| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2015, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de eindejaarspremie in 2015 en 2016 | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2015, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de eindejaarspremie in 2015 en 2016 |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 8 JANUARI 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 8 JANUARI 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2015, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2015, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de | gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de |
| eindejaarspremie in 2015 en 2016 (1) | eindejaarspremie in 2015 en 2016 (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het glasbedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het glasbedrijf; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2015, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2015, gesloten |
| in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de | in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de |
| eindejaarspremie in 2015 en 2016. | eindejaarspremie in 2015 en 2016. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 8 januari 2016. | Gegeven te Brussel, 8 januari 2016. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor het glasbedrijf | Paritair Comité voor het glasbedrijf |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2015 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2015 |
| Eindejaarspremie in 2015 en 2016 | Eindejaarspremie in 2015 en 2016 |
| (Overeenkomst geregistreerd op 23 juli 2015 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 23 juli 2015 onder het nummer |
| 128162/CO/115) | 128162/CO/115) |
| TITEL I. - Toepassingsgebied | TITEL I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder | de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder |
| het Paritair Comité voor het glasbedrijf | het Paritair Comité voor het glasbedrijf |
| Onder "arbeiders" verstaat men : zowel arbeiders als arbeidsters. | Onder "arbeiders" verstaat men : zowel arbeiders als arbeidsters. |
| TITEL II. - Suppletief stelsel | TITEL II. - Suppletief stelsel |
Art. 2.Bij gebrek aan een conventioneel stelsel waarin het recht en |
Art. 2.Bij gebrek aan een conventioneel stelsel waarin het recht en |
| de modaliteiten worden voorzien voor een eindejaarspremie op basis van | de modaliteiten worden voorzien voor een eindejaarspremie op basis van |
| een collectieve arbeidsovereenkomst op bedrijfsniveau of sectoraal | een collectieve arbeidsovereenkomst op bedrijfsniveau of sectoraal |
| vlak voor een bepaalde activiteitensector van het glas, geldt het | vlak voor een bepaalde activiteitensector van het glas, geldt het |
| volgende suppletief stelsel. | volgende suppletief stelsel. |
| TITEL III. - Toekenningsmodaliteiten | TITEL III. - Toekenningsmodaliteiten |
Art. 3.De arbeiders die in een voltijds arbeidsregime tussen 1 |
Art. 3.De arbeiders die in een voltijds arbeidsregime tussen 1 |
| november 2014 en 31 oktober 2015 en tussen 1 november 2015 en 31 | november 2014 en 31 oktober 2015 en tussen 1 november 2015 en 31 |
| oktober 2016 werken, hebben voor elke referteperiode recht op een | oktober 2016 werken, hebben voor elke referteperiode recht op een |
| eindejaarspremie gelijk aan het basisuurloon voor minimum 38 werkuren, | eindejaarspremie gelijk aan het basisuurloon voor minimum 38 werkuren, |
| buiten premies van elke aard, in een 38-urige werkweek. | buiten premies van elke aard, in een 38-urige werkweek. |
| Ingeval van deeltijdse tewerkstelling ontvangen de werknemers een | Ingeval van deeltijdse tewerkstelling ontvangen de werknemers een |
| eindejaarspremie berekend volgens de tewerkstellingsbreuk. | eindejaarspremie berekend volgens de tewerkstellingsbreuk. |
| Volgende modaliteiten zijn van toepassing : | Volgende modaliteiten zijn van toepassing : |
| - de eindejaarspremie is berekend naar rato van de effectieve of | - de eindejaarspremie is berekend naar rato van de effectieve of |
| gelijkgestelde prestaties tijdens de referteperiode; | gelijkgestelde prestaties tijdens de referteperiode; |
| - het bedrag van de eindejaarspremie mag worden herleid naar rato van | - het bedrag van de eindejaarspremie mag worden herleid naar rato van |
| de afwezigheden in de loop van de referteperiode, die niet | de afwezigheden in de loop van de referteperiode, die niet |
| voortspruiten uit toepassing van de wettelijke, reglementaire en | voortspruiten uit toepassing van de wettelijke, reglementaire en |
| conventionele bepalingen inzake jaarlijkse vakantie, wettelijke | conventionele bepalingen inzake jaarlijkse vakantie, wettelijke |
| feestdagen, vaderschapsverlof, betaald educatief verlof, syndicaal | feestdagen, vaderschapsverlof, betaald educatief verlof, syndicaal |
| verlof, kort verzuim, beroepsziekte, arbeidsongeval en bevallingsrust | verlof, kort verzuim, beroepsziekte, arbeidsongeval en bevallingsrust |
| en van 60 dagen ziekte of ongeval. | en van 60 dagen ziekte of ongeval. |
| Deze minimale eindejaarspremie is niet van toepassing voor de | Deze minimale eindejaarspremie is niet van toepassing voor de |
| ondernemingen die het systeem hebben van de extrawettelijke bijslag | ondernemingen die het systeem hebben van de extrawettelijke bijslag |
| bij het vakantiegeld. | bij het vakantiegeld. |
| De extrawettelijke bijslag bij het vakantiegeld blijft onveranderd in | De extrawettelijke bijslag bij het vakantiegeld blijft onveranderd in |
| deze ondernemingen. | deze ondernemingen. |
Art. 4.De eindejaarspremie wordt uitbetaald vóór 25 december van het |
Art. 4.De eindejaarspremie wordt uitbetaald vóór 25 december van het |
| jaar van de periode waarop zij betrekking heeft. | jaar van de periode waarop zij betrekking heeft. |
| De arbeider die de onderneming verlaat vóór de officiële betaling van | De arbeider die de onderneming verlaat vóór de officiële betaling van |
| de premie, heeft recht op de betaling van zijn premie, berekend naar | de premie, heeft recht op de betaling van zijn premie, berekend naar |
| rato van de prestaties van het lopende werkjaar, op het ogenblik van | rato van de prestaties van het lopende werkjaar, op het ogenblik van |
| zijn vertrek. | zijn vertrek. |
| TITEL IV. - Geldigheid | TITEL IV. - Geldigheid |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 |
| januari 2015 en loopt ten einde op 31 december 2016. | januari 2015 en loopt ten einde op 31 december 2016. |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden neergelegd ter |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden neergelegd ter |
| Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van | Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van |
| de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg | de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg |
| en een aanvraag tot algemene verbindend verklaring bij koninklijk | en een aanvraag tot algemene verbindend verklaring bij koninklijk |
| besluit zal worden gevraagd. | besluit zal worden gevraagd. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari |
| 2016. | 2016. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |