← Terug naar "Koninklijk besluit tot aanvulling van het koninklijk besluit van 4 mei 1992 waarbij aan sommige overheden van het Ministerie van het Waalse Gewest toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen "
Koninklijk besluit tot aanvulling van het koninklijk besluit van 4 mei 1992 waarbij aan sommige overheden van het Ministerie van het Waalse Gewest toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen | Koninklijk besluit tot aanvulling van het koninklijk besluit van 4 mei 1992 waarbij aan sommige overheden van het Ministerie van het Waalse Gewest toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen |
---|---|
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN | MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN |
9 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot aanvulling van het koninklijk | 9 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot aanvulling van het koninklijk |
besluit van 4 mei 1992 waarbij aan sommige overheden van het | besluit van 4 mei 1992 waarbij aan sommige overheden van het |
Ministerie van het Waalse Gewest toegang wordt verleend tot het | Ministerie van het Waalse Gewest toegang wordt verleend tot het |
Rijksregister van de natuurlijke personen | Rijksregister van de natuurlijke personen |
VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
Sire, | Sire, |
Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben aan uwe Majesteit voor | Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben aan uwe Majesteit voor |
te leggen strekt ertoe het koninklijk besluit van 4 mei 1992 aan te | te leggen strekt ertoe het koninklijk besluit van 4 mei 1992 aan te |
vullen waarbij aan sommige overheden van het Ministerie van het Waalse | vullen waarbij aan sommige overheden van het Ministerie van het Waalse |
Gewest toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke | Gewest toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke |
personen, om het voor de Algemene directie van de Ruimtelijke | personen, om het voor de Algemene directie van de Ruimtelijke |
ordening, de Huisvesting en het Patrimonium, Afdeling van de | ordening, de Huisvesting en het Patrimonium, Afdeling van de |
Ruimtelijke ordening en Stedenbouwkunde, mogelijk te maken op haar | Ruimtelijke ordening en Stedenbouwkunde, mogelijk te maken op haar |
beurt toegang te verkrijgen tot de informatiegegevens van het | beurt toegang te verkrijgen tot de informatiegegevens van het |
Rijksregister. | Rijksregister. |
Deze Administratie is belast met het uitvoeren van verschillende taken | Deze Administratie is belast met het uitvoeren van verschillende taken |
waarin voorzien is door « le Code wallon de l'Aménagement du | waarin voorzien is door « le Code wallon de l'Aménagement du |
Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine », inzonderheid op de | Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine », inzonderheid op de |
artikelen 168, § 3 en 169. | artikelen 168, § 3 en 169. |
Deze bepalingen leggen aan de hiervoor vermelde Administratie de | Deze bepalingen leggen aan de hiervoor vermelde Administratie de |
verplichting op om de eigenaar van niet meer in gebruik zijnde | verplichting op om de eigenaar van niet meer in gebruik zijnde |
economische sites en aan de bezitters van hypothecaire inschrijvingen | economische sites en aan de bezitters van hypothecaire inschrijvingen |
bezwaard met onroerende goederen die in deze sites gelegen zijn, de | bezwaard met onroerende goederen die in deze sites gelegen zijn, de |
besluiten die beoogd worden in de artikelen 168, § 1, en 168, § 4, aan | besluiten die beoogd worden in de artikelen 168, § 1, en 168, § 4, aan |
te zeggen, zodat zij hun opmerkingen, hun bezwaren en hun | te zeggen, zodat zij hun opmerkingen, hun bezwaren en hun |
werkprogramma dat zij van plan zijn uit te voeren kunnen opstellen. | werkprogramma dat zij van plan zijn uit te voeren kunnen opstellen. |
Indien de identiteit van de eigenaar, behalve een uitzondering, door | Indien de identiteit van de eigenaar, behalve een uitzondering, door |
een kadastrale opzoeking en een nazicht bij de ontvanger van de | een kadastrale opzoeking en een nazicht bij de ontvanger van de |
registratie gekend kan zijn, is de woonplaats die aangeduid is door | registratie gekend kan zijn, is de woonplaats die aangeduid is door |
deze bronnen van inlichtingen geen voldoende betrouwbaar element, | deze bronnen van inlichtingen geen voldoende betrouwbaar element, |
rekening houdende met de methodes en de vertragingen bij de | rekening houdende met de methodes en de vertragingen bij de |
bijwerkingen. Gemiddeld is één aanzegging op twintig verkeerd | bijwerkingen. Gemiddeld is één aanzegging op twintig verkeerd |
geadresseerd. In deze gevallen dienen nieuwe opzoekingen verricht te | geadresseerd. In deze gevallen dienen nieuwe opzoekingen verricht te |
worden, soms op een proefondervindelijke wijze en rekening houdende | worden, soms op een proefondervindelijke wijze en rekening houdende |
met diverse goede wil, met als het beste gevolg een verlenging van de | met diverse goede wil, met als het beste gevolg een verlenging van de |
procedure en met als slechtste gevolg de onmogelijkheid om de | procedure en met als slechtste gevolg de onmogelijkheid om de |
besluiten overeenkomstig de bepalingen van het decreet aan te zeggen. | besluiten overeenkomstig de bepalingen van het decreet aan te zeggen. |
De informatiegegevens waarvan de voormelde Algemene directie kennis | De informatiegegevens waarvan de voormelde Algemene directie kennis |
wenst te nemen, namelijk de gegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, | wenst te nemen, namelijk de gegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, |
1°, 2°, 5°, 7° en 8°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van | 1°, 2°, 5°, 7° en 8°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van |
een Rijksregister van de natuurlijke personen, zijn noodzakelijk voor | een Rijksregister van de natuurlijke personen, zijn noodzakelijk voor |
de uitvoering van de voormelde taken, rekening houdend met het | de uitvoering van de voormelde taken, rekening houdend met het |
principe inzake doeleinde dat ingeschreven staat in artikel 5 van de | principe inzake doeleinde dat ingeschreven staat in artikel 5 van de |
wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke | wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke |
levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. | levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. |
Wij hebben de eer te zijn, Sire, | Wij hebben de eer te zijn, Sire, |
van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige | van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige |
en zeer getrouwe dienaars, | en zeer getrouwe dienaars, |
De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
L. VAN DEN BOSSCHE | L. VAN DEN BOSSCHE |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
T. VAN PARYS | T. VAN PARYS |
ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE | ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE |
De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 8 september | De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 8 september |
1997 door de Minister van Binnenlanse Zaken verzocht hem van advies te | 1997 door de Minister van Binnenlanse Zaken verzocht hem van advies te |
dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot aanvulling van | dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot aanvulling van |
het koninklijk besluit van 4 mei 1992 waarbij aan sommige overheden | het koninklijk besluit van 4 mei 1992 waarbij aan sommige overheden |
van het Ministerie van het Waalse Gewest toegang wordt verleend tot | van het Ministerie van het Waalse Gewest toegang wordt verleend tot |
het Rijksregister van de natuurlijke personen », heeft op 6 juli 1998 | het Rijksregister van de natuurlijke personen », heeft op 6 juli 1998 |
het volgende advies gegeven : | het volgende advies gegeven : |
Onderzoek van het ontwerp | Onderzoek van het ontwerp |
Aanhef | Aanhef |
Tweede lid | Tweede lid |
Dit lid dient dient te worden aangevuld met de woorden « inzonderheid | Dit lid dient dient te worden aangevuld met de woorden « inzonderheid |
op artikel 1 ». | op artikel 1 ». |
Derde lid | Derde lid |
Het zou beter zijn de woorden « Gelet op » te vervangen door het woord | Het zou beter zijn de woorden « Gelet op » te vervangen door het woord |
« Gezien » en de woorden « inzonderheid op » door het woord « | « Gezien » en de woorden « inzonderheid op » door het woord « |
inzonderheid ». | inzonderheid ». |
Bepalend gedeelte | Bepalend gedeelte |
Artikel 5, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van | Artikel 5, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van |
een Rijksregister van de natuurlijke personen bepaalt dat de Koning de | een Rijksregister van de natuurlijke personen bepaalt dat de Koning de |
openbare overheden toegang tot het Rijksregister verleent « voor de | openbare overheden toegang tot het Rijksregister verleent « voor de |
informatie die zij krachtens een wet of een decreet bevoegd zijn te | informatie die zij krachtens een wet of een decreet bevoegd zijn te |
kennen ». | kennen ». |
De afdeling wetgeving van de Raad van State heeft reeds herhaaldelijk | De afdeling wetgeving van de Raad van State heeft reeds herhaaldelijk |
als volgt geoordeeld (1) : | als volgt geoordeeld (1) : |
Voor het bepalen van de informatie die deze overheden bevoegd zijn te | Voor het bepalen van de informatie die deze overheden bevoegd zijn te |
kennen, kan men ervan uitgaan dat zulk een bevoegdverklaring, als ze | kennen, kan men ervan uitgaan dat zulk een bevoegdverklaring, als ze |
niet in uitdrukkelijke bewoordingen is gesteld, het gevolg kan zijn | niet in uitdrukkelijke bewoordingen is gesteld, het gevolg kan zijn |
van de taken waarmee die overheden door of krachtens de wet of een | van de taken waarmee die overheden door of krachtens de wet of een |
decreet zijn belast. | decreet zijn belast. |
Kan aldus worden aangenomen dat de omstandigheid dat een taak wordt | Kan aldus worden aangenomen dat de omstandigheid dat een taak wordt |
opgedragen een indirecte bevoegdverklaring inhoudt om informatie te | opgedragen een indirecte bevoegdverklaring inhoudt om informatie te |
kennen, toch neemt dit niet weg dat de eerbiediging van het | kennen, toch neemt dit niet weg dat de eerbiediging van het |
wettigheidsbeginsel de Regering ertoe verplicht om, wanneer zij zich | wettigheidsbeginsel de Regering ertoe verplicht om, wanneer zij zich |
voorneemt de toegang bepaald in artikel 5 van de voormelde wet te | voorneemt de toegang bepaald in artikel 5 van de voormelde wet te |
verlenen, nauwgezet te controleren of het voor de openbare overheid in | verlenen, nauwgezet te controleren of het voor de openbare overheid in |
kwestie onontbeerlijk is elk van de informatiegegevens opgesomd in | kwestie onontbeerlijk is elk van de informatiegegevens opgesomd in |
artikel 3 van die wet te kennen om haar taak te kunnen volbrengen. | artikel 3 van die wet te kennen om haar taak te kunnen volbrengen. |
Deze controle door de Regering is des te noodzakelijker daar de Raad | Deze controle door de Regering is des te noodzakelijker daar de Raad |
van State niet alle feitelijke gegevens kent op basis waarvan hij zelf | van State niet alle feitelijke gegevens kent op basis waarvan hij zelf |
zulk een controle zou kunnen uitoefenen. Die controle behoort des te | zulk een controle zou kunnen uitoefenen. Die controle behoort des te |
nauwgezetter te worden uitgeoefend daar artikel 22, eerste lid, van de | nauwgezetter te worden uitgeoefend daar artikel 22, eerste lid, van de |
Grondwet thans bepaalt dat | Grondwet thans bepaalt dat |
« ieder . . . recht (heeft) op eerbiediging van zijn privé-leven en | « ieder . . . recht (heeft) op eerbiediging van zijn privé-leven en |
zijn gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden | zijn gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden |
door de wet bepaald ». ». | door de wet bepaald ». ». |
Doordat een, eventueel indirecte, wettelijke bevoegdverklaring vereist | Doordat een, eventueel indirecte, wettelijke bevoegdverklaring vereist |
is, behoort nauwkeurig te worden aangegeven krachtens welke wets- of | is, behoort nauwkeurig te worden aangegeven krachtens welke wets- of |
decreetbepalingen aan deze openbare overheden taken zijn toevertrouwd | decreetbepalingen aan deze openbare overheden taken zijn toevertrouwd |
waarmee in dit opzicht rekening zou kunnen worden gehouden. | waarmee in dit opzicht rekening zou kunnen worden gehouden. |
Bijgevolg behoort in het bepalend gedeelte te worden aangegeven voor | Bijgevolg behoort in het bepalend gedeelte te worden aangegeven voor |
welke taken die bij de artikelen 79 tot 93 van het WWROSP aan de | welke taken die bij de artikelen 79 tot 93 van het WWROSP aan de |
Algemene directie ruimtelijke ordening, huisvesting en patrimonium, | Algemene directie ruimtelijke ordening, huisvesting en patrimonium, |
afdeling ruimtelijke ordening en stedenbouw, zijn toevertrouwd, het | afdeling ruimtelijke ordening en stedenbouw, zijn toevertrouwd, het |
onontbeerlijk is de informatiegegevens te kennen die zijn opgesomd in | onontbeerlijk is de informatiegegevens te kennen die zijn opgesomd in |
artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 5°, 7° en 8°, van de wet van 8 augustus | artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 5°, 7° en 8°, van de wet van 8 augustus |
1983. | 1983. |
De kamer was samengesteld uit | De kamer was samengesteld uit |
de heren : | de heren : |
J.-J. Stryckmans, voorzitter. | J.-J. Stryckmans, voorzitter. |
Y. Kreins, P. Quertainmont, staatsraden. | Y. Kreins, P. Quertainmont, staatsraden. |
P. Gothot, J. Kirkpatrick, assessoren van de afdeling wetgeving. | P. Gothot, J. Kirkpatrick, assessoren van de afdeling wetgeving. |
Mevr. B. Vigneron, toegevoegd griffier. | Mevr. B. Vigneron, toegevoegd griffier. |
Het verslag werd uitgebracht door de H. J. Regnier, eerste auditeur | Het verslag werd uitgebracht door de H. J. Regnier, eerste auditeur |
afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en | afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en |
toegelicht door Mevr. G. Jottrand, adjunct-referendaris. | toegelicht door Mevr. G. Jottrand, adjunct-referendaris. |
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd | De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd |
nagezien onder toezicht van de H. J.-J. Stryckmans. | nagezien onder toezicht van de H. J.-J. Stryckmans. |
De griffier, | De griffier, |
B. Vigneron. | B. Vigneron. |
De voorzitter, | De voorzitter, |
J.-J. Stryckmans. | J.-J. Stryckmans. |
Voor uitgifte afgeleverd aan Vice-Eerste Minister en Minister van | Voor uitgifte afgeleverd aan Vice-Eerste Minister en Minister van |
Binnenlandse Zaken. | Binnenlandse Zaken. |
14 juli 1998. | 14 juli 1998. |
Voor de hoofdgriffier van de Raad van State : | Voor de hoofdgriffier van de Raad van State : |
D. Langbeen | D. Langbeen |
9 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot aanvulling van het koninklijk | 9 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot aanvulling van het koninklijk |
besluit van 4 mei 1992 waarbij aan sommige overheden van het | besluit van 4 mei 1992 waarbij aan sommige overheden van het |
Ministerie van het Waalse Gewest toegang wordt verleend tot het | Ministerie van het Waalse Gewest toegang wordt verleend tot het |
Rijksregister van de natuurlijke personen | Rijksregister van de natuurlijke personen |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister | Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister |
van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, eerste lid, | van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, eerste lid, |
gewijzigd bij de wet van 30 maart 1995; | gewijzigd bij de wet van 30 maart 1995; |
Gelet op het koninklijk besluit van 4 mei 1992 waarbij aan sommige | Gelet op het koninklijk besluit van 4 mei 1992 waarbij aan sommige |
overheden van het Ministerie van het Waalse Gewest toegang wordt | overheden van het Ministerie van het Waalse Gewest toegang wordt |
verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen | verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen |
inzonderheid op artikel 1; | inzonderheid op artikel 1; |
Overwegende de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de | Overwegende de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de |
persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van | persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van |
persoonsgegevens, inzonderheid op artikel 5; | persoonsgegevens, inzonderheid op artikel 5; |
Gelet op het advies van de Raad van State; | Gelet op het advies van de Raad van State; |
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze | Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze |
Minister van Justitie, | Minister van Justitie, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 4 mei 1992 waarbij |
Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 4 mei 1992 waarbij |
aan sommige overheden van het Ministerie van het Waalse Gewest toegang | aan sommige overheden van het Ministerie van het Waalse Gewest toegang |
wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt | wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt |
aangevuld met de volgende bepaling : | aangevuld met de volgende bepaling : |
« 4° tot de informatie bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 5°, | « 4° tot de informatie bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 5°, |
7° en 8°, van dezelfde wet, voor het vervullen door de Algemene | 7° en 8°, van dezelfde wet, voor het vervullen door de Algemene |
directie van de Ruimtelijke ordening, de Huisvesting en het | directie van de Ruimtelijke ordening, de Huisvesting en het |
Patrimonium, Afdeling van de Ruimtelijke ordening en Stedenbouwkunde, | Patrimonium, Afdeling van de Ruimtelijke ordening en Stedenbouwkunde, |
van de formaliteiten van aanzegging aan de eigenaars van niet meer in | van de formaliteiten van aanzegging aan de eigenaars van niet meer in |
gebruik zijnde economische sites en aan de bezitters van hypothecaire | gebruik zijnde economische sites en aan de bezitters van hypothecaire |
inschrijvingen bezwaard met onroerende goederen die in deze sites | inschrijvingen bezwaard met onroerende goederen die in deze sites |
gelegen zijn, overeenkomstig de artikelen 168, § 3, en 169 van de « | gelegen zijn, overeenkomstig de artikelen 168, § 3, en 169 van de « |
Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du | Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du |
Patrimoine ». | Patrimoine ». |
Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van |
Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van |
Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit | Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Gegeven te Brussel, 9 juni 1999. | Gegeven te Brussel, 9 juni 1999. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
L. VAN DEN BOSSCHE | L. VAN DEN BOSSCHE |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
T. VAN PARYS | T. VAN PARYS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Zie onder meer advies L. 21.046/2/V, gegeven op 11 september 1991, | (1) Zie onder meer advies L. 21.046/2/V, gegeven op 11 september 1991, |
en advies L. 24.942/2, gegeven op 28 oktober 1996. | en advies L. 24.942/2, gegeven op 28 oktober 1996. |