| Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE |
| OVERHEIDSDIENST JUSTITIE | OVERHEIDSDIENST JUSTITIE |
| 10 MAART 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 10 MAART 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
| besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het | besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het |
| personeel van de politiediensten | personeel van de politiediensten |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een | Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een |
| geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, | geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, |
| inzonderheid op artikel 121, zoals vervangen bij de wet van 26 april | inzonderheid op artikel 121, zoals vervangen bij de wet van 26 april |
| 2002; | 2002; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de | Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de |
| rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol); | rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol); |
| Gelet op het protocol nr 201/1 van 15 januari 2007 van het | Gelet op het protocol nr 201/1 van 15 januari 2007 van het |
| onderhandelingscomité voor de politiediensten; | onderhandelingscomité voor de politiediensten; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 |
| januari 2007; | januari 2007; |
| Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 23 | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 23 |
| juli 2007; | juli 2007; |
| Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van |
| 14 mei 2007; | 14 mei 2007; |
| Overwegende dat het advies van de Adviesraad van burgemeesters niet | Overwegende dat het advies van de Adviesraad van burgemeesters niet |
| regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen | regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen |
| verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan | verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan |
| is voorbijgegaan; | is voorbijgegaan; |
| Gelet op het advies n° 43.576/2 van de Raad van State, gegeven op 1 | Gelet op het advies n° 43.576/2 van de Raad van State, gegeven op 1 |
| oktober 2007; | oktober 2007; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze | Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze |
| Minister van Justitie, | Minister van Justitie, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Artikel VIII.III.3, tweede lid, RPPol, wordt vervangen als |
Artikel 1.Artikel VIII.III.3, tweede lid, RPPol, wordt vervangen als |
| volgt : | volgt : |
| « Indien het verlof wordt gesplitst en indien het personeelslid het | « Indien het verlof wordt gesplitst en indien het personeelslid het |
| vraagt, moet het een doorlopende periode van ten minste zestien dagen | vraagt, moet het een doorlopende periode van ten minste zestien dagen |
| omvatten. » | omvatten. » |
Art. 2.Artikel VIII.III.13 RPPol waarvan de bestaande tekst § 1 zal |
Art. 2.Artikel VIII.III.13 RPPol waarvan de bestaande tekst § 1 zal |
| vormen, wordt aangevuld met een § 2, luidende : | vormen, wordt aangevuld met een § 2, luidende : |
| « § 2. Indien een personeelslid zijn ambt definitief neerlegt vóór een | « § 2. Indien een personeelslid zijn ambt definitief neerlegt vóór een |
| of meerdere van de data bedoeld in § 1, tweede lid, dan heeft het | of meerdere van de data bedoeld in § 1, tweede lid, dan heeft het |
| recht op een aantal verlofdagen gelijk aan het aantal de feestdagen | recht op een aantal verlofdagen gelijk aan het aantal de feestdagen |
| die samenvielen met een zaterdag of zondag in de periode dat het nog | die samenvielen met een zaterdag of zondag in de periode dat het nog |
| in dienst was. Deze kunnen genomen worden onder dezelfde voorwaarden | in dienst was. Deze kunnen genomen worden onder dezelfde voorwaarden |
| als het jaarlijks vakantieverlof. » | als het jaarlijks vakantieverlof. » |
Art. 3.In artikel VIII.V.1 RPPol worden de volgende wijzigingen |
Art. 3.In artikel VIII.V.1 RPPol worden de volgende wijzigingen |
| aangebracht : | aangebracht : |
| 1° in het eerste lid worden de woorden « zeventien weken » vervangen | 1° in het eerste lid worden de woorden « zeventien weken » vervangen |
| door de woorden « negentien weken »; | door de woorden « negentien weken »; |
| 2° in het eerste lid wordt in de Nederlandse tekst het woord « | 2° in het eerste lid wordt in de Nederlandse tekst het woord « |
| bevallingsverlof » vervangen door het woord « moederschapsverlof »; | bevallingsverlof » vervangen door het woord « moederschapsverlof »; |
| 3° er wordt een tweede lid ingevoegd, luidende : | 3° er wordt een tweede lid ingevoegd, luidende : |
| « De bezoldiging voor de verlenging van de postnatale rust toegestaan | « De bezoldiging voor de verlenging van de postnatale rust toegestaan |
| in toepassing van artikel VIII.V.4, derde lid, mag niet meer dan één | in toepassing van artikel VIII.V.4, derde lid, mag niet meer dan één |
| week bestrijken. »; | week bestrijken. »; |
| 4° er wordt een derde lid ingevoegd, luidende : | 4° er wordt een derde lid ingevoegd, luidende : |
| « De bezoldiging voor de verlenging van de postnatale rust toegestaan | « De bezoldiging voor de verlenging van de postnatale rust toegestaan |
| in toepassing van artikel VIII.V.4bis, mag niet meer dan 24 weken | in toepassing van artikel VIII.V.4bis, mag niet meer dan 24 weken |
| bestrijken. » | bestrijken. » |
Art. 4.In artikel VIII.V.2 RPPol worden de volgende wijzigingen |
Art. 4.In artikel VIII.V.2 RPPol worden de volgende wijzigingen |
| aangebracht : | aangebracht : |
| 1° in het eerste lid worden de woorden « zes weken » vervangen door de | 1° in het eerste lid worden de woorden « zes weken » vervangen door de |
| woorden « vijf weken »; | woorden « vijf weken »; |
| 2° in het eerste lid wordt in de Nederlandse tekst het woord « | 2° in het eerste lid wordt in de Nederlandse tekst het woord « |
| bevallingsverlof » vervangen door het woord « moederschapsverlof »; | bevallingsverlof » vervangen door het woord « moederschapsverlof »; |
| 3° in het tweede lid worden de woorden « acht weken » vervangen door | 3° in het tweede lid worden de woorden « acht weken » vervangen door |
| de woorden « zeven weken ». | de woorden « zeven weken ». |
Art. 5.In de Nederlandse tekst van artikel VIII.V.3 RPPol wordt het |
Art. 5.In de Nederlandse tekst van artikel VIII.V.3 RPPol wordt het |
| woord « bevallingsverlof » vervangen door het woord « | woord « bevallingsverlof » vervangen door het woord « |
| moederschapsverlof ». | moederschapsverlof ». |
Art. 6.In artikel VIII.V.4 RPPol waarvan de bestaande tekst het |
Art. 6.In artikel VIII.V.4 RPPol waarvan de bestaande tekst het |
| tweede lid zal vormen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : | tweede lid zal vormen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : |
| 1° er wordt een eerste lid ingevoegd, luidende : | 1° er wordt een eerste lid ingevoegd, luidende : |
| « Op verzoek van het vrouwelijk personeelslid wordt het | « Op verzoek van het vrouwelijk personeelslid wordt het |
| moederschapsverlof, in toepassing van artikel 39 van de arbeidswet van | moederschapsverlof, in toepassing van artikel 39 van de arbeidswet van |
| 16 maart 1971, na de negende week van het postnataal verlof verlengd | 16 maart 1971, na de negende week van het postnataal verlof verlengd |
| met een periode waarvan de duur gelijk is aan de duur van de periode | met een periode waarvan de duur gelijk is aan de duur van de periode |
| waarin zij verder heeft gewerkt vanaf de zesde week vóór de werkelijke | waarin zij verder heeft gewerkt vanaf de zesde week vóór de werkelijke |
| datum van de bevalling of vanaf de achtste week wanneer de geboorte | datum van de bevalling of vanaf de achtste week wanneer de geboorte |
| van een meerling wordt verwacht. Deze periode wordt, bij | van een meerling wordt verwacht. Deze periode wordt, bij |
| vroeggeboorte, verminderd met de dagen waarop arbeid verricht werd | vroeggeboorte, verminderd met de dagen waarop arbeid verricht werd |
| tijdens de periode van zeven dagen die de bevalling voorafgaat. »; | tijdens de periode van zeven dagen die de bevalling voorafgaat. »; |
| 2° er wordt een derde lid ingevoegd, luidende : | 2° er wordt een derde lid ingevoegd, luidende : |
| « Op verzoek van het vrouwelijk personeelslid wordt het | « Op verzoek van het vrouwelijk personeelslid wordt het |
| moederschapsverlof na de negende week van het postnataal verlof, | moederschapsverlof na de negende week van het postnataal verlof, |
| verlengd met één week, wanneer het vrouwelijk personeelslid afwezig is | verlengd met één week, wanneer het vrouwelijk personeelslid afwezig is |
| geweest wegens ziekte te wijten aan de zwangerschap gedurende de ganse | geweest wegens ziekte te wijten aan de zwangerschap gedurende de ganse |
| periode vanaf de zesde week voorafgaand aan de werkelijke datum van de | periode vanaf de zesde week voorafgaand aan de werkelijke datum van de |
| bevalling, of de achtste week wanneer de geboorte van een meerling | bevalling, of de achtste week wanneer de geboorte van een meerling |
| wordt verwacht. »; | wordt verwacht. »; |
| 3° er wordt een vierde lid ingevoegd, luidende : | 3° er wordt een vierde lid ingevoegd, luidende : |
| « In geval van geboorte van een meerling, wordt op verzoek van het | « In geval van geboorte van een meerling, wordt op verzoek van het |
| vrouwelijk personeelslid het moederschapsverlof na de negende week van | vrouwelijk personeelslid het moederschapsverlof na de negende week van |
| het postnataal verlof, eventueel verlengd overeenkomstig de bepalingen | het postnataal verlof, eventueel verlengd overeenkomstig de bepalingen |
| van het eerste, het tweede en het derde lid, verlengd met een periode | van het eerste, het tweede en het derde lid, verlengd met een periode |
| van maximaal twee weken. » | van maximaal twee weken. » |
Art. 7.In het RPPol wordt een artikel VIII.V.4bis ingevoegd, luidende |
Art. 7.In het RPPol wordt een artikel VIII.V.4bis ingevoegd, luidende |
| : | : |
| « Art. VIII.V.4bis. Wanneer het pasgeboren kind na de eerste zeven | « Art. VIII.V.4bis. Wanneer het pasgeboren kind na de eerste zeven |
| dagen te rekenen vanaf zijn geboorte in de verplegingsinrichting moet | dagen te rekenen vanaf zijn geboorte in de verplegingsinrichting moet |
| opgenomen blijven, kan op verzoek van het vrouwelijk personeelslid de | opgenomen blijven, kan op verzoek van het vrouwelijk personeelslid de |
| postnatale rustperiode verlengd worden met een duur gelijk aan de | postnatale rustperiode verlengd worden met een duur gelijk aan de |
| periode dat haar kind na die eerste zeven dagen in de | periode dat haar kind na die eerste zeven dagen in de |
| verplegingsinrichting opgenomen blijft. De duur van deze verlenging | verplegingsinrichting opgenomen blijft. De duur van deze verlenging |
| mag vierentwintig weken niet overschrijden. Met dat doel bezorgt het | mag vierentwintig weken niet overschrijden. Met dat doel bezorgt het |
| vrouwelijk personeelslid aan de overheid waaronder zij ressorteert : | vrouwelijk personeelslid aan de overheid waaronder zij ressorteert : |
| 1° bij het einde van de postnatale rustperiode, een getuigschrift van | 1° bij het einde van de postnatale rustperiode, een getuigschrift van |
| de verplegingsinrichting waaruit blijkt dat het pasgeboren kind in de | de verplegingsinrichting waaruit blijkt dat het pasgeboren kind in de |
| verplegingsinrichting opgenomen blijft na de eerste zeven dagen vanaf | verplegingsinrichting opgenomen blijft na de eerste zeven dagen vanaf |
| zijn geboorte en met vermelding van de duur van de opname; | zijn geboorte en met vermelding van de duur van de opname; |
| 2° in voorkomend geval een nieuw getuigschrift van de | 2° in voorkomend geval een nieuw getuigschrift van de |
| verplegingsinrichting bij het einde van de verlenging die voortvloeit | verplegingsinrichting bij het einde van de verlenging die voortvloeit |
| uit het bepaalde in dit lid waaruit blijkt dat tijdens deze verlenging | uit het bepaalde in dit lid waaruit blijkt dat tijdens deze verlenging |
| het pasgeboren kind de verplegingsinrichting nog niet heeft mogen | het pasgeboren kind de verplegingsinrichting nog niet heeft mogen |
| verlaten en met vermelding van de duur van de opname. » | verlaten en met vermelding van de duur van de opname. » |
Art. 8.In artikel VIII.V.10, § 3, eerste lid, RPPol, worden de |
Art. 8.In artikel VIII.V.10, § 3, eerste lid, RPPol, worden de |
| woorden « twee maanden » vervangen door de woorden « twee weken ». | woorden « twee maanden » vervangen door de woorden « twee weken ». |
Art. 9.In de Nederlandse tekst van artikel VIII.VI.2 RPPol, wordt het |
Art. 9.In de Nederlandse tekst van artikel VIII.VI.2 RPPol, wordt het |
| woord « bevallingsverlof » vervangen door het woord « | woord « bevallingsverlof » vervangen door het woord « |
| moederschapsverlof ». | moederschapsverlof ». |
Art. 10.Het opschrift van deel VIII, titel VIII, RPPol wordt |
Art. 10.Het opschrift van deel VIII, titel VIII, RPPol wordt |
| vervangen als volgt : | vervangen als volgt : |
| « Titel VIII. - Adoptieverlof en opvangverlof ». | « Titel VIII. - Adoptieverlof en opvangverlof ». |
Art. 11.Artikel VIII.VIII.1 RPPol wordt vervangen als volgt : |
Art. 11.Artikel VIII.VIII.1 RPPol wordt vervangen als volgt : |
| « Art. VIII.VIII.1. Een adoptieverlof wordt toegestaan aan het | « Art. VIII.VIII.1. Een adoptieverlof wordt toegestaan aan het |
| personeelslid, met uitzondering van de aspirant, dat een kind beneden | personeelslid, met uitzondering van de aspirant, dat een kind beneden |
| de tien jaar adopteert. | de tien jaar adopteert. |
| Het verlof bedraagt ten hoogste zes weken. Het verlof kan gesplitst | Het verlof bedraagt ten hoogste zes weken. Het verlof kan gesplitst |
| worden in weken en dient te worden opgenomen uiterlijk binnen de vier | worden in weken en dient te worden opgenomen uiterlijk binnen de vier |
| maanden na de opname van het kind in het gezin van het personeelslid. | maanden na de opname van het kind in het gezin van het personeelslid. |
| Op vraag van het personeelslid, kunnen ten hoogste 3 weken van dit | Op vraag van het personeelslid, kunnen ten hoogste 3 weken van dit |
| verlof opgenomen worden vooraleer het kind effectief in het gezin | verlof opgenomen worden vooraleer het kind effectief in het gezin |
| opgenomen wordt. | opgenomen wordt. |
| Het personeelslid dat het verlof wenst te genieten bij toepassing van | Het personeelslid dat het verlof wenst te genieten bij toepassing van |
| dit artikel, deelt aan de overheid waaronder het ressorteert, de datum | dit artikel, deelt aan de overheid waaronder het ressorteert, de datum |
| mee waarop het verlof zal aanvangen en de duur ervan. Die mededeling | mee waarop het verlof zal aanvangen en de duur ervan. Die mededeling |
| gebeurt schriftelijk minstens één maand vóór de aanvang van het | gebeurt schriftelijk minstens één maand vóór de aanvang van het |
| verlof, tenzij de overheid op verzoek van de betrokkene een kortere | verlof, tenzij de overheid op verzoek van de betrokkene een kortere |
| termijn aanvaardt. | termijn aanvaardt. |
| Het personeelslid dient de volgende documenten voor te leggen : | Het personeelslid dient de volgende documenten voor te leggen : |
| 1° een attest, uitgereikt door de bevoegde centrale autoriteit van de | 1° een attest, uitgereikt door de bevoegde centrale autoriteit van de |
| Gemeenschap of de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie waarin de | Gemeenschap of de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie waarin de |
| toewijzing van het kind aan het personeelslid wordt bevestigd, om het | toewijzing van het kind aan het personeelslid wordt bevestigd, om het |
| verlof van ten hoogste 3 weken te verkrijgen vooraleer het kind | verlof van ten hoogste 3 weken te verkrijgen vooraleer het kind |
| opgenomen wordt in het gezin; | opgenomen wordt in het gezin; |
| 2° een attest dat de inschrijving van het kind in het bevolkings- of | 2° een attest dat de inschrijving van het kind in het bevolkings- of |
| vreemdelingenregister bevestigt om het resterend verlof te kunnen | vreemdelingenregister bevestigt om het resterend verlof te kunnen |
| opnemen. | opnemen. |
| De maximumduur van het adoptieverlof wordt verdubbeld wanneer het kind | De maximumduur van het adoptieverlof wordt verdubbeld wanneer het kind |
| getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van | getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van |
| ten minste 66 % of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten | ten minste 66 % of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten |
| minste 4 punten toegekend worden in de pijler 1 van de medisch-sociale | minste 4 punten toegekend worden in de pijler 1 van de medisch-sociale |
| schaal overeenkomstig de regelgeving betreffende de kinderbijslag. » | schaal overeenkomstig de regelgeving betreffende de kinderbijslag. » |
Art. 12.Artikel VIII.VIII.2 RPPol wordt vervangen als volgt : |
Art. 12.Artikel VIII.VIII.2 RPPol wordt vervangen als volgt : |
| « Art. VIII.VIII.2. Een opvangverlof wordt toegestaan aan het | « Art. VIII.VIII.2. Een opvangverlof wordt toegestaan aan het |
| personeelslid, met uitzondering van de aspirant, dat de pleegvoogdij | personeelslid, met uitzondering van de aspirant, dat de pleegvoogdij |
| opneemt van een kind beneden de tien jaar of dat een minderjarige | opneemt van een kind beneden de tien jaar of dat een minderjarige |
| opneemt in zijn gezin ingevolge een rechterlijke beslissing tot | opneemt in zijn gezin ingevolge een rechterlijke beslissing tot |
| plaatsing in een opvanggezin. | plaatsing in een opvanggezin. |
| Het verlof bedraagt ten hoogste zes weken voor een kind beneden de 3 | Het verlof bedraagt ten hoogste zes weken voor een kind beneden de 3 |
| jaar en ten hoogste 4 weken in de andere gevallen. Het verlof vangt | jaar en ten hoogste 4 weken in de andere gevallen. Het verlof vangt |
| aan op de dag dat het kind in het gezin wordt opgenomen en kan niet | aan op de dag dat het kind in het gezin wordt opgenomen en kan niet |
| gesplitst worden. | gesplitst worden. |
| De maximumduur van het opvangverlof wordt verdubbeld wanneer het kind | De maximumduur van het opvangverlof wordt verdubbeld wanneer het kind |
| getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van | getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van |
| ten minste 66 % of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten | ten minste 66 % of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten |
| minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale | minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale |
| schaal overeenkomstig de regelgeving betreffende de kinderbijslag; ». | schaal overeenkomstig de regelgeving betreffende de kinderbijslag; ». |
Art. 13.In artikel VIII.IX.1 RPPol worden de volgende wijzigingen |
Art. 13.In artikel VIII.IX.1 RPPol worden de volgende wijzigingen |
| aangebracht : | aangebracht : |
| 1° in het eerste lid, worden de woorden « hebben bereikt. » vervangen | 1° in het eerste lid, worden de woorden « hebben bereikt. » vervangen |
| door de woorden « hebben bereikt; »; | door de woorden « hebben bereikt; »; |
| 2° het eerste lid wordt aangevuld als volgt : | 2° het eerste lid wordt aangevuld als volgt : |
| « 3° opvang tijdens de periodes van schoolvakantie van de kinderen die | « 3° opvang tijdens de periodes van schoolvakantie van de kinderen die |
| de leeftijd van 18 jaar niet hebben bereikt, wanneer het kind | de leeftijd van 18 jaar niet hebben bereikt, wanneer het kind |
| getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van | getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van |
| ten minste 66 % of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten | ten minste 66 % of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten |
| minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale | minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale |
| schaal overeenkomstig de regelgeving betreffende de kinderbijslag; | schaal overeenkomstig de regelgeving betreffende de kinderbijslag; |
| 4° opvang tijdens de periodes van schoolvakantie van de kinderen die | 4° opvang tijdens de periodes van schoolvakantie van de kinderen die |
| onder het statuut van verlengde minderjarigheid werden geplaatst. »; | onder het statuut van verlengde minderjarigheid werden geplaatst. »; |
| 3° er wordt een derde lid ingevoegd, luidende : | 3° er wordt een derde lid ingevoegd, luidende : |
| « Om het verlof in toepassing van dit artikel te genieten, kan de | « Om het verlof in toepassing van dit artikel te genieten, kan de |
| dienst het personeelslid vragen het bewijs te leveren dat een | dienst het personeelslid vragen het bewijs te leveren dat een |
| dwingende reden van familiaal belang zich voordoet. » | dwingende reden van familiaal belang zich voordoet. » |
Art. 14.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 14.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
| Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt met uitzondering van de | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt met uitzondering van de |
| artikelen 3, 1° en 4°, 4, 6, 1° en 3° en 7 die uitwerking hebben met | artikelen 3, 1° en 4°, 4, 6, 1° en 3° en 7 die uitwerking hebben met |
| ingang van 1 juli 2004 en met uitzondering van de artikelen 3, 3° en | ingang van 1 juli 2004 en met uitzondering van de artikelen 3, 3° en |
| 6, 2° die van toepassing zijn op de bevallingen die plaatsvinden na 1 | 6, 2° die van toepassing zijn op de bevallingen die plaatsvinden na 1 |
| september 2006. | september 2006. |
Art. 15.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van |
Art. 15.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van |
| Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit | Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Gegeven te Brussel, 10 maart 2008. | Gegeven te Brussel, 10 maart 2008. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
| P. DEWAEL | P. DEWAEL |
| De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
| J. VANDEURZEN | J. VANDEURZEN |