← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 191 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 "
Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 191 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 | Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 191 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
10 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 191 | 10 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 191 |
van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige | van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige |
verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 | verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 |
VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
Sire, | Sire, |
Het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd vindt zijn | Het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd vindt zijn |
wettelijke grond in artikel 58, § 2, tweede lid, 11°, van de wet van | wettelijke grond in artikel 58, § 2, tweede lid, 11°, van de wet van |
27 april 2005 betreffende de beheersing van de begroting van de | 27 april 2005 betreffende de beheersing van de begroting van de |
gezondheidszorg en houdende diverse bepalingen inzake gezondheid. | gezondheidszorg en houdende diverse bepalingen inzake gezondheid. |
Het betreft een wijziging van artikel 191, eerste lid, van de wet | Het betreft een wijziging van artikel 191, eerste lid, van de wet |
betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en | betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en |
uitkeringen, waarbij voor het jaar 2005 een uitzonderlijke heffing | uitkeringen, waarbij voor het jaar 2005 een uitzonderlijke heffing |
wordt ingesteld ten laste van de farmaceutische industrie ten belope | wordt ingesteld ten laste van de farmaceutische industrie ten belope |
van 1,5 percent van de in 2004 verwezenlijkte omzet. Voor het jaar | van 1,5 percent van de in 2004 verwezenlijkte omzet. Voor het jaar |
2006 wordt deze uitzonderlijke heffing eveneens ingesteld, maar de | 2006 wordt deze uitzonderlijke heffing eveneens ingesteld, maar de |
betrokken ondernemingen kunnen vrijgesteld worden wanneer ze vóór een | betrokken ondernemingen kunnen vrijgesteld worden wanneer ze vóór een |
door ministerieel besluit te bepalen datum vrijwillig een daling van | door ministerieel besluit te bepalen datum vrijwillig een daling van |
de prijs en vergoedingsbasis van hun specialiteiten doorvoeren van een | de prijs en vergoedingsbasis van hun specialiteiten doorvoeren van een |
bedrag gelijkwaardig aan de verschuldigde heffing voor 2005. | bedrag gelijkwaardig aan de verschuldigde heffing voor 2005. |
Het is inderdaad zo dat, bij de bekendmaking door het RIZIV in de | Het is inderdaad zo dat, bij de bekendmaking door het RIZIV in de |
maand juni 2005 van de herraming van het geneesmiddelenbudget voor het | maand juni 2005 van de herraming van het geneesmiddelenbudget voor het |
jaar 2005, er werd geconstateerd dat de totaal verwachte | jaar 2005, er werd geconstateerd dat de totaal verwachte |
overschrijding in 2005 voor de geneesmiddelenuitgaven 44,936 miljoen | overschrijding in 2005 voor de geneesmiddelenuitgaven 44,936 miljoen |
euro bedraagt. In het kader van het structureel plan voor een globaal | euro bedraagt. In het kader van het structureel plan voor een globaal |
beheer van het geneesmiddelenbudget, dat met de vertegenwoordigers van | beheer van het geneesmiddelenbudget, dat met de vertegenwoordigers van |
de farmaceutische industrie onderhandeld werd, werd bijgevolg voorzien | de farmaceutische industrie onderhandeld werd, werd bijgevolg voorzien |
om bijkomende structurele besparingsmaatregelen in 2005 te nemen. Het | om bijkomende structurele besparingsmaatregelen in 2005 te nemen. Het |
voorliggende besluit betreft één van deze maatregelen, waarbij de | voorliggende besluit betreft één van deze maatregelen, waarbij de |
opbrengst begroot wordt op 43,2 miljoen euro. | opbrengst begroot wordt op 43,2 miljoen euro. |
A priori biedt artikel 58, § 2, 11°, van de wet van 27 april 2005 een | A priori biedt artikel 58, § 2, 11°, van de wet van 27 april 2005 een |
voldoende wettelijke basis om al de nuttige maatregelen daarvoor te | voldoende wettelijke basis om al de nuttige maatregelen daarvoor te |
nemen, gezien het toelaat om aan gecoördineerde ZIV-wet alle nuttige | nemen, gezien het toelaat om aan gecoördineerde ZIV-wet alle nuttige |
wijzigingen aan te brengen met het oog op het doorvoeren van | wijzigingen aan te brengen met het oog op het doorvoeren van |
noodzakelijke besparingen, onder meer door de bepalingen met | noodzakelijke besparingen, onder meer door de bepalingen met |
betrekking tot de in artikel 191 van deze wet bedoelde heffingen ten | betrekking tot de in artikel 191 van deze wet bedoelde heffingen ten |
laste van farmaceutische firma's aan te passen. | laste van farmaceutische firma's aan te passen. |
In toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | In toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
gecoördineerde wetten op de Raad van State werd het ontwerp | gecoördineerde wetten op de Raad van State werd het ontwerp |
overgezonden voor advies. De Raad bracht zijn advies uit op 12 juli | overgezonden voor advies. De Raad bracht zijn advies uit op 12 juli |
2005. | 2005. |
De Raad van State merkte op dat het nodig is de juiste kwalificatie | De Raad van State merkte op dat het nodig is de juiste kwalificatie |
van de heffing te bepalen (te beschouwen als een belasting of een | van de heffing te bepalen (te beschouwen als een belasting of een |
retributie) om na te gaan of er gebruik kan gemaakt worden van de | retributie) om na te gaan of er gebruik kan gemaakt worden van de |
mogelijkheid van delegatiebepaling van artikel 58, § 2, tweede lid, | mogelijkheid van delegatiebepaling van artikel 58, § 2, tweede lid, |
11°, van de wet van 27 april 2005. De Raad van State is wel van | 11°, van de wet van 27 april 2005. De Raad van State is wel van |
oordeel dat de heffing niet als een retributie kan beschouwd worden en | oordeel dat de heffing niet als een retributie kan beschouwd worden en |
veleer te kwalificeren is als een belasting, maar onder voorbehoud van | veleer te kwalificeren is als een belasting, maar onder voorbehoud van |
een andersluidend oordeel van het Arbitragehof. | een andersluidend oordeel van het Arbitragehof. |
Gelet op de onzekerheid die bestaat over de juiste aard van de bij het | Gelet op de onzekerheid die bestaat over de juiste aard van de bij het |
ontwerp bedoeld heffing, en op de gevolgen die uit een mogelijke | ontwerp bedoeld heffing, en op de gevolgen die uit een mogelijke |
kwalificatie als belasting zouden kunnen voortvloeien, meent de Raad | kwalificatie als belasting zouden kunnen voortvloeien, meent de Raad |
dat het aanbeveling verdient om ervan af te zien de ontworpen regeling | dat het aanbeveling verdient om ervan af te zien de ontworpen regeling |
in te voeren, en ze integendeel door de wetgever zelf tot stand te | in te voeren, en ze integendeel door de wetgever zelf tot stand te |
laten brengen. | laten brengen. |
Het lijkt evenwel aangewezen het besluit toch te nemen, omwille van de | Het lijkt evenwel aangewezen het besluit toch te nemen, omwille van de |
volgende redenen. De volledige wijziging van artikel 191, eerste lid, | volgende redenen. De volledige wijziging van artikel 191, eerste lid, |
15°septies, van de gecoördineerde ZIV-wet zal in de eerstvolgende | 15°septies, van de gecoördineerde ZIV-wet zal in de eerstvolgende |
programmawet (die voorzien is in het najaar 2005) integraal worden | programmawet (die voorzien is in het najaar 2005) integraal worden |
overgenomen, waarbij de normale parlementaire procedure gevolgd zal | overgenomen, waarbij de normale parlementaire procedure gevolgd zal |
worden en de regeling dus integraal door de wetgever zal zijn aanvaard | worden en de regeling dus integraal door de wetgever zal zijn aanvaard |
zoals de Raad van State aanbeveelt. Het doorlopen van de volledige | zoals de Raad van State aanbeveelt. Het doorlopen van de volledige |
parlementaire procedure is momenteel onmogelijk, gelet op het | parlementaire procedure is momenteel onmogelijk, gelet op het |
parlementair reces, waardoor het zo snel mogelijk realiseren van de | parlementair reces, waardoor het zo snel mogelijk realiseren van de |
noodzakelijke besparingen niet verwezenlijkt zou kunnen worden. Het is | noodzakelijke besparingen niet verwezenlijkt zou kunnen worden. Het is |
dus redelijk te denken dat deze situatie gelijkaardig is aan degene | dus redelijk te denken dat deze situatie gelijkaardig is aan degene |
die tot de arresten 9/99 en 36/99 van het Arbitragehof geleid heeft. | die tot de arresten 9/99 en 36/99 van het Arbitragehof geleid heeft. |
Ter herinnering, deze arresten gingen over een beroep tot vernietiging | Ter herinnering, deze arresten gingen over een beroep tot vernietiging |
van het koninklijk besluit van 4 februari 1997, dat ook een heffing op | van het koninklijk besluit van 4 februari 1997, dat ook een heffing op |
de omzet van sommige farmaceutische producten invoerde en dat door de | de omzet van sommige farmaceutische producten invoerde en dat door de |
wet van 26 juni 1997 bekrachtigd werd. Het Arbitragehof had toen beide | wet van 26 juni 1997 bekrachtigd werd. Het Arbitragehof had toen beide |
aanvragen verworpen. | aanvragen verworpen. |
Er wordt ook reeds gebruik gemaakt van de mogelijkheid die artikel 58, | Er wordt ook reeds gebruik gemaakt van de mogelijkheid die artikel 58, |
§ 2, 11°, van de wet van 27 april 2005 biedt, opdat de nodige | § 2, 11°, van de wet van 27 april 2005 biedt, opdat de nodige |
maatregelen kunnen worden genomen die de betrokken farmaceutische | maatregelen kunnen worden genomen die de betrokken farmaceutische |
ondernemingen in staat moeten stellen tijdig de beoogde dalingen van | ondernemingen in staat moeten stellen tijdig de beoogde dalingen van |
de prijs en vergoedingsbasis door te geven teneinde in 2006 een | de prijs en vergoedingsbasis door te geven teneinde in 2006 een |
vrijstelling van de uitzonderlijke heffing te verkrijgen. Opdat deze | vrijstelling van de uitzonderlijke heffing te verkrijgen. Opdat deze |
prijsdalingen zo snel mogelijk zouden kunnen ingaan om de | prijsdalingen zo snel mogelijk zouden kunnen ingaan om de |
noodzakelijke besparingen te realiseren (op 1 januari 2006 of | noodzakelijke besparingen te realiseren (op 1 januari 2006 of |
uiterlijk 1 februari 2006), moeten deze dalingen in de loop van de | uiterlijk 1 februari 2006), moeten deze dalingen in de loop van de |
maand september of ten laatste oktober 2005 ingediend worden, | maand september of ten laatste oktober 2005 ingediend worden, |
aangezien de ministeriële besluiten tot wijziging van de lijst die | aangezien de ministeriële besluiten tot wijziging van de lijst die |
verlagingen van de prijs en/of vergoedingsbasis betreffen slechts in | verlagingen van de prijs en/of vergoedingsbasis betreffen slechts in |
werking kunnen treden op de eerste dag van de tweede maand die ingaat | werking kunnen treden op de eerste dag van de tweede maand die ingaat |
na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad (zoals voorzien in | na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad (zoals voorzien in |
artikel 35bis, § 5, van de gecoördineerde ZIV-wet), in casu dus ten | artikel 35bis, § 5, van de gecoördineerde ZIV-wet), in casu dus ten |
laatste eind november 2005 voor inwerkingtreding op 1 januari 2006 of | laatste eind november 2005 voor inwerkingtreding op 1 januari 2006 of |
eind december 2005 voor inwerkingtreding op 1 februari 2006. Voordien | eind december 2005 voor inwerkingtreding op 1 februari 2006. Voordien |
moeten nog de vereiste adviezen en akkoord ingewonnen worden | moeten nog de vereiste adviezen en akkoord ingewonnen worden |
(Inspecteur van Financiën, Minister van Begroting en Raad van State). | (Inspecteur van Financiën, Minister van Begroting en Raad van State). |
In subsidiaire orde heeft de Raad van State ook een aantal opmerkingen | In subsidiaire orde heeft de Raad van State ook een aantal opmerkingen |
geformuleerd over de libellering van de tekst, waaraan de tekst werd | geformuleerd over de libellering van de tekst, waaraan de tekst werd |
aangepast. | aangepast. |
Tenslotte herinnert de Raad van State aan de paragrafen 6 en 8 van | Tenslotte herinnert de Raad van State aan de paragrafen 6 en 8 van |
artikel 58 van de wet van 27 april 2005, met name de mededeling van de | artikel 58 van de wet van 27 april 2005, met name de mededeling van de |
besluiten aan de voorzitters van de Kamer van volksvertegenwoordigers | besluiten aan de voorzitters van de Kamer van volksvertegenwoordigers |
en van de Senaat en de bekrachtiging door de wetgever vóór 31 december | en van de Senaat en de bekrachtiging door de wetgever vóór 31 december |
2006 teneinde te vermijden dat de bepalingen van die besluiten buiten | 2006 teneinde te vermijden dat de bepalingen van die besluiten buiten |
werking treden. | werking treden. |
Ik heb de eer te zijn, | Ik heb de eer te zijn, |
Sire, | Sire, |
Van uwe majesteit, | Van uwe majesteit, |
De zeer eerbiedige | De zeer eerbiedige |
En zeer getrouwe dienaar, | En zeer getrouwe dienaar, |
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, | De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, |
R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |
ADVIES 38.679/1 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE | ADVIES 38.679/1 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE |
De Raad van State, afdeling wetgeving, eerste kamer, op 30 juni 2005 | De Raad van State, afdeling wetgeving, eerste kamer, op 30 juni 2005 |
door de Minister van Sociale Zaken verzocht hem, binnen een termijn | door de Minister van Sociale Zaken verzocht hem, binnen een termijn |
van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk | van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk |
besluit « tot wijziging van artikel 191 van de wet betreffende de | besluit « tot wijziging van artikel 191 van de wet betreffende de |
verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, | verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, |
gecoördineerd op 14 juli 1994 », heeft op 12 juli 2005 het volgende | gecoördineerd op 14 juli 1994 », heeft op 12 juli 2005 het volgende |
advies gegeven : | advies gegeven : |
Strekking en rechtsgrond van het ontwerp | Strekking en rechtsgrond van het ontwerp |
1. Het ontwerp strekt ertoe een « uitzonderlijke » heffing in te | 1. Het ontwerp strekt ertoe een « uitzonderlijke » heffing in te |
stellen ten laste van de farmaceutische industrie ten belope van 1,5 | stellen ten laste van de farmaceutische industrie ten belope van 1,5 |
percent van de in 2004 verwezenlijkte omzet. Deze heffing moet worden | percent van de in 2004 verwezenlijkte omzet. Deze heffing moet worden |
beschouwd als een last die weegt op het boekjaar 2005. Een tweede « | beschouwd als een last die weegt op het boekjaar 2005. Een tweede « |
uitzonderlijke » heffing wordt ingevoerd als een last die weegt op het | uitzonderlijke » heffing wordt ingevoerd als een last die weegt op het |
boekjaar 2006. De farmaceutische ondernemingen kunnen, door de Koning, | boekjaar 2006. De farmaceutische ondernemingen kunnen, door de Koning, |
worden vrijgesteld van deze laatste uitzonderlijke heffing, wanneer de | worden vrijgesteld van deze laatste uitzonderlijke heffing, wanneer de |
betrokken ondernemingen vóór een door de Minister van Sociale Zaken te | betrokken ondernemingen vóór een door de Minister van Sociale Zaken te |
bepalen datum, een prijsdaling hebben doorgevoerd van bepaalde van hun | bepalen datum, een prijsdaling hebben doorgevoerd van bepaalde van hun |
specialiteiten, teneinde het equivalent van het bedrag van de heffing | specialiteiten, teneinde het equivalent van het bedrag van de heffing |
van 1,5 percent te bereiken. | van 1,5 percent te bereiken. |
2.1. Rechtsgrond daartoe wordt gezocht in artikel 58, § 2, tweede lid, | 2.1. Rechtsgrond daartoe wordt gezocht in artikel 58, § 2, tweede lid, |
11°, van de wet van 27 april 2005 betreffende de beheersing van de | 11°, van de wet van 27 april 2005 betreffende de beheersing van de |
begroting van de gezondheidszorg en houdende diverse bepalingen inzake | begroting van de gezondheidszorg en houdende diverse bepalingen inzake |
gezondheid, naar luid waarvan de Koning de in artikel 191 van de wet | gezondheid, naar luid waarvan de Koning de in artikel 191 van de wet |
betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en | betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en |
uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, bedoelde heffingen ten | uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, bedoelde heffingen ten |
laste van farmaceutische firma's kan aanpassen. | laste van farmaceutische firma's kan aanpassen. |
2.2. Het Arbitragehof heeft er zich, laatst in zijn arrest nr. | 2.2. Het Arbitragehof heeft er zich, laatst in zijn arrest nr. |
86/2005, uitdrukkelijk van onthouden een gelijkaardige heffing ten | 86/2005, uitdrukkelijk van onthouden een gelijkaardige heffing ten |
laste van de farmaceutische firma's te kwalificeren (1). De vraag | laste van de farmaceutische firma's te kwalificeren (1). De vraag |
blijft derhalve open of deze heffing als een belasting te beschouwen | blijft derhalve open of deze heffing als een belasting te beschouwen |
is. De juiste kwalificatie is van belang ten aanzien van de | is. De juiste kwalificatie is van belang ten aanzien van de |
mogelijkheid gebruik te maken van de delegatiebepaling van artikel 58, | mogelijkheid gebruik te maken van de delegatiebepaling van artikel 58, |
§ 2, tweede lid, 11°, van de wet van 27 april 2005 (2), zodat de Raad | § 2, tweede lid, 11°, van de wet van 27 april 2005 (2), zodat de Raad |
van State, afdeling wetgeving, zich over deze kwalificatie dient uit | van State, afdeling wetgeving, zich over deze kwalificatie dient uit |
te spreken. Wanneer het effectief om een belasting gaat, kan, conform | te spreken. Wanneer het effectief om een belasting gaat, kan, conform |
de beginselen die het Arbitragehof heeft uiteengezet inzake delegatie | de beginselen die het Arbitragehof heeft uiteengezet inzake delegatie |
van fiscale bevoegdheden aan de Koning, van de betrokken | van fiscale bevoegdheden aan de Koning, van de betrokken |
delegatiebepaling slechts gebruik worden gemaakt wanneer is aangetoond | delegatiebepaling slechts gebruik worden gemaakt wanneer is aangetoond |
dat de wetgever zich in de onmogelijkheid bevindt om zelf alle | dat de wetgever zich in de onmogelijkheid bevindt om zelf alle |
essentiële elementen van de belasting vast te stellen omdat de | essentiële elementen van de belasting vast te stellen omdat de |
inachtneming van de normale parlementaire procedure hem niet in staat | inachtneming van de normale parlementaire procedure hem niet in staat |
zou stellen de beoogde doelstelling van algemeen belang te | zou stellen de beoogde doelstelling van algemeen belang te |
verwezenlijken (3). Bovendien dienen de door de Koning genomen | verwezenlijken (3). Bovendien dienen de door de Koning genomen |
maatregelen binnen een relatief korte termijn door de wetgever te | maatregelen binnen een relatief korte termijn door de wetgever te |
worden bekrachtigd (wat bepaald wordt in artikel 58, § 8, van de wet | worden bekrachtigd (wat bepaald wordt in artikel 58, § 8, van de wet |
van 27 april 2005), bij gebreke waarvan de door de Koning genomen | van 27 april 2005), bij gebreke waarvan de door de Koning genomen |
maatregelen moeten worden geacht nooit uitwerking te hebben gehad (4). | maatregelen moeten worden geacht nooit uitwerking te hebben gehad (4). |
2.3.1. In geen geval kan die heffing worden beschouwd als een | 2.3.1. In geen geval kan die heffing worden beschouwd als een |
retributie : er valt immers niet in te zien in welk opzicht de heffing | retributie : er valt immers niet in te zien in welk opzicht de heffing |
zou kunnen worden beschouwd als de vergoeding van een dienst die de | zou kunnen worden beschouwd als de vergoeding van een dienst die de |
overheid presteert ten aanzien van de heffingsplichtige, afzonderlijk | overheid presteert ten aanzien van de heffingsplichtige, afzonderlijk |
beschouwd, waarbij een redelijke verhouding bestaat tussen de waarde | beschouwd, waarbij een redelijke verhouding bestaat tussen de waarde |
van de bewezen dienst en de gevorderde retributie (5). | van de bewezen dienst en de gevorderde retributie (5). |
2.3.2. Daarentegen heeft de heffing een aantal kenmerken van een | 2.3.2. Daarentegen heeft de heffing een aantal kenmerken van een |
belasting. | belasting. |
Het Arbitragehof heeft een belasting gekwalificeerd als een heffing | Het Arbitragehof heeft een belasting gekwalificeerd als een heffing |
die gezagshalve door de Staat wordt opgelegd, op zijn begroting is | die gezagshalve door de Staat wordt opgelegd, op zijn begroting is |
ingeschreven en niet de tegenprestatie is voor een dienst die door de | ingeschreven en niet de tegenprestatie is voor een dienst die door de |
overheid wordt geleverd ten voordele van de afzonderlijk beschouwde | overheid wordt geleverd ten voordele van de afzonderlijk beschouwde |
belastingplichtige (6). Het gegeven dat de opbrengst van een heffing | belastingplichtige (6). Het gegeven dat de opbrengst van een heffing |
wordt aangewend voor het verwezenlijken van een bepaald doel of beleid | wordt aangewend voor het verwezenlijken van een bepaald doel of beleid |
dat in de wet wordt omschreven en dat de opbrengst met dat oogmerk in | dat in de wet wordt omschreven en dat de opbrengst met dat oogmerk in |
een (begrotings)fonds wordt gestort, ontneemt een heffing niet het | een (begrotings)fonds wordt gestort, ontneemt een heffing niet het |
karakter van een belasting (7). | karakter van een belasting (7). |
De in het ontwerp bedoelde bijdrage is een heffing, gezagshalve door | De in het ontwerp bedoelde bijdrage is een heffing, gezagshalve door |
de overheid opgelegd, die niet de tegenprestatie is voor een dienst | de overheid opgelegd, die niet de tegenprestatie is voor een dienst |
die door de overheid wordt geleverd ten voordele van de afzonderlijk | die door de overheid wordt geleverd ten voordele van de afzonderlijk |
beschouwde belastingplichtige. Tenzij er tegenaanwijzingen zijn, moet | beschouwde belastingplichtige. Tenzij er tegenaanwijzingen zijn, moet |
die heffing dan ook worden beschouwd als een belasting. | die heffing dan ook worden beschouwd als een belasting. |
2.3.3. In dit verband dient te worden onderzocht of de heffing, gelet | 2.3.3. In dit verband dient te worden onderzocht of de heffing, gelet |
op het gegeven dat de opbrengst ervan wordt aangewend voor de | op het gegeven dat de opbrengst ervan wordt aangewend voor de |
financiering van de verplichte verzekering voor geneeskundige | financiering van de verplichte verzekering voor geneeskundige |
verzorging en uitkeringen, haar karakter van belasting verliest. | verzorging en uitkeringen, haar karakter van belasting verliest. |
In zijn arrest nr. 14/99 heeft het Arbitragehof geoordeeld dat de | In zijn arrest nr. 14/99 heeft het Arbitragehof geoordeeld dat de |
artikelen 170, 172 en 173 van de Grondwet niet van toepassing zijn op | artikelen 170, 172 en 173 van de Grondwet niet van toepassing zijn op |
socialezekerheidsbijdragen aangezien die bijdragen bij uitsluiting | socialezekerheidsbijdragen aangezien die bijdragen bij uitsluiting |
bestemd zijn voor de financiering van stelsels van tegemoetkomingen | bestemd zijn voor de financiering van stelsels van tegemoetkomingen |
ter vervanging of aanvulling van inkomen uit arbeid (8). De vraag | ter vervanging of aanvulling van inkomen uit arbeid (8). De vraag |
rijst evenwel of de draagwijdte van dit arrest niet beperkt is tot de | rijst evenwel of de draagwijdte van dit arrest niet beperkt is tot de |
klassieke socialezekerheidsbijdragen van werkgevers en werknemers die | klassieke socialezekerheidsbijdragen van werkgevers en werknemers die |
worden gekenmerkt door het bestaan van een rechtstreekse band met de | worden gekenmerkt door het bestaan van een rechtstreekse band met de |
sociale zekerheid van de betrokken werknemers en derhalve met het | sociale zekerheid van de betrokken werknemers en derhalve met het |
daaraan ten grondslag liggende verzekeringsprincipe (9). Al is het zo | daaraan ten grondslag liggende verzekeringsprincipe (9). Al is het zo |
dat de in het ontwerp bedoelde heffing evenzeer bestemd is voor de | dat de in het ontwerp bedoelde heffing evenzeer bestemd is voor de |
financiering van een socialezekerheidstak, toch dient er anderzijds op | financiering van een socialezekerheidstak, toch dient er anderzijds op |
te worden gewezen dat, zoals reeds aangestipt sub 2.3.2, volgens de | te worden gewezen dat, zoals reeds aangestipt sub 2.3.2, volgens de |
rechtspraak van het Arbitragehof het gegeven dat de opbrengst van een | rechtspraak van het Arbitragehof het gegeven dat de opbrengst van een |
heffing wordt aangewend voor een bepaald doel of beleid dat in de wet | heffing wordt aangewend voor een bepaald doel of beleid dat in de wet |
wordt omschreven en daarom in een bijzonder fonds wordt gestort, aan | wordt omschreven en daarom in een bijzonder fonds wordt gestort, aan |
die heffing niet het karakter van een belasting ontneemt (10). Het | die heffing niet het karakter van een belasting ontneemt (10). Het |
arrest nr. 14/99 is slechts met de arresten nrs. 64/95, 21/97 en | arrest nr. 14/99 is slechts met de arresten nrs. 64/95, 21/97 en |
100/2003 verenigbaar wanneer het wordt geïnterpreteerd in zijn | 100/2003 verenigbaar wanneer het wordt geïnterpreteerd in zijn |
context, namelijk als betrekking hebbend op de eigenlijke | context, namelijk als betrekking hebbend op de eigenlijke |
socialezekerheidsbijdragen, en dus niet op andere heffingen die | socialezekerheidsbijdragen, en dus niet op andere heffingen die |
bijdragen tot de financiering van de sociale zekerheid. In die optiek | bijdragen tot de financiering van de sociale zekerheid. In die optiek |
zou de in het ontwerp bedoelde heffing dienen te worden gekwalificeerd | zou de in het ontwerp bedoelde heffing dienen te worden gekwalificeerd |
als een belasting (11). | als een belasting (11). |
De vraag rijst evenwel of die laatste conclusie niet wordt ontkracht | De vraag rijst evenwel of die laatste conclusie niet wordt ontkracht |
door overweging B.33.4 van het arrest nr. 159/2001 van het | door overweging B.33.4 van het arrest nr. 159/2001 van het |
Arbitragehof (12). | Arbitragehof (12). |
In die overweging wordt een maatregel waarbij de overschrijding van de | In die overweging wordt een maatregel waarbij de overschrijding van de |
deelbudgetten van de financiële middelen voor de terugbetaling van de | deelbudgetten van de financiële middelen voor de terugbetaling van de |
farmaceutische specialiteiten kan worden teruggevorderd van de | farmaceutische specialiteiten kan worden teruggevorderd van de |
betrokken producenten, volgens door de Koning bepaalde regels, | betrokken producenten, volgens door de Koning bepaalde regels, |
rekening houdend met hun marktaandeel in het jaar van de | rekening houdend met hun marktaandeel in het jaar van de |
overschrijding en met alle omstandigheden die aan de overschrijding | overschrijding en met alle omstandigheden die aan de overschrijding |
ten grondslag hebben gelegen, niet beschouwd als een belasting. De | ten grondslag hebben gelegen, niet beschouwd als een belasting. De |
overweging luidt : | overweging luidt : |
« B.33.4. Aangezien de wetgever de door de Koning vastgestelde | « B.33.4. Aangezien de wetgever de door de Koning vastgestelde |
deelbudgetten in acht wil doen nemen, is het verantwoord dat hij | deelbudgetten in acht wil doen nemen, is het verantwoord dat hij |
voorziet in mechanismen om na te gaan of de deelbudgetten al dan niet | voorziet in mechanismen om na te gaan of de deelbudgetten al dan niet |
worden overschreden en om in voorkomend geval die overschrijding « | worden overschreden en om in voorkomend geval die overschrijding « |
terug te vorderen » door een maatregel zoals de bestreden bijdrage. | terug te vorderen » door een maatregel zoals de bestreden bijdrage. |
Rekening houdend met het feit dat zowel het totale budget als de | Rekening houdend met het feit dat zowel het totale budget als de |
deelbudgetten door de Koning worden vastgesteld, is het verantwoord | deelbudgetten door de Koning worden vastgesteld, is het verantwoord |
dat de wetgever de Koning machtigt om, binnen de door hem bepaalde | dat de wetgever de Koning machtigt om, binnen de door hem bepaalde |
voorwaarden, de modaliteiten van die bijdrage vast te stellen. De | voorwaarden, de modaliteiten van die bijdrage vast te stellen. De |
betwiste « terugvordering » dient te worden beschouwd als een | betwiste « terugvordering » dient te worden beschouwd als een |
bijzondere bijdrage bestemd voor de financiering van een welbepaalde | bijzondere bijdrage bestemd voor de financiering van een welbepaalde |
sector van de sociale zekerheid. Die bijdrage wordt gevraagd aan | sector van de sociale zekerheid. Die bijdrage wordt gevraagd aan |
indirecte partners van de sociale zekerheid die weliswaar niet | indirecte partners van de sociale zekerheid die weliswaar niet |
verantwoordelijk zijn voor de begrotingsoverschrijdingen, maar in | verantwoordelijk zijn voor de begrotingsoverschrijdingen, maar in |
ieder geval voordeel er uithalen. Hun winsten zijn immers in ruime | ieder geval voordeel er uithalen. Hun winsten zijn immers in ruime |
mate verbonden met de omvang van het terugbetaalbare karakter van de | mate verbonden met de omvang van het terugbetaalbare karakter van de |
geneesmiddelen. De bijdrage wordt enkel berekend op de terugbetaalbare | geneesmiddelen. De bijdrage wordt enkel berekend op de terugbetaalbare |
geneesmiddelen, is naar gelang van het marktaandeel van de betrokken | geneesmiddelen, is naar gelang van het marktaandeel van de betrokken |
producenten in het betrokken productsegment opgenomen en wordt bepaald | producenten in het betrokken productsegment opgenomen en wordt bepaald |
met inachtneming van alle omstandigheden die aan de overschrijding van | met inachtneming van alle omstandigheden die aan de overschrijding van |
het deelbudget ten grondslag hebben gelegen. Een dergelijke bijdrage | het deelbudget ten grondslag hebben gelegen. Een dergelijke bijdrage |
dient niet als een belasting te worden beschouwd. Zij maakt deel uit | dient niet als een belasting te worden beschouwd. Zij maakt deel uit |
van een geheel van maatregelen die ertoe strekken het | van een geheel van maatregelen die ertoe strekken het |
begrotingsevenwicht van een deficitaire sector van de sociale | begrotingsevenwicht van een deficitaire sector van de sociale |
zekerheid te verzekeren ». | zekerheid te verzekeren ». |
Uit die overweging zou kunnen worden afgeleid dat ook de in het | Uit die overweging zou kunnen worden afgeleid dat ook de in het |
ontwerp bedoelde heffing niet dient te worden gekwalificeerd als een | ontwerp bedoelde heffing niet dient te worden gekwalificeerd als een |
belasting. Nochtans dient te worden gewezen op de specificiteit van de | belasting. Nochtans dient te worden gewezen op de specificiteit van de |
door het Arbitragehof onderzochte maatregel : die maatregel heeft, in | door het Arbitragehof onderzochte maatregel : die maatregel heeft, in |
tegenstelling met de bij het ontwerp bedoelde heffing, die een meer | tegenstelling met de bij het ontwerp bedoelde heffing, die een meer |
algemeen karakter heeft, een rechtstreeks verband met de | algemeen karakter heeft, een rechtstreeks verband met de |
overschrijding van het betrokken deelbudget. Dat laatste wordt zelf | overschrijding van het betrokken deelbudget. Dat laatste wordt zelf |
ook door de Koning vastgesteld. Die heffing wordt bovendien berekend | ook door de Koning vastgesteld. Die heffing wordt bovendien berekend |
op de terugbetaalbare geneesmiddelen, naargelang het marktaandeel van | op de terugbetaalbare geneesmiddelen, naargelang het marktaandeel van |
de betrokken producenten met betrekking tot het desbetreffende | de betrokken producenten met betrekking tot het desbetreffende |
productsegment, en wordt bepaald met inachtneming van alle | productsegment, en wordt bepaald met inachtneming van alle |
omstandigheden die aan de overschrijding van het deelbudget ten | omstandigheden die aan de overschrijding van het deelbudget ten |
grondslag hebben gelegen. Gelet op de specificiteit van de in de | grondslag hebben gelegen. Gelet op de specificiteit van de in de |
genoemde overweging bedoelde maatregel, lijkt de leer van het arrest | genoemde overweging bedoelde maatregel, lijkt de leer van het arrest |
nr. 159/2001 niet zonder meer te kunnen worden toegepast op de bij het | nr. 159/2001 niet zonder meer te kunnen worden toegepast op de bij het |
ontwerp ingevoerde heffing, zeker nu het Hof er zich ook in dat arrest | ontwerp ingevoerde heffing, zeker nu het Hof er zich ook in dat arrest |
uitdrukkelijk van onthoudt de heffing op de omzet van de | uitdrukkelijk van onthoudt de heffing op de omzet van de |
farmaceutische firma's te kwalificeren als een belasting. Daarbij komt | farmaceutische firma's te kwalificeren als een belasting. Daarbij komt |
nog dat de toepassing van de leer van de arresten nrs. 64/95, 21/97 en | nog dat de toepassing van de leer van de arresten nrs. 64/95, 21/97 en |
100/2003 er veeleer toe leidt de in het ontwerp bedoelde heffing te | 100/2003 er veeleer toe leidt de in het ontwerp bedoelde heffing te |
kwalificeren als een belasting. | kwalificeren als een belasting. |
Als conclusie komt het de Raad van State, afdeling wetgeving, voor | Als conclusie komt het de Raad van State, afdeling wetgeving, voor |
dat, ondanks het gegeven dat de rechtspraak van het Arbitragehof niet | dat, ondanks het gegeven dat de rechtspraak van het Arbitragehof niet |
toelaat een eenduidige conclusie te trekken en derhalve onder het | toelaat een eenduidige conclusie te trekken en derhalve onder het |
voorbehoud van een andersluidend oordeel van dat Hof, de in het | voorbehoud van een andersluidend oordeel van dat Hof, de in het |
ontworpen besluit bedoelde heffing veeleer als een belasting te | ontworpen besluit bedoelde heffing veeleer als een belasting te |
kwalificeren is. | kwalificeren is. |
2.4. In de mate dat de in het ontwerp bedoelde heffing effectief als | 2.4. In de mate dat de in het ontwerp bedoelde heffing effectief als |
een belasting dient te worden beschouwd, doet het ontwerp twee | een belasting dient te worden beschouwd, doet het ontwerp twee |
problemen rijzen ten aanzien van de sub 2.2 uiteengezette beginselen. | problemen rijzen ten aanzien van de sub 2.2 uiteengezette beginselen. |
2.4.1. Opdat de Koning zijn bevoegdheid tot het regelen van de | 2.4.1. Opdat de Koning zijn bevoegdheid tot het regelen van de |
bedoelde heffing zou kunnen uitoefenen, en derhalve het besluit dat | bedoelde heffing zou kunnen uitoefenen, en derhalve het besluit dat |
thans in ontwerpvorm voorligt zou kunnen nemen, is, zoals reeds is | thans in ontwerpvorm voorligt zou kunnen nemen, is, zoals reeds is |
uiteengezet sub 2.2, vereist dat de wetgever zich in de onmogelijkheid | uiteengezet sub 2.2, vereist dat de wetgever zich in de onmogelijkheid |
bevindt om zelf alle essentiële elementen van de belasting vast te | bevindt om zelf alle essentiële elementen van de belasting vast te |
stellen omwille van de in dat onderdeel aangegeven reden. Nu de | stellen omwille van de in dat onderdeel aangegeven reden. Nu de |
voorbije jaren gelijkaardige bepalingen door de wetgever zelf zijn | voorbije jaren gelijkaardige bepalingen door de wetgever zelf zijn |
aangenomen, is het zeer de vraag of er thans omstandigheden aanwezig | aangenomen, is het zeer de vraag of er thans omstandigheden aanwezig |
kunnen worden geacht die het onmogelijk maken de normale parlementaire | kunnen worden geacht die het onmogelijk maken de normale parlementaire |
procedure te volgen om de bepalingen van het ontwerp tot stand te | procedure te volgen om de bepalingen van het ontwerp tot stand te |
brengen (13). | brengen (13). |
Mochten er toch zulke omstandigheden aanwezig kunnen worden geacht, | Mochten er toch zulke omstandigheden aanwezig kunnen worden geacht, |
dan wordt daarvan best gewag gemaakt in een aan het ontwerp toe te | dan wordt daarvan best gewag gemaakt in een aan het ontwerp toe te |
voegen verslag aan de Koning. | voegen verslag aan de Koning. |
2.4.2. In het ontworpen artikel 191, 15°septies, laatste lid, wordt | 2.4.2. In het ontworpen artikel 191, 15°septies, laatste lid, wordt |
aan de Koning de bevoegdheid toegekend om vrijstellingen van de | aan de Koning de bevoegdheid toegekend om vrijstellingen van de |
heffing te verlenen, terwijl een bepaald aspect van de regeling zelfs | heffing te verlenen, terwijl een bepaald aspect van de regeling zelfs |
aan de minister wordt gesubdelegeerd. Uit het gebruik van het woord « | aan de minister wordt gesubdelegeerd. Uit het gebruik van het woord « |
kan », zou kunnen worden afgeleid dat het om een discretionaire | kan », zou kunnen worden afgeleid dat het om een discretionaire |
bevoegdheid gaat, al kan men zich afvragen of zulks wel beantwoordt | bevoegdheid gaat, al kan men zich afvragen of zulks wel beantwoordt |
aan de bedoeling van de stellers van het ontwerp. Die vrijstellingen | aan de bedoeling van de stellers van het ontwerp. Die vrijstellingen |
hoeven niet te worden bekrachtigd door de wetgever. | hoeven niet te worden bekrachtigd door de wetgever. |
De aldus geïnterpreteerde bevoegdheidsdelegatie is niet bestaanbaar | De aldus geïnterpreteerde bevoegdheidsdelegatie is niet bestaanbaar |
met artikel 172, tweede lid, van de Grondwet, naar luid waarvan geen | met artikel 172, tweede lid, van de Grondwet, naar luid waarvan geen |
vrijstelling of vermindering van belasting kan worden ingevoerd dan | vrijstelling of vermindering van belasting kan worden ingevoerd dan |
door een wet (14). | door een wet (14). |
2.5. Gelet op de onzekerheid die bestaat over de juiste aard van de | 2.5. Gelet op de onzekerheid die bestaat over de juiste aard van de |
bij het ontwerp bedoelde heffing, en op de gevolgen die uit een | bij het ontwerp bedoelde heffing, en op de gevolgen die uit een |
mogelijke kwalificatie als belasting zouden kunnen voortvloeien, | mogelijke kwalificatie als belasting zouden kunnen voortvloeien, |
verdient het aanbeveling om ervan af te zien de ontworpen regeling bij | verdient het aanbeveling om ervan af te zien de ontworpen regeling bij |
koninklijk besluit in te voeren, en ze integendeel door de wetgever | koninklijk besluit in te voeren, en ze integendeel door de wetgever |
zelf tot stand te laten brengen. De hierna volgende opmerkingen worden | zelf tot stand te laten brengen. De hierna volgende opmerkingen worden |
dan ook slechts in subsidiaire orde gemaakt. | dan ook slechts in subsidiaire orde gemaakt. |
Onderzoek van de tekst | Onderzoek van de tekst |
Aanhef | Aanhef |
1. In de Nederlandse tekst van het eerste lid van de aanhef vervange | 1. In de Nederlandse tekst van het eerste lid van de aanhef vervange |
men het woord « alinea » door het woord « lid ». | men het woord « alinea » door het woord « lid ». |
2. In het tweede lid van de aanhef dient de wetshistoriek correct te | 2. In het tweede lid van de aanhef dient de wetshistoriek correct te |
worden weergegeven. | worden weergegeven. |
Men schrijve : | Men schrijve : |
« ... inzonderheid op artikel 191, vervangen bij het koninklijk | « ... inzonderheid op artikel 191, vervangen bij het koninklijk |
besluit van 12 augustus 1994, en gewijzigd bij de wetten van 20 | besluit van 12 augustus 1994, en gewijzigd bij de wetten van 20 |
december 1995, 26 juli 1996, 22 februari 1998, 15 januari 1999, 25 | december 1995, 26 juli 1996, 22 februari 1998, 15 januari 1999, 25 |
januari 1999, 4 mei 1999, 24 december 1999, 12 augustus 2000, 2 | januari 1999, 4 mei 1999, 24 december 1999, 12 augustus 2000, 2 |
januari 2001, 10 augustus 2001, 14 januari 2002, 2 augustus 2002, 22 | januari 2001, 10 augustus 2001, 14 januari 2002, 2 augustus 2002, 22 |
augustus 2002, 24 december 2002, 8 april 2003, 22 december 2003, 7 mei | augustus 2002, 24 december 2002, 8 april 2003, 22 december 2003, 7 mei |
2004, 9 juli 2004, 27 december 2004, 27 april 2005 en 11 juli 2005, en | 2004, 9 juli 2004, 27 december 2004, 27 april 2005 en 11 juli 2005, en |
bij de koninklijke besluiten van 18 februari 1997 en 25 april 1997; » | bij de koninklijke besluiten van 18 februari 1997 en 25 april 1997; » |
3. In het vijfde lid schrijve men « Inspecteur van Financiën » in | 3. In het vijfde lid schrijve men « Inspecteur van Financiën » in |
plaats van « Inspectie van Financiën ». | plaats van « Inspectie van Financiën ». |
4. Het zevende lid van de aanhef late men aanvangen als volgt : | 4. Het zevende lid van de aanhef late men aanvangen als volgt : |
« Gelet op advies 38.679/1 van de Raad van State, gegeven op 12 juli | « Gelet op advies 38.679/1 van de Raad van State, gegeven op 12 juli |
2005,... ». | 2005,... ». |
Artikel 1 | Artikel 1 |
1. Zoals het Arbitragehof heeft opgemerkt in zijn arrest nr. 86/2005, | 1. Zoals het Arbitragehof heeft opgemerkt in zijn arrest nr. 86/2005, |
beantwoordt het door de wetgever gebruikte procédé in zijn jaarlijkse | beantwoordt het door de wetgever gebruikte procédé in zijn jaarlijkse |
herhaling niet aan de wetgevingstechnische vereisten (15). | herhaling niet aan de wetgevingstechnische vereisten (15). |
2. In een normatieve tekst worden in beginsel geen woorden als « | 2. In een normatieve tekst worden in beginsel geen woorden als « |
moeten » of « dienen te » gebruikt, aangezien de verplichting al | moeten » of « dienen te » gebruikt, aangezien de verplichting al |
besloten ligt in de aard van de regelgeving. De redactie van het | besloten ligt in de aard van de regelgeving. De redactie van het |
ontworpen artikel 191, 15septies, dient gelet hierop te worden | ontworpen artikel 191, 15septies, dient gelet hierop te worden |
aangepast. | aangepast. |
3. In het ontworpen artikel 191, 15°septies, eerste en vierde lid, | 3. In het ontworpen artikel 191, 15°septies, eerste en vierde lid, |
schrijve men telkens « 1,5 percent » in plaats van « 1.5 pct. » en, in | schrijve men telkens « 1,5 percent » in plaats van « 1.5 pct. » en, in |
de Nederlandse tekst, "nadere regels" in plaats van « modaliteiten ». | de Nederlandse tekst, "nadere regels" in plaats van « modaliteiten ». |
4. Het derde en het zesde lid van het ontworpen artikel 191, | 4. Het derde en het zesde lid van het ontworpen artikel 191, |
15°septies, dienen in de tegenwoordige in plaats van in de toekomende | 15°septies, dienen in de tegenwoordige in plaats van in de toekomende |
tijd te worden gesteld. | tijd te worden gesteld. |
Artikel 2 | Artikel 2 |
Tenzij er redenen voorhanden zijn om af te wijken van de gangbare | Tenzij er redenen voorhanden zijn om af te wijken van de gangbare |
termijn voor de inwerkingtreding, dient artikel 2 te worden | termijn voor de inwerkingtreding, dient artikel 2 te worden |
weggelaten, en dient artikel 3 te worden vernummerd tot artikel 2. | weggelaten, en dient artikel 3 te worden vernummerd tot artikel 2. |
Slotopmerking | Slotopmerking |
Er dient te worden herinnerd aan de §§ 6 en 8 van artikel 58 van de | Er dient te worden herinnerd aan de §§ 6 en 8 van artikel 58 van de |
wet van 27 april 2005, die luiden : | wet van 27 april 2005, die luiden : |
« § 6. De in § 2 bedoelde besluiten worden voor hun bekendmaking in | « § 6. De in § 2 bedoelde besluiten worden voor hun bekendmaking in |
het Belgisch Staatsblad, medegedeeld aan de voorzitters van de Kamer | het Belgisch Staatsblad, medegedeeld aan de voorzitters van de Kamer |
van volksvertegenwoordigers en van de Senaat. | van volksvertegenwoordigers en van de Senaat. |
§ 8. De besluiten genomen krachtens deze bepaling treden buiten | § 8. De besluiten genomen krachtens deze bepaling treden buiten |
werking op 31 december 2006 indien ze niet door de wetgever zijn | werking op 31 december 2006 indien ze niet door de wetgever zijn |
bekrachtigd vóór die datum » (16). | bekrachtigd vóór die datum » (16). |
De kamer was samengesteld uit | De kamer was samengesteld uit |
De heren : | De heren : |
M. Van Damme, kamervoorzitter. | M. Van Damme, kamervoorzitter. |
J. Baert, J. Smets, staatsraden. | J. Baert, J. Smets, staatsraden. |
A. Spruyt, M. Rigaux, assessoren van de afdeling wetgeving. | A. Spruyt, M. Rigaux, assessoren van de afdeling wetgeving. |
Mevr. A. Beckers, griffier. | Mevr. A. Beckers, griffier. |
Het verslag werd uitgebracht door de heer L. Van Calenbergh, auditeur. | Het verslag werd uitgebracht door de heer L. Van Calenbergh, auditeur. |
De Griffier, De voorzitter, | De Griffier, De voorzitter, |
A. Beckers. M. Van Damme. | A. Beckers. M. Van Damme. |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Arbitragehof, nr. 86/2005, 4 mei 2005, B.23 en B.26. Zie ook | (1) Arbitragehof, nr. 86/2005, 4 mei 2005, B.23 en B.26. Zie ook |
Arbitragehof, nr. 9/99, 28 januari 1999, B.6.4; Arbitragehof, nr. | Arbitragehof, nr. 9/99, 28 januari 1999, B.6.4; Arbitragehof, nr. |
36/99, 17 maart 1999, B.4.4; Arbitragehof, nr. 97/99, 15 september | 36/99, 17 maart 1999, B.4.4; Arbitragehof, nr. 97/99, 15 september |
1999, B.34; Arbitragehof, nr. 40/2003, 9 april 2003, B.16 en B.25.3. | 1999, B.34; Arbitragehof, nr. 40/2003, 9 april 2003, B.16 en B.25.3. |
(2) Die bepaling kwam niet voor in het voorontwerp dat heeft geleid | (2) Die bepaling kwam niet voor in het voorontwerp dat heeft geleid |
tot de wet van 27 april 2005 en waarover de Raad van State, afdeling | tot de wet van 27 april 2005 en waarover de Raad van State, afdeling |
wetgeving, op 20 januari 2005 het advies 37.983/1/3 heeft verleend | wetgeving, op 20 januari 2005 het advies 37.983/1/3 heeft verleend |
(Parl. St., Kamer, DOC 51 1627/001). | (Parl. St., Kamer, DOC 51 1627/001). |
(3) Zie Arbitragehof, nr. 195/2004, 1 december 2004, B.16.3. | (3) Zie Arbitragehof, nr. 195/2004, 1 december 2004, B.16.3. |
(4) Zelfde arrest; zie ook Arbitragehof, nr. 18/98, 18 februari 1998, | (4) Zelfde arrest; zie ook Arbitragehof, nr. 18/98, 18 februari 1998, |
B.2. en advies 37.983/1/3 van 20 januari 2005, l.c. Zulke bepaling | B.2. en advies 37.983/1/3 van 20 januari 2005, l.c. Zulke bepaling |
komt evenwel niet voor in artikel 58, § 2, van de wet van 27 april | komt evenwel niet voor in artikel 58, § 2, van de wet van 27 april |
2005. | 2005. |
(5) Zie hieromtrent J. VELAERS, De Grondwet en de Raad van State, | (5) Zie hieromtrent J. VELAERS, De Grondwet en de Raad van State, |
afdeling Wetgeving, Antwerpen, 1999, 609-611. | afdeling Wetgeving, Antwerpen, 1999, 609-611. |
(6) Arbitragehof, nr. 85/2004, 12 mei 2004, B.4.1.Voor gevallen waarin | (6) Arbitragehof, nr. 85/2004, 12 mei 2004, B.4.1.Voor gevallen waarin |
omwille van de afwezigheid van dit laatste aspect wordt besloten tot | omwille van de afwezigheid van dit laatste aspect wordt besloten tot |
een belasting, zie Arbitragehof, nr. 32/91, 14 november 1991, 5.B.1.4; | een belasting, zie Arbitragehof, nr. 32/91, 14 november 1991, 5.B.1.4; |
Arbitragehof, nr. 64/95, 13 september 1995, B.13; Arbitragehof, nr. | Arbitragehof, nr. 64/95, 13 september 1995, B.13; Arbitragehof, nr. |
87/95, 21 december 1995, B.3.4; Arbitragehof, nr. 34/97, 12 juni 1997, | 87/95, 21 december 1995, B.3.4; Arbitragehof, nr. 34/97, 12 juni 1997, |
B.7.4; Arbitragehof, nr. 128/2001, 18 oktober 2001, B.6; Arbitragehof, | B.7.4; Arbitragehof, nr. 128/2001, 18 oktober 2001, B.6; Arbitragehof, |
nr. 164/2003, 17 december 2003, B.8.4.1; Arbitragehof, nr. 195/2004, 1 | nr. 164/2003, 17 december 2003, B.8.4.1; Arbitragehof, nr. 195/2004, 1 |
december 2004, B.14.2. | december 2004, B.14.2. |
(7) Arbitragehof, nr. 64/95, 13 september 1995, B.13; Arbitragehof, | (7) Arbitragehof, nr. 64/95, 13 september 1995, B.13; Arbitragehof, |
nr. 21/97, 17 april 1997, B.4.4, Arbitragehof, nr. 100/2003, 17 juli | nr. 21/97, 17 april 1997, B.4.4, Arbitragehof, nr. 100/2003, 17 juli |
2003, B.7.1 en B.7.2. | 2003, B.7.1 en B.7.2. |
(8) Arbitragehof, nr. 14/99, 10 februari 1999, B.6.2. | (8) Arbitragehof, nr. 14/99, 10 februari 1999, B.6.2. |
(9) Het Hof diende uitspraak te doen over een klassieke | (9) Het Hof diende uitspraak te doen over een klassieke |
bijdrageregeling voor bepaalde categorieën van zelfstandigen. | bijdrageregeling voor bepaalde categorieën van zelfstandigen. |
(10) Zie voetnoot 7. | (10) Zie voetnoot 7. |
(11) Zie ook advies 38.234/3 van 18 maart 2005 over een voorontwerp | (11) Zie ook advies 38.234/3 van 18 maart 2005 over een voorontwerp |
van wet "betreffende de invoering van een bijdrage ten laste van | van wet "betreffende de invoering van een bijdrage ten laste van |
bepaalde rechtspersonen", Parl. St., Kamer, Doc 51 1694/001. | bepaalde rechtspersonen", Parl. St., Kamer, Doc 51 1694/001. |
(12) Arbitragehof, nr. 159/2001, 19 december 2001. | (12) Arbitragehof, nr. 159/2001, 19 december 2001. |
(13) De in de arresten nrs. 9/99 en 36/99 van het Arbitragehof | (13) De in de arresten nrs. 9/99 en 36/99 van het Arbitragehof |
aanvaarde reden - de noodzaak om deelname van België aan de Europese | aanvaarde reden - de noodzaak om deelname van België aan de Europese |
Economie en Monetaire Unie te waarborgen (Arbitragehof, nr. 9/99, 28 | Economie en Monetaire Unie te waarborgen (Arbitragehof, nr. 9/99, 28 |
januari 1999, B.6.1; Arbitragehof, nr. 36/99, 17 maart 1999, B.4.2) - | januari 1999, B.6.1; Arbitragehof, nr. 36/99, 17 maart 1999, B.4.2) - |
is thans niet meer aanwezig nu die deelname een feit is. | is thans niet meer aanwezig nu die deelname een feit is. |
(14) Zo het de bedoeling zou zijn de Koning een gebonden bevoegdheid | (14) Zo het de bedoeling zou zijn de Koning een gebonden bevoegdheid |
te verlenen, is de in de genoemde bepaling opgenomen delegatie aan de | te verlenen, is de in de genoemde bepaling opgenomen delegatie aan de |
minister in ieder geval ontoelaatbaar. | minister in ieder geval ontoelaatbaar. |
(15) Arbitragehof, nr. 86/2005, 4 mei 2005, B.3.2. | (15) Arbitragehof, nr. 86/2005, 4 mei 2005, B.3.2. |
(16) Zo de in het ontwerp bedoelde heffingen effectief als belastingen | (16) Zo de in het ontwerp bedoelde heffingen effectief als belastingen |
te beschouwen zijn, dient artikel 58, § 8, van de wet van 27 april | te beschouwen zijn, dient artikel 58, § 8, van de wet van 27 april |
2005 te worden aangevuld met een bepaling naar luid waarvan de | 2005 te worden aangevuld met een bepaling naar luid waarvan de |
besluiten die zulke heffingen invoeren, moeten worden geacht nooit | besluiten die zulke heffingen invoeren, moeten worden geacht nooit |
uitwerking te hebben gehad indien ze niet door de wetgever worden | uitwerking te hebben gehad indien ze niet door de wetgever worden |
bekrachtigd. | bekrachtigd. |
10 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 191 | 10 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 191 |
van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige | van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige |
verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 | verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 27 april 2005 betreffende de beheersing van de | Gelet op de wet van 27 april 2005 betreffende de beheersing van de |
begroting van de gezondheidszorg en houdende diverse bepalingen inzake | begroting van de gezondheidszorg en houdende diverse bepalingen inzake |
gezondheid, inzonderheid op artikel 58, § 2, tweede lid, 11°; | gezondheid, inzonderheid op artikel 58, § 2, tweede lid, 11°; |
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor | Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor |
geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli | geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli |
1994, inzonderheid op artikel 191, vervangen bij het koninklijk | 1994, inzonderheid op artikel 191, vervangen bij het koninklijk |
besluit van 12 augustus 1994, en gewijzigd bij de wetten van 20 | besluit van 12 augustus 1994, en gewijzigd bij de wetten van 20 |
december 1995, 26 juli 1996, 22 februari 1998, 15 januari 1999, 25 | december 1995, 26 juli 1996, 22 februari 1998, 15 januari 1999, 25 |
januari 1999, 4 mei 1999, 24 december 1999, 12 augustus 2000, 2 | januari 1999, 4 mei 1999, 24 december 1999, 12 augustus 2000, 2 |
januari 2001, 10 augustus 2001, 14 januari 2002, 2 augustus 2002, 22 | januari 2001, 10 augustus 2001, 14 januari 2002, 2 augustus 2002, 22 |
augustus 2002, 24 december 2002, 8 april 2003, 22 december 2003, 7 mei | augustus 2002, 24 december 2002, 8 april 2003, 22 december 2003, 7 mei |
2004, 9 juli 2004, 27 december 2004, 27 april 2005 en 11 juli 2005, en | 2004, 9 juli 2004, 27 december 2004, 27 april 2005 en 11 juli 2005, en |
bij de koninklijke besluiten van 18 februari 1997 en 25 april 1997; | bij de koninklijke besluiten van 18 februari 1997 en 25 april 1997; |
Gelet op het artikel 15 van de wet van 25 april 1963 betreffende het | Gelet op het artikel 15 van de wet van 25 april 1963 betreffende het |
beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en | beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en |
sociale voorzorg; | sociale voorzorg; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 |
juni 2005; | juni 2005; |
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting gegeven | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting gegeven |
op 24 juni 2005; | op 24 juni 2005; |
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 38.679/1, gegeven op 12 | Gelet op het advies van de Raad van State nr. 38.679/1, gegeven op 12 |
juli 2005 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | juli 2005 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
gecoördineerde wetten op de Raad van State; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Sociale | Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Sociale |
Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, | Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In artikel 191 van de wet betreffende de verplichte |
Artikel 1.In artikel 191 van de wet betreffende de verplichte |
verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, | verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, |
gecoördineerd op 14 juli 1994, zoals gewijzigd tot op heden, wordt een | gecoördineerd op 14 juli 1994, zoals gewijzigd tot op heden, wordt een |
punt 15°septies ingevoegd, luidend als volgt : | punt 15°septies ingevoegd, luidend als volgt : |
« 15°septies. Voor 2005 wordt een uitzonderlijke heffing van 1,5 | « 15°septies. Voor 2005 wordt een uitzonderlijke heffing van 1,5 |
percent van de omzet die in 2004 is verwezenlijkt, ingesteld ten laste | percent van de omzet die in 2004 is verwezenlijkt, ingesteld ten laste |
van de aanvragers onder de voorwaarden en volgens de nadere regels | van de aanvragers onder de voorwaarden en volgens de nadere regels |
bepaald in 15°. Deze heffing wordt beschouwd als een last die weegt op | bepaald in 15°. Deze heffing wordt beschouwd als een last die weegt op |
het boekjaar 2005 van de aanvragers. | het boekjaar 2005 van de aanvragers. |
De heffing dient te worden gestort vóór 20 december 2005 op rekening | De heffing dient te worden gestort vóór 20 december 2005 op rekening |
nr. 001-1950023-11 van het Rijksinstituut voor ziekte- en | nr. 001-1950023-11 van het Rijksinstituut voor ziekte- en |
invaliditeitsverzekering, met de vermelding « uitzonderlijke heffing | invaliditeitsverzekering, met de vermelding « uitzonderlijke heffing |
2005 omzet 2004 ». | 2005 omzet 2004 ». |
De ontvangsten die volgen uit deze uitzonderlijke heffing worden in de | De ontvangsten die volgen uit deze uitzonderlijke heffing worden in de |
rekening van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging | rekening van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging |
opgenomen in het boekjaar 2005. | opgenomen in het boekjaar 2005. |
Voor 2006 wordt een uitzonderlijke heffing van 1,5 percent van de | Voor 2006 wordt een uitzonderlijke heffing van 1,5 percent van de |
omzet die in 2004 is verwezenlijkt, ingesteld ten laste van de | omzet die in 2004 is verwezenlijkt, ingesteld ten laste van de |
aanvragers onder de voorwaarden en volgens de nadere regels bepaald in | aanvragers onder de voorwaarden en volgens de nadere regels bepaald in |
15°. Deze heffing wordt beschouwd als een last die weegt op het | 15°. Deze heffing wordt beschouwd als een last die weegt op het |
boekjaar 2006 van de aanvragers. | boekjaar 2006 van de aanvragers. |
De heffing dient te worden gestort vóór 20 december 2006 op rekening | De heffing dient te worden gestort vóór 20 december 2006 op rekening |
nr. 001-1950023-11 van het Rijksinstituut voor ziekte- en | nr. 001-1950023-11 van het Rijksinstituut voor ziekte- en |
invaliditeitsverzekering, met de vermelding « uitzonderlijke heffing | invaliditeitsverzekering, met de vermelding « uitzonderlijke heffing |
2006 omzet 2004 ». | 2006 omzet 2004 ». |
De ontvangsten die volgen uit deze uitzonderlijke heffing worden in de | De ontvangsten die volgen uit deze uitzonderlijke heffing worden in de |
rekening van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging | rekening van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging |
opgenomen in het boekjaar 2006. | opgenomen in het boekjaar 2006. |
De Koning kan voor het jaar 2006 de aanvragers vrijstellen van de | De Koning kan voor het jaar 2006 de aanvragers vrijstellen van de |
heffing bedoeld in het vierde lid, wanneer die aanvragers voor de | heffing bedoeld in het vierde lid, wanneer die aanvragers voor de |
datum vastgelegd door de Minister vrijwillige verlagingen van de | datum vastgelegd door de Minister vrijwillige verlagingen van de |
terugbetalingbasis en van de prijs ten belope van een bedrag | terugbetalingbasis en van de prijs ten belope van een bedrag |
gelijkwaardig aan de door de aanvrager verschuldigde heffing voor 2005 | gelijkwaardig aan de door de aanvrager verschuldigde heffing voor 2005 |
hebben doorgegeven. » | hebben doorgegeven. » |
Art. 2.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast |
Art. 2.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast |
met de uitvoering van dit besluit. | met de uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Nice, 10 augustus 2005. | Gegeven te Nice, 10 augustus 2005. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, | De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, |
R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |