Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 09/03/1998
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de arbeids- en loonsvoorwaarden "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de arbeids- en loonsvoorwaarden Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de arbeids- en loonsvoorwaarden
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
9 MAART 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 9 MAART 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1997, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1997,
gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking,
betreffende de arbeids- en loonsvoorwaarden (1) betreffende de arbeids- en loonsvoorwaarden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de papier- en Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de papier- en
kartonbewerking; kartonbewerking;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1997, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1997,
gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking,
betreffende de arbeids- en loonsvoorwaarden. betreffende de arbeids- en loonsvoorwaarden.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 maart 1998. Gegeven te Brussel, 9 maart 1998.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET Mevr. M. SMET
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking
Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1997 Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1997
Arbeids- en loonsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 1 juli Arbeids- en loonsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 1 juli
1997 onder het nummer 44386/CO/136) 1997 onder het nummer 44386/CO/136)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters, die tewerkgesteld de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters, die tewerkgesteld
zijn in de ondernemingen welke onder de bevoegdheid van het Paritair zijn in de ondernemingen welke onder de bevoegdheid van het Paritair
Comité voor de papier- en kartonbewerking ressorteren, tenzij het Comité voor de papier- en kartonbewerking ressorteren, tenzij het
paritair comité er anders over beslist. paritair comité er anders over beslist.
HOOFDSTUK II. - Indeling van de functies HOOFDSTUK II. - Indeling van de functies

Art. 2.Volgens hun werkzaamheden worden de arbeiders en arbeidsters

Art. 2.Volgens hun werkzaamheden worden de arbeiders en arbeidsters

ingedeeld in zeven beroepsklassen die aan de volgende kenmerken ingedeeld in zeven beroepsklassen die aan de volgende kenmerken
beantwoorden : beantwoorden :
Klasse 1 : Klasse 1 :
arbeid die een technische vorming van het niveau A3 en een arbeid die een technische vorming van het niveau A3 en een
beroepservaring van één jaar vereist, of een gelijkwaardige opleiding beroepservaring van één jaar vereist, of een gelijkwaardige opleiding
verkregen door een methodische scholing gedurende drie jaar. verkregen door een methodische scholing gedurende drie jaar.
Klasse 2 : Klasse 2 :
arbeid van verscheiden aard die een bepaalde lichamelijke inspanning arbeid van verscheiden aard die een bepaalde lichamelijke inspanning
en een technische kennis vereist, welke met een ervaring van twee jaar en een technische kennis vereist, welke met een ervaring van twee jaar
kan worden gelijkgesteld of arbeid die de uitvoerder kan worden gelijkgesteld of arbeid die de uitvoerder
verantwoordelijkheid oplegt voor één of meer arbeiders of arbeidsters verantwoordelijkheid oplegt voor één of meer arbeiders of arbeidsters
van klasse 3 of 4. van klasse 3 of 4.
Klasse 3 : Klasse 3 :
arbeid die een bepaalde lichaamskracht en een elementaire technische arbeid die een bepaalde lichaamskracht en een elementaire technische
kennis van één jaar ervaring vereist of arbeid die de uitvoerder kennis van één jaar ervaring vereist of arbeid die de uitvoerder
verantwoordelijkheden oplegt voor één of meer arbeiders of arbeidsters verantwoordelijkheden oplegt voor één of meer arbeiders of arbeidsters
van klasse 5, 6 of 7. van klasse 5, 6 of 7.
Klasse 4 : Klasse 4 :
eenvoudige arbeid die een grote lichaamskracht vereist en na een korte eenvoudige arbeid die een grote lichaamskracht vereist en na een korte
uitleg kan worden verricht of arbeid van verscheiden aard die een uitleg kan worden verricht of arbeid van verscheiden aard die een
grote handvaardigheid of een ruime praktische opleiding, maar geen grote handvaardigheid of een ruime praktische opleiding, maar geen
bijzondere lichamelijke inspanning vergt. bijzondere lichamelijke inspanning vergt.
Klasse 5 : Klasse 5 :
arbeid van verscheiden aard die een lichte lichamelijke inspanning en arbeid van verscheiden aard die een lichte lichamelijke inspanning en
een praktische opleiding van negen maanden vergt. een praktische opleiding van negen maanden vergt.
Klasse 6 : Klasse 6 :
arbeid die telkens wordt herhaald en een lichte lichamelijke arbeid die telkens wordt herhaald en een lichte lichamelijke
inspanning en een inwerkingsperiode van drie maanden vergt. inspanning en een inwerkingsperiode van drie maanden vergt.
Klasse 7 : Klasse 7 :
eenvoudige arbeid die slechts lichte lichamelijke inspanning vergt en eenvoudige arbeid die slechts lichte lichamelijke inspanning vergt en
na een korte uitleg kan worden verricht. De functies die worden na een korte uitleg kan worden verricht. De functies die worden
betaald volgens klasse 7 zullen na zes maanden dienst worden betaald betaald volgens klasse 7 zullen na zes maanden dienst worden betaald
volgens klasse 6. volgens klasse 6.
Bovendien worden bepaalde arbeiders buiten de indeling gehouden voor Bovendien worden bepaalde arbeiders buiten de indeling gehouden voor
zover hun taak aan de volgende kenmerken beantwoordt : zover hun taak aan de volgende kenmerken beantwoordt :
Buiten de indeling : Buiten de indeling :
arbeid die een technische opleiding vergt van het niveau A2 en een arbeid die een technische opleiding vergt van het niveau A2 en een
beroepservaring van twee jaar of een gelijkwaardige opleiding beroepservaring van twee jaar of een gelijkwaardige opleiding
verworven door een volledige leertijd gedurende vier jaar. verworven door een volledige leertijd gedurende vier jaar.
In het bedrag van hun werkelijk loon wordt rekening gehouden met het In het bedrag van hun werkelijk loon wordt rekening gehouden met het
overeengekomen loon voor een gelijkwaardige kwalificatie in andere overeengekomen loon voor een gelijkwaardige kwalificatie in andere
sectoren. sectoren.

Art. 3.In de bijgevoegde tabel worden voorbeelden vermeld die met

Art. 3.In de bijgevoegde tabel worden voorbeelden vermeld die met

deze verschillende beroepsklassen overeenstemmen. deze verschillende beroepsklassen overeenstemmen.

Art. 4.Bij twijfel of geschil in een onderneming aangaande de

Art. 4.Bij twijfel of geschil in een onderneming aangaande de

indeling van een in deze tabel niet opgenomen beroep of in geval van indeling van een in deze tabel niet opgenomen beroep of in geval van
invoering van nieuwe technieken, kan de meest gerede partij de zaak invoering van nieuwe technieken, kan de meest gerede partij de zaak
aanhangig maken bij het paritair comité dat het onderzoek en de aanhangig maken bij het paritair comité dat het onderzoek en de
oplossing ervan aan een beperkt subcomité kan toevertrouwen. oplossing ervan aan een beperkt subcomité kan toevertrouwen.

Art. 5.Bij de toepassing van de indeling van functies die in de

Art. 5.Bij de toepassing van de indeling van functies die in de

artikelen 2 tot 4 en in de tabel met voorbeelden van de indeling van artikelen 2 tot 4 en in de tabel met voorbeelden van de indeling van
functies opgenomen is, moeten de ter zake verworven rechten en functies opgenomen is, moeten de ter zake verworven rechten en
persoonlijke voorwaarden gehandhaafd worden. persoonlijke voorwaarden gehandhaafd worden.
HOOFDSTUK III. - Minimumuurlonen HOOFDSTUK III. - Minimumuurlonen

Art. 6.Vanaf de eerste opening van de rekeningen van de maanden mei

Art. 6.Vanaf de eerste opening van de rekeningen van de maanden mei

1997 en april 1998, worden de minimumuurlonen op basis van de 1997 en april 1998, worden de minimumuurlonen op basis van de
37-urenweek als volgt vastgesteld : 37-urenweek als volgt vastgesteld :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 7.Het minimumuurloon omvat niet de loontoeslagen die niet aan de

Art. 7.Het minimumuurloon omvat niet de loontoeslagen die niet aan de

functie verbonden zijn, zoals de toeslag voor overuren of voor arbeid functie verbonden zijn, zoals de toeslag voor overuren of voor arbeid
in opeenvolgende ploegen. in opeenvolgende ploegen.

Art. 8.De werkelijke uurlonen van de arbeiders en arbeidsters worden

Art. 8.De werkelijke uurlonen van de arbeiders en arbeidsters worden

met 1,5 pct. verhoogd vanaf de eerste rekeningsopening van de maand met 1,5 pct. verhoogd vanaf de eerste rekeningsopening van de maand
mei 1997. Deze verhoging vloeit voort uit de vervroeging van de mei 1997. Deze verhoging vloeit voort uit de vervroeging van de
loonsverhoging veroorzaakt door de overschrijding van de loonsverhoging veroorzaakt door de overschrijding van de
stabilisatieschijf 119,30 tot 122,90 door de viermaandelijkse stabilisatieschijf 119,30 tot 122,90 door de viermaandelijkse
gezondheidsindex. gezondheidsindex.
Vanaf de eerste rekeningsopening van de maand april 1998 worden de Vanaf de eerste rekeningsopening van de maand april 1998 worden de
werkelijke uurlonen van de arbeiders en arbeidsters verhoogd met 1,5 werkelijke uurlonen van de arbeiders en arbeidsters verhoogd met 1,5
pct. Deze verhoging vloeit voort uit de vervroeging van de pct. Deze verhoging vloeit voort uit de vervroeging van de
loonsverhoging veroorzaakt door de overschrijding van de loonsverhoging veroorzaakt door de overschrijding van de
stabilisatieschijf 121,09 tot 124,74 door de viermaandelijkse stabilisatieschijf 121,09 tot 124,74 door de viermaandelijkse
gezondheidsindex. gezondheidsindex.
Vanaf de eerste rekeningsopening van de maand april 1998 worden de Vanaf de eerste rekeningsopening van de maand april 1998 worden de
werkelijke uurlonen van de arbeiders en arbeidsters verhoogd met 1 werkelijke uurlonen van de arbeiders en arbeidsters verhoogd met 1
pct. Deze laatste verhoging heeft een suppletief karakter en is pct. Deze laatste verhoging heeft een suppletief karakter en is
slechts van toepassing bij ontstentenis van een slechts van toepassing bij ontstentenis van een
ondernemingsovereenkomst betreffende de lonen, neergelegd op de ondernemingsovereenkomst betreffende de lonen, neergelegd op de
griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen vóór 1 griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen vóór 1
juli 1997. juli 1997.

Art. 9.De lonen van de minderjarigen worden berekend volgens de

Art. 9.De lonen van de minderjarigen worden berekend volgens de

uitgeoefende functie, rekening houdend met volgende degressieve schaal uitgeoefende functie, rekening houdend met volgende degressieve schaal
: :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
De leerlingen die zich toeleggen op werkzaamheden die een bijzondere De leerlingen die zich toeleggen op werkzaamheden die een bijzondere
kennis of opleiding vereisen, ontvangen uiterlijk na afloop van het kennis of opleiding vereisen, ontvangen uiterlijk na afloop van het
vierde leerjaar het minimumloon van de meerderjarige arbeider of vierde leerjaar het minimumloon van de meerderjarige arbeider of
arbeidster. arbeidster.
De partijen komen overeen om in de ondernemingen de individuele De partijen komen overeen om in de ondernemingen de individuele
gevallen van jongeren te onderzoeken, die vóór 20 jaar het bewijs gevallen van jongeren te onderzoeken, die vóór 20 jaar het bewijs
zouden leveren dat zij bekwaam zijn, ondervinding hebben en rijp zijn zouden leveren dat zij bekwaam zijn, ondervinding hebben en rijp zijn
om het beroep uit te oefenen en dat zij bijgevolg hetzelfde rendement om het beroep uit te oefenen en dat zij bijgevolg hetzelfde rendement
hebben als de meerderjarige, zowel op kwalitatief als op kwantitatief hebben als de meerderjarige, zowel op kwalitatief als op kwantitatief
gebied, nadat zij de vormingsperiode hebben doorgemaakt waarin is gebied, nadat zij de vormingsperiode hebben doorgemaakt waarin is
voorzien voor de toekenning van het loon van de meerderjarige. voorzien voor de toekenning van het loon van de meerderjarige.

Art. 10.Als een arbeider of arbeidster van een lagere naar een hogere

Art. 10.Als een arbeider of arbeidster van een lagere naar een hogere

klasse overgaat, zal het minimumloon van deze nieuwe klasse slechts klasse overgaat, zal het minimumloon van deze nieuwe klasse slechts
verschuldigd zijn na een aanpassingstijd die geen twee maanden mag verschuldigd zijn na een aanpassingstijd die geen twee maanden mag
overschrijden. Tijdens deze periode mag het loon lager zijn dan het overschrijden. Tijdens deze periode mag het loon lager zijn dan het
minimum van de overeenstemmende klasse, maar niet minder dan het minimum van de overeenstemmende klasse, maar niet minder dan het
minimum van de eerstvolgende lagere klasse. minimum van de eerstvolgende lagere klasse.
HOOFDSTUK IV. - Ploegenpremie HOOFDSTUK IV. - Ploegenpremie

Art. 11.Ingeval er in twee ploegen wordt gewerkt, zal aan het aldus

Art. 11.Ingeval er in twee ploegen wordt gewerkt, zal aan het aldus

tewerkgestelde personeel een toeslag van 6 pct. van het loon worden tewerkgestelde personeel een toeslag van 6 pct. van het loon worden
toegekend. toegekend.

Art. 12.Ingeval er in bijkomende ploegen wordt gewerkt, zal de

Art. 12.Ingeval er in bijkomende ploegen wordt gewerkt, zal de

loontoeslag worden vastgesteld op het niveau van de onderneming in loontoeslag worden vastgesteld op het niveau van de onderneming in
overeenstemming met de werkgevers- en werknemersorganisaties. De overeenstemming met de werkgevers- en werknemersorganisaties. De
toeslag voor werk in nachtploeg bedraagt minimum 15 pct. van het loon. toeslag voor werk in nachtploeg bedraagt minimum 15 pct. van het loon.

Art. 13.Elke arbeider en arbeidster die ploegenarbeid verricht zal

Art. 13.Elke arbeider en arbeidster die ploegenarbeid verricht zal

gedurende de arbeidsdag recht hebben op een bepaalde schafttijd van gedurende de arbeidsdag recht hebben op een bepaalde schafttijd van
maximum een half uur. maximum een half uur.
HOOFDSTUK V. - Bijslagen voor overuren HOOFDSTUK V. - Bijslagen voor overuren

Art. 14.Voor de overuren zal een bijslag van 50 pct. worden

Art. 14.Voor de overuren zal een bijslag van 50 pct. worden

toegekend. toegekend.

Art. 15.Deze bijslag wordt op 100 pct. gebracht :

Art. 15.Deze bijslag wordt op 100 pct. gebracht :

1) vanaf het vijfde overuur dat op dezelfde dag wordt verricht, met 1) vanaf het vijfde overuur dat op dezelfde dag wordt verricht, met
uitzondering van de overuren die worden verricht op de vrije zaterdag uitzondering van de overuren die worden verricht op de vrije zaterdag
in het stelsel van de vijf dagenweek; in het stelsel van de vijf dagenweek;
2) voor de overuren die worden verricht tussen 22 en 6 uur; 2) voor de overuren die worden verricht tussen 22 en 6 uur;
3) voor de overuren die worden verricht op een zondag of feestdag. 3) voor de overuren die worden verricht op een zondag of feestdag.

Art. 16.Behalve als de arbeider of arbeidster daags te voren hiervan

Art. 16.Behalve als de arbeider of arbeidster daags te voren hiervan

werd verwittigd, verstrekt de onderneming hem een maaltijd, of betaalt werd verwittigd, verstrekt de onderneming hem een maaltijd, of betaalt
zij, bij ontstentenis ervan, een vergoeding van 100 F als hij zijn zij, bij ontstentenis ervan, een vergoeding van 100 F als hij zijn
werk moet voortzetten buiten zijn normale arbeidstijd, zonder de werk moet voortzetten buiten zijn normale arbeidstijd, zonder de
mogelijkheid te hebben thuis te gaan eten. mogelijkheid te hebben thuis te gaan eten.
HOOFDSTUK VI. - Jaarlijkse premie HOOFDSTUK VI. - Jaarlijkse premie

Art. 17.De arbeiders en arbeidsters die ingeschreven zijn in de

Art. 17.De arbeiders en arbeidsters die ingeschreven zijn in de

onderneming op 15 december zullen tussen 15 en 25 december een onderneming op 15 december zullen tussen 15 en 25 december een
jaarlijkse eindejaarspremie ontvangen die gelijk is aan 160,33 uren jaarlijkse eindejaarspremie ontvangen die gelijk is aan 160,33 uren
(37-urenweek) van hun individueel loon (1) bij de eerste opening van (37-urenweek) van hun individueel loon (1) bij de eerste opening van
de rekeningen van de maand november. de rekeningen van de maand november.
Hebben recht op de premie in verhouding tot hun arbeidsprestaties na Hebben recht op de premie in verhouding tot hun arbeidsprestaties na
drie maanden anciënniteit in de onderneming (2) : drie maanden anciënniteit in de onderneming (2) :
- de arbeiders en arbeidsters die ingeschreven zijn op 15 december en - de arbeiders en arbeidsters die ingeschreven zijn op 15 december en
die in de onderneming in dienst zijn getreden in de loop van het jaar; die in de onderneming in dienst zijn getreden in de loop van het jaar;
- de arbeiders en arbeidsters die de onderneming hebben verlaten in de - de arbeiders en arbeidsters die de onderneming hebben verlaten in de
loop van het jaar, uitgezonderd voor dringende reden. loop van het jaar, uitgezonderd voor dringende reden.
(1) Gezien de verschillende interpretaties gegeven aan het begrip « (1) Gezien de verschillende interpretaties gegeven aan het begrip «
individueel loon », komen de partijen overeen dat, de jaarlijkse individueel loon », komen de partijen overeen dat, de jaarlijkse
premie betaalbaar vanaf december 1997, de enige te weerhouden premie betaalbaar vanaf december 1997, de enige te weerhouden
interpretatie is « het loon plus de ploegenpremie » (het betreft de interpretatie is « het loon plus de ploegenpremie » (het betreft de
gemiddelde ploegenpremie voor diegene die in drie of meer afwisselende gemiddelde ploegenpremie voor diegene die in drie of meer afwisselende
ploegen werken). ploegen werken).
(2) De arbeiders en arbeidsters, aangeworven met één of meerdere (2) De arbeiders en arbeidsters, aangeworven met één of meerdere
contracten van bepaalde duur tijdens de referentieperiode en die in contracten van bepaalde duur tijdens de referentieperiode en die in
het totaal een anciënniteit bereiken gelijk aan of hoger dan drie het totaal een anciënniteit bereiken gelijk aan of hoger dan drie
maanden, hebben recht op een eindejaarspremie naar rato van hun maanden, hebben recht op een eindejaarspremie naar rato van hun
prestaties. prestaties.
Worden met effectieve arbeid gelijkgesteld : Worden met effectieve arbeid gelijkgesteld :
- de jaarlijkse vakantie; - de jaarlijkse vakantie;
- de afwezigheden, behalve die wegens ziekte, die aanleiding hebben - de afwezigheden, behalve die wegens ziekte, die aanleiding hebben
gegeven tot de betaling van loon; gegeven tot de betaling van loon;
- de periodes van arbeidsongeschiktheid in de zin van de wetgeving op - de periodes van arbeidsongeschiktheid in de zin van de wetgeving op
de ziekte- en invaliditeitsverzekering, tot zes maanden maximum; de ziekte- en invaliditeitsverzekering, tot zes maanden maximum;
- de periodes van werkloosheid die aanleiding hebben gegeven tot de - de periodes van werkloosheid die aanleiding hebben gegeven tot de
betaling van de dagelijkse uitkeringen voor bestaanszekerheid; betaling van de dagelijkse uitkeringen voor bestaanszekerheid;
- de periodes van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van - de periodes van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van
arbeidsongevallen, tot één jaar. arbeidsongevallen, tot één jaar.
Om het aantal uren te bepalen waarop de arbeider of arbeidster recht Om het aantal uren te bepalen waarop de arbeider of arbeidster recht
heeft naargelang zijn arbeidsprestaties gedurende de referentieperiode heeft naargelang zijn arbeidsprestaties gedurende de referentieperiode
gaande van 1 oktober van het vorig jaar tot 30 september van het gaande van 1 oktober van het vorig jaar tot 30 september van het
lopend jaar, wordt als volgt tewerkgegaan : lopend jaar, wordt als volgt tewerkgegaan :
- vijfgagenweek : - vijfgagenweek :
:gewerkte dagen + gelijkgestelde dagen van de periode x 160,33 u =/52 :gewerkte dagen + gelijkgestelde dagen van de periode x 160,33 u =/52
x 5 x 5
- zesdagenweek : - zesdagenweek :
:gewerkte dagen + gelijkgestelde dagen van de periode x 160,33 u =/52 :gewerkte dagen + gelijkgestelde dagen van de periode x 160,33 u =/52
x 6 x 6
- als een arbeider of arbeidster nu eens vijf dagen per week werkt en - als een arbeider of arbeidster nu eens vijf dagen per week werkt en
dan weer zes dagen, worden de 52 weken verdeeld volgens het aantal dan weer zes dagen, worden de 52 weken verdeeld volgens het aantal
weken gedurende dewelke het ene of het andere stelsel werd toegepast, weken gedurende dewelke het ene of het andere stelsel werd toegepast,
met name : met name :
gewerkte dagen + gelijkgestelde dagen van de periode x 160,33 r =/(n x gewerkte dagen + gelijkgestelde dagen van de periode x 160,33 r =/(n x
5) + (m x 6) 5) + (m x 6)
n + m is gelijk aan 52 weken. n + m is gelijk aan 52 weken.
De eventuele gunstiger programmaties die formeel werden vastgesteld op De eventuele gunstiger programmaties die formeel werden vastgesteld op
het niveau van de ondernemingen vóór de inwerkingtreding van deze het niveau van de ondernemingen vóór de inwerkingtreding van deze
collectieve arbeidsovereenkomst, zullen niettemin worden toegepast. collectieve arbeidsovereenkomst, zullen niettemin worden toegepast.
Voor de ondernemingen die gedeeltelijk of volledig de arbeidsduur Voor de ondernemingen die gedeeltelijk of volledig de arbeidsduur
hebben verminderd van 40 tot 37 uren per week in de vorm van betaalde hebben verminderd van 40 tot 37 uren per week in de vorm van betaalde
compensatiedagen (zonder aanpassing van de uurlonen), wordt het aantal compensatiedagen (zonder aanpassing van de uurlonen), wordt het aantal
uren dat in aanmerking komt voor de jaarlijkse premie als volgt uren dat in aanmerking komt voor de jaarlijkse premie als volgt
berekend: berekend:
wekelijkse arbeidsstelsel x 52/12 wekelijkse arbeidsstelsel x 52/12

Art. 18.De vakorganisaties verbinden er zich toe geen eisen in te

Art. 18.De vakorganisaties verbinden er zich toe geen eisen in te

dienen die verder zouden gaan dan de in het vorige artikel vermelde dienen die verder zouden gaan dan de in het vorige artikel vermelde
bepalingen. bepalingen.
HOOFDSTUK VII HOOFDSTUK VII
Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 19.De lonen van de in artikel 1 bedoelde arbeiders en

Art. 19.De lonen van de in artikel 1 bedoelde arbeiders en

arbeidsters zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de arbeidsters zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de
consumptieprijzen, dat maandelijks wordt vastgesteld door het consumptieprijzen, dat maandelijks wordt vastgesteld door het
Ministerie van Economische Zaken en wordt bekendgemaakt in het Ministerie van Economische Zaken en wordt bekendgemaakt in het
Belgisch Staatsblad. Belgisch Staatsblad.

Art. 20.Het referte-indexcijfer 121,09 vormt de spil van de eerste

Art. 20.Het referte-indexcijfer 121,09 vormt de spil van de eerste

stabilisatieschijf 119,30 tot 122,90. stabilisatieschijf 119,30 tot 122,90.

Art. 21.De conventionele minimumuurlonen schommelen met 1,5 pct.

Art. 21.De conventionele minimumuurlonen schommelen met 1,5 pct.

volgens de hierna vermelde stabilisatieschijven, wanneer het volgens de hierna vermelde stabilisatieschijven, wanneer het
indexcijfer van de consumptieprijzen van de voorgaande maand deze indexcijfer van de consumptieprijzen van de voorgaande maand deze
schijven overschrijdt : schijven overschrijdt :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 22.De loonsverhogingen of verlagingen worden toegepast vanaf de

Art. 22.De loonsverhogingen of verlagingen worden toegepast vanaf de

eerste opening van de rekeningen van de maand. eerste opening van de rekeningen van de maand.

Art. 23.Met uitzondering van wat voorzien is in artikel 8, eerste en

Art. 23.Met uitzondering van wat voorzien is in artikel 8, eerste en

tweede lid, worden de schommelingen van de lonen berekend op de tweede lid, worden de schommelingen van de lonen berekend op de
conventionele minimumuurlonen, terwijl de loontoeslagen verworven conventionele minimumuurlonen, terwijl de loontoeslagen verworven
blijven. blijven.

Art. 24.Krachtens het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot

Art. 24.Krachtens het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot

uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van `s lands uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van `s lands
concurrentievermogen, moet het indexcijfer van de consumptieprijzen concurrentievermogen, moet het indexcijfer van de consumptieprijzen
waarvan sprake is in dit hoofdstuk evenwel vervangen worden door het waarvan sprake is in dit hoofdstuk evenwel vervangen worden door het
viermaandelijkse gezondheidsindexcijfer dat wordt vastgesteld door het viermaandelijkse gezondheidsindexcijfer dat wordt vastgesteld door het
Ministerie van Economische Zaken en wordt bekendgemaakt in het Ministerie van Economische Zaken en wordt bekendgemaakt in het
Belgisch Staatsblad. Belgisch Staatsblad.
HOOFDSTUK VIII. - Arbeidsduur HOOFDSTUK VIII. - Arbeidsduur

Art. 25.Vanaf 1 november 1984 omvat de arbeidsweek 37 uren die moeten

Art. 25.Vanaf 1 november 1984 omvat de arbeidsweek 37 uren die moeten

worden verricht in dagen van maximum 9 uren. worden verricht in dagen van maximum 9 uren.
De verkorting van de arbeidsduur van 40 tot 37 uren kan als volgt De verkorting van de arbeidsduur van 40 tot 37 uren kan als volgt
geschieden : geschieden :
- door een dagelijkse verkorting van de arbeidsduur; - door een dagelijkse verkorting van de arbeidsduur;
- door een wekelijkse verkorting van de arbeidsduur; - door een wekelijkse verkorting van de arbeidsduur;
- door een spreiding in de vorm van een gemiddelde over een periode - door een spreiding in de vorm van een gemiddelde over een periode
van 13 weken, die eventueel weken van 6 dagen kan bevatten; van 13 weken, die eventueel weken van 6 dagen kan bevatten;
- door het toekennen van compensatiedagen; - door het toekennen van compensatiedagen;
- door de combinatie van de verschillende hierboven opgesomde - door de combinatie van de verschillende hierboven opgesomde
mogelijkheden. mogelijkheden.

Art. 26.Over de modaliteiten van de arbeidstijdverkorting die bepaald

Art. 26.Over de modaliteiten van de arbeidstijdverkorting die bepaald

zijn in het vorige artikel zal er, rekening houdend met de technische, zijn in het vorige artikel zal er, rekening houdend met de technische,
economische en sociale eigenheid van de ondernemingen en met het oog economische en sociale eigenheid van de ondernemingen en met het oog
op het behoud van een maximum tijd aan produktie enerzijds en op de op het behoud van een maximum tijd aan produktie enerzijds en op de
bevordering van de tewerkstelling anderzijds, worden onderhandeld op bevordering van de tewerkstelling anderzijds, worden onderhandeld op
het niveau van de ondernemingen. het niveau van de ondernemingen.

Art. 27.De normale werkdag in één ploeg is in twee delen verdeeld

Art. 27.De normale werkdag in één ploeg is in twee delen verdeeld

door een rusttijd van hoogstens twee uren. door een rusttijd van hoogstens twee uren.

Art. 28.Indien één van de werktijden langer is dan 5 uren, zal aan de

Art. 28.Indien één van de werktijden langer is dan 5 uren, zal aan de

arbeider een rusttijd van tien minuten worden toegekend, zonder dat arbeider een rusttijd van tien minuten worden toegekend, zonder dat
deze rusttijd mag worden aangerekend bij wijze van verlenging van de deze rusttijd mag worden aangerekend bij wijze van verlenging van de
werkdag, noch mag worden afgetrokken van het loon. werkdag, noch mag worden afgetrokken van het loon.
HOOFDSTUK IX. - Feestdagen HOOFDSTUK IX. - Feestdagen

Art. 29.In de normale arbeidsweek zijn begrepen:

Art. 29.In de normale arbeidsweek zijn begrepen:

a) de feestdagen die bepaald zijn bij artikel 1 van het koninklijk a) de feestdagen die bepaald zijn bij artikel 1 van het koninklijk
besluit van 18 april 1974, namelijk : besluit van 18 april 1974, namelijk :
1) 1 januari; 1) 1 januari;
2) Paasmaandag; 2) Paasmaandag;
3) 1 mei 3) 1 mei
4) Hemelvaartsdag; 4) Hemelvaartsdag;
5) Pinkstermaandag; 5) Pinkstermaandag;
6) 21 juli; 6) 21 juli;
7) O.L.V. Hemelvaart; 7) O.L.V. Hemelvaart;
8) Allerheiligen; 8) Allerheiligen;
9) 11 november; 9) 11 november;
10) 25 december (Kerstmis); 10) 25 december (Kerstmis);
b) twee dagen in gemeen overleg tussen de werkgever en de arbeiders b) twee dagen in gemeen overleg tussen de werkgever en de arbeiders
vast te stellen (kermis, plaatselijk of gemeenschapsfeest of om het vast te stellen (kermis, plaatselijk of gemeenschapsfeest of om het
even welke andere dag). even welke andere dag).
HOOFDSTUK X. - Klein verlet HOOFDSTUK X. - Klein verlet

Art. 30.De in artikel 1 bedoelde arbeiders hebben het recht afwezig

Art. 30.De in artikel 1 bedoelde arbeiders hebben het recht afwezig

te zijn, met behoud van hun normaal loon, ter gelegenheid van te zijn, met behoud van hun normaal loon, ter gelegenheid van
familiegebeurtenissen en voor de vervulling van staatsburgerlijke familiegebeurtenissen en voor de vervulling van staatsburgerlijke
verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, die hierna opgesomd verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, die hierna opgesomd
zijn, voor een als volgt bepaalde duur : zijn, voor een als volgt bepaalde duur :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de toepassing van de nrs. 2, 3, 4, 5, 6 en 9 wordt het aangenomen Voor de toepassing van de nrs. 2, 3, 4, 5, 6 en 9 wordt het aangenomen
of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd
kind. kind.
Voor de toepassing van de nrs 7 en 8 worden de schoonbroer, de Voor de toepassing van de nrs 7 en 8 worden de schoonbroer, de
schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de echtgeno(o)t(e) schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de echtgeno(o)t(e)
van de werknemer gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de van de werknemer gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de
grootvader en de grootmoeder van de werknemer. grootvader en de grootmoeder van de werknemer.
De wees, die familiehoofd is, wordt met de vader gelijkgesteld voor de De wees, die familiehoofd is, wordt met de vader gelijkgesteld voor de
toepassing van de bovenstaande gevallen. toepassing van de bovenstaande gevallen.
Voor de toepassing van de bepalingen van dit artikel, zullen slechts Voor de toepassing van de bepalingen van dit artikel, zullen slechts
de dagen van gewone activiteit als afwezigheidsdagen worden beschouwd. de dagen van gewone activiteit als afwezigheidsdagen worden beschouwd.
Voor de afwezigheden ten gevolge van overlijden, zullen alleen de Voor de afwezigheden ten gevolge van overlijden, zullen alleen de
dagen waarop gewoonlijk wordt gewerkt aanleiding geven tot dagen waarop gewoonlijk wordt gewerkt aanleiding geven tot
loonbetaling. loonbetaling.
Vanaf 1 januari 1998, zullen de samenwonenden gelijkgesteld worden met Vanaf 1 januari 1998, zullen de samenwonenden gelijkgesteld worden met
wettelijk gehuwden voor de toepassing van klein verlet voorzien in dit wettelijk gehuwden voor de toepassing van klein verlet voorzien in dit
artikel. Op het ogenblik van de aanvraag tot afwezigheid, zullen de artikel. Op het ogenblik van de aanvraag tot afwezigheid, zullen de
betrokken arbeiders en arbeidsters een officieel document aan de betrokken arbeiders en arbeidsters een officieel document aan de
werkgever voorleggen, dat hun staat samenwonenden bevestigt. werkgever voorleggen, dat hun staat samenwonenden bevestigt.
HOOFDSTUK XI. - Slotbepalingen HOOFDSTUK XI. - Slotbepalingen

Art. 31.De indeling van de functies die vastgesteld zijn bij deze

Art. 31.De indeling van de functies die vastgesteld zijn bij deze

collectieve arbeidsovereenkomst geldt voor onbepaalde tijd. collectieve arbeidsovereenkomst geldt voor onbepaalde tijd.

Art. 32.De hoofdstukken II en III van deze collectieve

Art. 32.De hoofdstukken II en III van deze collectieve

arbeidsovereenkomst zijn niet toepasselijk op de ondernemingen van arbeidsovereenkomst zijn niet toepasselijk op de ondernemingen van
behangpapier en de hoofdstukken II, III, VI, VII en VIII zijn niet behangpapier en de hoofdstukken II, III, VI, VII en VIII zijn niet
toepasselijk op de ondernemingen van papieren hulzen. toepasselijk op de ondernemingen van papieren hulzen.

Art. 33.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing van 1

Art. 33.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing van 1

februari 1997 tot 31 januari 1999. Zij wordt echter van jaar tot jaar februari 1997 tot 31 januari 1999. Zij wordt echter van jaar tot jaar
stilzwijgend verlengd, behoudens gehele of gedeeltelijke opzegging stilzwijgend verlengd, behoudens gehele of gedeeltelijke opzegging
door één van de partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, door één van de partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden,
gericht aan de voorzitter van het paritair comité bij een ter post gericht aan de voorzitter van het paritair comité bij een ter post
aangetekend schrijven. aangetekend schrijven.

Art. 34.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vernietigt en vervangt

Art. 34.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vernietigt en vervangt

de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1993. de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1993.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 maart Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 maart
1998. 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET Mevr. M. SMET
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1997 Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1997
betreffende de arbeids- en loonsvoorwaarden betreffende de arbeids- en loonsvoorwaarden
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 maart Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 maart
1998. 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET Mevr. M. SMET
^