Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 09/09/2013
← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling voor het jaar 2013 van het bedrag dat wordt ingehouden van het bedrag toegekend aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor ondersteuning van het fundamenteel onderzoek, overeenkomstig het terugverdieneffect inzake socialezekerheidsbijdragen voor het scheppen van onderzoeksmandaten "
Koninklijk besluit tot vaststelling voor het jaar 2013 van het bedrag dat wordt ingehouden van het bedrag toegekend aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor ondersteuning van het fundamenteel onderzoek, overeenkomstig het terugverdieneffect inzake socialezekerheidsbijdragen voor het scheppen van onderzoeksmandaten Koninklijk besluit tot vaststelling voor het jaar 2013 van het bedrag dat wordt ingehouden van het bedrag toegekend aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor ondersteuning van het fundamenteel onderzoek, overeenkomstig het terugverdieneffect inzake socialezekerheidsbijdragen voor het scheppen van onderzoeksmandaten
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST
WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
9 SEPTEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot vaststelling voor het jaar 9 SEPTEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot vaststelling voor het jaar
2013 van het bedrag dat wordt ingehouden van het bedrag toegekend aan 2013 van het bedrag dat wordt ingehouden van het bedrag toegekend aan
de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor ondersteuning van het de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor ondersteuning van het
fundamenteel onderzoek, overeenkomstig het terugverdieneffect inzake fundamenteel onderzoek, overeenkomstig het terugverdieneffect inzake
socialezekerheidsbijdragen voor het scheppen van onderzoeksmandaten socialezekerheidsbijdragen voor het scheppen van onderzoeksmandaten
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, artikel 66, § 8, derde Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, artikel 66, § 8, derde
lid, ingevoegd bij de wet van 27 december 2006; lid, ingevoegd bij de wet van 27 december 2006;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de sociale zekerheid, Gelet op het advies van het Beheerscomité van de sociale zekerheid,
gegeven op 8 februari 2013; gegeven op 8 februari 2013;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26
februari 2013; februari 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting d.d. 6 mei Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting d.d. 6 mei
2013; 2013;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van
Werk en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Werk en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het bedrag bedoeld in artikel 66, § 8, tweede lid, van de

Artikel 1.Het bedrag bedoeld in artikel 66, § 8, tweede lid, van de

programmawet van 2 januari 2001, dat wordt ingehouden van het bedrag programmawet van 2 januari 2001, dat wordt ingehouden van het bedrag
toegekend aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor ondersteuning toegekend aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor ondersteuning
van het fundamenteel onderzoek, overeenkomstig het terugverdieneffect van het fundamenteel onderzoek, overeenkomstig het terugverdieneffect
inzake socialezekerheidsbijdragen voor het scheppen van inzake socialezekerheidsbijdragen voor het scheppen van
onderzoeksmandaten, wordt voor het jaar 2013 vastgesteld op 10.081 onderzoeksmandaten, wordt voor het jaar 2013 vastgesteld op 10.081
duizend euro. duizend euro.

Art. 2.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd

Art. 2.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd

voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van
dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 september 2013. Gegeven te Brussel, 9 september 2013.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele
Instellingen, Instellingen,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
Voor de Minister van Werk, Voor de Minister van Werk,
J. VANDE LANOTTE J. VANDE LANOTTE
^