Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
10 JUNI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 10 JUNI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995, gesloten | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995, gesloten |
in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de | in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de |
tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen (1) | tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering | Gelet op de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering |
van de tewerkstelling; | van de tewerkstelling; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf; |
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995, gesloten |
in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de | in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de |
tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen. | tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen. |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 10 juni 1997. | Gegeven te Brussel, 10 juni 1997. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf | Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 |
Tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen (Overeenkomst | Tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen (Overeenkomst |
geregistreerd op 19 juli 1995 onder het nummer 38503/CO/113) | geregistreerd op 19 juli 1995 onder het nummer 38503/CO/113) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen | de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen |
die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren. | die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren. |
Met "werklieden" worden de werklieden en de werksters bedoeld. | Met "werklieden" worden de werklieden en de werksters bedoeld. |
Art. 2.In het kader van het centraal akkoord van 7 december 1994 en |
Art. 2.In het kader van het centraal akkoord van 7 december 1994 en |
van titel III, hoofdstuk II van de wet van 3 april 1995 houdende | van titel III, hoofdstuk II van de wet van 3 april 1995 houdende |
maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling, wordt | maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling, wordt |
overeengekomen om 0,15 pct. van de aan de Rijksdienst voor sociale | overeengekomen om 0,15 pct. van de aan de Rijksdienst voor sociale |
zekerheid aangegeven loonsom in 1995 en 0,20 pct. ervan in 1996 aan te | zekerheid aangegeven loonsom in 1995 en 0,20 pct. ervan in 1996 aan te |
wenden voor opleidingsacties ten voordele van werknemers of werklozen | wenden voor opleidingsacties ten voordele van werknemers of werklozen |
die behoren tot de risicogroepen. | die behoren tot de risicogroepen. |
Art.3. Vanaf 1 april 1995, zullen de ondernemingen die onder het | Art.3. Vanaf 1 april 1995, zullen de ondernemingen die onder het |
Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren ten minste 0,15 | Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren ten minste 0,15 |
pct. per jaar besteden van de loonsom aangegeven aan de Rijksdienst | pct. per jaar besteden van de loonsom aangegeven aan de Rijksdienst |
voor sociale zekerheid, aan initiatieven voor vorming en | voor sociale zekerheid, aan initiatieven voor vorming en |
tewerkstelling. | tewerkstelling. |
Voor 1996, wordt dit bedrag op 0,20 pct. gebracht. | Voor 1996, wordt dit bedrag op 0,20 pct. gebracht. |
Art. 4.Een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor |
Art. 4.Een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor |
bestaanszekerheid van het ceramiekbedrijf" int de gelden. Hij beheert | bestaanszekerheid van het ceramiekbedrijf" int de gelden. Hij beheert |
en went de bijdrage aan voor de specifieke vorming van werknemers aan | en went de bijdrage aan voor de specifieke vorming van werknemers aan |
ceramiekwerken, volgens beslissing van de beheerraad van deze fonds. | ceramiekwerken, volgens beslissing van de beheerraad van deze fonds. |
De sociale zetel van dit fonds voor bestaanszekerheid is gevestigd te | De sociale zetel van dit fonds voor bestaanszekerheid is gevestigd te |
1040 Brussel, Belliardstraat 51 of naar elke andere plaats in België | 1040 Brussel, Belliardstraat 51 of naar elke andere plaats in België |
bij beslissing van de beheerraad van dit fonds.. | bij beslissing van de beheerraad van dit fonds.. |
Art. 5.Ter compensatie van de uitvoering van deze overeenkomst vragen |
Art. 5.Ter compensatie van de uitvoering van deze overeenkomst vragen |
de partijen aan de Minister van Tewerkstelling en Arbeid een | de partijen aan de Minister van Tewerkstelling en Arbeid een |
vrijstelling voor de sector van de bijdragen van 0,15 pct. vanaf 1 | vrijstelling voor de sector van de bijdragen van 0,15 pct. vanaf 1 |
april 1995 en van 0,20 pct. in 1996, die gedurende de jaren 1995 en | april 1995 en van 0,20 pct. in 1996, die gedurende de jaren 1995 en |
1996 aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid moeten worden gestort. | 1996 aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid moeten worden gestort. |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
april 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996. | april 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van10 juni | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van10 juni |
1997. | 1997. |
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |
Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld | Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld |