Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 februari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, betreffende het tijdskrediet | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 februari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, betreffende het tijdskrediet |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
9 OKTOBER 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 9 OKTOBER 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 februari 2014, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 februari 2014, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote | gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote |
levensmiddelenbedrijven, betreffende het tijdskrediet (1) | levensmiddelenbedrijven, betreffende het tijdskrediet (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de middelgrote | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de middelgrote |
levensmiddelenbedrijven; | levensmiddelenbedrijven; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 februari 2014, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 februari 2014, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote | gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote |
levensmiddelenbedrijven, betreffende het tijdskrediet. | levensmiddelenbedrijven, betreffende het tijdskrediet. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 9 oktober 2014. | Gegeven te Brussel, 9 oktober 2014. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven | Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 februari 2014 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 februari 2014 |
Tijdskrediet (Overeenkomst geregistreerd op 29 april 2014 onder het | Tijdskrediet (Overeenkomst geregistreerd op 29 april 2014 onder het |
nummer 120900/CO/202.01) | nummer 120900/CO/202.01) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die ressorteren | op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die ressorteren |
onder het Paritair Subcomité voor de middelgrote | onder het Paritair Subcomité voor de middelgrote |
levensmiddelenbedrijven (PC 202.01). | levensmiddelenbedrijven (PC 202.01). |
§ 2. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt | § 2. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
onder "bedienden" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden. | onder "bedienden" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden. |
HOOFDSTUK II. - Kader | HOOFDSTUK II. - Kader |
Art. 2.De hieronder vastgestelde bepalingen worden toegevoegd aan de |
Art. 2.De hieronder vastgestelde bepalingen worden toegevoegd aan de |
regels van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 | regels van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 |
tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering | tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering |
en landingsbanen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit | en landingsbanen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit |
van 25 augustus 2012, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 | van 25 augustus 2012, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 |
augustus 2012. | augustus 2012. |
HOOFDSTUK III. - Rechthebbenden | HOOFDSTUK III. - Rechthebbenden |
Art. 3.De werknemers hebben volgens de hierna bepaalde modaliteiten, |
Art. 3.De werknemers hebben volgens de hierna bepaalde modaliteiten, |
recht op tijdskrediet. | recht op tijdskrediet. |
Art. 4.Het uitvoerend personeel heeft recht op de volgende vormen van |
Art. 4.Het uitvoerend personeel heeft recht op de volgende vormen van |
tijdskrediet voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 : | tijdskrediet voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 : |
- Voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5 loopbaanvermindering zonder | - Voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5 loopbaanvermindering zonder |
motief gedurende maximum 1 jaar voltijds equivalent; | motief gedurende maximum 1 jaar voltijds equivalent; |
- Voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5 loopbaanvermindering met | - Voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5 loopbaanvermindering met |
motief gedurende maximum 36 of 48 maanden; | motief gedurende maximum 36 of 48 maanden; |
- Halftijdse of 1/5 loopbaanvermindering in het kader van het stelsel | - Halftijdse of 1/5 loopbaanvermindering in het kader van het stelsel |
van landingsbanen vanaf de leeftijd van 55 jaar; | van landingsbanen vanaf de leeftijd van 55 jaar; |
- 1/5 loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van | - 1/5 loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van |
landingsbanen vanaf de leeftijd van 50 jaar wanneer de werknemer een | landingsbanen vanaf de leeftijd van 50 jaar wanneer de werknemer een |
beroepsloopbaan van ten minste 28 jaar heeft doorlopen. | beroepsloopbaan van ten minste 28 jaar heeft doorlopen. |
Art. 5.Het niet-uitvoerend personeel heeft recht op de volgende |
Art. 5.Het niet-uitvoerend personeel heeft recht op de volgende |
vormen van tijdskrediet voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst | vormen van tijdskrediet voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst |
nr. 103 : | nr. 103 : |
- Voltijds tijdskrediet zonder motief gedurende maximum 1 jaar; | - Voltijds tijdskrediet zonder motief gedurende maximum 1 jaar; |
- Voltijds tijdskrediet met motief gedurende maximum 36 of 48 maanden; | - Voltijds tijdskrediet met motief gedurende maximum 36 of 48 maanden; |
- 1/5 loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van | - 1/5 loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van |
landingsbanen vanaf de leeftijd van 55 jaar; | landingsbanen vanaf de leeftijd van 55 jaar; |
- 1/5 loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van | - 1/5 loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van |
landingsbanen vanaf de leeftijd van 50 jaar wanneer de werknemer een | landingsbanen vanaf de leeftijd van 50 jaar wanneer de werknemer een |
beroepsloopbaan van ten minste 28 jaar heeft doorlopen. | beroepsloopbaan van ten minste 28 jaar heeft doorlopen. |
Art. 6.De werknemers van 55 jaar of ouder hebben, zonder beperking in |
Art. 6.De werknemers van 55 jaar of ouder hebben, zonder beperking in |
het percentage voorzien in artikel 16, § 1 van de collectieve | het percentage voorzien in artikel 16, § 1 van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 103 (5 pct.), recht op een 1/5 | arbeidsovereenkomst nr. 103 (5 pct.), recht op een 1/5 |
loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van landingsbanen | loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van landingsbanen |
vanaf de leeftijd van 55 jaar zoals voorzien in artikel 8, § 1, 1° van | vanaf de leeftijd van 55 jaar zoals voorzien in artikel 8, § 1, 1° van |
de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. | de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. |
HOOFDSTUK IV. - Organisatieregels | HOOFDSTUK IV. - Organisatieregels |
Art. 7.Conform artikel 16, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst |
Art. 7.Conform artikel 16, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst |
nr. 103, worden werknemers van 55 jaar of ouder die een 1/5 | nr. 103, worden werknemers van 55 jaar of ouder die een 1/5 |
loopbaanvermindering uitoefenen of hebben aangevraagd niet meegerekend | loopbaanvermindering uitoefenen of hebben aangevraagd niet meegerekend |
voor de vaststelling van het percentage vermeld in artikel 16, § 1 van | voor de vaststelling van het percentage vermeld in artikel 16, § 1 van |
de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. | de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. |
Art. 8.De perioden van schorsing of vermindering van de |
Art. 8.De perioden van schorsing of vermindering van de |
arbeidsprestaties worden opgenomen conform de bepalingen in de | arbeidsprestaties worden opgenomen conform de bepalingen in de |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. Voor het tijdskrediet zonder | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. Voor het tijdskrediet zonder |
motief, dient de opname telkens te gebeuren in blokken van minstens 1 | motief, dient de opname telkens te gebeuren in blokken van minstens 1 |
jaar. | jaar. |
HOOFDSTUK V. - Premie sociaal fonds | HOOFDSTUK V. - Premie sociaal fonds |
Art. 9.§ 1. Een premie van 25 EUR per maand wordt ingevoerd voor |
Art. 9.§ 1. Een premie van 25 EUR per maand wordt ingevoerd voor |
werknemers vanaf 55 jaar die hun prestaties met 1/5 verminderen. De | werknemers vanaf 55 jaar die hun prestaties met 1/5 verminderen. De |
premie wordt betaald vanuit het sociaal fonds opgericht door de | premie wordt betaald vanuit het sociaal fonds opgericht door de |
collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2013 tot oprichting | collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2013 tot oprichting |
van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn | van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn |
statuten, afgesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote | statuten, afgesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote |
levensmiddelenbedrijven (PC 202.01), (collectieve arbeidsovereenkomst | levensmiddelenbedrijven (PC 202.01), (collectieve arbeidsovereenkomst |
werd neergelegd op 16 december 2013 geregistreerd onder het nummer | werd neergelegd op 16 december 2013 geregistreerd onder het nummer |
119423/CO/202.01). | 119423/CO/202.01). |
§ 2. De financiering van deze premie gebeurt ten belope van de | § 2. De financiering van deze premie gebeurt ten belope van de |
reserves van de premies van de kinderopvang voorzien in het sociaal | reserves van de premies van de kinderopvang voorzien in het sociaal |
fonds van het paritair comité. | fonds van het paritair comité. |
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen |
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor |
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor |
bepaalde duur : ze treedt in werking op 1 juni 2013 en houdt op van | bepaalde duur : ze treedt in werking op 1 juni 2013 en houdt op van |
kracht te zijn op 1 juni 2015. | kracht te zijn op 1 juni 2015. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 oktober | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 oktober |
2014. | 2014. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |