← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk personeel van de Staat "
| Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk personeel van de Staat | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk personeel van de Staat |
|---|---|
| MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN | MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN |
| 9 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 9 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
| besluit van 21 april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het | besluit van 21 april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het |
| wetenschappelijk personeel van de Staat | wetenschappelijk personeel van de Staat |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet; | Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het | Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het |
| statuut der wetenschappelijke inrichtingen van de Staat, inzonderheid | statuut der wetenschappelijke inrichtingen van de Staat, inzonderheid |
| op artikel 5, derde lid; | op artikel 5, derde lid; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1965 houdende | Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1965 houdende |
| bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk personeel van de Staat, | bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk personeel van de Staat, |
| inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van | inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van |
| 8 september 1972, 30 juli 1976, 19 november 1991, 4 februari 1998 en | 8 september 1972, 30 juli 1976, 19 november 1991, 4 februari 1998 en |
| 19 april 1999; | 19 april 1999; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 |
| april 1999; | april 1999; |
| Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op |
| 29 april 1999; | 29 april 1999; |
| Gelet op het protocol nr. 90/1bis van 27 mei 1999 van het Sectorcomité | Gelet op het protocol nr. 90/1bis van 27 mei 1999 van het Sectorcomité |
| I - Algemeen Bestuur; | I - Algemeen Bestuur; |
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli |
| 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| Overwegende dat het passend is zo vlug mogelijk een einde te stellen | Overwegende dat het passend is zo vlug mogelijk een einde te stellen |
| aan het verschil in wedde dat tussen het statutair en het contractueel | aan het verschil in wedde dat tussen het statutair en het contractueel |
| personeel bestaat inzake de geldelijke validering van de diensten die | personeel bestaat inzake de geldelijke validering van de diensten die |
| gepresteerd zijn in de hoedanigheid van tewerkgestelde werkloze; | gepresteerd zijn in de hoedanigheid van tewerkgestelde werkloze; |
| Overwegende dat deze hervorming moet worden doorgevoerd met | Overwegende dat deze hervorming moet worden doorgevoerd met |
| terugwerkende kracht op 1 januari 1999, zoals dit reeds is gebeurd | terugwerkende kracht op 1 januari 1999, zoals dit reeds is gebeurd |
| voor de ministeries; | voor de ministeries; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het | Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het |
| advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, | advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Artikel 7, laatste lid, van het koninklijk besluit van 21 |
Artikel 1.Artikel 7, laatste lid, van het koninklijk besluit van 21 |
| april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk | april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk |
| personeel van de Staat, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 | personeel van de Staat, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 |
| september 1972, 30 juli 1976, 19 november 1991, 4 februari 1998 en 19 | september 1972, 30 juli 1976, 19 november 1991, 4 februari 1998 en 19 |
| april 1999, wordt vervangen als volgt : | april 1999, wordt vervangen als volgt : |
| « De diensten verricht in de openbare sector als tewerkgestelde | « De diensten verricht in de openbare sector als tewerkgestelde |
| werkloze in een ambt met volledige prestaties komen eveneens in | werkloze in een ambt met volledige prestaties komen eveneens in |
| aanmerking voor de toekenning van verhogingen in de weddeschaal voor : | aanmerking voor de toekenning van verhogingen in de weddeschaal voor : |
| - een maximumduur van drie jaar : vanaf 1 januari 1998; | - een maximumduur van drie jaar : vanaf 1 januari 1998; |
| - een maximumduur van zes jaar : vanaf 1 januari 1999 ». | - een maximumduur van zes jaar : vanaf 1 januari 1999 ». |
Art. 2.In hetzelfde besluit wordt artikel 22bis ingevoegd bij het |
Art. 2.In hetzelfde besluit wordt artikel 22bis ingevoegd bij het |
| koninklijk besluit van 19 april 1999, opgeheven. | koninklijk besluit van 19 april 1999, opgeheven. |
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999. |
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999. |
Art. 4.Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de |
Art. 4.Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de |
| uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 9 juni 1999. | Gegeven te Brussel, 9 juni 1999. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Begroting, | De Minister van Begroting, |
| H. VAN ROMPUY | H. VAN ROMPUY |
| De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
| A. FLAHAUT | A. FLAHAUT |