Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 09/06/1999
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1995 houdende de oprichting en de inrichting van de Belgische Future- en Optiebeurs en van het koninklijk besluit van 4 maart 1991 met betrekking tot bepaalde instellingen voor collectieve belegging "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1995 houdende de oprichting en de inrichting van de Belgische Future- en Optiebeurs en van het koninklijk besluit van 4 maart 1991 met betrekking tot bepaalde instellingen voor collectieve belegging Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1995 houdende de oprichting en de inrichting van de Belgische Future- en Optiebeurs en van het koninklijk besluit van 4 maart 1991 met betrekking tot bepaalde instellingen voor collectieve belegging
MINISTERIE VAN FINANCIEN MINISTERIE VAN FINANCIEN
9 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 9 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 22 december 1995 houdende de oprichting en de inrichting besluit van 22 december 1995 houdende de oprichting en de inrichting
van de Belgische Future- en Optiebeurs en van het koninklijk besluit van de Belgische Future- en Optiebeurs en van het koninklijk besluit
van 4 maart 1991 met betrekking tot bepaalde instellingen voor van 4 maart 1991 met betrekking tot bepaalde instellingen voor
collectieve belegging collectieve belegging
VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING
Sire, Sire,
De Belgische Future- en Optiebeurs, hierna « Belfox » genoemd, werd De Belgische Future- en Optiebeurs, hierna « Belfox » genoemd, werd
opgericht en ingericht door het koninklijk besluit van 10 april 1991 opgericht en ingericht door het koninklijk besluit van 10 april 1991
genomen in uitvoering van de wet van 4 december 1990 op de financiële genomen in uitvoering van de wet van 4 december 1990 op de financiële
transacties en de financiële markten. Het wettelijke en reglementaire transacties en de financiële markten. Het wettelijke en reglementaire
kader van Belfox werd vervolgens door het koninklijk besluit van 22 kader van Belfox werd vervolgens door het koninklijk besluit van 22
december 1995 houdende de oprichting en de inrichting van de Belgische december 1995 houdende de oprichting en de inrichting van de Belgische
Future- en Optiebeurs (hierna « oprichtingsbesluit » genoemd), Future- en Optiebeurs (hierna « oprichtingsbesluit » genoemd),
aangepast aan de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, aangepast aan de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten,
het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de
bemiddelaars en beleggingsadviseurs (hierna « wet van 6 april 1995 » bemiddelaars en beleggingsadviseurs (hierna « wet van 6 april 1995 »
genoemd). genoemd).
Naar aanleiding van de aanpassingen doorgevoerd in 1995 werd onder Naar aanleiding van de aanpassingen doorgevoerd in 1995 werd onder
andere gepoogd de regels aangaande Belfox te verruimen en te andere gepoogd de regels aangaande Belfox te verruimen en te
versoepelen teneinde Belfox in de mogelijkheid te stellen nieuwe versoepelen teneinde Belfox in de mogelijkheid te stellen nieuwe
financiële instrumenten te noteren. In dit kader werd de definitie van financiële instrumenten te noteren. In dit kader werd de definitie van
financiële instrumenten die mogen worden opgenomen in de notering van financiële instrumenten die mogen worden opgenomen in de notering van
Belfox (artikel 2, § 1, 3°, van het oprichtingsbesluit), uitgebreid Belfox (artikel 2, § 1, 3°, van het oprichtingsbesluit), uitgebreid
tot alle financiële instrumenten voorzien in artikel 1, § 1, van de tot alle financiële instrumenten voorzien in artikel 1, § 1, van de
wet van 6 april 1995, met uitzondering van aandelen en andere met wet van 6 april 1995, met uitzondering van aandelen en andere met
aandelen gelijk te stellen waardepapieren (artikel 1, § 1, 1°, a), aandelen gelijk te stellen waardepapieren (artikel 1, § 1, 1°, a),
eerste gedachtenstreep, van de wet van 6 april 1995), obligaties en eerste gedachtenstreep, van de wet van 6 april 1995), obligaties en
andere schuldinstrumenten (artikel 1, § 1, 1°, a), tweede andere schuldinstrumenten (artikel 1, § 1, 1°, a), tweede
gedachtenstreep, van de wet van 6 april 1995), die op de kapitaalmarkt gedachtenstreep, van de wet van 6 april 1995), die op de kapitaalmarkt
verhandelbaar zijn. Deze uitbreiding had tot doel Belfox gelijke verhandelbaar zijn. Deze uitbreiding had tot doel Belfox gelijke
wapens en kansen te bieden als haar buitenlandse concurrenten zonder wapens en kansen te bieden als haar buitenlandse concurrenten zonder
echter te voorzien in de mogelijkheid van opname in de notering van echter te voorzien in de mogelijkheid van opname in de notering van
financiële instrumenten die reeds in de notering van andere Belgische financiële instrumenten die reeds in de notering van andere Belgische
gereglementeerde markten zijn opgenomen. gereglementeerde markten zijn opgenomen.
Recent heeft Belfox een nieuw financieel instrument ontwikkeld, de « Recent heeft Belfox een nieuw financieel instrument ontwikkeld, de «
index participation unit » (verkort « ipu »). index participation unit » (verkort « ipu »).
Het besluit dat heden ter ondertekening voorligt aan Uwe Majesteit, Het besluit dat heden ter ondertekening voorligt aan Uwe Majesteit,
voorziet bijgevolg in een aantal aanpassingen om de notering op Belfox voorziet bijgevolg in een aantal aanpassingen om de notering op Belfox
van dergelijke ipu's mogelijk te maken, en de beleggingsmogelijkheden van dergelijke ipu's mogelijk te maken, en de beleggingsmogelijkheden
in deze financiële instrumenten door instellingen voor collectieve in deze financiële instrumenten door instellingen voor collectieve
belegging te bevestigen. belegging te bevestigen.
In eerste instantie is een uitbreiding nodig van de financiële In eerste instantie is een uitbreiding nodig van de financiële
instrumenten die kunnen worden opgenomen in de notering van Belfox. instrumenten die kunnen worden opgenomen in de notering van Belfox.
Vervolgens is het wenselijk, omwille van de rechtszekerheid en Vervolgens is het wenselijk, omwille van de rechtszekerheid en
duidelijkheid, een duidelijke definitie en omschrijving te geven van duidelijkheid, een duidelijke definitie en omschrijving te geven van
de ipu's. de ipu's.
Daarnaast dienen de voorwaarden gepreciseerd te worden waaronder de Daarnaast dienen de voorwaarden gepreciseerd te worden waaronder de
instellingen voor collectieve belegging, met het oog op een goed instellingen voor collectieve belegging, met het oog op een goed
beheer van hun patrimonium, kunnen beleggen in opties op beheer van hun patrimonium, kunnen beleggen in opties op
aandelenindexen met een uitoefeningsprijs gelijk aan nul. aandelenindexen met een uitoefeningsprijs gelijk aan nul.
In het algemeen kan een ipu worden omschreven als een financieel In het algemeen kan een ipu worden omschreven als een financieel
instrument dat toelaat een deel of het geheel van een korf van instrument dat toelaat een deel of het geheel van een korf van
aandelen die een index samenstellen, te kopen of te verkopen. aandelen die een index samenstellen, te kopen of te verkopen.
Meer in het bijzonder vertegenwoordigt de ipu voor de houder een Meer in het bijzonder vertegenwoordigt de ipu voor de houder een
recht, zonder verplichting, om een gedeelte van de waarde van een korf recht, zonder verplichting, om een gedeelte van de waarde van een korf
van aandelen die een aandelenindex samenstellen, te verkrijgen. Dit van aandelen die een aandelenindex samenstellen, te verkrijgen. Dit
recht kan op om het even welk moment worden uitgeoefend tot op de recht kan op om het even welk moment worden uitgeoefend tot op de
vervaldag van de ipu, voor een prijs gelijk aan nul (0). De houder vervaldag van de ipu, voor een prijs gelijk aan nul (0). De houder
heeft bovendien een recht op de ontvangst van bedragen die heeft bovendien een recht op de ontvangst van bedragen die
proportioneel overeenstemmen met de dividenden die verband houden met proportioneel overeenstemmen met de dividenden die verband houden met
de aandelen die de index samenstellen. de aandelen die de index samenstellen.
De aandelenindex op zich kan niet worden geleverd. Enkel de De aandelenindex op zich kan niet worden geleverd. Enkel de
aandelenkorf representatief voor de index is leverbaar in de vorm van aandelenkorf representatief voor de index is leverbaar in de vorm van
de aandelen die haar samenstellen. Dit is enkel mogelijk wanneer de de aandelen die haar samenstellen. Dit is enkel mogelijk wanneer de
houder een voldoende aantal ipu's in zijn bezit heeft. Indien de houder een voldoende aantal ipu's in zijn bezit heeft. Indien de
houder niet over een voldoende aantal ipu's beschikt, geeft de houder niet over een voldoende aantal ipu's beschikt, geeft de
uitoefening van zijn optioneel recht aanleiding tot een vereffening in uitoefening van zijn optioneel recht aanleiding tot een vereffening in
contanten. De houder ontvangt dan in contanten de tegenwaarde van de contanten. De houder ontvangt dan in contanten de tegenwaarde van de
uitgeoefende ipu's. Een dergelijke vereffening in contanten is uitgeoefende ipu's. Een dergelijke vereffening in contanten is
eveneens mogelijk voor de houder in het bezit van een voldoende aantal eveneens mogelijk voor de houder in het bezit van een voldoende aantal
ipu's. ipu's.
Op zijn beurt ontvangt de emittent van de ipu's, op het ogenblik van Op zijn beurt ontvangt de emittent van de ipu's, op het ogenblik van
het afsluiten van de transactie, een premie betaald door de houder als het afsluiten van de transactie, een premie betaald door de houder als
tegenprestatie voor het recht dat het financieel instrument tegenprestatie voor het recht dat het financieel instrument
vertegenwoordigt. In geval van aanwijzing, kan de emittent, naar keuze vertegenwoordigt. In geval van aanwijzing, kan de emittent, naar keuze
en in functie van het aantal aangewezen ipu's, de aandelen leveren die en in functie van het aantal aangewezen ipu's, de aandelen leveren die
de index samenstellen of de tegenwaarde van de aangewezen ipu's in de index samenstellen of de tegenwaarde van de aangewezen ipu's in
contanten betalen. De emittent heeft bovendien een verplichting om contanten betalen. De emittent heeft bovendien een verplichting om
bedragen te betalen die proportioneel overeenstemmen met de bedragen te betalen die proportioneel overeenstemmen met de
dividenden. dividenden.
Zowel de houder als de emittent kunnen hun positie in ipu sluiten vóór Zowel de houder als de emittent kunnen hun positie in ipu sluiten vóór
vervaldag door, naargelang het geval, de gekochte ipu te verkopen op vervaldag door, naargelang het geval, de gekochte ipu te verkopen op
de markt of de uitgegeven ipu terug te kopen. de markt of de uitgegeven ipu terug te kopen.
De juridische kwalificatie die het meest aansluit bij de ipu is deze De juridische kwalificatie die het meest aansluit bij de ipu is deze
van een optiecontract. Bepaalde kenmerken van dit instrument wijken van een optiecontract. Bepaalde kenmerken van dit instrument wijken
evenwel af van de praktijk die momenteel wordt gevolgd voor evenwel af van de praktijk die momenteel wordt gevolgd voor
optiecontracten verhandeld op de Belgische gereglementeerde markten. optiecontracten verhandeld op de Belgische gereglementeerde markten.
Deze kenmerken zijn de uitoefenprijs (nul), de bepaling van een zeer Deze kenmerken zijn de uitoefenprijs (nul), de bepaling van een zeer
lange looptijd en de toekenning aan de houder van een recht op lange looptijd en de toekenning aan de houder van een recht op
bedragen die proportioneel overeenstemmen met de dividenden die bedragen die proportioneel overeenstemmen met de dividenden die
verbonden zijn aan de aandelen die de index samenstellen. De verbonden zijn aan de aandelen die de index samenstellen. De
afwezigheid van een uitoefenprijs, evenmin als de lange looptijd, afwezigheid van een uitoefenprijs, evenmin als de lange looptijd,
lijken niet onverenigbaar met de algemene regels aanvaard voor een lijken niet onverenigbaar met de algemene regels aanvaard voor een
optiecontract verhandeld op een gereglementeerde markt in België. optiecontract verhandeld op een gereglementeerde markt in België.
Hetzelfde kan evenwel niet worden gesteld voor de toekenning van de Hetzelfde kan evenwel niet worden gesteld voor de toekenning van de
bedragen die proportioneel overeenstemmen met de dividenden dat het bedragen die proportioneel overeenstemmen met de dividenden dat het
juridische kader van optiecontracten overschrijdt, zelfs indien dit juridische kader van optiecontracten overschrijdt, zelfs indien dit
laatste kenmerk zou kunnen worden gezien als een soort vergoeding laatste kenmerk zou kunnen worden gezien als een soort vergoeding
betaald aan de houder, en enkel aan hem, die een positie heeft in ipu betaald aan de houder, en enkel aan hem, die een positie heeft in ipu
op de dag van de toekenning, voor het nadeel dat hij zou lijden door op de dag van de toekenning, voor het nadeel dat hij zou lijden door
het feit dat de aandelenindex daalt ten gevolge van de het feit dat de aandelenindex daalt ten gevolge van de
betaalbaarstelling van de dividenden die overeenstemmen met de betaalbaarstelling van de dividenden die overeenstemmen met de
aandelen die deze index samenstellen. aandelen die deze index samenstellen.
Dit laatste aspect impliceert bijgevolg de opdeling van het financieel Dit laatste aspect impliceert bijgevolg de opdeling van het financieel
instrument in twee verschillende rechten, te weten, in hoofdzaak een instrument in twee verschillende rechten, te weten, in hoofdzaak een
recht van optionele aard en, bijkomend, een vorderingsrecht op de recht van optionele aard en, bijkomend, een vorderingsrecht op de
toekenning van bedragen die proportioneel overeenstemmen met de toekenning van bedragen die proportioneel overeenstemmen met de
dividenden. dividenden.
Een ipu is dus een financieel instrument gebaseerd op een Een ipu is dus een financieel instrument gebaseerd op een
onderliggende aandelenindex, dat is samengesteld uit twee delen die onderliggende aandelenindex, dat is samengesteld uit twee delen die
elk afzonderlijk zijn opgenomen in de lijst van financiële elk afzonderlijk zijn opgenomen in de lijst van financiële
instrumenten van artikel 1, § 1, van de wet van 6 april 1995 : in instrumenten van artikel 1, § 1, van de wet van 6 april 1995 : in
hoofdzaak een optioneel recht als bedoeld in artikel 1, § 1, 7°, van hoofdzaak een optioneel recht als bedoeld in artikel 1, § 1, 7°, van
voormelde wet en bijkomend een vorderingsrecht op bepaalde voormelde wet en bijkomend een vorderingsrecht op bepaalde
vergoedingen dat overeenstemt met een financieel instrument als vergoedingen dat overeenstemt met een financieel instrument als
bedoeld in artikel 1, § 1, 1°, a), tweede gedachtenstreep, van bedoeld in artikel 1, § 1, 1°, a), tweede gedachtenstreep, van
voormelde wet. voormelde wet.
Omwille van de aanwezigheid van voormeld vorderingsrecht, zelfs indien Omwille van de aanwezigheid van voormeld vorderingsrecht, zelfs indien
slechts bijkomend van aard, bleek het aangewezen om te voorzien in een slechts bijkomend van aard, bleek het aangewezen om te voorzien in een
uitbreiding van de financiële instrumenten die mogelijk kunnen worden uitbreiding van de financiële instrumenten die mogelijk kunnen worden
genoteerd op Belfox met « obligaties en andere schuldinstrumenten » om genoteerd op Belfox met « obligaties en andere schuldinstrumenten » om
de notering op Belfox van ipu's toe te laten. de notering op Belfox van ipu's toe te laten.
De omstandigheid dat de ipu een samengesteld financieel instrument is, De omstandigheid dat de ipu een samengesteld financieel instrument is,
doet geen afbreuk aan het feit dat het onder de toepassing valt van de doet geen afbreuk aan het feit dat het onder de toepassing valt van de
Europese Richtlijn van de Raad van 10 mei 1993 betreffende het Europese Richtlijn van de Raad van 10 mei 1993 betreffende het
verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten
(hierna « ISD-richtlijn » genoemd). Dit principe wordt bevestigd in de (hierna « ISD-richtlijn » genoemd). Dit principe wordt bevestigd in de
Memorie van Toelichting bij de wet van 6 april 1995, waarin de Memorie van Toelichting bij de wet van 6 april 1995, waarin de
toelichting bij artikel 1 een samengesteld financieel instrument toelichting bij artikel 1 een samengesteld financieel instrument
(namelijk obligatie met warrant) uitdrukkelijk erkent als financieel (namelijk obligatie met warrant) uitdrukkelijk erkent als financieel
instrument in de zin van de ISD-richtlijn. instrument in de zin van de ISD-richtlijn.
Het koninklijk besluit van 4 maart 1991 met betrekking tot bepaalde Het koninklijk besluit van 4 maart 1991 met betrekking tot bepaalde
instellingen voor collectieve belegging heeft inzonderheid tot doel de instellingen voor collectieve belegging heeft inzonderheid tot doel de
financiële risico's te beperken die worden gelopen door de financiële risico's te beperken die worden gelopen door de
instellingen voor collectieve belegging, en verplicht hen bepaalde instellingen voor collectieve belegging, en verplicht hen bepaalde
begrenzingen na te leven wanneer zij, voor het beheer van hun begrenzingen na te leven wanneer zij, voor het beheer van hun
patrimonium, gebruik maken van afgeleide producten. Teneinde de aldus patrimonium, gebruik maken van afgeleide producten. Teneinde de aldus
beoogde bescherming van het spaarderspubliek te waarborgen, wordt U beoogde bescherming van het spaarderspubliek te waarborgen, wordt U
een vervollediging voorgesteld van de regels die van toepassing zijn een vervollediging voorgesteld van de regels die van toepassing zijn
op de instellingen voor collectieve belegging die opties, inzonderheid op de instellingen voor collectieve belegging die opties, inzonderheid
opties op aandelenindexen, kopen, uitgeven of verkopen. opties op aandelenindexen, kopen, uitgeven of verkopen.
Elke instelling voor collectieve belegging moet in haar werking het Elke instelling voor collectieve belegging moet in haar werking het
beginsel van de risicospreiding in acht nemen en een buitensporige beginsel van de risicospreiding in acht nemen en een buitensporige
concentratie van beleggingen bij eenzelfde emittent vermijden. Om te concentratie van beleggingen bij eenzelfde emittent vermijden. Om te
voorkomen dat dit beginsel zou worden uitgehold in het specifieke voorkomen dat dit beginsel zou worden uitgehold in het specifieke
geval van de opties op aandelenindexen met een uitoefeningsprijs geval van de opties op aandelenindexen met een uitoefeningsprijs
gelijk aan nul, moet worden bepaald dat de positie in elke optie wordt gelijk aan nul, moet worden bepaald dat de positie in elke optie wordt
omgerekend in de positie in de aandelen die deel uitmaken van de index omgerekend in de positie in de aandelen die deel uitmaken van de index
en dat de risicobegrenzingen die het koninklijk besluit van 4 maart en dat de risicobegrenzingen die het koninklijk besluit van 4 maart
1991 oplegt, op die posities worden toegepast. Wanneer een instelling 1991 oplegt, op die posities worden toegepast. Wanneer een instelling
voor collectieve belegging niet heeft geopteerd voor de categorie van voor collectieve belegging niet heeft geopteerd voor de categorie van
beleggingen die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 85/611/EEG, beleggingen die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 85/611/EEG,
is het de Commissie voor het Bank- en Financiewezen die, gelet op het is het de Commissie voor het Bank- en Financiewezen die, gelet op het
beginsel van de risicospreiding, zal moeten oordelen of de index beginsel van de risicospreiding, zal moeten oordelen of de index
voldoende gediversifieerd is, hierbij steunend op de geldende voldoende gediversifieerd is, hierbij steunend op de geldende
voorschriften voor de instellingen voor collectieve belegging die hun voorschriften voor de instellingen voor collectieve belegging die hun
activa beleggen in effecten die deel uitmaken van een referentie-index activa beleggen in effecten die deel uitmaken van een referentie-index
(artikelen 3, a) en 6 van dit besluit). (artikelen 3, a) en 6 van dit besluit).
Opties op aandelenindexen kennen een gestage ontwikkeling en worden in Opties op aandelenindexen kennen een gestage ontwikkeling en worden in
toenemende mate gebruikt. Dergelijke opties kunnen impliceren dat een toenemende mate gebruikt. Dergelijke opties kunnen impliceren dat een
korf van aandelen die deel uitmaken van de index, dient te worden korf van aandelen die deel uitmaken van de index, dient te worden
geleverd, en dat niet enkel een verschil in contanten dient vereffend geleverd, en dat niet enkel een verschil in contanten dient vereffend
te worden. Deze situatie rechtvaardigt dat specifieke dekkingsregels te worden. Deze situatie rechtvaardigt dat specifieke dekkingsregels
worden ingevoerd voor de instellingen voor collectieve belegging die worden ingevoerd voor de instellingen voor collectieve belegging die
dergelijke opties uitgeven (artikel 3, b) van dit besluit). dergelijke opties uitgeven (artikel 3, b) van dit besluit).
Teneinde zowel het tegenpartijrisico als het hefboomeffect, dat Teneinde zowel het tegenpartijrisico als het hefboomeffect, dat
inherent is aan het bezit van opties, te beperken, bepaalt artikel 37, inherent is aan het bezit van opties, te beperken, bepaalt artikel 37,
§ 4, van het koninklijk besluit van 4 maart 1991 dat de premies met § 4, van het koninklijk besluit van 4 maart 1991 dat de premies met
betrekking tot het uitstaande saldo van de opties die een instelling betrekking tot het uitstaande saldo van de opties die een instelling
voor collectieve belegging heeft gekocht, niet meer dan 10 % van haar voor collectieve belegging heeft gekocht, niet meer dan 10 % van haar
nettoactief mogen bedragen. Bij opties op aandelenindexen met een nettoactief mogen bedragen. Bij opties op aandelenindexen met een
uitoefeningsprijs gelijk aan nul, is het hefboomeffect evenwel uitoefeningsprijs gelijk aan nul, is het hefboomeffect evenwel
onbestaand aangezien het bedrag van de optiepremie steeds gelijk is onbestaand aangezien het bedrag van de optiepremie steeds gelijk is
aan de marktwaarde van het onderliggend actief. In dit geval is het aan de marktwaarde van het onderliggend actief. In dit geval is het
dan ook verantwoord om de voormelde begrenzing van 10 % op 25 % te dan ook verantwoord om de voormelde begrenzing van 10 % op 25 % te
bepalen voor de premies betaald voor dergelijke opties, zonder dat het bepalen voor de premies betaald voor dergelijke opties, zonder dat het
totaal van de premies betaald voor de verwerving van opties bedoeld in totaal van de premies betaald voor de verwerving van opties bedoeld in
voornoemd artikel 37, ongeacht hun uitoefeningsprijs, meer dan 25 % voornoemd artikel 37, ongeacht hun uitoefeningsprijs, meer dan 25 %
van het nettoactief van de beleggingsinstelling mag bedragen. Op die van het nettoactief van de beleggingsinstelling mag bedragen. Op die
wijze wordt ook het nog aanwezige tegenpartijrisico ingeperkt (artikel wijze wordt ook het nog aanwezige tegenpartijrisico ingeperkt (artikel
4 van dit besluit). 4 van dit besluit).
Artikel 5 van dit besluit bevestigt dat naast opties die gekenmerkt Artikel 5 van dit besluit bevestigt dat naast opties die gekenmerkt
zijn door het feit dat zij door verschillende emittenten kunnen zijn door het feit dat zij door verschillende emittenten kunnen
uigegeven worden, ook effecten die dezelfde rechten toekennen als de uigegeven worden, ook effecten die dezelfde rechten toekennen als de
opties bedoeld in artikel 37 van het koninklijk besluit van 4 maart opties bedoeld in artikel 37 van het koninklijk besluit van 4 maart
1991 maar die gekenmerkt zijn door het feit dat ze slechts door één en 1991 maar die gekenmerkt zijn door het feit dat ze slechts door één en
dezelfde emittent kunnen uitgegeven worden, onderworpen zijn aan de dezelfde emittent kunnen uitgegeven worden, onderworpen zijn aan de
regels voor risicobegrenzing als vastgesteld in artikel 37 van het regels voor risicobegrenzing als vastgesteld in artikel 37 van het
koninklijk besluit van 4 maart 1991. Inzonderheid zijn zij onderworpen koninklijk besluit van 4 maart 1991. Inzonderheid zijn zij onderworpen
aan de regel die de betaalde premies voor de verwerving van opties aan de regel die de betaalde premies voor de verwerving van opties
begrenst tot een percentage van het nettoactief en aan de regel die de begrenst tot een percentage van het nettoactief en aan de regel die de
risicospreidingsregels van toepassing verklaart op de onderliggende risicospreidingsregels van toepassing verklaart op de onderliggende
aandelen van de optie. Met effecten die dezelfde rechten toekennen als aandelen van de optie. Met effecten die dezelfde rechten toekennen als
de opties bedoeld in artikel 37 van het koninklijk besluit van 4 maart de opties bedoeld in artikel 37 van het koninklijk besluit van 4 maart
1991, bedoelt men in het bijzonder effecten die het recht toekennen 1991, bedoelt men in het bijzonder effecten die het recht toekennen
effecten of een korf van effecten te verwerven of te verkopen of die effecten of een korf van effecten te verwerven of te verkopen of die
aanleiding geven tot een afwikkeling in contanten in functie van de aanleiding geven tot een afwikkeling in contanten in functie van de
koersevolutie van de onderliggende effecten of korf van effecten en koersevolutie van de onderliggende effecten of korf van effecten en
die gekenmerkt zijn door het feit dat zij slechts door één en dezelfde die gekenmerkt zijn door het feit dat zij slechts door één en dezelfde
emittent kunnen uitgegeven worden. De beleggingen in dergelijke emittent kunnen uitgegeven worden. De beleggingen in dergelijke
effecten zijn bovendien onderworpen aan de begrenzingen, vastgesteld effecten zijn bovendien onderworpen aan de begrenzingen, vastgesteld
in artikel 39 van het koninklijk besluit, van 4 maart 1991 teneinde in artikel 39 van het koninklijk besluit, van 4 maart 1991 teneinde
het tegenpartijrisico op de emittent van die effecten te beperken. Het het tegenpartijrisico op de emittent van die effecten te beperken. Het
zijn de meest strikte begrenzingen van beide artikelen die van zijn de meest strikte begrenzingen van beide artikelen die van
toepassing zijn. toepassing zijn.
Er wordt op gewezen dat de instellingen voor collectieve belegging Er wordt op gewezen dat de instellingen voor collectieve belegging
enerzijds een prospectus dienen te publiceren dat de informatie bevat enerzijds een prospectus dienen te publiceren dat de informatie bevat
die het publiek moet in staat stellen zich een verantwoord oordeel te die het publiek moet in staat stellen zich een verantwoord oordeel te
vormen over de voorgestelde belegging, en dat zij anderzijds vormen over de voorgestelde belegging, en dat zij anderzijds
semestriële en jaarrekeningen dienen bekend te maken. De Commissie semestriële en jaarrekeningen dienen bekend te maken. De Commissie
voor het Bank- en Financiewezen zal nauwgezet toezien op de voor het Bank- en Financiewezen zal nauwgezet toezien op de
beschrijving in deze documenten van het gebruik dat de instelling voor beschrijving in deze documenten van het gebruik dat de instelling voor
collectieve belegging ter uitvoering van haar beleggingspolitiek maakt collectieve belegging ter uitvoering van haar beleggingspolitiek maakt
van de financiële instrumenten bedoeld in dit besluit. van de financiële instrumenten bedoeld in dit besluit.
Ik heb de eer te zijn, Ik heb de eer te zijn,
Sire, Sire,
van Uwe Majesteit, van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige, de zeer eerbiedige,
en zeer getrouwe dienaar, en zeer getrouwe dienaar,
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
J.-J. VISEUR J.-J. VISEUR
9 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 9 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 22 december 1995 houdende de oprichting en de inrichting besluit van 22 december 1995 houdende de oprichting en de inrichting
van de Belgische Future- en Optiebeurs en van het koninklijk besluit van de Belgische Future- en Optiebeurs en van het koninklijk besluit
van 4 maart 1991 met betrekking tot bepaalde instellingen voor van 4 maart 1991 met betrekking tot bepaalde instellingen voor
collectieve belegging collectieve belegging
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het
statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de
bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, gewijzigd door de wetten van bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, gewijzigd door de wetten van
30 januari 1996 en van 10 maart 1999, inzonderheid de artikelen 1, § 30 januari 1996 en van 10 maart 1999, inzonderheid de artikelen 1, §
1, en 30, tweede lid (hierna « de wet van 6 april 1995 » genoemd); 1, en 30, tweede lid (hierna « de wet van 6 april 1995 » genoemd);
Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1995 houdende de Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1995 houdende de
oprichting en de inrichting van de Belgische Future- en Optiebeurs; oprichting en de inrichting van de Belgische Future- en Optiebeurs;
Gelet op de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de Gelet op de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de
financiële markten, inzonderheid artikel 123; financiële markten, inzonderheid artikel 123;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 maart 1991 met betrekking tot Gelet op het koninklijk besluit van 4 maart 1991 met betrekking tot
bepaalde instellingen voor collectieve belegging, inzonderheid artikel bepaalde instellingen voor collectieve belegging, inzonderheid artikel
37; 37;
Gelet op het advies van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen; Gelet op het advies van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli
1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de Belgische Future- en Optiebeurs (hierna « Belfox » Overwegende dat de Belgische Future- en Optiebeurs (hierna « Belfox »
genoemd) op korte termijn wenst over te gaan tot de notering op haar genoemd) op korte termijn wenst over te gaan tot de notering op haar
markt van een door haar ontwikkeld nieuw financieel instrument, markt van een door haar ontwikkeld nieuw financieel instrument,
namelijk de « index participation unit »; namelijk de « index participation unit »;
Overwegende dat de notering op Belfox van deze « index participation Overwegende dat de notering op Belfox van deze « index participation
units » belangrijk is voor het Belgische financiële centrum in het units » belangrijk is voor het Belgische financiële centrum in het
kader van de internationale concurrentie daar soortgelijke producten kader van de internationale concurrentie daar soortgelijke producten
momenteel worden ontwikkeld door andere buitenlandse gereglementeerde momenteel worden ontwikkeld door andere buitenlandse gereglementeerde
markten; markten;
Overwegende dat een aanpassing van het reglementaire kader van Belfox Overwegende dat een aanpassing van het reglementaire kader van Belfox
zich opdringt om de notering van de « index participation units » zich opdringt om de notering van de « index participation units »
mogelijk te maken op haar markt; mogelijk te maken op haar markt;
Overwegende dat, in overeenstemming met artikel 30, tweede lid, van de Overwegende dat, in overeenstemming met artikel 30, tweede lid, van de
wet van 6 april 1995, de Effectenbeursvennootschap van Brussel en het wet van 6 april 1995, de Effectenbeursvennootschap van Brussel en het
Rentenfonds hun akkoord hebben gegeven met betrekking tot de Rentenfonds hun akkoord hebben gegeven met betrekking tot de
uitbreiding van de financiële instrumenten die kunnen worden opgenomen uitbreiding van de financiële instrumenten die kunnen worden opgenomen
in de notering van Belfox; in de notering van Belfox;
Overwegende dat, omwille van de rechtszekerheid, onverwijld het Overwegende dat, omwille van de rechtszekerheid, onverwijld het
reglementaire kader van toepassing op de « index participation units » reglementaire kader van toepassing op de « index participation units »
moet worden gedefinieerd; moet worden gedefinieerd;
Overwegende dat de voorwaarden gepreciseerd dienen te worden waaronder Overwegende dat de voorwaarden gepreciseerd dienen te worden waaronder
de instellingen voor collectieve belegging, met het oog op een goed de instellingen voor collectieve belegging, met het oog op een goed
beheer van hun patrimonium, kunnen beleggen in opties op beheer van hun patrimonium, kunnen beleggen in opties op
aandelenindexen met een uitoefeningsprijs gelijk aan nul. aandelenindexen met een uitoefeningsprijs gelijk aan nul.
Op de voordracht van onze Minister van Financiën, en op het advies van Op de voordracht van onze Minister van Financiën, en op het advies van
Onze in Raad vergaderende Ministers, Onze in Raad vergaderende Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2, § 1, 3°, a), van het koninklijk besluit van

Artikel 1.In artikel 2, § 1, 3°, a), van het koninklijk besluit van

22 december 1995 houdende de oprichting en de inrichting van de 22 december 1995 houdende de oprichting en de inrichting van de
Belgische Future- en Optiebeurs (hierna « het oprichtingsbesluit » Belgische Future- en Optiebeurs (hierna « het oprichtingsbesluit »
genoemd), worden de woorden « eerste gedachtenstreep, » ingevoegd genoemd), worden de woorden « eerste gedachtenstreep, » ingevoegd
tussen de woorden « met uitzondering van de instrumenten opgenomen tussen de woorden « met uitzondering van de instrumenten opgenomen
onder artikel 1, § 1, 1°, a), » en « van de wet; ». onder artikel 1, § 1, 1°, a), » en « van de wet; ».

Art. 2.In artikel 2, § 1, van het oprichtingsbesluit wordt een 3°bis

Art. 2.In artikel 2, § 1, van het oprichtingsbesluit wordt een 3°bis

ingevoegd, luidende : ingevoegd, luidende :
« 3°bis. Een « index participation unit » (verkort « ipu ») is een « 3°bis. Een « index participation unit » (verkort « ipu ») is een
gedematerialiseerd verhandelbaar financieel instrument, als bedoeld in gedematerialiseerd verhandelbaar financieel instrument, als bedoeld in
artikel 1, § 1, van de wet van 6 april 1995, dat gebaseerd is op een artikel 1, § 1, van de wet van 6 april 1995, dat gebaseerd is op een
onderliggende aandelenindex. Een ipu is een overeenkomst waarbij aan onderliggende aandelenindex. Een ipu is een overeenkomst waarbij aan
de houder tegen betaling aan de emittent gedurende een bepaalde de houder tegen betaling aan de emittent gedurende een bepaalde
termijn tegelijkertijd twee rechten worden toegekend. In hoofdzaak termijn tegelijkertijd twee rechten worden toegekend. In hoofdzaak
geeft de ipu aan de houder een optioneel recht als bedoeld in artikel geeft de ipu aan de houder een optioneel recht als bedoeld in artikel
1, § 1, 7°, van de wet van 6 april 1995. Bijkomend beschikt de houder 1, § 1, 7°, van de wet van 6 april 1995. Bijkomend beschikt de houder
over een vorderingsrecht op bepaalde vergoedingen dat overeenstemt met over een vorderingsrecht op bepaalde vergoedingen dat overeenstemt met
een financieel instrument bedoeld in artikel 1, § 1, 1°, a), tweede een financieel instrument bedoeld in artikel 1, § 1, 1°, a), tweede
gedachtenstreep, van de wet van 6 april 1995. gedachtenstreep, van de wet van 6 april 1995.
Het optioneel recht laat de houder toe om, bij uitoefening, met Het optioneel recht laat de houder toe om, bij uitoefening, met
uitoefenprijs nul, ofwel de tegenwaarde in contanten van de uitoefenprijs nul, ofwel de tegenwaarde in contanten van de
uitgeoefende ipu's te ontvangen, ofwel, in voorkomend geval, de uitgeoefende ipu's te ontvangen, ofwel, in voorkomend geval, de
fysieke levering te verkrijgen van de totaliteit van de verschillende fysieke levering te verkrijgen van de totaliteit van de verschillende
aandelen die de onderliggende aandelenindex samenstellen. Het aandelen die de onderliggende aandelenindex samenstellen. Het
vorderingsrecht laat de houder toe om gedurende de periode dat de ipu vorderingsrecht laat de houder toe om gedurende de periode dat de ipu
in zijn bezit is, bepaalde vergoedingen te ontvangen. Deze in zijn bezit is, bepaalde vergoedingen te ontvangen. Deze
vergoedingen zijn bedragen die proportioneel overeenstemmen met de vergoedingen zijn bedragen die proportioneel overeenstemmen met de
waarde van de dividenden van de respectievelijke aandelen die deel waarde van de dividenden van de respectievelijke aandelen die deel
uitmaken van de onderliggende aandelenindex. Enkel de houder die een uitmaken van de onderliggende aandelenindex. Enkel de houder die een
positie in ipu heeft op het einde van de laatste handelsdag dat het positie in ipu heeft op het einde van de laatste handelsdag dat het
aandeel cum dividend op de markt verhandelbaar is, vóór uitoefening, aandeel cum dividend op de markt verhandelbaar is, vóór uitoefening,
heeft recht op een dergelijke vergoeding. heeft recht op een dergelijke vergoeding.
Het optioneel recht impliceert de verplichting voor de emittent van Het optioneel recht impliceert de verplichting voor de emittent van
een ipu om, bij aanwijzing, met uitoefenprijs nul, ofwel de een ipu om, bij aanwijzing, met uitoefenprijs nul, ofwel de
tegenwaarde in contanten van de aangewezen ipu's te betalen, ofwel, in tegenwaarde in contanten van de aangewezen ipu's te betalen, ofwel, in
voorkomend geval, de totaliteit van de verschillende aandelen die de voorkomend geval, de totaliteit van de verschillende aandelen die de
onderliggende aandelenindex samenstellen fysiek te leveren. Het onderliggende aandelenindex samenstellen fysiek te leveren. Het
vorderingsrecht impliceert voor de emittent de verplichting om vorderingsrecht impliceert voor de emittent de verplichting om
gedurende de periode dat de ipu gehouden wordt, bepaalde vergoedingen gedurende de periode dat de ipu gehouden wordt, bepaalde vergoedingen
te betalen. Deze vergoedingen zijn bedragen die proportioneel te betalen. Deze vergoedingen zijn bedragen die proportioneel
overeenstemmen met de waarde van de dividenden van de respectievelijke overeenstemmen met de waarde van de dividenden van de respectievelijke
aandelen die deel uitmaken van de onderliggende aandelenindex. Enkel aandelen die deel uitmaken van de onderliggende aandelenindex. Enkel
de emittent die een positie in ipu heeft op het einde van de laatste de emittent die een positie in ipu heeft op het einde van de laatste
handelsdag dat het aandeel cum dividend op de markt verhandelbaar is, handelsdag dat het aandeel cum dividend op de markt verhandelbaar is,
vóór aanwijzing, heeft de verplichting een dergelijke vergoeding te vóór aanwijzing, heeft de verplichting een dergelijke vergoeding te
betalen. ». betalen. ».

Art. 3.In artikel 37, § 2, van het koninklijk besluit van 4 maart

Art. 3.In artikel 37, § 2, van het koninklijk besluit van 4 maart

1991 met betrekking tot bepaalde instellingen voor collectieve 1991 met betrekking tot bepaalde instellingen voor collectieve
belegging, worden de volgende wijzigingen aangebracht : belegging, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) er wordt een 4°bis ingevoegd, luidende : a) er wordt een 4°bis ingevoegd, luidende :
« 4°bis. wat de opties betreft op aandelenindexen met een « 4°bis. wat de opties betreft op aandelenindexen met een
uitoefeningsprijs gelijk aan nul, onverminderd het 4°, de begrenzingen uitoefeningsprijs gelijk aan nul, onverminderd het 4°, de begrenzingen
als bedoeld in de artikelen 35, 39, 41 en 42 steeds worden nageleefd. als bedoeld in de artikelen 35, 39, 41 en 42 steeds worden nageleefd.
Voor de toepassing van deze bepaling wordt de positie in elke optie Voor de toepassing van deze bepaling wordt de positie in elke optie
omgerekend in de positie in de aandelen die deel uitmaken van de omgerekend in de positie in de aandelen die deel uitmaken van de
index, rekening houdend met de waarschijnlijkheid van effectieve index, rekening houdend met de waarschijnlijkheid van effectieve
uitoefening van de optie op dat ogenblik; » uitoefening van de optie op dat ogenblik; »
b) het 5° wordt aangevuld als volgt : b) het 5° wordt aangevuld als volgt :
« Wanneer de uitgiftevoorwaarden van de optie de levering van de « Wanneer de uitgiftevoorwaarden van de optie de levering van de
aandelen die deel uitmaken van de index voorzien, wordt onder aandelen die deel uitmaken van de index voorzien, wordt onder
voldoende dekking verstaan dat de onderliggende aandelen die deel voldoende dekking verstaan dat de onderliggende aandelen die deel
uitmaken van de index, tot aan de afloop van de optie voorhanden zijn uitmaken van de index, tot aan de afloop van de optie voorhanden zijn
in het patrimonium of dat een call gekocht wordt die slaat op dezelfde in het patrimonium of dat een call gekocht wordt die slaat op dezelfde
aandelen, eventueel aangevuld met voldoende tegoeden in de vorm van aandelen, eventueel aangevuld met voldoende tegoeden in de vorm van
liquide middelen voorzover de uitoefeningswaarde van de gekochte optie liquide middelen voorzover de uitoefeningswaarde van de gekochte optie
die van de uitgegeven optie overtreft. » die van de uitgegeven optie overtreft. »

Art. 4.In artikel 37, § 4, van het voornoemde koninklijk besluit van

Art. 4.In artikel 37, § 4, van het voornoemde koninklijk besluit van

4 maart 1991, worden tussen het eerste en het tweede lid de volgende 4 maart 1991, worden tussen het eerste en het tweede lid de volgende
leden ingevoegd : leden ingevoegd :
« Het totaal van de betaalde optie-premies die slaan op het uitstaande « Het totaal van de betaalde optie-premies die slaan op het uitstaande
saldo van call en put opties op aandelenindexen met een saldo van call en put opties op aandelenindexen met een
uitoefeningsprijs gelijk aan nul, mag 25 % van het nettoactief van de uitoefeningsprijs gelijk aan nul, mag 25 % van het nettoactief van de
beleggingsinstelling niet te boven gaan. beleggingsinstelling niet te boven gaan.
De som van de premies bedoeld in lid 1 en 2 mag in geen geval 25 % van De som van de premies bedoeld in lid 1 en 2 mag in geen geval 25 % van
het nettoactief van de beleggingsinstelling te boven gaan. » het nettoactief van de beleggingsinstelling te boven gaan. »

Art. 5.In artikel 37 van het voornoemde koninklijk besluit van 4

Art. 5.In artikel 37 van het voornoemde koninklijk besluit van 4

maart 1991 wordt een § 5 toegevoegd, luidende : maart 1991 wordt een § 5 toegevoegd, luidende :
« § 5. Onverminderd artikel 39 is dit artikel van toepassing op de « § 5. Onverminderd artikel 39 is dit artikel van toepassing op de
effecten die dezelfde rechten toekennen als de opties bedoeld in effecten die dezelfde rechten toekennen als de opties bedoeld in
onderhavig artikel en die als kenmerk hebben dat zij slechts door één onderhavig artikel en die als kenmerk hebben dat zij slechts door één
en dezelfde emittent kunnen worden uitgegeven. » en dezelfde emittent kunnen worden uitgegeven. »

Art. 6.In artikel 55 van het voornoemde koninklijk besluit van 4

Art. 6.In artikel 55 van het voornoemde koninklijk besluit van 4

maart 1991 worden de volgende wijzigingen aangebracht : maart 1991 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in het tweede lid worden de woorden « en § 2, 4°bis » ingevoegd na a) in het tweede lid worden de woorden « en § 2, 4°bis » ingevoegd na
de woorden « in artikel 37, § 1, 3° »; de woorden « in artikel 37, § 1, 3° »;
b) er wordt een lid toegevoegd, luidende : b) er wordt een lid toegevoegd, luidende :
« In afwijking van het eerste lid is artikel 37, § 2, 4°bis niet van « In afwijking van het eerste lid is artikel 37, § 2, 4°bis niet van
toepassing op beleggingsinstellingen die beleggen in opties op toepassing op beleggingsinstellingen die beleggen in opties op
aandelenindexen met een uitoefeningsprijs gelijk aan nul, wanneer de aandelenindexen met een uitoefeningsprijs gelijk aan nul, wanneer de
index naar het oordeel van de Commissie voor het Bank- en index naar het oordeel van de Commissie voor het Bank- en
Financiewezen beantwoordt aan het beginsel van de risicospreiding. » Financiewezen beantwoordt aan het beginsel van de risicospreiding. »

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van

Art. 8.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 juni 1999. Gegeven te Brussel, 9 juni 1999.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
J.-J. VISEUR J.-J. VISEUR
^