zijn; | vanaf 1 januari 2004 moet geregeld zijn; |
| Op het voorstel van Onze Minister van Pensioenen, | Op het voorstel van Onze Minister van Pensioenen, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Een vergoeding wordt toegekend aan het personeelslid van de |
Artikel 1.Een vergoeding wordt toegekend aan het personeelslid van de |
| Rijksdienst voor pensioenen dat de functie van interne opleider | Rijksdienst voor pensioenen dat de functie van interne opleider |
| vervult. | vervult. |
Art. 2.Onder interne opleider wordt verstaan het personeelslid dat |
Art. 2.Onder interne opleider wordt verstaan het personeelslid dat |
| door de administrateur-generaal is aangeduid om de andere | door de administrateur-generaal is aangeduid om de andere |
| personeelsleden van de Rijksdienst voor pensioenen een specifieke | personeelsleden van de Rijksdienst voor pensioenen een specifieke |
| opleiding te geven. | opleiding te geven. |
Art. 3.§ 1. De vergoeding wordt aan de aangeduide opleiders toegekend |
Art. 3.§ 1. De vergoeding wordt aan de aangeduide opleiders toegekend |
| per uur voorbereiding voor de opleidingslessen of hun bijwerking. | per uur voorbereiding voor de opleidingslessen of hun bijwerking. |
| § 2. Het aantal voorbereidingsuren zal door de administrateur-generaal | § 2. Het aantal voorbereidingsuren zal door de administrateur-generaal |
| worden vastgesteld per opleiding, rekening houdende met de | worden vastgesteld per opleiding, rekening houdende met de |
| verschillende parameters die eigen zijn aan de toegepaste | verschillende parameters die eigen zijn aan de toegepaste |
| methodologie. | methodologie. |
Art. 4.Het bedrag van de vergoeding is gelijk aan 30,31 euro bruto |
Art. 4.Het bedrag van de vergoeding is gelijk aan 30,31 euro bruto |
| per uur voorbereiding. Dit bedrag is gekoppeld aan de spilindex 138,01 | per uur voorbereiding. Dit bedrag is gekoppeld aan de spilindex 138,01 |
| van de consumptieprijzen, vastgelegd door de wet van 1 maart 1977 | van de consumptieprijzen, vastgelegd door de wet van 1 maart 1977 |
| houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de | houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de |
| overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het | overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het |
| Rijk worden gekoppeld. | Rijk worden gekoppeld. |
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van op 1 januari 2004. |
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van op 1 januari 2004. |
| Gegeven te Brussel, 11 april 2005. | Gegeven te Brussel, 11 april 2005. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Pensioenen, | De Minister van Pensioenen, |
| B. TOBBACK | B. TOBBACK |