Koninklijk besluit nr. 5 van 9 april 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 , met het oog op de aanpassing van bepaalde regels die van toepassing zijn in de land- en tuinbouwsector | Koninklijk besluit nr. 5 van 9 april 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 , met het oog op de aanpassing van bepaalde regels die van toepassing zijn in de land- en tuinbouwsector |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
9 APRIL 2020. - Koninklijk besluit nr. 5 van 9 april 2020 tot | 9 APRIL 2020. - Koninklijk besluit nr. 5 van 9 april 2020 tot |
uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die | uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die |
machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd | machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd |
tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II), met het oog | tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II), met het oog |
op de aanpassing van bepaalde regels die van toepassing zijn in de | op de aanpassing van bepaalde regels die van toepassing zijn in de |
land- en tuinbouwsector | land- en tuinbouwsector |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de | Gelet op de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de |
Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van | Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van |
het coronavirus COVID-19 (II), artikel 5, § 1, 5°; | het coronavirus COVID-19 (II), artikel 5, § 1, 5°; |
Gelet op de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van | Gelet op de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van |
28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der | 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der |
arbeiders; | arbeiders; |
Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering | Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering |
van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 | van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 |
december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; | december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; |
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 25 | Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 25 |
maart 2020; | maart 2020; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 26 | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 26 |
maart 2020; | maart 2020; |
Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de | Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de |
instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale | instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale |
voorzorg, artikel 15, eerste lid; | voorzorg, artikel 15, eerste lid; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Gelet op artikel 8 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse | Gelet op artikel 8 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse |
bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit | bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit |
vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse gezien de | vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse gezien de |
hoogdringendheid gemotiveerd door de situatie betreffende de uitbraak | hoogdringendheid gemotiveerd door de situatie betreffende de uitbraak |
van Covid-19, de noodzaak om zonder verwijl de nodige maatregelen te | van Covid-19, de noodzaak om zonder verwijl de nodige maatregelen te |
treffen om de sociaal-economische gevolgen van de ter beperking van de | treffen om de sociaal-economische gevolgen van de ter beperking van de |
verspreiding van het coronavirus SARS-CoV-2 genomen, dringende | verspreiding van het coronavirus SARS-CoV-2 genomen, dringende |
maatregelen voor werkgevers te milderen; | maatregelen voor werkgevers te milderen; |
Gelet op het advies 67.184/1 van de Raad van State, gegeven op 6 april | Gelet op het advies 67.184/1 van de Raad van State, gegeven op 6 april |
2020, met toepassing van artikel 4, derde lid, van de wet van 27 maart | 2020, met toepassing van artikel 4, derde lid, van de wet van 27 maart |
2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in | 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in |
de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (I); | de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (I); |
Overwegende de kwalificatie van COVID-19 als een pandemie door de | Overwegende de kwalificatie van COVID-19 als een pandemie door de |
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) op 11 maart 2020; | Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) op 11 maart 2020; |
Overwegende dat de WHO op 16 maart 2020 het hoogste dreigingsniveau | Overwegende dat de WHO op 16 maart 2020 het hoogste dreigingsniveau |
heeft uitgeroepen aangaande COVID-19 dat de wereldeconomie | heeft uitgeroepen aangaande COVID-19 dat de wereldeconomie |
destabiliseert en zich snel verspreidt over de wereld; | destabiliseert en zich snel verspreidt over de wereld; |
Overwegende dat het teeltseizoen bezig is en de land- en | Overwegende dat het teeltseizoen bezig is en de land- en |
tuinbouwsector de komende maanden een stijgende nood heeft aan | tuinbouwsector de komende maanden een stijgende nood heeft aan |
seizoenswerknemers. Dat degenen die al op het grondgebied aanwezig | seizoenswerknemers. Dat degenen die al op het grondgebied aanwezig |
zijn, er sinds het begin van het jaar zijn en dat de quota van dagen | zijn, er sinds het begin van het jaar zijn en dat de quota van dagen |
waarop zij de speciale regeling voor gelegenheidswerknemers kunnen | waarop zij de speciale regeling voor gelegenheidswerknemers kunnen |
genieten, voor velen van hen in de tweede helft van maart zullen zijn | genieten, voor velen van hen in de tweede helft van maart zullen zijn |
uitgeput. Aangezien verschillende landen hun grenzen gesloten hebben | uitgeput. Aangezien verschillende landen hun grenzen gesloten hebben |
zodat dringend maatregelen genomen moeten worden om te voorkomen dat | zodat dringend maatregelen genomen moeten worden om te voorkomen dat |
de in het land aanwezige seizoenswerknemers België zouden verlaten | de in het land aanwezige seizoenswerknemers België zouden verlaten |
zonder dat zij vervangen kunnen worden; | zonder dat zij vervangen kunnen worden; |
Overwegende dat, om het aantal beschikbare gelegenheidswerknemers te | Overwegende dat, om het aantal beschikbare gelegenheidswerknemers te |
vergroten, dringend een versoepeling van bepaalde bestaande regels | vergroten, dringend een versoepeling van bepaalde bestaande regels |
moet worden doorgevoerd, evenals een bijkomende, gedeeltelijke | moet worden doorgevoerd, evenals een bijkomende, gedeeltelijke |
verhoging van het quotum in de fruitteelt. | verhoging van het quotum in de fruitteelt. |
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van | Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van |
Werk en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, | Werk en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In artikel 2/1 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening |
Artikel 1.In artikel 2/1 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening |
van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke |
zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij de wet van 26 december 2013 en | zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij de wet van 26 december 2013 en |
gewijzigd bij de wet van 20 juli 2015, worden de volgende wijzigingen | gewijzigd bij de wet van 20 juli 2015, worden de volgende wijzigingen |
aangebracht: | aangebracht: |
a) in pararagraaf 1, derde lid, 1°, worden de woorden "of de | a) in pararagraaf 1, derde lid, 1°, worden de woorden "of de |
champignonteelt" vervangen door de woorden ", de champignonteelt of de | champignonteelt" vervangen door de woorden ", de champignonteelt of de |
fruitteelt"; | fruitteelt"; |
b) paragraaf 1, derde lid, wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, | b) paragraaf 1, derde lid, wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, |
luidende: | luidende: |
"6° wat de handarbeiders betreft die tewerkgesteld zijn in de | "6° wat de handarbeiders betreft die tewerkgesteld zijn in de |
fruitteelt: de handarbeider tewerkgesteld gedurende maximaal 100 dagen | fruitteelt: de handarbeider tewerkgesteld gedurende maximaal 100 dagen |
per kalenderjaar, met uitzondering van de werknemers die ressorteren | per kalenderjaar, met uitzondering van de werknemers die ressorteren |
onder het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, wat de laatste 35 | onder het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, wat de laatste 35 |
dagen van de 100 dagen betreft."; | dagen van de 100 dagen betreft."; |
c) paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende: | c) paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende: |
"In afwijking van het derde lid, worden alle quota bedoeld in het | "In afwijking van het derde lid, worden alle quota bedoeld in het |
derde lid voor het jaar 2020 verdubbeld, waarbij het maximum van 30 | derde lid voor het jaar 2020 verdubbeld, waarbij het maximum van 30 |
dagen telkens 60 dagen wordt, het maximum van 65 dagen telkens 130 | dagen telkens 60 dagen wordt, het maximum van 65 dagen telkens 130 |
dagen en het maximum van 100 dagen telkens 200 dagen. De laatste 35 | dagen en het maximum van 100 dagen telkens 200 dagen. De laatste 35 |
dagen van de 100 dagen worden in 2020, telkens de laatste 70 dagen van | dagen van de 100 dagen worden in 2020, telkens de laatste 70 dagen van |
de 200 dagen."; | de 200 dagen."; |
d) paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende: | d) paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende: |
" Voor het jaar 2020 wordt het maximum van 65 dagen, bedoeld in het | " Voor het jaar 2020 wordt het maximum van 65 dagen, bedoeld in het |
eerste lid, 130 dagen en wordt de verlenging met 35 extra dagen, | eerste lid, 130 dagen en wordt de verlenging met 35 extra dagen, |
bedoeld in deze paragraaf, telkens een verlenging met 70 extra | bedoeld in deze paragraaf, telkens een verlenging met 70 extra |
dagen."; | dagen."; |
e) paragraaf 2bis wordt aangevuld met een lid, luidende: | e) paragraaf 2bis wordt aangevuld met een lid, luidende: |
"In afwijking van het eerste lid, worden, voor het jaar 2020, de 35 | "In afwijking van het eerste lid, worden, voor het jaar 2020, de 35 |
extra dagen, bedoeld in het eerste lid, telkens 70 extra dagen."; | extra dagen, bedoeld in het eerste lid, telkens 70 extra dagen."; |
f) er wordt een paragraaf 2ter ingevoegd, luidende: | f) er wordt een paragraaf 2ter ingevoegd, luidende: |
" § 2ter. In afwijking van paragraaf 2, eerste lid, kan, wat de | " § 2ter. In afwijking van paragraaf 2, eerste lid, kan, wat de |
handarbeiders betreft die tewerkgesteld zijn in de fruitteelt, de | handarbeiders betreft die tewerkgesteld zijn in de fruitteelt, de |
beperking van de onderwerping bedoeld in § 1, eerste lid, verlengd | beperking van de onderwerping bedoeld in § 1, eerste lid, verlengd |
worden met 35 extra dagen per handarbeider die geen uitzendarbeider is | worden met 35 extra dagen per handarbeider die geen uitzendarbeider is |
en dit voor 33 % van het aantal gelegenheidswerknemers die de | en dit voor 33 % van het aantal gelegenheidswerknemers die de |
betrokken werkgever in het jaar 2019 heeft aangegeven, voor zover | betrokken werkgever in het jaar 2019 heeft aangegeven, voor zover |
gelijktijdig aan de volgende voorwaarden is voldaan: | gelijktijdig aan de volgende voorwaarden is voldaan: |
1° de betrokken werkgever toont voor het jaar 2020 een | 1° de betrokken werkgever toont voor het jaar 2020 een |
tewerkstellingsvolume aan, uitgedrukt in voltijdse equivalent, dat | tewerkstellingsvolume aan, uitgedrukt in voltijdse equivalent, dat |
minstens gelijk is aan het gemiddelde van de vier | minstens gelijk is aan het gemiddelde van de vier |
multifunctionele-aangiften bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid | multifunctionele-aangiften bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid |
voor het kalenderjaar 2018; | voor het kalenderjaar 2018; |
2° de betrokken werkgever moet, uiterlijk op 24 april 2020, een | 2° de betrokken werkgever moet, uiterlijk op 24 april 2020, een |
schriftelijke aanvraag richten aan de voorzitter van het Paritair | schriftelijke aanvraag richten aan de voorzitter van het Paritair |
Comité voor het tuinbouwbedrijf en aan het Waarborg en Sociaal fonds | Comité voor het tuinbouwbedrijf en aan het Waarborg en Sociaal fonds |
voor het tuinbouwbedrijf. Deze aanvraag bevat een verklaring, die | voor het tuinbouwbedrijf. Deze aanvraag bevat een verklaring, die |
samen met de aanvraag moet worden ingediend opdat deze ontvankelijk | samen met de aanvraag moet worden ingediend opdat deze ontvankelijk |
zou zijn, en waarin de werkgever zich verbindt om: | zou zijn, en waarin de werkgever zich verbindt om: |
- de sociale wetgeving en de collectieve arbeidsovereenkomsten correct | - de sociale wetgeving en de collectieve arbeidsovereenkomsten correct |
toe te passen; | toe te passen; |
- geen gebruik te maken van detacheringsconstructies; | - geen gebruik te maken van detacheringsconstructies; |
- geen beroep te doen op schijnzelfstandigen; | - geen beroep te doen op schijnzelfstandigen; |
- niet aan sociale dumping te doen; | - niet aan sociale dumping te doen; |
- niet te werken met constructies van aannemings- of | - niet te werken met constructies van aannemings- of |
dienstverleningscontracten met Belgische of buitenlandse ondernemingen | dienstverleningscontracten met Belgische of buitenlandse ondernemingen |
om de Belgische wetgeving betreffende de verboden | om de Belgische wetgeving betreffende de verboden |
terbeschikkingstelling te omzeilen. | terbeschikkingstelling te omzeilen. |
Het Waarborg en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf stelt een | Het Waarborg en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf stelt een |
modeldocument ter beschikking voor de schriftelijke aanvraag en de | modeldocument ter beschikking voor de schriftelijke aanvraag en de |
verklaring bedoeld in het eerste lid. | verklaring bedoeld in het eerste lid. |
In de gevallen bedoeld in het eerste lid beoordeelt een werkgroep | In de gevallen bedoeld in het eerste lid beoordeelt een werkgroep |
"Fruitteelt", opgericht binnen het Paritair Comité voor het | "Fruitteelt", opgericht binnen het Paritair Comité voor het |
tuinbouwbedrijf, de aanvragen vóór 20 mei 2020 aan de hand van de | tuinbouwbedrijf, de aanvragen vóór 20 mei 2020 aan de hand van de |
DmfA- en de Dimona-aangiften. | DmfA- en de Dimona-aangiften. |
Het Waarborg en Sociaal fonds voor het tuinbouwbedrijf berekent voor | Het Waarborg en Sociaal fonds voor het tuinbouwbedrijf berekent voor |
elke onderneming die de aanvraag indient, het aantal | elke onderneming die de aanvraag indient, het aantal |
gelegenheidswerknemers tijdens het jaar 2019 en het aantal dat | gelegenheidswerknemers tijdens het jaar 2019 en het aantal dat |
overeenkomt met 33 % daarvan voor het jaar 2020. | overeenkomt met 33 % daarvan voor het jaar 2020. |
De werkgroep "Fruitteelt" onderzoekt het dossier en formuleert een | De werkgroep "Fruitteelt" onderzoekt het dossier en formuleert een |
advies aan het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf dat de | advies aan het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf dat de |
beslissing neemt. Deze beslissing geeft onder meer het aantal | beslissing neemt. Deze beslissing geeft onder meer het aantal |
gelegenheidswerknemers weer dat in de fruitteelt is tewerkgesteld en | gelegenheidswerknemers weer dat in de fruitteelt is tewerkgesteld en |
waarop de werkgever een beroep kan doen tijdens het voor het jaar 2020 | waarop de werkgever een beroep kan doen tijdens het voor het jaar 2020 |
tot 100 dagen uitgebreide stelsel. Het Paritair Comité deelt deze | tot 100 dagen uitgebreide stelsel. Het Paritair Comité deelt deze |
beslissing mee aan de betrokken werkgever en bezorgt ze uiterlijk op | beslissing mee aan de betrokken werkgever en bezorgt ze uiterlijk op |
10 juni 2020 tevens aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en aan | 10 juni 2020 tevens aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en aan |
de minister die Sociale zaken onder zijn bevoegdheid heeft. | de minister die Sociale zaken onder zijn bevoegdheid heeft. |
In afwijking van het eerste lid, wordt, voor het jaar 2020, de | In afwijking van het eerste lid, wordt, voor het jaar 2020, de |
verlenging met 35 extra dagen bedoeld in het eerste lid, een | verlenging met 35 extra dagen bedoeld in het eerste lid, een |
verlenging met 70 extra dagen."; | verlenging met 70 extra dagen."; |
g) paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende: | g) paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende: |
"Voor het jaar 2020 wordt, in afwijking van het eerst lid, de | "Voor het jaar 2020 wordt, in afwijking van het eerst lid, de |
beperking tot 65 dagen verhoogd tot 130 dagen, en wordt, in afwijking | beperking tot 65 dagen verhoogd tot 130 dagen, en wordt, in afwijking |
van het tweede lid, het maximum van 100 dagen verhoogd tot 200 dagen | van het tweede lid, het maximum van 100 dagen verhoogd tot 200 dagen |
wanneer de gelegenheidsactiviteiten vanaf de 131ste dag uitsluitend | wanneer de gelegenheidsactiviteiten vanaf de 131ste dag uitsluitend |
uitgeoefend worden in de witloofteelt."; | uitgeoefend worden in de witloofteelt."; |
h) in paragraaf 4 worden de woorden "de land- of tuinbouwsector" | h) in paragraaf 4 worden de woorden "de land- of tuinbouwsector" |
vervangen door de woorden "dezelfde onderneming"; | vervangen door de woorden "dezelfde onderneming"; |
i) paragraaf 4 wordt aangevuld met een lid, luidende: | i) paragraaf 4 wordt aangevuld met een lid, luidende: |
"Voor de toepassing van deze paragraaf verstaat men onder dezelfde | "Voor de toepassing van deze paragraaf verstaat men onder dezelfde |
onderneming, het geheel van juridische entiteiten die worden bestuurd | onderneming, het geheel van juridische entiteiten die worden bestuurd |
door dezelfde bestuurders en/ of beheerders of die behoren tot | door dezelfde bestuurders en/ of beheerders of die behoren tot |
dezelfde technische bedrijfseenheid zoals bedoeld in de wet van 20 | dezelfde technische bedrijfseenheid zoals bedoeld in de wet van 20 |
september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven."; | september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven."; |
j) in het artikel worden de paragrafen 4/1 en 4/2 ingevoegd, luidende: | j) in het artikel worden de paragrafen 4/1 en 4/2 ingevoegd, luidende: |
" § 4/1. Voor de berekening van de 180 dagen, bedoeld in paragraaf 4, | " § 4/1. Voor de berekening van de 180 dagen, bedoeld in paragraaf 4, |
wordt geen rekening gehouden met een tewerkstelling in de onderneming | wordt geen rekening gehouden met een tewerkstelling in de onderneming |
tijdens genoemde periode, wanneer deze werd uitgevoerd in het kader | tijdens genoemde periode, wanneer deze werd uitgevoerd in het kader |
van een contract voor bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven | van een contract voor bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven |
werk van maximaal zes opeenvolgende kalenderweken. | werk van maximaal zes opeenvolgende kalenderweken. |
§ 4/2. In afwijking van paragraaf 4 is de 180-dagenregel niet van | § 4/2. In afwijking van paragraaf 4 is de 180-dagenregel niet van |
toepassing op de werknemer die als gelegenheidswerknemer in dezelfde | toepassing op de werknemer die als gelegenheidswerknemer in dezelfde |
onderneming wenst te werken nadat diens arbeidsovereenkomst op de | onderneming wenst te werken nadat diens arbeidsovereenkomst op de |
wettelijke pensioenleeftijd werd beëindigd.". | wettelijke pensioenleeftijd werd beëindigd.". |
Art. 2.In artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november |
Art. 2.In artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november |
1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de | 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de |
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke |
zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 | zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 |
juni 1994, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 december 1995 | juni 1994, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 december 1995 |
en bij het koninklijk besluit van 21 april 2007 en laatst gewijzigd | en bij het koninklijk besluit van 21 april 2007 en laatst gewijzigd |
bij het koninklijk besluit van 28 april 2014, worden volgende | bij het koninklijk besluit van 28 april 2014, worden volgende |
wijzigingen aangebracht: | wijzigingen aangebracht: |
a) in paragraaf 1, tweede lid, 1° worden de woorden "of de | a) in paragraaf 1, tweede lid, 1° worden de woorden "of de |
champignonteelt" vervangen door de woorden ", de champignonteelt of de | champignonteelt" vervangen door de woorden ", de champignonteelt of de |
fruitteelt"; | fruitteelt"; |
b) paragraaf 1, tweede lid, wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, | b) paragraaf 1, tweede lid, wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, |
luidende: | luidende: |
"6° wat de handarbeiders betreft die tewerkgesteld zijn in de | "6° wat de handarbeiders betreft die tewerkgesteld zijn in de |
fruitteelt: de handarbeider tewerkgesteld gedurende maximaal 100 dagen | fruitteelt: de handarbeider tewerkgesteld gedurende maximaal 100 dagen |
per kalenderjaar, met uitzondering van de werknemers die ressorteren | per kalenderjaar, met uitzondering van de werknemers die ressorteren |
onder het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, wat de laatste 35 | onder het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, wat de laatste 35 |
dagen van de 100 dagen betreft."; | dagen van de 100 dagen betreft."; |
c) paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende: | c) paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende: |
"In afwijking van het tweede lid, worden alle quota bedoeld in het | "In afwijking van het tweede lid, worden alle quota bedoeld in het |
tweede lid voor het jaar 2020 verdubbeld, waarbij het maximum van 30 | tweede lid voor het jaar 2020 verdubbeld, waarbij het maximum van 30 |
dagen telkens 60 dagen wordt, het maximum van 65 dagen telkens 130 | dagen telkens 60 dagen wordt, het maximum van 65 dagen telkens 130 |
dagen en het maximum van 100 dagen telkens 200 dagen. De 35 laatste | dagen en het maximum van 100 dagen telkens 200 dagen. De 35 laatste |
dagen van de 100 dagen worden in 2020, telkens de 70 laatste dagen van | dagen van de 100 dagen worden in 2020, telkens de 70 laatste dagen van |
de 200 dagen."; | de 200 dagen."; |
d) paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende: | d) paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende: |
" Voor het jaar 2020 wordt het maximum van 65 dagen, bedoeld in de | " Voor het jaar 2020 wordt het maximum van 65 dagen, bedoeld in de |
eerste alinea, 130 dagen en wordt de verlenging met 35 extra dagen | eerste alinea, 130 dagen en wordt de verlenging met 35 extra dagen |
bedoeld in deze paragraaf, telkens een verlenging met 70 extra | bedoeld in deze paragraaf, telkens een verlenging met 70 extra |
dagen."; | dagen."; |
e) paragraaf 2bis wordt aangevuld met een lid, luidende: | e) paragraaf 2bis wordt aangevuld met een lid, luidende: |
"In afwijking van het eerste lid, wordt, voor het jaar 2020, de | "In afwijking van het eerste lid, wordt, voor het jaar 2020, de |
verlenging met 35 extra dagen bedoeld in het eerste lid, telkens een | verlenging met 35 extra dagen bedoeld in het eerste lid, telkens een |
verlenging met 70 extra dagen."; | verlenging met 70 extra dagen."; |
f) er wordt een paragraaf 2ter ingevoegd, luidende: | f) er wordt een paragraaf 2ter ingevoegd, luidende: |
" § 2ter. In afwijking van paragraaf 2, eerste lid, kan, wat de | " § 2ter. In afwijking van paragraaf 2, eerste lid, kan, wat de |
handarbeiders betreft die in de fruitteelt tewerkgesteld zijn, de | handarbeiders betreft die in de fruitteelt tewerkgesteld zijn, de |
beperking van de onderwerping bedoeld in § 1, eerste lid, verlengd | beperking van de onderwerping bedoeld in § 1, eerste lid, verlengd |
worden met 35 extra dagen per handarbeider die geen uitzendarbeider is | worden met 35 extra dagen per handarbeider die geen uitzendarbeider is |
en dit voor 33 % van het aantal gelegenheidswerknemers die de | en dit voor 33 % van het aantal gelegenheidswerknemers die de |
betrokken werkgever in het jaar 2019 heeft aangegeven, voor zover | betrokken werkgever in het jaar 2019 heeft aangegeven, voor zover |
gelijktijdig aan de volgende voorwaarden is voldaan: | gelijktijdig aan de volgende voorwaarden is voldaan: |
1° de betrokken werkgever toont voor het jaar 2020 een | 1° de betrokken werkgever toont voor het jaar 2020 een |
tewerkstellingsvolume aan, uitgedrukt in voltijdse equivalent, dat | tewerkstellingsvolume aan, uitgedrukt in voltijdse equivalent, dat |
minstens gelijk is aan het gemiddelde van de vier | minstens gelijk is aan het gemiddelde van de vier |
multifunctionele-aangiften bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid | multifunctionele-aangiften bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid |
voor het kalenderjaar 2018; | voor het kalenderjaar 2018; |
2° de betrokken werkgever moet, uiterlijk op 24 april 2020, een | 2° de betrokken werkgever moet, uiterlijk op 24 april 2020, een |
schriftelijke aanvraag richten aan de voorzitter van het Paritair | schriftelijke aanvraag richten aan de voorzitter van het Paritair |
Comité voor het tuinbouwbedrijf en aan het Waarborg en Sociaal fonds | Comité voor het tuinbouwbedrijf en aan het Waarborg en Sociaal fonds |
voor het tuinbouwbedrijf. Deze aanvraag bevat een verklaring, die | voor het tuinbouwbedrijf. Deze aanvraag bevat een verklaring, die |
samen met de aanvraag ingediend moet worden opdat deze ontvankelijk | samen met de aanvraag ingediend moet worden opdat deze ontvankelijk |
zou zijn, en waarin de werkgever zich verbindt om: | zou zijn, en waarin de werkgever zich verbindt om: |
- de sociale wetgeving en de collectieve arbeidsovereenkomsten correct | - de sociale wetgeving en de collectieve arbeidsovereenkomsten correct |
toe te passen; | toe te passen; |
- geen gebruik te maken van detacheringsconstructies; | - geen gebruik te maken van detacheringsconstructies; |
- geen beroep te doen op schijnzelfstandigen; | - geen beroep te doen op schijnzelfstandigen; |
- niet aan sociale dumping te doen; | - niet aan sociale dumping te doen; |
- niet te werken met constructies van aannemings- of | - niet te werken met constructies van aannemings- of |
dienstverleningscontracten met Belgische of buitenlandse ondernemingen | dienstverleningscontracten met Belgische of buitenlandse ondernemingen |
om de Belgische wetgeving betreffende de verboden | om de Belgische wetgeving betreffende de verboden |
terbeschikkingstelling te omzeilen. | terbeschikkingstelling te omzeilen. |
Het Waarborg en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf stelt een | Het Waarborg en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf stelt een |
modeldocument ter beschikking voor de schriftelijke aanvraag en de | modeldocument ter beschikking voor de schriftelijke aanvraag en de |
verklaring bedoeld in het eerste lid. | verklaring bedoeld in het eerste lid. |
In de gevallen bedoeld in het eerste lid beoordeelt een werkgroep | In de gevallen bedoeld in het eerste lid beoordeelt een werkgroep |
"Fruitteelt", opgericht binnen het Paritair Comité voor het | "Fruitteelt", opgericht binnen het Paritair Comité voor het |
tuinbouwbedrijf, de aanvragen vóór 20 mei 2020 aan de hand van de | tuinbouwbedrijf, de aanvragen vóór 20 mei 2020 aan de hand van de |
DmfA- en de Dimona-aangiften. | DmfA- en de Dimona-aangiften. |
Het Waarborg en Sociaal fonds voor het tuinbouwbedrijf berekent voor | Het Waarborg en Sociaal fonds voor het tuinbouwbedrijf berekent voor |
elke onderneming die de aanvraag indient, het aantal | elke onderneming die de aanvraag indient, het aantal |
gelegenheidswerknemers tijdens het jaar 2019 en het aantal dat | gelegenheidswerknemers tijdens het jaar 2019 en het aantal dat |
overeenkomt met 33 % daarvan voor het jaar 2020. | overeenkomt met 33 % daarvan voor het jaar 2020. |
De werkgroep "Fruitteelt" onderzoekt het dossier en formuleert een | De werkgroep "Fruitteelt" onderzoekt het dossier en formuleert een |
advies aan het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf dat de | advies aan het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf dat de |
beslissing neemt. Deze beslissing geeft onder meer het aantal | beslissing neemt. Deze beslissing geeft onder meer het aantal |
gelegenheidswerknemers tewerkgesteld in de fruitteelt weer waarop de | gelegenheidswerknemers tewerkgesteld in de fruitteelt weer waarop de |
werkgever een beroep kan doen voor het tot 100 dagen uitgebreide | werkgever een beroep kan doen voor het tot 100 dagen uitgebreide |
stelsel voor het jaar 2020. Het Paritair Comité deelt deze beslissing | stelsel voor het jaar 2020. Het Paritair Comité deelt deze beslissing |
mee aan de betrokken werkgever en bezorgt ze uiterlijk op 10 juni 2020 | mee aan de betrokken werkgever en bezorgt ze uiterlijk op 10 juni 2020 |
tevens aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en aan de minister | tevens aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en aan de minister |
die Sociale zaken onder zijn bevoegdheid heeft. | die Sociale zaken onder zijn bevoegdheid heeft. |
In afwijking van het eerste lid, wordt, voor het jaar 2020, de | In afwijking van het eerste lid, wordt, voor het jaar 2020, de |
verlenging met 35 extra dagen bedoeld in het eerste lid, een | verlenging met 35 extra dagen bedoeld in het eerste lid, een |
verlenging met 70 extra dagen."; | verlenging met 70 extra dagen."; |
g) paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende: | g) paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende: |
"Voor het jaar 2020 wordt, in afwijking van het eerst lid, de | "Voor het jaar 2020 wordt, in afwijking van het eerst lid, de |
beperking tot 65 dagen verhoogd tot 130 dagen en wordt, in afwijking | beperking tot 65 dagen verhoogd tot 130 dagen en wordt, in afwijking |
met het tweede lid, het maximum van 100 dagen verhoogd tot 200 dagen | met het tweede lid, het maximum van 100 dagen verhoogd tot 200 dagen |
wanneer de gelegenheidsactiviteiten vanaf de 131ste dag uitsluitend | wanneer de gelegenheidsactiviteiten vanaf de 131ste dag uitsluitend |
uitgeoefend worden in de witloofteelt.". | uitgeoefend worden in de witloofteelt.". |
Art. 3.In artikel 31bis van datzelfde koninklijk besluit, ingevoegd |
Art. 3.In artikel 31bis van datzelfde koninklijk besluit, ingevoegd |
bij het koninklijk besluit van 21 juni 1994, vervangen bij het | bij het koninklijk besluit van 21 juni 1994, vervangen bij het |
koninklijk besluit van 14 oktober 2005 en bij het koninklijk besluit | koninklijk besluit van 14 oktober 2005 en bij het koninklijk besluit |
van 30 april 2007, en laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 18 | van 30 april 2007, en laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 18 |
maart 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: | maart 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: |
1° paragraaf 1, tweede lid, wordt aangevuld met de woorden: | 1° paragraaf 1, tweede lid, wordt aangevuld met de woorden: |
"Voor het jaar 2020 wordt de regeling voor de eerste 65 dagen | "Voor het jaar 2020 wordt de regeling voor de eerste 65 dagen |
uitgebreid tot de eerste 130 dagen en wordt de regeling voor de 35 | uitgebreid tot de eerste 130 dagen en wordt de regeling voor de 35 |
extra dagen uitgebreid tot 70 extra dagen."; | extra dagen uitgebreid tot 70 extra dagen."; |
2° paragraaf 4 wordt aangevuld met de woorden: | 2° paragraaf 4 wordt aangevuld met de woorden: |
"De 35 laatste dagen van de 100 dagen worden, voor het jaar 2020, de | "De 35 laatste dagen van de 100 dagen worden, voor het jaar 2020, de |
70 laatste dagen van de 200 dagen.". | 70 laatste dagen van de 200 dagen.". |
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2020, met |
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2020, met |
uitzondering van de artikelen 1, c), d), e), g), 2, c), d), e), g) en | uitzondering van de artikelen 1, c), d), e), g), 2, c), d), e), g) en |
3 die uitwerking hebben met ingang van 1 maart 2020. | 3 die uitwerking hebben met ingang van 1 maart 2020. |
Dit besluit treedt buiten werking op 31 december 2020. | Dit besluit treedt buiten werking op 31 december 2020. |
Art. 5.De minister bevoegd voor Sociale zaken en de minister bevoegd |
Art. 5.De minister bevoegd voor Sociale zaken en de minister bevoegd |
voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van | voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 9 april 2020. | Gegeven te Brussel, 9 april 2020. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
M. DE BLOCK | M. DE BLOCK |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |