Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, betreffende het brugpensioen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, betreffende het brugpensioen |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
8 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 8 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten |
in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en | in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en |
ontvettingsbedrijf, betreffende het brugpensioen (1) | ontvettingsbedrijf, betreffende het brugpensioen (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de |
toekenning van werkloosheidsuitkeringen ingeval van conventioneel | toekenning van werkloosheidsuitkeringen ingeval van conventioneel |
brugpensioen, inzonderheid op artikel 2; | brugpensioen, inzonderheid op artikel 2; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het wasserij-, | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het wasserij-, |
ververij- en ontvettingsbedrijf; | ververij- en ontvettingsbedrijf; |
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten |
in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en | in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en |
ontvettingsbedrijf, betreffende het brugpensioen. | ontvettingsbedrijf, betreffende het brugpensioen. |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 8 oktober 1998. | Gegeven te Brussel, 8 oktober 1998. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |
_______ | _______ |
Nota's | Nota's |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 | Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 |
december 1992. | december 1992. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf | Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 |
Brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 17 juli 1997 | Brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 17 juli 1997 |
onder het nummer 44491/CO/110) | onder het nummer 44491/CO/110) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het | de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het |
wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf evenals op de werklieden en | wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf evenals op de werklieden en |
werksters die ze tewerkstellen. | werksters die ze tewerkstellen. |
Art. 2.Een regime van aanvullende vergoeding ten gunste van de |
Art. 2.Een regime van aanvullende vergoeding ten gunste van de |
bejaarde werklieden en werksters die worden ontslagen - verder | bejaarde werklieden en werksters die worden ontslagen - verder |
genoemd: brugpensioen - wordt ingesteld. | genoemd: brugpensioen - wordt ingesteld. |
Dit brugpensioen is gebaseerd op de collectieve arbeidsovereenkomst nr | Dit brugpensioen is gebaseerd op de collectieve arbeidsovereenkomst nr |
17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot | 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot |
invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van | invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van |
sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen. | sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen. |
Leeftijdsvoorwaarden in 1997 en 1998 | Leeftijdsvoorwaarden in 1997 en 1998 |
Art. 3.Het voordeel van dit brugpensioen wordt voor alle werknemers |
Art. 3.Het voordeel van dit brugpensioen wordt voor alle werknemers |
en werkneemsters toegekend vanaf de leeftijd van 58 jaar en zulks | en werkneemsters toegekend vanaf de leeftijd van 58 jaar en zulks |
vanaf 1 januari 1997. | vanaf 1 januari 1997. |
Art. 4.De leeftijdsgrens voorzien in artikel 3 van deze collectieve |
Art. 4.De leeftijdsgrens voorzien in artikel 3 van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst moet bereikt zijn op de eerst vergoede | arbeidsovereenkomst moet bereikt zijn op de eerst vergoede |
werkloosheidsdag na het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. | werkloosheidsdag na het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. |
Art. 5.Om van dit regime van brugpensioen te genieten moeten de |
Art. 5.Om van dit regime van brugpensioen te genieten moeten de |
werklieden en werksters aan de volgende voorwaarden voldoen | werklieden en werksters aan de volgende voorwaarden voldoen |
- 25 jaar loondienst kunnen rechtvaardigen zoals bepaald in artikel 2, | - 25 jaar loondienst kunnen rechtvaardigen zoals bepaald in artikel 2, |
§§ 1 en 3 van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende | §§ 1 en 3 van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende |
de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel | de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel |
brugpensioen; | brugpensioen; |
- gedurende ten minste 5 jaar - desgevallend middels onderbroken | - gedurende ten minste 5 jaar - desgevallend middels onderbroken |
periodes - tewerkgesteld geweest zijn in de bedrijfstak; | periodes - tewerkgesteld geweest zijn in de bedrijfstak; |
- gedurende de periode van twaalf maand, onmiddellijk voorafgaand aan | - gedurende de periode van twaalf maand, onmiddellijk voorafgaand aan |
de datum van aanvang van het brugpensioen, ononderbroken tewerkgesteld | de datum van aanvang van het brugpensioen, ononderbroken tewerkgesteld |
geweest zijn in de onderneming. | geweest zijn in de onderneming. |
Art. 6.De werklieden en werksters die in uitvoering van deze |
Art. 6.De werklieden en werksters die in uitvoering van deze |
collectieve arbeidsovereenkomst met brugpensioen gaan, moeten in de | collectieve arbeidsovereenkomst met brugpensioen gaan, moeten in de |
onderneming bij voorkeur vervangen worden door werknemers uit de | onderneming bij voorkeur vervangen worden door werknemers uit de |
risicogroepen, zoals voorzien in de wet van 29 december 1990 houdende | risicogroepen, zoals voorzien in de wet van 29 december 1990 houdende |
sociale bepalingen, hoofdstuk XI, "Bepalingen betreffende het | sociale bepalingen, hoofdstuk XI, "Bepalingen betreffende het |
interprofessioneel akkoord". | interprofessioneel akkoord". |
Art. 7.Voor de berekening van de netto refertebezoldiging wordt |
Art. 7.Voor de berekening van de netto refertebezoldiging wordt |
desgevallend rekening gehouden met de baremieke verschillen t.o.v. het | desgevallend rekening gehouden met de baremieke verschillen t.o.v. het |
gewaarborgd gemiddeld maandelijks minimum inkomen overeenkomstig de | gewaarborgd gemiddeld maandelijks minimum inkomen overeenkomstig de |
modaliteiten van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 februari | modaliteiten van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 februari |
1991 betreffende het gemiddeld gewaarborgd minimum maandinkomen. | 1991 betreffende het gemiddeld gewaarborgd minimum maandinkomen. |
Art. 8.De aanvullende vergoeding van het brugpensioen en de |
Art. 8.De aanvullende vergoeding van het brugpensioen en de |
bijzondere maandelijkse werkgeversbijdragen voor de | bijzondere maandelijkse werkgeversbijdragen voor de |
werkloosheidsverzekering (voorzien in de artikelen 141 en 142 van de | werkloosheidsverzekering (voorzien in de artikelen 141 en 142 van de |
voormelde wet van 29 december 1990) alsook de bijzondere maandelijkse | voormelde wet van 29 december 1990) alsook de bijzondere maandelijkse |
werkgeversbijdrage bestemd voor de Rijksdienst voor Pensioenen | werkgeversbijdrage bestemd voor de Rijksdienst voor Pensioenen |
(ingevoerd door de programmawet van 22 december 1989) worden ten laste | (ingevoerd door de programmawet van 22 december 1989) worden ten laste |
genomen door het "Gemeenschappelijk Fonds voor de sociale vooruitgang | genomen door het "Gemeenschappelijk Fonds voor de sociale vooruitgang |
in de sectoren van de wasserij-, ververij-, en ontvettingsbedrijven". | in de sectoren van de wasserij-, ververij-, en ontvettingsbedrijven". |
Art. 9.Volgens het voormeld koninklijk besluit van 7 december 1992 |
Art. 9.Volgens het voormeld koninklijk besluit van 7 december 1992 |
zijn alle sancties wegens het niet naleven van de vervangingsplicht | zijn alle sancties wegens het niet naleven van de vervangingsplicht |
ten laste van de werkgever, met name : | ten laste van de werkgever, met name : |
- de eventuele administratieve geldboetes; | - de eventuele administratieve geldboetes; |
- een forfaitaire compensatoire dagvergoeding voor de R.V.A.; | - een forfaitaire compensatoire dagvergoeding voor de R.V.A.; |
- de eventuele strafrechtelijke geldboetes. | - de eventuele strafrechtelijke geldboetes. |
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 16 |
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 16 |
maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, | maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, |
ververij- en ontvettingsbedrijf, betreffende het brugpensioen, | ververij- en ontvettingsbedrijf, betreffende het brugpensioen, |
algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 januari | algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 januari |
1996, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 mei 1996. | 1996, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 mei 1996. |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 | Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 |
januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998. | januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 oktober | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 oktober |
1998. | 1998. |
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |