Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters, betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters, betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
9 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 9 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2011, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2011, |
gesloten in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de | gesloten in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de |
kleermaaksters en naaisters, betreffende de lonen en | kleermaaksters en naaisters, betreffende de lonen en |
arbeidsvoorwaarden (1) | arbeidsvoorwaarden (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de |
meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters; | meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2011, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2011, |
gesloten in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de | gesloten in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de |
kleermaaksters en naaisters, betreffende de lonen en | kleermaaksters en naaisters, betreffende de lonen en |
arbeidsvoorwaarden. | arbeidsvoorwaarden. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 9 januari 2013. | Gegeven te Brussel, 9 januari 2013. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en | Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en |
naaisters | naaisters |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2011 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2011 |
Lonen en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 18 januari | Lonen en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 18 januari |
2012 onder het nummer 107778/CO/107) | 2012 onder het nummer 107778/CO/107) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgever, de werklieden en werksters met inbegrip van de | de werkgever, de werklieden en werksters met inbegrip van de |
huisarbeiders van de ondernemingen ressorterend onder de bevoegdheid | huisarbeiders van de ondernemingen ressorterend onder de bevoegdheid |
van het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters | van het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters |
en naaisters, PC 107 (koninklijk besluit van 29 januari 1991 - | en naaisters, PC 107 (koninklijk besluit van 29 januari 1991 - |
Belgisch Staatsblad van 8 februari 1991). | Belgisch Staatsblad van 8 februari 1991). |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve | Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 16 januari 2008 betreffende de lonen en | arbeidsovereenkomst van 16 januari 2008 betreffende de lonen en |
arbeidsvoorwaarden voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en | arbeidsvoorwaarden voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en |
naaisters PC 107 (koninklijk besluit van 4 oktober 2011 - Belgisch | naaisters PC 107 (koninklijk besluit van 4 oktober 2011 - Belgisch |
Staatsblad van 23 november 2011). | Staatsblad van 23 november 2011). |
HOOFDSTUK II. - Lonen | HOOFDSTUK II. - Lonen |
Art. 2.Jongeren |
Art. 2.Jongeren |
- Jongeren 16 jaar - 18 jaar | - Jongeren 16 jaar - 18 jaar |
De minderjarigen en de leerlingen verbonden met een | De minderjarigen en de leerlingen verbonden met een |
arbeidsovereenkomst hebben recht op loon volgens de percentages | arbeidsovereenkomst hebben recht op loon volgens de percentages |
opgenomen in de navolgende tabel en schommelend volgens de leeftijd op | opgenomen in de navolgende tabel en schommelend volgens de leeftijd op |
basis van loonniveau 1. | basis van loonniveau 1. |
- Jongeren 18 jaar - 21 jaar | - Jongeren 18 jaar - 21 jaar |
Vanaf de leeftijd van 18 jaar ontvangt de jonge werknemer en de | Vanaf de leeftijd van 18 jaar ontvangt de jonge werknemer en de |
leerling verbonden met een arbeidsovereenkomst gedurende een | leerling verbonden met een arbeidsovereenkomst gedurende een |
aanloopstage van 1 jaar (uitgedrukt in voltijdse equivalenten) het | aanloopstage van 1 jaar (uitgedrukt in voltijdse equivalenten) het |
percentage van het functieloon, opgenomen in onderstaande tabel. | percentage van het functieloon, opgenomen in onderstaande tabel. |
Nadien krijgt hij/zij het volledige functieloon voorzien in artikel 4. | Nadien krijgt hij/zij het volledige functieloon voorzien in artikel 4. |
- Tabel jongerenbarema's | - Tabel jongerenbarema's |
21 jaar : 100 pct.; | 21 jaar : 100 pct.; |
20 jaar : 94 pct.; | 20 jaar : 94 pct.; |
19 jaar : 88 pct.; | 19 jaar : 88 pct.; |
18 jaar : 82 pct.; | 18 jaar : 82 pct.; |
17 jaar : 76 pct.; | 17 jaar : 76 pct.; |
16 jaar : 70 pct. | 16 jaar : 70 pct. |
Art. 3.Vanaf de leeftijd van 18 jaar wordt een aanloopstage van |
Art. 3.Vanaf de leeftijd van 18 jaar wordt een aanloopstage van |
minstens 12 maanden verworven in andere bij deze collectieve | minstens 12 maanden verworven in andere bij deze collectieve |
arbeidsovereenkomst bedoelde ondernemingen, in aanmerking genomen voor | arbeidsovereenkomst bedoelde ondernemingen, in aanmerking genomen voor |
het verwerven van het volledige functieloon. Zij wordt bewezen door | het verwerven van het volledige functieloon. Zij wordt bewezen door |
verklaringen afgeleverd door de werkgevers en overhandigd op het | verklaringen afgeleverd door de werkgevers en overhandigd op het |
ogenblik van hun indiensttreding. | ogenblik van hun indiensttreding. |
Art. 4.De lonen bedragen op 1 januari 2012 : |
Art. 4.De lonen bedragen op 1 januari 2012 : |
EUR | EUR |
- Niveau 1 : helpers(sters) en afwerkers(sters) : 10,6156 EUR; | - Niveau 1 : helpers(sters) en afwerkers(sters) : 10,6156 EUR; |
- Niveau 1bis : helpers(sters) en afwerkers(sters) na 3 jaar | - Niveau 1bis : helpers(sters) en afwerkers(sters) na 3 jaar |
anciënniteit : 11,1394 EUR; | anciënniteit : 11,1394 EUR; |
- Niveau 2 : de assistenten werklieden en werksters : 11,7209 EUR; | - Niveau 2 : de assistenten werklieden en werksters : 11,7209 EUR; |
- Niveau 3 : geschoolde werklieden en werkster : 12,4988 EUR; | - Niveau 3 : geschoolde werklieden en werkster : 12,4988 EUR; |
- Niveau 4 : goedgeschoolde werklieden en werksters (keurwerksters) : | - Niveau 4 : goedgeschoolde werklieden en werksters (keurwerksters) : |
12,8892 EUR; | 12,8892 EUR; |
- Niveau 5 : taille-werkman en taille-werkster : 13,2794 EUR. | - Niveau 5 : taille-werkman en taille-werkster : 13,2794 EUR. |
HOOFDSTUK III. - Huisarbeid | HOOFDSTUK III. - Huisarbeid |
Art. 5.Het maakloon wordt berekend door het aantal uren vereist voor |
Art. 5.Het maakloon wordt berekend door het aantal uren vereist voor |
de uitvoering van elk stuk te vermenigvuldigen met het uurloon | de uitvoering van elk stuk te vermenigvuldigen met het uurloon |
overeenstemmend met één van de functies vermeld in artikel 4 van de | overeenstemmend met één van de functies vermeld in artikel 4 van de |
collectieve arbeidsovereenkomst. | collectieve arbeidsovereenkomst. |
Art. 6.Het globale loon van de huisarbeiders en -arbeidsters wordt |
Art. 6.Het globale loon van de huisarbeiders en -arbeidsters wordt |
bij elke uitbetaling met 10 pct. verhoogd als schadeloosstelling voor | bij elke uitbetaling met 10 pct. verhoogd als schadeloosstelling voor |
de algemene kosten welke te hunnen laste vallen (verwarming, | de algemene kosten welke te hunnen laste vallen (verwarming, |
verlichting, enz.). Deze vergoeding wordt op 15 pct. gebracht wanneer | verlichting, enz.). Deze vergoeding wordt op 15 pct. gebracht wanneer |
de huisarbeiders en -arbeidsters zelf de kleine benodigdheden (garen, | de huisarbeiders en -arbeidsters zelf de kleine benodigdheden (garen, |
koorzijden, enz.) leveren. | koorzijden, enz.) leveren. |
Art. 7.Onverminderd de bepalingen van de weten van 26 januari 1951 en |
Art. 7.Onverminderd de bepalingen van de weten van 26 januari 1951 en |
4 augustus 1978 betreffende het bijhouden van de sociale documenten | 4 augustus 1978 betreffende het bijhouden van de sociale documenten |
worden de in artikel 6 bedoelde vergoedingen bij elke uitbetaling | worden de in artikel 6 bedoelde vergoedingen bij elke uitbetaling |
afzonderlijk in het loonboekje ingeschreven. De in artikel 5 bepaalde | afzonderlijk in het loonboekje ingeschreven. De in artikel 5 bepaalde |
uren voor uitvoering van elke kledingstuk moeten schriftelijk worden | uren voor uitvoering van elke kledingstuk moeten schriftelijk worden |
vastgelegd bij het afsluiten van de arbeidsovereenkomst. | vastgelegd bij het afsluiten van de arbeidsovereenkomst. |
HOOFDSTUK IV. - Arbeidsduur | HOOFDSTUK IV. - Arbeidsduur |
Art. 8.De maximumgrens van de wekelijkse arbeidsduur is vastgesteld |
Art. 8.De maximumgrens van de wekelijkse arbeidsduur is vastgesteld |
op 38 uren. | op 38 uren. |
Art. 9.De wekelijkse arbeidsduur wordt over vijf dagen van de week |
Art. 9.De wekelijkse arbeidsduur wordt over vijf dagen van de week |
verdeeld. De dag van inactiviteit wordt bij overeenkomst tussen de | verdeeld. De dag van inactiviteit wordt bij overeenkomst tussen de |
werkgever en de meerderheid van zijn of haar werklieden en werksters, | werkgever en de meerderheid van zijn of haar werklieden en werksters, |
hetzij op maandag of op zaterdag, hetzij beurtelings op maandag en op | hetzij op maandag of op zaterdag, hetzij beurtelings op maandag en op |
zaterdag bepaald. | zaterdag bepaald. |
Art. 10.In afwijking van de bepalingen van artikel 9 mag de |
Art. 10.In afwijking van de bepalingen van artikel 9 mag de |
werkgever, in overeenstemming van de meerderheid van de werklieden en | werkgever, in overeenstemming van de meerderheid van de werklieden en |
werksters, het werk over zes dagen verdelen, op voorwaarde dat per | werksters, het werk over zes dagen verdelen, op voorwaarde dat per |
week aan elke werknemer individueel, hetzij op zaterdag, hetzij op | week aan elke werknemer individueel, hetzij op zaterdag, hetzij op |
maandag, een dag van inactiviteit wordt toegekend volgens een tussen | maandag, een dag van inactiviteit wordt toegekend volgens een tussen |
de partijen overeengekomen beurtstelsel. | de partijen overeengekomen beurtstelsel. |
Art. 11.De werkgevers dele aan de voorzitter van het paritair comité |
Art. 11.De werkgevers dele aan de voorzitter van het paritair comité |
de krachtens artikel 9 of artikel 10 in hun onderneming ingevoerde | de krachtens artikel 9 of artikel 10 in hun onderneming ingevoerde |
arbeidsregeling mede. De voorzitter geeft kennis van deze | arbeidsregeling mede. De voorzitter geeft kennis van deze |
arbeidsregeling aan de in het Paritair Comité vóór de | arbeidsregeling aan de in het Paritair Comité vóór de |
meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters vertegenwoordigde | meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters vertegenwoordigde |
organisaties. | organisaties. |
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen |
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
januari 2011 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2012. Zij | januari 2011 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2012. Zij |
wordt van jaar tot jaar stilzwijgend verlengd, indien zij vóór de | wordt van jaar tot jaar stilzwijgend verlengd, indien zij vóór de |
jaarlijkse vervaldag niet door één van de ondertekenende partijen | jaarlijkse vervaldag niet door één van de ondertekenende partijen |
wordt opgezegd, mits een opzegging van drie maanden, bij een ter post | wordt opgezegd, mits een opzegging van drie maanden, bij een ter post |
aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair | aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair |
Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters en | Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters en |
aan de daarin vertegenwoordigde organisaties. | aan de daarin vertegenwoordigde organisaties. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari |
2013. | 2013. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |