| Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 1967 tot vaststelling van de administratieve toestand van de rijksambtenaren die met een opdracht worden belast | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 1967 tot vaststelling van de administratieve toestand van de rijksambtenaren die met een opdracht worden belast |
|---|---|
| MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN | MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN |
| 9 JANUARI 1998. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 9 JANUARI 1998. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
| besluit van 13 november 1967 tot vaststelling van de administratieve | besluit van 13 november 1967 tot vaststelling van de administratieve |
| toestand van de rijksambtenaren die met een opdracht worden belast | toestand van de rijksambtenaren die met een opdracht worden belast |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het | Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het |
| statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 102, 8°, | statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 102, 8°, |
| gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 november 1967; | gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 november 1967; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 13 november 1967 tot vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 13 november 1967 tot vaststelling |
| van de administratieve toestand van de rijksambtenaren die met een | van de administratieve toestand van de rijksambtenaren die met een |
| opdracht worden belast, inzonderheid op artikel 5, gewijzigd bij het | opdracht worden belast, inzonderheid op artikel 5, gewijzigd bij het |
| koninklijk besluit 19 september 1991, op artikel 6, gewijzigd bij de | koninklijk besluit 19 september 1991, op artikel 6, gewijzigd bij de |
| koninklijke besluiten van 2 december 1971, 2 april 1979 en 19 | koninklijke besluiten van 2 december 1971, 2 april 1979 en 19 |
| september 1991 en op artikel 11; | september 1991 en op artikel 11; |
| Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 8 | Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 8 |
| augustus 1997; | augustus 1997; |
| Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 22 | Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 22 |
| september 1997; | september 1997; |
| Gelet op het protocol nr. 283 van 13 november 1997 van het Comité voor | Gelet op het protocol nr. 283 van 13 november 1997 van het Comité voor |
| de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten; | de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten; |
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli |
| 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| Overwegende dat met de invoering van de euro, de financiële omgeving | Overwegende dat met de invoering van de euro, de financiële omgeving |
| van het beheer van de staatsschuld diepgaande veranderingen zal kennen | van het beheer van de staatsschuld diepgaande veranderingen zal kennen |
| die een nieuwe administratieve organisatie van dit beheer nodig maken; | die een nieuwe administratieve organisatie van dit beheer nodig maken; |
| dat krachtens artikel 2, 2° van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende | dat krachtens artikel 2, 2° van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende |
| oprichting van een Rentenfonds dat zijn medewerking aan het beheer van | oprichting van een Rentenfonds dat zijn medewerking aan het beheer van |
| de staatsschuld kan leveren door het op zich nemen van de technische | de staatsschuld kan leveren door het op zich nemen van de technische |
| functies die de Minister van Financiën het toebedeelt; | functies die de Minister van Financiën het toebedeelt; |
| Overwegende dat de detachering van rijksambtenaren bij het Rentenfonds | Overwegende dat de detachering van rijksambtenaren bij het Rentenfonds |
| voor het beheer van de federale Staatsschuld één van de cruciale | voor het beheer van de federale Staatsschuld één van de cruciale |
| onderdelen van deze nieuwe organisatie vormt; | onderdelen van deze nieuwe organisatie vormt; |
| Overwegende dat het van belang is deze nieuwe organisatie vanaf begin | Overwegende dat het van belang is deze nieuwe organisatie vanaf begin |
| 1998 in te stellen om over een jaar te beschikken om ze te testen en | 1998 in te stellen om over een jaar te beschikken om ze te testen en |
| ze zonodig aan te passen aan de realiteiten van de financiële markten | ze zonodig aan te passen aan de realiteiten van de financiële markten |
| die ook, gedurende het jaar 1998 en in het bijzonder na de beslissing | die ook, gedurende het jaar 1998 en in het bijzonder na de beslissing |
| inzake de keuze van de toekomstige leden van de eurozone, actief hun | inzake de keuze van de toekomstige leden van de eurozone, actief hun |
| aanpassing aan deze nieuwe financiële omgeving van de euro gaan | aanpassing aan deze nieuwe financiële omgeving van de euro gaan |
| voortzetten; | voortzetten; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het | Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het |
| advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, | advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Artikel 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 13 |
Artikel 1.Artikel 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 13 |
| november 1967 tot vaststelling van de administratieve toestand van de | november 1967 tot vaststelling van de administratieve toestand van de |
| rijksambtenaren die met een opdracht worden belast, ingevoegd door het | rijksambtenaren die met een opdracht worden belast, ingevoegd door het |
| koninklijk besluit van 19 september 1991, wordt als volgt aangevuld : | koninklijk besluit van 19 september 1991, wordt als volgt aangevuld : |
| « Het wordt eveneens bezoldigd wanneer de ambtenaar een opdracht | « Het wordt eveneens bezoldigd wanneer de ambtenaar een opdracht |
| uitoefent bij het Rentenfonds voor het Beheer van de federale | uitoefent bij het Rentenfonds voor het Beheer van de federale |
| Staatsschuld ». | Staatsschuld ». |
Art. 2.Artikel 6, § 6, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd |
Art. 2.Artikel 6, § 6, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd |
| bij het koninklijk besluit van 19 september 1991, wordt als volgt | bij het koninklijk besluit van 19 september 1991, wordt als volgt |
| aangevuld : | aangevuld : |
| « evenals voor de opdrachten die worden uitgeoefend bij het | « evenals voor de opdrachten die worden uitgeoefend bij het |
| Rentenfonds voor het beheer van de federale Staatsschuld ». | Rentenfonds voor het beheer van de federale Staatsschuld ». |
Art. 3.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een § 3, |
Art. 3.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een § 3, |
| luidend als volgt : | luidend als volgt : |
| « § 3. De §§ 1 en 2 van dit besluit zijn niet toepasselijk als de | « § 3. De §§ 1 en 2 van dit besluit zijn niet toepasselijk als de |
| ambtenaar in opdracht een ambtenaar van het Ministerie van Financiën | ambtenaar in opdracht een ambtenaar van het Ministerie van Financiën |
| is die een opdracht uitoefent bij het Rentenfonds voor het beheer van | is die een opdracht uitoefent bij het Rentenfonds voor het beheer van |
| de federale Staatsschuld. » | de federale Staatsschuld. » |
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998. |
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998. |
Art. 5.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem |
Art. 5.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem |
| betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 9 januari 1998. | Gegeven te Brussel, 9 januari 1998. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
| A. FLAHAUT | A. FLAHAUT |