← Terug naar "Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 38, § 3quindecies van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers "
| Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 38, § 3quindecies van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers | Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 38, § 3quindecies van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID ET FEDERALE OVERHEIDSDIENST | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID ET FEDERALE OVERHEIDSDIENST |
| WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 9 MAART 2014. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 38, § | 9 MAART 2014. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 38, § |
| 3quindecies van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene | 3quindecies van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene |
| beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers | beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van | Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van |
| de sociale zekerheid voor werknemers, artikel 38, § 3quindecies, | de sociale zekerheid voor werknemers, artikel 38, § 3quindecies, |
| ingevoegd bij wet van 26 décembre 2013; | ingevoegd bij wet van 26 décembre 2013; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 |
| december 2013; | december 2013; |
| Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor | Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor |
| Sociale Zekerheid van 20 december 2013; | Sociale Zekerheid van 20 december 2013; |
| Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 17 | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 17 |
| januari 2014; | januari 2014; |
| Gezien de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig | Gezien de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig |
| artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse | artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse |
| bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; | bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; |
| Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de | Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de |
| omstandigheid, enerzijds, dat dit besluit uitwerking met ingang op 1 | omstandigheid, enerzijds, dat dit besluit uitwerking met ingang op 1 |
| januari 2014 heeft en de betrokken personen zo snel mogelijk ter | januari 2014 heeft en de betrokken personen zo snel mogelijk ter |
| kennis moet worden gebracht en, anderzijds, dat het akkoord over de | kennis moet worden gebracht en, anderzijds, dat het akkoord over de |
| harmonisering van de statuten van arbeiders en van bedienden zo snel | harmonisering van de statuten van arbeiders en van bedienden zo snel |
| mogelijk moet worden uitgevoerd, zoals gevraagd door het | mogelijk moet worden uitgevoerd, zoals gevraagd door het |
| Grondwettelijk Hof; | Grondwettelijk Hof; |
| Gelet op het advies nr. 55.427/1 van de Raad van State, gegeven op 25 | Gelet op het advies nr. 55.427/1 van de Raad van State, gegeven op 25 |
| februari 2014, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 3° van de | februari 2014, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 3° van de |
| gecoördineerde wetten op de Raad van State; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van | Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van |
| Werk en op het advies van de in Raad verenigde Ministers, | Werk en op het advies van de in Raad verenigde Ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Voor de toepassing van artikel 38, § 3quindecies van de wet |
Artikel 1.Voor de toepassing van artikel 38, § 3quindecies van de wet |
| van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale | van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale |
| zekerheid voor werknemers, wordt verstaan onder : | zekerheid voor werknemers, wordt verstaan onder : |
| 1° loon : het loon in de zin van artikelen 23 van de wet van 29 juni | 1° loon : het loon in de zin van artikelen 23 van de wet van 29 juni |
| 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor | 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor |
| werknemers en 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot | werknemers en 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot |
| uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de | uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de |
| besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke |
| zekerheid der arbeiders, dat rechtstreeks betrekking heeft op de | zekerheid der arbeiders, dat rechtstreeks betrekking heeft op de |
| tijdens het kwartaal geleverde prestaties, met uitzondering van de | tijdens het kwartaal geleverde prestaties, met uitzondering van de |
| vergoedingen vastgesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst | vergoedingen vastgesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst |
| gesloten in een paritair orgaan vóór 1 januari 1994 en algemeen | gesloten in een paritair orgaan vóór 1 januari 1994 en algemeen |
| bindend verklaard bij koninklijk besluit, voor uren die geen | bindend verklaard bij koninklijk besluit, voor uren die geen |
| arbeidsuren zijn in de zin van de arbeidswet van 16 maart 1971. | arbeidsuren zijn in de zin van de arbeidswet van 16 maart 1971. |
| 2° dag : de periode bedoeld in artikel 2, tweede lid, 1° van het | 2° dag : de periode bedoeld in artikel 2, tweede lid, 1° van het |
| koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van | koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van |
| begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de | begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de |
| sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 | sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 |
| juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring | juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring |
| van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, voor zover | van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, voor zover |
| deze gedekt is door een loon waarop bijdragen verschuldigd zijn. | deze gedekt is door een loon waarop bijdragen verschuldigd zijn. |
| 3° uur : de periode bedoeld in artikel 2, tweede lid, 2° van het | 3° uur : de periode bedoeld in artikel 2, tweede lid, 2° van het |
| koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van | koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van |
| begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de | begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de |
| sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 | sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 |
| juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring | juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring |
| van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, voor zover | van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, voor zover |
| deze gedekt is door een loon waarop bijdragen verschuldigd zijn. | deze gedekt is door een loon waarop bijdragen verschuldigd zijn. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang op 1 januari 2014. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang op 1 januari 2014. |
Art. 3.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd |
Art. 3.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd |
| voor Werk zijn, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit | voor Werk zijn, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Gegeven te Brussel, 9 maart 2014. | Gegeven te Brussel, 9 maart 2014. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |