Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 08/07/1999
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 februari 1958 houdende toekenning van een vaste vergoeding aan bepaalde leden van het rijkswachtpersoneel "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 februari 1958 houdende toekenning van een vaste vergoeding aan bepaalde leden van het rijkswachtpersoneel Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 februari 1958 houdende toekenning van een vaste vergoeding aan bepaalde leden van het rijkswachtpersoneel
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
8 JULI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 8 JULI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 26 februari 1958 houdende toekenning van een vaste besluit van 26 februari 1958 houdende toekenning van een vaste
vergoeding aan bepaalde leden van het rijkswachtpersoneel vergoeding aan bepaalde leden van het rijkswachtpersoneel
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 december 1980 betreffende de geldelijk rechten Gelet op de wet van 19 december 1980 betreffende de geldelijk rechten
van de militairen, inzonderheid op artikel 5; van de militairen, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 februari 1958 houdende Gelet op het koninklijk besluit van 26 februari 1958 houdende
toekenning van een vaste vergoeding aan bepaalde leden van het toekenning van een vaste vergoeding aan bepaalde leden van het
rijkswachtpersoneel, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 mei rijkswachtpersoneel, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 mei
1970, inzonderheid op het artikel 1, eerste lid, gewijzigd bij de 1970, inzonderheid op het artikel 1, eerste lid, gewijzigd bij de
koninklijke besluiten van 22 september 1980, 25 november 1986, 16 koninklijke besluiten van 22 september 1980, 25 november 1986, 16
februari 1988 en 25 februari 1996; februari 1988 en 25 februari 1996;
Gelet op het protocol nr. 61 van 15 december 1998 van het Gelet op het protocol nr. 61 van 15 december 1998 van het
onderhandelingscomité van het rijkswachtpersoneel; onderhandelingscomité van het rijkswachtpersoneel;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15
april 1998; april 1998;
Gelet op het advies van Onze Minister van Justitie, gegeven op 21 Gelet op het advies van Onze Minister van Justitie, gegeven op 21
augustus 1998; augustus 1998;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken,
gegeven op 4 juni 1999; gegeven op 4 juni 1999;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven
op 4 juni 1999; op 4 juni 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli
1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de overheid zich begin september 1998 naar de Overwegende dat de overheid zich begin september 1998 naar de
belanghebbenden toe heeft geëngageerd om de in dit besluit bedoelde belanghebbenden toe heeft geëngageerd om de in dit besluit bedoelde
vergoeding vanaf 1 mei 1999 uit te betalen; vergoeding vanaf 1 mei 1999 uit te betalen;
Overwegende dat, alhoewel de Administratie piloot van het dossier, van Overwegende dat, alhoewel de Administratie piloot van het dossier, van
al de vereiste ijver blijk heeft gegeven om de formele voorwaarden, al de vereiste ijver blijk heeft gegeven om de formele voorwaarden,
voorafgaand aan de ondertekening van deze reglementaire tekst, binnen voorafgaand aan de ondertekening van deze reglementaire tekst, binnen
de opgelegde termijnen te vervullen, hebben de controles en de de opgelegde termijnen te vervullen, hebben de controles en de
beoordeling die door de in dit dossier te raadplegen overheden moesten beoordeling die door de in dit dossier te raadplegen overheden moesten
vervuld worden, niet toegelaten hun akkoord te geven vóór 4 juni 1999; vervuld worden, niet toegelaten hun akkoord te geven vóór 4 juni 1999;
Overwegende dat voortaan onontbeerlijk blijkt op de dringende Overwegende dat voortaan onontbeerlijk blijkt op de dringende
noodzakelijkheid beroep te doen, als men wil dat de door de overheid noodzakelijkheid beroep te doen, als men wil dat de door de overheid
gegeven initiële belofte gestand wordt gedaan; gegeven initiële belofte gestand wordt gedaan;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1, eerste lid van het koninklijk besluit van 26

Artikel 1.Artikel 1, eerste lid van het koninklijk besluit van 26

februari 1958 houdende toekenning van een vaste vergoeding aan februari 1958 houdende toekenning van een vaste vergoeding aan
bepaalde leden van het rijkswachtpersoneel, gewijzigd bij de bepaalde leden van het rijkswachtpersoneel, gewijzigd bij de
koninklijke besluiten van 22 september 1980, 25 november 1986, 16 koninklijke besluiten van 22 september 1980, 25 november 1986, 16
februari 1988 en 25 februari 1996 wordt aangevuld met het volgende lid februari 1988 en 25 februari 1996 wordt aangevuld met het volgende lid
: :
« 8° de leden van het personeel gehecht aan de peletons protectie, « 8° de leden van het personeel gehecht aan de peletons protectie,
observatie, steun en aanhouding. ». observatie, steun en aanhouding. ».

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 8 juli 1999.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 8 juli 1999.

Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de

Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 juli 1999. Gegeven te Brussel, 8 juli 1999.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Begroting, De Minister van Begroting,
H. VAN ROMPUY H. VAN ROMPUY
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
L. VAN DEN BOSSCHE L. VAN DEN BOSSCHE
^
Etaamb.be maakt gebruik van cookies
Etaamb.be gebruikt cookies om uw taalvoorkeur te onthouden en om beter te begrijpen hoe etaamb.be gebruikt wordt.
DoorgaanMeer details
x