← Terug naar "Koninklijk besluit tot benoeming van de liquidateuren en tot vaststelling van de wijze van liquidatie van het Herdiscontering- en Waarborginstituut "
| Koninklijk besluit tot benoeming van de liquidateuren en tot vaststelling van de wijze van liquidatie van het Herdiscontering- en Waarborginstituut | Koninklijk besluit tot benoeming van de liquidateuren en tot vaststelling van de wijze van liquidatie van het Herdiscontering- en Waarborginstituut |
|---|---|
| MINISTERIE VAN FINANCIEN | MINISTERIE VAN FINANCIEN |
| 11 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot benoeming van de liquidateuren | 11 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot benoeming van de liquidateuren |
| en tot vaststelling van de wijze van liquidatie van het | en tot vaststelling van de wijze van liquidatie van het |
| Herdiscontering- en Waarborginstituut | Herdiscontering- en Waarborginstituut |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 17 december 1998 tot oprichting van een | Gelet op de wet van 17 december 1998 tot oprichting van een |
| Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot | Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot |
| reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en | reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en |
| financiële instrumenten, inzonderheid de artikelen 30, 31 en 33; | financiële instrumenten, inzonderheid de artikelen 30, 31 en 33; |
| Gelet op het koninklijk besluit nr. 175 van 30 juni 1935 houdende | Gelet op het koninklijk besluit nr. 175 van 30 juni 1935 houdende |
| instelling van een Herdiscontering- en Waarborginstituut, inzonderheid | instelling van een Herdiscontering- en Waarborginstituut, inzonderheid |
| artikel 15; | artikel 15; |
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, inzonderheid artikel 3, §1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli | 1973, inzonderheid artikel 3, §1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli |
| 1989 en 4 augustus 1996; | 1989 en 4 augustus 1996; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot inwerkingtreding | Gelet op het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot inwerkingtreding |
| van de artikelen 30, 31 en 33 van de wet van 17 december 1998 tot | van de artikelen 30, 31 en 33 van de wet van 17 december 1998 tot |
| oprichting van een Beschermingsfonds voor deposito's en financiële | oprichting van een Beschermingsfonds voor deposito's en financiële |
| instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor | instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor |
| deposito's en financiële instrumenten; | deposito's en financiële instrumenten; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 22 juni 1935, Herdisconteering- en | Gelet op het koninklijk besluit van 22 juni 1935, Herdisconteering- en |
| Waarborginstituut, Statuten, inzonderheid artikel 44; | Waarborginstituut, Statuten, inzonderheid artikel 44; |
| Gelet op de voordracht van het bestuurscomité, goedgekeurd door de | Gelet op de voordracht van het bestuurscomité, goedgekeurd door de |
| algemene vergadering van de houders van aandelen op 15 maart 1999; | algemene vergadering van de houders van aandelen op 15 maart 1999; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| Overwegende dat het Herdiscontering- en Waarborginstituut afgeschaft | Overwegende dat het Herdiscontering- en Waarborginstituut afgeschaft |
| is door artikel 30 van voornoemde wet van 17 december 1998; | is door artikel 30 van voornoemde wet van 17 december 1998; |
| Overwegende dat de wijze van liquidatie van het voornoemde | Overwegende dat de wijze van liquidatie van het voornoemde |
| Herdiscontering- en Waarborginstituut en de datum waarop deze | Herdiscontering- en Waarborginstituut en de datum waarop deze |
| liquidatie moet zijn afgesloten, bijgevolg onverwijld dienen te worden | liquidatie moet zijn afgesloten, bijgevolg onverwijld dienen te worden |
| vastgesteld; | vastgesteld; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, | Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Met het oog op de liquidatie van het Herdiscontering- en |
Artikel 1.Met het oog op de liquidatie van het Herdiscontering- en |
| Waarborginstituut worden als liquidateuren benoemd de heren Brouhns, | Waarborginstituut worden als liquidateuren benoemd de heren Brouhns, |
| Grégoire; Fraeys, William, en Ravoet, Guido. Zij vormen een college | Grégoire; Fraeys, William, en Ravoet, Guido. Zij vormen een college |
| dat zijn voorzitter zal aanstellen. | dat zijn voorzitter zal aanstellen. |
| De beslissingen van het college van liquidateuren worden bij | De beslissingen van het college van liquidateuren worden bij |
| meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen is de stem | meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen is de stem |
| van de voorzitter doorslaggevend. | van de voorzitter doorslaggevend. |
| Het college van liquidateuren kan slechts geldig beraadslagen als | Het college van liquidateuren kan slechts geldig beraadslagen als |
| minstens twee liquidateuren aanwezig zijn. | minstens twee liquidateuren aanwezig zijn. |
Art. 2.Zij oefenen, evenals de regeringscommissaris, hun mandaat |
Art. 2.Zij oefenen, evenals de regeringscommissaris, hun mandaat |
| onbezoldigd uit. | onbezoldigd uit. |
Art. 3.§ 1. De liquidateuren hebben de meest uitgebreide macht om te |
Art. 3.§ 1. De liquidateuren hebben de meest uitgebreide macht om te |
| vereffenen. Zij mogen alle daden van beheer en van beschikking | vereffenen. Zij mogen alle daden van beheer en van beschikking |
| stellen, zonder voorafgaande toestemming van de algemene vergadering. | stellen, zonder voorafgaande toestemming van de algemene vergadering. |
| Zij zullen onder andere als eiser of verweerder in rechte kunnen | Zij zullen onder andere als eiser of verweerder in rechte kunnen |
| optreden voor het Instituut, alle betalingen ontvangen, handlichting | optreden voor het Instituut, alle betalingen ontvangen, handlichting |
| met of zonder kwijtschrift verlenen, alle roerende waarden van het | met of zonder kwijtschrift verlenen, alle roerende waarden van het |
| Instituut te gelde maken, dadingen of compromissen over alle | Instituut te gelde maken, dadingen of compromissen over alle |
| betwistingen kunnen aangaan. Zij mogen de onroerende goederen van het | betwistingen kunnen aangaan. Zij mogen de onroerende goederen van het |
| Instituut openbaar of onderhands verkopen. | Instituut openbaar of onderhands verkopen. |
| § 2. De liquidateuren worden ontlast van het opmaken van een | § 2. De liquidateuren worden ontlast van het opmaken van een |
| inventaris en mogen naar de boekhouding van het Instituut verwijzen. | inventaris en mogen naar de boekhouding van het Instituut verwijzen. |
| § 3. De liquidateuren zullen aan de algemene vergadering, die ten | § 3. De liquidateuren zullen aan de algemene vergadering, die ten |
| laatste binnen de twee maanden na de datum van de afschaffing van het | laatste binnen de twee maanden na de datum van de afschaffing van het |
| Instituut zal plaatsvinden, de rekeningen overmaken van het boekjaar | Instituut zal plaatsvinden, de rekeningen overmaken van het boekjaar |
| dat ingaat op 1 januari 1999 en eindigt op de datum van de afschaffing | dat ingaat op 1 januari 1999 en eindigt op de datum van de afschaffing |
| van het Instituut. | van het Instituut. |
| § 4. De liquidateuren roepen de algemene vergadering bijeen | § 4. De liquidateuren roepen de algemene vergadering bijeen |
| overeenkomstig de beschikkingen van de statuten van het Instituut. | overeenkomstig de beschikkingen van de statuten van het Instituut. |
| § 5. De liquidateuren kunnen, onder hun verantwoordelijkheid, voor | § 5. De liquidateuren kunnen, onder hun verantwoordelijkheid, voor |
| bepaalde verrichtingen één of meerdere algemene of bijzondere | bepaalde verrichtingen één of meerdere algemene of bijzondere |
| mandatarissen aanstellen voor de duur die zij bepalen, om hen te | mandatarissen aanstellen voor de duur die zij bepalen, om hen te |
| vertegenwoordigen of alle akten en documenten te ondertekenen. | vertegenwoordigen of alle akten en documenten te ondertekenen. |
| Tenzij er een bijzonder mandaat bestaat, zullen alle akten die het | Tenzij er een bijzonder mandaat bestaat, zullen alle akten die het |
| Instituut in vereffening betreffen, zelfs deze waaraan een openbaar of | Instituut in vereffening betreffen, zelfs deze waaraan een openbaar of |
| ministerieel ambtenaar medewerking verleent, door minstens twee | ministerieel ambtenaar medewerking verleent, door minstens twee |
| liquidateuren ondertekend worden. | liquidateuren ondertekend worden. |
| § 6. De liquidateuren kunnen zich, voor de noodwendigheden van hun | § 6. De liquidateuren kunnen zich, voor de noodwendigheden van hun |
| taak, laten bijstaan door de personen van hun keuze. | taak, laten bijstaan door de personen van hun keuze. |
| § 7. De artikelen 45, 46, 47 en 48 van de statuten van het Instituut | § 7. De artikelen 45, 46, 47 en 48 van de statuten van het Instituut |
| zijn van toepassing. | zijn van toepassing. |
Art. 4.Het mandaat van de heren Van Woensel, Daniel, en Anciaux, |
Art. 4.Het mandaat van de heren Van Woensel, Daniel, en Anciaux, |
| Pierre, als revisoren van het Herdiscontering- en Waarborginstituut, | Pierre, als revisoren van het Herdiscontering- en Waarborginstituut, |
| wordt verlengd tot de datum van de afsluiting van de liquidatie. | wordt verlengd tot de datum van de afsluiting van de liquidatie. |
Art. 5.Het ministerieel besluit van 27 februari 1974 tot vaststelling |
Art. 5.Het ministerieel besluit van 27 februari 1974 tot vaststelling |
| van de vergoeding van de regeringscommissaris bij het Herdiscontering- | van de vergoeding van de regeringscommissaris bij het Herdiscontering- |
| en Waarborginstituut wordt opgeheven. | en Waarborginstituut wordt opgeheven. |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 1999. |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 1999. |
Art. 7.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van |
Art. 7.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 11 april 1999. | Gegeven te Brussel, 11 april 1999. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
| J.-J. VISEUR | J.-J. VISEUR |