| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het tijdskrediet in 2021-2022 (1) | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het tijdskrediet in 2021-2022 (1) |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 9 MEI 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 9 MEI 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2021, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2021, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de | gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de |
| houtbewerking, betreffende het tijdskrediet in 2021-2022 (bedienden) | houtbewerking, betreffende het tijdskrediet in 2021-2022 (bedienden) |
| (1) | (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de |
| houtbewerking; | houtbewerking; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2021, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2021, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de | gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de |
| houtbewerking, betreffende het tijdskrediet in 2021-2022 (bedienden). | houtbewerking, betreffende het tijdskrediet in 2021-2022 (bedienden). |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 9 mei 2022. | Gegeven te Brussel, 9 mei 2022. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking | Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2021 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2021 |
| Tijdskrediet in 2021-2022 (bedienden) | Tijdskrediet in 2021-2022 (bedienden) |
| (Overeenkomst geregistreerdop 6 januari 2022 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerdop 6 januari 2022 onder het nummer |
| 169242/CO/126) | 169242/CO/126) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die tot de bevoegdheid | de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die tot de bevoegdheid |
| van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking | van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking |
| behoren. | behoren. |
| Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke | Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke |
| bedienden. | bedienden. |
| HOOFDSTUK II. - Tijdskrediet | HOOFDSTUK II. - Tijdskrediet |
Art. 2.Bij toepassing van artikel 2, § 3 van de collectieve |
Art. 2.Bij toepassing van artikel 2, § 3 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 103 tot invoering van een stelsel van | arbeidsovereenkomst nr. 103 tot invoering van een stelsel van |
| tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, worden de | tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, worden de |
| volgende afwijkingsmogelijkheden vastgesteld : | volgende afwijkingsmogelijkheden vastgesteld : |
| Voor niet-uitvoerende bedienden en voor de bedienden die een functie | Voor niet-uitvoerende bedienden en voor de bedienden die een functie |
| uitoefenen die niet door een andere bediende in het bedrijf wordt | uitoefenen die niet door een andere bediende in het bedrijf wordt |
| uitgeoefend, vereist de uitoefening van het recht op tijdskrediet een | uitgeoefend, vereist de uitoefening van het recht op tijdskrediet een |
| akkoord van de werkgever. | akkoord van de werkgever. |
| De instemming of niet-instemming van de werkgever zal aan de werknemer | De instemming of niet-instemming van de werkgever zal aan de werknemer |
| meegedeeld worden uiterlijk de laatste dag van de maand volgend op de | meegedeeld worden uiterlijk de laatste dag van de maand volgend op de |
| maand waarin het schriftelijk verzoek van de werknemer werd verricht. | maand waarin het schriftelijk verzoek van de werknemer werd verricht. |
| Artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2016, | Artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2016, |
| gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, met | gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, met |
| betrekking tot het statuut van de syndicale afvaardiging, is van | betrekking tot het statuut van de syndicale afvaardiging, is van |
| toepassing. | toepassing. |
| In geval van blijvend geschil in de onderneming, met of zonder | In geval van blijvend geschil in de onderneming, met of zonder |
| vakbondsafvaardiging, kan de meest gerede partij het geschil | vakbondsafvaardiging, kan de meest gerede partij het geschil |
| voorleggen aan het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor de | voorleggen aan het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor de |
| stoffering en de houtbewerking. | stoffering en de houtbewerking. |
Art. 3.§ 1. Bij toepassing van artikel 4, § 4 van de collectieve |
Art. 3.§ 1. Bij toepassing van artikel 4, § 4 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 103 wordt een recht op 24 maanden voltijds of | arbeidsovereenkomst nr. 103 wordt een recht op 24 maanden voltijds of |
| halftijds tijdskrediet met motief toegekend, zoals bepaald in artikel | halftijds tijdskrediet met motief toegekend, zoals bepaald in artikel |
| 4, § 1, a°, b° en c° en § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. | 4, § 1, a°, b° en c° en § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. |
| 103. | 103. |
| Voor bedienden die minstens 5 jaar anciënniteit in het bedrijf hebben, | Voor bedienden die minstens 5 jaar anciënniteit in het bedrijf hebben, |
| wordt een recht op 36 maanden voltijds of halftijds tijdskrediet met | wordt een recht op 36 maanden voltijds of halftijds tijdskrediet met |
| motief toegekend zoals bepaald in artikel 4, § 2 van de collectieve | motief toegekend zoals bepaald in artikel 4, § 2 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 103. | arbeidsovereenkomst nr. 103. |
| Voor bedienden die minstens 5 jaar anciënniteit in het bedrijf hebben, | Voor bedienden die minstens 5 jaar anciënniteit in het bedrijf hebben, |
| wordt een recht op 51 maanden voltijds of halftijds tijdskrediet met | wordt een recht op 51 maanden voltijds of halftijds tijdskrediet met |
| motief toegekend zoals bepaald in artikel 4, § 1, a°, b° en c° van de | motief toegekend zoals bepaald in artikel 4, § 1, a°, b° en c° van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. |
| § 2. Bij toepassing van artikel 3 van de collectieve | § 2. Bij toepassing van artikel 3 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 156, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op | arbeidsovereenkomst nr. 156, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op |
| 15 juli 2021, wordt : | 15 juli 2021, wordt : |
| - de leeftijd voor het recht van de oudere werknemers op halftijdse | - de leeftijd voor het recht van de oudere werknemers op halftijdse |
| landingsbanen gebracht op 55 jaar; | landingsbanen gebracht op 55 jaar; |
| - en de leeftijd voor het recht van oudere werknemers op 1/5de | - en de leeftijd voor het recht van oudere werknemers op 1/5de |
| landingsbanen gebracht op 55 jaar, | landingsbanen gebracht op 55 jaar, |
| voor de bedienden bedoeld in voormeld artikel 3 van de collectieve | voor de bedienden bedoeld in voormeld artikel 3 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 156 (35 jaar beroepsverleden als | arbeidsovereenkomst nr. 156 (35 jaar beroepsverleden als |
| loontrekkende, zwaar beroep; minimaal 20 jaar nachtarbeid) van 1 | loontrekkende, zwaar beroep; minimaal 20 jaar nachtarbeid) van 1 |
| januari 2021 tot 31 december 2022. | januari 2021 tot 31 december 2022. |
| § 3. Bij toepassing van artikel 16, § 1, laatste alinea van | § 3. Bij toepassing van artikel 16, § 1, laatste alinea van |
| collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 worden de bedienden die een | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 worden de bedienden die een |
| beroep doen op artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. | beroep doen op artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. |
| 156, op artikel 8, § 1, 1° van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. | 156, op artikel 8, § 1, 1° van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. |
| 103 en op artikel 9, § 1, 1° van de collectieve arbeidsovereenkomst | 103 en op artikel 9, § 1, 1° van de collectieve arbeidsovereenkomst |
| nr. 77bis, voor zover zij de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt, niet | nr. 77bis, voor zover zij de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt, niet |
| toegerekend op de drempel van 5 pct. waarin artikel 16, § 1 van de | toegerekend op de drempel van 5 pct. waarin artikel 16, § 1 van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 voorziet. | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 voorziet. |
| § 4. De bedienden die in toepassing van artikel 8, § 1, 1° van de | § 4. De bedienden die in toepassing van artikel 8, § 1, 1° van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 een 1/5de landingsbaan starten | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 een 1/5de landingsbaan starten |
| vanaf 60 jaar of later, ontvangen een bijkomende uitkering voor | vanaf 60 jaar of later, ontvangen een bijkomende uitkering voor |
| rekening van het fonds voor bestaanszekerheid, als aanvulling op het | rekening van het fonds voor bestaanszekerheid, als aanvulling op het |
| 4/5de loon. | 4/5de loon. |
| De bedienden die in toepassing van artikel 3 van de collectieve | De bedienden die in toepassing van artikel 3 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 156 een 1/5de landingsbaan starten, ontvangen | arbeidsovereenkomst nr. 156 een 1/5de landingsbaan starten, ontvangen |
| deze bijkomende uitkering voor rekening van het fonds voor | deze bijkomende uitkering voor rekening van het fonds voor |
| bestaanszekerheid, als aanvulling op het 4/5de loon, voor zover zij | bestaanszekerheid, als aanvulling op het 4/5de loon, voor zover zij |
| een 1/5de landingsbaan starten vanaf 55 jaar of later. | een 1/5de landingsbaan starten vanaf 55 jaar of later. |
| Deze bijkomende vergoeding bedraagt 74,79 EUR, welke jaarlijks wordt | Deze bijkomende vergoeding bedraagt 74,79 EUR, welke jaarlijks wordt |
| geïndexeerd met ingang van 1 januari 2022. | geïndexeerd met ingang van 1 januari 2022. |
| Deze vergoeding wordt uitbetaald per verlopen kalendermaand tot en met | Deze vergoeding wordt uitbetaald per verlopen kalendermaand tot en met |
| de maand december 2022. | de maand december 2022. |
| De raad van beheer van het fonds voor bestaanszekerheid wordt ermee | De raad van beheer van het fonds voor bestaanszekerheid wordt ermee |
| belast de nodige maatregelen te nemen om deze vergoeding te kunnen | belast de nodige maatregelen te nemen om deze vergoeding te kunnen |
| betalen, overeenkomstig de bovenstaande bepalingen. | betalen, overeenkomstig de bovenstaande bepalingen. |
| HOOFDSTUK III. - Toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst | HOOFDSTUK III. - Toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst |
| nr. 103 van 27 juni 2012 van de Nationale Arbeidsraad | nr. 103 van 27 juni 2012 van de Nationale Arbeidsraad |
Art. 4.Voor al wat niet uitdrukkelijk is bepaald in deze collectieve |
Art. 4.Voor al wat niet uitdrukkelijk is bepaald in deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst, zijn de bepalingen van de collectieve | arbeidsovereenkomst, zijn de bepalingen van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 van de Nationale | arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 van de Nationale |
| Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, | Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, |
| loopbaanvermindering en landingsbanen, van toepassing. | loopbaanvermindering en landingsbanen, van toepassing. |
| HOOFDSTUK IV. - Duur van de overeenkomst | HOOFDSTUK IV. - Duur van de overeenkomst |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2021 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2022, | januari 2021 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2022, |
| tenzij anders bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst. | tenzij anders bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 mei 2022. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 mei 2022. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |