| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende het deeltijds werk | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende het deeltijds werk |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 10 JUNI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 10 JUNI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, | gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, |
| betreffende het deeltijds werk (1) | betreffende het deeltijds werk (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de grote | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de grote |
| kleinhandelszaken; | kleinhandelszaken; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten |
| in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende | in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende |
| het deeltijds werk. | het deeltijds werk. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Gegeven te Brussel, 10 juni 2006. | Gegeven te Brussel, 10 juni 2006. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken | Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 |
| Deeltijds werk (Overeenkomst geregistreerd op 26 juli 2005 onder het | Deeltijds werk (Overeenkomst geregistreerd op 26 juli 2005 onder het |
| nummer 75630/CO/311) | nummer 75630/CO/311) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en op de werknemers die onder de bevoegdheid vallen van | de werkgevers en op de werknemers die onder de bevoegdheid vallen van |
| het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken. | het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken. |
| HOOFDSTUK II. - Minimale wekelijkse arbeidsduur | HOOFDSTUK II. - Minimale wekelijkse arbeidsduur |
Art. 2.De wekelijkse arbeidsduur moet minstens achttien uur bedragen, |
Art. 2.De wekelijkse arbeidsduur moet minstens achttien uur bedragen, |
| behalve in het geval van de afwijkingen die voorzien zijn in het | behalve in het geval van de afwijkingen die voorzien zijn in het |
| volgende artikel. | volgende artikel. |
Art. 3.Het is mogelijk af te wijken van het vorig artikel onder de |
Art. 3.Het is mogelijk af te wijken van het vorig artikel onder de |
| volgende voorwaarden : | volgende voorwaarden : |
| 1) in geval van tijdskrediet kan de wekelijkse arbeidsduur 17,5 uur | 1) in geval van tijdskrediet kan de wekelijkse arbeidsduur 17,5 uur |
| bedragen; | bedragen; |
| 2) de overeenkomsten die een wekelijkse arbeidsduur voorzien van | 2) de overeenkomsten die een wekelijkse arbeidsduur voorzien van |
| minder dan achttien uur, mogen enkel overeenkomsten voor onbepaalde | minder dan achttien uur, mogen enkel overeenkomsten voor onbepaalde |
| duur zijn die beantwoorden aan de voorwaarden voorzien bij artikel 1, | duur zijn die beantwoorden aan de voorwaarden voorzien bij artikel 1, |
| 1e alinea, 3°, van het koninklijk besluit van 20 december 1990 | 1e alinea, 3°, van het koninklijk besluit van 20 december 1990 |
| betreffende de afwijkingen van de minimale wekelijkse arbeidsduur van | betreffende de afwijkingen van de minimale wekelijkse arbeidsduur van |
| de deeltijdse tewerkgestelde werknemers vastgesteld bij artikel 11bis | de deeltijdse tewerkgestelde werknemers vastgesteld bij artikel 11bis |
| van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. | van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. |
| Het is evenwel toegelaten af te wijken van de laatste voorwaarde | Het is evenwel toegelaten af te wijken van de laatste voorwaarde |
| voorzien bij artikel 1, 1e alinea, 3°, van dat koninklijk besluit | voorzien bij artikel 1, 1e alinea, 3°, van dat koninklijk besluit |
| middels mededeling van het aantal contracten, van de plaats van | middels mededeling van het aantal contracten, van de plaats van |
| tewerkstelling, van het wekelijks arbeidsstelsel en van het uurrooster | tewerkstelling, van het wekelijks arbeidsstelsel en van het uurrooster |
| voor de werknemers, die minder dan twaalf uren per week presteren, aan | voor de werknemers, die minder dan twaalf uren per week presteren, aan |
| de ondernemingsraad, of indien deze niet bestaat aan de syndicale | de ondernemingsraad, of indien deze niet bestaat aan de syndicale |
| afvaardiging of indien deze niet bestaat aan de vakorganisaties; | afvaardiging of indien deze niet bestaat aan de vakorganisaties; |
| 3) het uurvolume van de arbeidsovereenkomsten die een arbeidsduur | 3) het uurvolume van de arbeidsovereenkomsten die een arbeidsduur |
| voorzien van minder dan achttien uur per week, mag de 5 pct. van het | voorzien van minder dan achttien uur per week, mag de 5 pct. van het |
| volume van de uren die contractueel voorzien zijn in het geheel van de | volume van de uren die contractueel voorzien zijn in het geheel van de |
| contracten van onbepaalde duur en van de startbaanovereenkomsten niet | contracten van onbepaalde duur en van de startbaanovereenkomsten niet |
| overschrijden; | overschrijden; |
| 4) een minimum van één arbeidsovereenkomst lager dan achttien uur | 4) een minimum van één arbeidsovereenkomst lager dan achttien uur |
| wordt nochtans gegarandeerd per winkel; | wordt nochtans gegarandeerd per winkel; |
| 5) het schoonmaakpersoneel wordt niet in rekening genomen voor de | 5) het schoonmaakpersoneel wordt niet in rekening genomen voor de |
| berekening van het quotum van 5 pct.; | berekening van het quotum van 5 pct.; |
| 6) het quotum van 5 pct. moet bereikt worden op 31 december 1991 of op | 6) het quotum van 5 pct. moet bereikt worden op 31 december 1991 of op |
| een andere datum vast te stellen bij collectieve arbeidsovereenkomst | een andere datum vast te stellen bij collectieve arbeidsovereenkomst |
| gesloten op het niveau van de onderneming volgens de bepalingen van de | gesloten op het niveau van de onderneming volgens de bepalingen van de |
| wet van 5 december 1968. | wet van 5 december 1968. |
Art. 4.De mogelijkheden om in afwijking van artikel 11bis van de wet |
Art. 4.De mogelijkheden om in afwijking van artikel 11bis van de wet |
| op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978, werknemers tewerk te | op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978, werknemers tewerk te |
| stellen in een deeltijdse arbeidsovereenkomst met een arbeidsduur die | stellen in een deeltijdse arbeidsovereenkomst met een arbeidsduur die |
| lager ligt dan een derde van een voltijdse betrekking, kunnen worden | lager ligt dan een derde van een voltijdse betrekking, kunnen worden |
| uitgebreid door een collectieve arbeidsovereenkomst op het niveau van | uitgebreid door een collectieve arbeidsovereenkomst op het niveau van |
| het bedrijf. | het bedrijf. |
| HOOFDSTUK III. - Individueel recht op verhoging van de arbeidsduur | HOOFDSTUK III. - Individueel recht op verhoging van de arbeidsduur |
| 3.1. Individueel recht op verhoging van de arbeidsduur na 18 maanden | 3.1. Individueel recht op verhoging van de arbeidsduur na 18 maanden |
Art. 5.§ 1. Vanaf 1 oktober 2005 geldt voor de deeltijdse werknemers |
Art. 5.§ 1. Vanaf 1 oktober 2005 geldt voor de deeltijdse werknemers |
| met een anciënniteit in de onderneming van 18 maanden en met een | met een anciënniteit in de onderneming van 18 maanden en met een |
| arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur van 18 of 19 uur per week, | arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur van 18 of 19 uur per week, |
| die hiervoor een schriftelijke aanvraag doen, een individueel recht | die hiervoor een schriftelijke aanvraag doen, een individueel recht |
| tot verhoging van de overeengekomen arbeidsduur tot 20 uur per week, | tot verhoging van de overeengekomen arbeidsduur tot 20 uur per week, |
| in een variabel uurrooster. | in een variabel uurrooster. |
| 3.2. Individueel recht op verhoging van de arbeidsduur na 3 jaar. | 3.2. Individueel recht op verhoging van de arbeidsduur na 3 jaar. |
| § 2. Vanaf 1 januari 2006 hebben de deeltijdse werknemers met een | § 2. Vanaf 1 januari 2006 hebben de deeltijdse werknemers met een |
| anciënniteit van drie jaar in de onderneming en met een | anciënniteit van drie jaar in de onderneming en met een |
| arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur van 20 uur of 21 uur per | arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur van 20 uur of 21 uur per |
| week, die zijn tewerkgesteld in winkels of vestigingen met 12 | week, die zijn tewerkgesteld in winkels of vestigingen met 12 |
| werknemers of meer en die hiertoe een schriftelijke aanvraag doen, een | werknemers of meer en die hiertoe een schriftelijke aanvraag doen, een |
| individueel recht tot verhoging van de overeengekomen arbeidsduur tot | individueel recht tot verhoging van de overeengekomen arbeidsduur tot |
| 22 uur per week, onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten zoals | 22 uur per week, onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten zoals |
| gedefinieerd in die hierna volgende leden. | gedefinieerd in die hierna volgende leden. |
| 1) In het kader van een flexibel arbeidsregime : | 1) In het kader van een flexibel arbeidsregime : |
| werknemers die gebruik maken van het recht op verhoging van hun | werknemers die gebruik maken van het recht op verhoging van hun |
| arbeidsduur tot 22 uur zullen tewerkgesteld worden in een | arbeidsduur tot 22 uur zullen tewerkgesteld worden in een |
| arbeidsregime, waarin deze arbeidsduur gemiddeld op jaarbasis wordt | arbeidsregime, waarin deze arbeidsduur gemiddeld op jaarbasis wordt |
| vastgesteld. | vastgesteld. |
| In dit regime gelden variabele uurroosters met een schommelingsmarge | In dit regime gelden variabele uurroosters met een schommelingsmarge |
| ten opzichte van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 22 uur : | ten opzichte van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 22 uur : |
| - maximum twee uren of, met akkoord van de werknemer, vier uren naar | - maximum twee uren of, met akkoord van de werknemer, vier uren naar |
| boven toe en, | boven toe en, |
| - maximum twee uren naar beneden toe. | - maximum twee uren naar beneden toe. |
| De arbeidsprestaties worden dus geleverd door middel van uurroosters | De arbeidsprestaties worden dus geleverd door middel van uurroosters |
| van minimum 20 uur en maximum 24 uur of, met akkoord van de werknemer, | van minimum 20 uur en maximum 24 uur of, met akkoord van de werknemer, |
| maximum 26 uur. | maximum 26 uur. |
| Deze maatregelen doen geen afbreuk aan bestaande | Deze maatregelen doen geen afbreuk aan bestaande |
| flexibiliteitsakkoorden op ondernemingsvlak. | flexibiliteitsakkoorden op ondernemingsvlak. |
| 2) Mededeling van de uurroosters : | 2) Mededeling van de uurroosters : |
| De mededeling van de uurroosters die zijn opgesteld in het kader van | De mededeling van de uurroosters die zijn opgesteld in het kader van |
| dit artikel, moet gebeuren zoals dit voor alle andere uurroosters in | dit artikel, moet gebeuren zoals dit voor alle andere uurroosters in |
| de onderneming het geval is. | de onderneming het geval is. |
| 3) De werknemers die worden tewerkgesteld in een in deze paragraaf | 3) De werknemers die worden tewerkgesteld in een in deze paragraaf |
| beschreven flexibel arbeidsregime, worden bij volledige tewerkstelling | beschreven flexibel arbeidsregime, worden bij volledige tewerkstelling |
| een constant maandelijks salaris uitbetaald op basis van een | een constant maandelijks salaris uitbetaald op basis van een |
| wekelijkse arbeidsduur van 22 uur. | wekelijkse arbeidsduur van 22 uur. |
| 4) Geen cumul met verhogingsrecht uit artikel 5, § 1, van deze | 4) Geen cumul met verhogingsrecht uit artikel 5, § 1, van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst : | collectieve arbeidsovereenkomst : |
| tussen de uitoefening van het recht voorzien in artikel 5, § 1, van | tussen de uitoefening van het recht voorzien in artikel 5, § 1, van |
| deze collectieve arbeidsovereenkomst en de uitoefening van het recht | deze collectieve arbeidsovereenkomst en de uitoefening van het recht |
| voorzien in artikel 5, § 2, van deze collectieve arbeidsovereenkomst | voorzien in artikel 5, § 2, van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
| dient minstens 18 maanden verstreken te zijn. | dient minstens 18 maanden verstreken te zijn. |
| 3.3. Uitzondering | 3.3. Uitzondering |
| § 3. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de | § 3. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de |
| ondernemingen in moeilijkheden die daartoe op ondernemingsvlak een | ondernemingen in moeilijkheden die daartoe op ondernemingsvlak een |
| collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming | collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming |
| in moeilijkheden is. | in moeilijkheden is. |
| HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen |
Art. 6.De collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003 met |
Art. 6.De collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003 met |
| betrekking tot het deeltijds werk wordt opgeheven op 1 oktober 2005. | betrekking tot het deeltijds werk wordt opgeheven op 1 oktober 2005. |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| oktober 2005 en is gesloten voor onbepaalde tijd. | oktober 2005 en is gesloten voor onbepaalde tijd. |
| Ze kan herzien of opgezegd worden op vraag van de meest gerede partij, | Ze kan herzien of opgezegd worden op vraag van de meest gerede partij, |
| mits het betekenen van een vooropzeg van drie maanden, gericht bij een | mits het betekenen van een vooropzeg van drie maanden, gericht bij een |
| ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité | ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité |
| voor de grote kleinhandelszaken. | voor de grote kleinhandelszaken. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni |
| 2006. | 2006. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |