| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, betreffende de brugpensioenregeling in de sector van de diamantnijverheid | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, betreffende de brugpensioenregeling in de sector van de diamantnijverheid |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 9 JULI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 9 JULI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2009, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2009, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, | gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, |
| betreffende de brugpensioenregeling in de sector van de | betreffende de brugpensioenregeling in de sector van de |
| diamantnijverheid (1) | diamantnijverheid (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid |
| en -handel; | en -handel; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2009, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2009, gesloten |
| in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, | in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, |
| betreffende de brugpensioenregeling in de sector van de | betreffende de brugpensioenregeling in de sector van de |
| diamantnijverheid. | diamantnijverheid. |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 9 juli 2010. | Gegeven te Brussel, 9 juli 2010. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eerste Minister | De Vice-Eerste Minister |
| en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en | en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en |
| asielbeleid, | asielbeleid, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel | Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2009 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2009 |
| Brugpensioenregeling in de sector van de diamantnijverheid | Brugpensioenregeling in de sector van de diamantnijverheid |
| (Overeenkomst geregistreerd op 14 september 2009 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 14 september 2009 onder het nummer |
| 94227/CO/324) | 94227/CO/324) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder de bevoegdheid | de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder de bevoegdheid |
| van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, met | van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, met |
| uitzondering van de technische bedienden. | uitzondering van de technische bedienden. |
Art. 2.Bij toepassing van het interprofessioneel akkoord van 18 |
Art. 2.Bij toepassing van het interprofessioneel akkoord van 18 |
| november 1988 wordt voor de ondernemingen die ressorteren onder de | november 1988 wordt voor de ondernemingen die ressorteren onder de |
| bevoegdheid van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en | bevoegdheid van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en |
| -handel de leeftijd inzake de toegang tot de brugpensioenregeling na | -handel de leeftijd inzake de toegang tot de brugpensioenregeling na |
| ontslag, veralgemeend tot 58 jaar. | ontslag, veralgemeend tot 58 jaar. |
| Voormelde brugpensioenregeling wordt geregeld door de geldende | Voormelde brugpensioenregeling wordt geregeld door de geldende |
| wettelijke bepalingen inzake brugpensioen en dient in overeenstemming | wettelijke bepalingen inzake brugpensioen en dient in overeenstemming |
| te zijn met de bepalingen van de generatiepactwet. | te zijn met de bepalingen van de generatiepactwet. |
Art. 3.§ 1. Onverminderd de bepalingen in § 2 van dit artikel en |
Art. 3.§ 1. Onverminderd de bepalingen in § 2 van dit artikel en |
| onverminderd artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, zijn | onverminderd artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, zijn |
| de bepalingen inzake de aanvullende vergoeding, zoals bedoeld bij de | de bepalingen inzake de aanvullende vergoeding, zoals bedoeld bij de |
| collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad |
| van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende | van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende |
| vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij | vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij |
| worden ontslagen, van toepassing op dit sectoraal brugpensioen. | worden ontslagen, van toepassing op dit sectoraal brugpensioen. |
| § 2. a) Ingeval een werknemer minder dan één jaar volledig werkloos | § 2. a) Ingeval een werknemer minder dan één jaar volledig werkloos |
| is, moet hij, om recht te hebben op de aanvullende vergoeding, | is, moet hij, om recht te hebben op de aanvullende vergoeding, |
| tenminste 1 maand terug bij een werkgever in dienst zijn. | tenminste 1 maand terug bij een werkgever in dienst zijn. |
| Ingeval een werknemer meer dan één jaar volledig werkloos is, moet | Ingeval een werknemer meer dan één jaar volledig werkloos is, moet |
| hij, om recht te hebben op de aanvullende vergoeding, ten minste zes | hij, om recht te hebben op de aanvullende vergoeding, ten minste zes |
| maanden terug bij een werkgever in dienst zijn. | maanden terug bij een werkgever in dienst zijn. |
| b) Ingeval een werknemer tussen zes maanden en één jaar ziek is, moet | b) Ingeval een werknemer tussen zes maanden en één jaar ziek is, moet |
| hij, om recht te hebben op de aanvullende vergoeding, ten minste één | hij, om recht te hebben op de aanvullende vergoeding, ten minste één |
| maand terug werken. | maand terug werken. |
| Ingeval een werknemer meer dan één jaar ziek is, moet hij, om recht te | Ingeval een werknemer meer dan één jaar ziek is, moet hij, om recht te |
| hebben op de aanvullende vergoeding, ten minste zes maanden terug | hebben op de aanvullende vergoeding, ten minste zes maanden terug |
| werken. | werken. |
| c) In geval van loonsverhoging buiten collectieve arbeidsovereenkomst | c) In geval van loonsverhoging buiten collectieve arbeidsovereenkomst |
| of buiten indexaanpassing moet dit loon gedurende ten minste zes | of buiten indexaanpassing moet dit loon gedurende ten minste zes |
| maanden uitgekeerd zijn om in aanmerking te worden genomen voor het | maanden uitgekeerd zijn om in aanmerking te worden genomen voor het |
| berekenen van het nettoreferteloon. | berekenen van het nettoreferteloon. |
| § 3. Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt verhoogd met 1 EUR | § 3. Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt verhoogd met 1 EUR |
| per vergoede werkloosheidsdag. | per vergoede werkloosheidsdag. |
| De betalingsmodaliteiten worden vastgelegd door het algemeen | De betalingsmodaliteiten worden vastgelegd door het algemeen |
| beheersorgaan van het intern compensatiefonds voor de diamantsector. | beheersorgaan van het intern compensatiefonds voor de diamantsector. |
Art. 4.De werknemers die ontslagen zijn in het kader van deze |
Art. 4.De werknemers die ontslagen zijn in het kader van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst behouden het recht op de aanvullende | collectieve arbeidsovereenkomst behouden het recht op de aanvullende |
| vergoeding ten laste van de laatste werkgever, wanneer ze het werk | vergoeding ten laste van de laatste werkgever, wanneer ze het werk |
| hervatten als loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever | hervatten als loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever |
| die hen ontslagen heeft en die niet behoort tot dezelfde technische | die hen ontslagen heeft en die niet behoort tot dezelfde technische |
| bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen. | bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen. |
| De werknemers die ontslagen zijn in het kader van deze collectieve | De werknemers die ontslagen zijn in het kader van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst behouden het recht op de aanvullende vergoeding | arbeidsovereenkomst behouden het recht op de aanvullende vergoeding |
| ten laste van de laatste werkgever, ingeval een zelfstandige | ten laste van de laatste werkgever, ingeval een zelfstandige |
| activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend, op voorwaarde dat die | activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend, op voorwaarde dat die |
| activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die | activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die |
| hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot | hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot |
| dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft | dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft |
| ontslagen. | ontslagen. |
| Voor de concrete toepassingsmodaliteiten van het behoud van het recht | Voor de concrete toepassingsmodaliteiten van het behoud van het recht |
| op een aanvullende vergoeding, zoals bepaald in de voorgaande leden, | op een aanvullende vergoeding, zoals bepaald in de voorgaande leden, |
| gelden dezelfde modaliteiten als deze bepaald in de artikelen 4bis, | gelden dezelfde modaliteiten als deze bepaald in de artikelen 4bis, |
| 4ter en 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de | 4ter en 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de |
| Nationale Arbeidsraad van 19 december 1974 tot invoering van een | Nationale Arbeidsraad van 19 december 1974 tot invoering van een |
| regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde | regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde |
| werknemers indien zij worden ontslagen. | werknemers indien zij worden ontslagen. |
Art. 5.De aanvullende vergoeding en de bijkomende kosten worden ten |
Art. 5.De aanvullende vergoeding en de bijkomende kosten worden ten |
| laste genomen door het intern compensatiefonds voor de diamantsector | laste genomen door het intern compensatiefonds voor de diamantsector |
| voor de brugpensioneringen vanaf 1 januari 2008. | voor de brugpensioneringen vanaf 1 januari 2008. |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2010 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2011. | januari 2010 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2011. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juli | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juli |
| 2010. | 2010. |
| De Vice-Eerste Minister | De Vice-Eerste Minister |
| en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en | en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en |
| asielbeleid, | asielbeleid, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |