Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 juni 1999
gepubliceerd op 16 juli 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk personeel van de Staat

bron
ministerie van ambtenarenzaken
numac
1999002127
pub.
16/07/1999
prom.
09/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/09/1999002127/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk personeel van de Staat


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke inrichtingen van de Staat, inzonderheid op artikel 5, derde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk personeel van de Staat, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 september 1972, 30 juli 1976, 19 november 1991, 4 februari 1998 en 19 april 1999;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 april 1999;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 29 april 1999;

Gelet op het protocol nr. 90/1bis van 27 mei 1999 van het Sectorcomité I - Algemeen Bestuur;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het passend is zo vlug mogelijk een einde te stellen aan het verschil in wedde dat tussen het statutair en het contractueel personeel bestaat inzake de geldelijke validering van de diensten die gepresteerd zijn in de hoedanigheid van tewerkgestelde werkloze;

Overwegende dat deze hervorming moet worden doorgevoerd met terugwerkende kracht op 1 januari 1999, zoals dit reeds is gebeurd voor de ministeries;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 7, laatste lid, van het koninklijk besluit van 21 april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk personeel van de Staat, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 september 1972, 30 juli 1976, 19 november 1991, 4 februari 1998 en 19 april 1999, wordt vervangen als volgt : « De diensten verricht in de openbare sector als tewerkgestelde werkloze in een ambt met volledige prestaties komen eveneens in aanmerking voor de toekenning van verhogingen in de weddeschaal voor : - een maximumduur van drie jaar : vanaf 1 januari 1998; - een maximumduur van zes jaar : vanaf 1 januari 1999 ».

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt artikel 22bis ingevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 1999, opgeheven.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.

Art. 4.Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT

^