Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende het voltijds conventioneel brugpensioen - Geboortejaar : 1957 | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende het voltijds conventioneel brugpensioen - Geboortejaar : 1957 |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
8 JANUARI 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 8 JANUARI 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 2014, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 2014, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer | gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer |
van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende het voltijds | van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende het voltijds |
conventioneel brugpensioen - Geboortejaar : 1957 (1) | conventioneel brugpensioen - Geboortejaar : 1957 (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en |
streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest; | streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 2014, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 2014, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer | gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer |
van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende het voltijds | van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende het voltijds |
conventioneel brugpensioen - Geboortejaar : 1957. | conventioneel brugpensioen - Geboortejaar : 1957. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 8 januari 2015. | Gegeven te Brussel, 8 januari 2015. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse | Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse |
Hoofdstedelijk Gewest | Hoofdstedelijk Gewest |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 2014 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 2014 |
Voltijds conventioneel brugpensioen - Geboortejaar : 1957 | Voltijds conventioneel brugpensioen - Geboortejaar : 1957 |
(Overeenkomst geregistreerd op 7 juli 2014 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 7 juli 2014 onder het nummer |
122080/CO/328.03) | 122080/CO/328.03) |
Preambule | Preambule |
De partijen hebben vroeger verschillende collectieve | De partijen hebben vroeger verschillende collectieve |
arbeidsovereenkomsten afgesloten om de oudste medewerkers de | arbeidsovereenkomsten afgesloten om de oudste medewerkers de |
mogelijkheid te bieden de onderneming te verlaten in het kader van een | mogelijkheid te bieden de onderneming te verlaten in het kader van een |
brugpensioen. | brugpensioen. |
Deze collectieve arbeidsovereenkomsten werden afgesloten in | Deze collectieve arbeidsovereenkomsten werden afgesloten in |
overeenstemming met het toen bestaande wettelijke en maatschappelijke | overeenstemming met het toen bestaande wettelijke en maatschappelijke |
kader. | kader. |
Sinds 2011, strookt het Belgische en Europese wettelijke en | Sinds 2011, strookt het Belgische en Europese wettelijke en |
maatschappelijke kader met de wil en de noodzaak om te werken aan het | maatschappelijke kader met de wil en de noodzaak om te werken aan het |
aan het werk houden van oudere werknemers. De partijen moeten met name | aan het werk houden van oudere werknemers. De partijen moeten met name |
de maatregelen die voorzien zijn in de collectieve arbeidsovereenkomst | de maatregelen die voorzien zijn in de collectieve arbeidsovereenkomst |
nr. 104 gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende de uitvoering | nr. 104 gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende de uitvoering |
van een werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers in de onderneming | van een werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers in de onderneming |
ten uitvoer brengen. | ten uitvoer brengen. |
Derhalve spreekt het voor zich dat de onderhavige collectieve | Derhalve spreekt het voor zich dat de onderhavige collectieve |
arbeidsovereenkomst een afwijkende maatregel vormt en niet mag worden | arbeidsovereenkomst een afwijkende maatregel vormt en niet mag worden |
beschouwd als een "verworven recht" voor de werknemers geboren na | beschouwd als een "verworven recht" voor de werknemers geboren na |
1957. | 1957. |
De partijen hebben onderhandeld en zijn het eens geworden over de | De partijen hebben onderhandeld en zijn het eens geworden over de |
onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, rekening houdend met het | onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, rekening houdend met het |
wettelijke kader dat bestaat op het moment van de afsluiting ervan. | wettelijke kader dat bestaat op het moment van de afsluiting ervan. |
De partijen zijn er zich echter van bewust dat de wettelijke | De partijen zijn er zich echter van bewust dat de wettelijke |
bepalingen betreffende het voorwerp van de overeenkomst te allen tijde | bepalingen betreffende het voorwerp van de overeenkomst te allen tijde |
kunnen worden aangepast of opgeheven door de wetgever. | kunnen worden aangepast of opgeheven door de wetgever. |
De regels betreffende het conventioneel brugpensioen (stelsel van | De regels betreffende het conventioneel brugpensioen (stelsel van |
werkloosheid met bedrijfstoeslag) die in de onderhavige collectieve | werkloosheid met bedrijfstoeslag) die in de onderhavige collectieve |
arbeidsovereenkomst worden beschreven zijn in overeenstemming met de | arbeidsovereenkomst worden beschreven zijn in overeenstemming met de |
bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende | bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende |
de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel | de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel |
brugpensioen. | brugpensioen. |
Wordt het volgende overeengekomen : | Wordt het volgende overeengekomen : |
Artikel 1.Toepassingsgebied |
Artikel 1.Toepassingsgebied |
De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de | De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de |
werkgever en op al zijn werknemers met uitzondering van de werknemers | werkgever en op al zijn werknemers met uitzondering van de werknemers |
die vallen onder het statuut "directiepersoneel", behoudens | die vallen onder het statuut "directiepersoneel", behoudens |
uitdrukkelijke toestemming van de Algemene Directie. | uitdrukkelijke toestemming van de Algemene Directie. |
Met "werknemers" wordt bedoeld : het arbeiders- en bediendepersoneel, | Met "werknemers" wordt bedoeld : het arbeiders- en bediendepersoneel, |
zowel vrouwelijk als mannelijk, dat verbonden is door een | zowel vrouwelijk als mannelijk, dat verbonden is door een |
arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
Art. 2.Voorwerp en wettelijk kader |
Art. 2.Voorwerp en wettelijk kader |
Het doel van de onderhavige overeenkomst is om de personeelsleden | Het doel van de onderhavige overeenkomst is om de personeelsleden |
geboren in 1957 die voldoen aan de criteria die zijn opgenomen in | geboren in 1957 die voldoen aan de criteria die zijn opgenomen in |
artikel 3 hieronder, de mogelijkheid te bieden het voltijds | artikel 3 hieronder, de mogelijkheid te bieden het voltijds |
conventioneel brugpensioen (stelsel van werkloosheid met | conventioneel brugpensioen (stelsel van werkloosheid met |
bedrijfstoeslag) te genieten. | bedrijfstoeslag) te genieten. |
De voornaamste wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op de | De voornaamste wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op de |
onderhavige overeenkomst zijn : | onderhavige overeenkomst zijn : |
- het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning | - het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning |
van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen; | van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen; |
- de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten | - de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten |
(opzeggingstermijnen, veralgemeende outplacement,...); | (opzeggingstermijnen, veralgemeende outplacement,...); |
- het koninklijk besluit van 9 januari 2014 betreffende | - het koninklijk besluit van 9 januari 2014 betreffende |
ontslagcompensatievergoeding; | ontslagcompensatievergoeding; |
- de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de | - de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de |
werkgelegenheidsgraad van de werknemers. | werkgelegenheidsgraad van de werknemers. |
Art. 3.Voorwaarden voor vertrek met brugpen-sioen (stelsel van |
Art. 3.Voorwaarden voor vertrek met brugpen-sioen (stelsel van |
werkloosheid met bedrijfstoeslag) | werkloosheid met bedrijfstoeslag) |
3.1. Minimale leeftijd en minimaal aantal loopbaanjaren | 3.1. Minimale leeftijd en minimaal aantal loopbaanjaren |
3.1.1. De bepalingen van de onderhavige overeenkomst hebben betrekking | 3.1.1. De bepalingen van de onderhavige overeenkomst hebben betrekking |
op de werknemers geboren in 1957 en de leeftijd van 58 jaar bereiken | op de werknemers geboren in 1957 en de leeftijd van 58 jaar bereiken |
in 2015 en die voldoen aan de hierna genoemde voorwaarden. | in 2015 en die voldoen aan de hierna genoemde voorwaarden. |
3.1.2. De jaren loopbaan bij de MIVB worden bepaald volgens de bij de | 3.1.2. De jaren loopbaan bij de MIVB worden bepaald volgens de bij de |
MIVB geldende berekeningsmodaliteiten. | MIVB geldende berekeningsmodaliteiten. |
Prestaties die werden uitgevoerd voor een andere werkgever dan de MIVB | Prestaties die werden uitgevoerd voor een andere werkgever dan de MIVB |
moeten, vóór enige analyse van het dossier en voor enig ontslag, | moeten, vóór enige analyse van het dossier en voor enig ontslag, |
worden aangetoond door middel van het "CIMIRe"-uittreksel of het | worden aangetoond door middel van het "CIMIRe"-uittreksel of het |
RVP-uittreksel. | RVP-uittreksel. |
Enkel de beroepsactiviteiten die zijn opgenomen in dit "CIMIRe"-attest | Enkel de beroepsactiviteiten die zijn opgenomen in dit "CIMIRe"-attest |
of het RVP-uittreksel worden in aanmerking genomen. | of het RVP-uittreksel worden in aanmerking genomen. |
3.1.3. De werkgever behoudt zich het recht voor om aan de werknemer | 3.1.3. De werkgever behoudt zich het recht voor om aan de werknemer |
kandidaat-bruggepensioneerde te vragen om een formulier "C17 | kandidaat-bruggepensioneerde te vragen om een formulier "C17 |
beroepsverleden" in te dienen bij het RVA-kantoor van zijn woonplaats. | beroepsverleden" in te dienen bij het RVA-kantoor van zijn woonplaats. |
[Opmerking : ter informatie, activiteitsperiodes in het stelsel voor | [Opmerking : ter informatie, activiteitsperiodes in het stelsel voor |
zelfstandigen tellen niet mee als loopbaanjaren; de periodes van | zelfstandigen tellen niet mee als loopbaanjaren; de periodes van |
militaire dienst of als gewetensbezwaarde tellen wel mee als | militaire dienst of als gewetensbezwaarde tellen wel mee als |
loopbaanjaren.] | loopbaanjaren.] |
3.2. Type uitgeoefende beroepen - MIVB-anciënniteit | 3.2. Type uitgeoefende beroepen - MIVB-anciënniteit |
3.2.1. De door de werkgever betaalde aanvullende uitkering hangt af | 3.2.1. De door de werkgever betaalde aanvullende uitkering hangt af |
van : | van : |
- de leeftijd van de werknemer op het moment van het einde van de | - de leeftijd van de werknemer op het moment van het einde van de |
arbeidsovereenkomst; | arbeidsovereenkomst; |
- de verworven anciënniteit op het moment van het einde van de | - de verworven anciënniteit op het moment van het einde van de |
arbeidsovereenkomst; | arbeidsovereenkomst; |
- de verworven anciënniteit in het kader van een zwaar beroep of in | - de verworven anciënniteit in het kader van een zwaar beroep of in |
het kader van een ander beroep (geen zwaar beroep). | het kader van een ander beroep (geen zwaar beroep). |
3.2.2. Het begrip "zwaar beroep" wordt omschreven in artikel 4.1. van | 3.2.2. Het begrip "zwaar beroep" wordt omschreven in artikel 4.1. van |
de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005 met betrekking tot | de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005 met betrekking tot |
de sociale programmatie 2005-2006 (registratienummer 80141). | de sociale programmatie 2005-2006 (registratienummer 80141). |
3.2.3. Werknemers die een zwaar beroep uitoefenen | 3.2.3. Werknemers die een zwaar beroep uitoefenen |
De werkgever kent een aanvullende uitkering toe op basis van de in | De werkgever kent een aanvullende uitkering toe op basis van de in |
artikel 4.1. tot 4.3. vastgestelde voorwaarden aan de werknemers die | artikel 4.1. tot 4.3. vastgestelde voorwaarden aan de werknemers die |
gedurende ten minste 25 jaar een zwaar beroep uitoefenen/hebben | gedurende ten minste 25 jaar een zwaar beroep uitoefenen/hebben |
uitgeoefend bij de MIVB. | uitgeoefend bij de MIVB. |
Het bedrag van de aanvullende uitkering wordt vastgesteld op basis van | Het bedrag van de aanvullende uitkering wordt vastgesteld op basis van |
de leeftijd die is bereikt op het moment van het einde van de | de leeftijd die is bereikt op het moment van het einde van de |
arbeidsovereenkomst en het aantal loopbaanjaren in een "zwaar beroep" | arbeidsovereenkomst en het aantal loopbaanjaren in een "zwaar beroep" |
bij de MIVB. | bij de MIVB. |
3.2.4. Werknemers die een beroep uitoefenen dat geen zwaar beroep is | 3.2.4. Werknemers die een beroep uitoefenen dat geen zwaar beroep is |
De werkgever kent een aanvullende uitkering toe op basis van de in | De werkgever kent een aanvullende uitkering toe op basis van de in |
artikel 4.1., 4.2. en 4.4. vastgestelde voorwaarden aan de werknemers | artikel 4.1., 4.2. en 4.4. vastgestelde voorwaarden aan de werknemers |
die ten minste 38 jaar loopbaan kunnen voorleggen, waarvan ten minste | die ten minste 38 jaar loopbaan kunnen voorleggen, waarvan ten minste |
35 jaar bij de MIVB. | 35 jaar bij de MIVB. |
Het bedrag van de aanvullende uitkering wordt vastgesteld op basis van | Het bedrag van de aanvullende uitkering wordt vastgesteld op basis van |
de leeftijd die is bereikt op het moment van het einde van de | de leeftijd die is bereikt op het moment van het einde van de |
arbeidsovereenkomst en het aantal loopbaanjaren. | arbeidsovereenkomst en het aantal loopbaanjaren. |
3.2.5. Werknemers die van de toepassing genieten van de collectieve | 3.2.5. Werknemers die van de toepassing genieten van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 gesloten in de | arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 gesloten in de |
Nationale Arbeidsraad | Nationale Arbeidsraad |
De werkgever kent een aanvullende uitkering toe op basis van de in | De werkgever kent een aanvullende uitkering toe op basis van de in |
artikel 4.1., 4.2. en 4.5. vastgestelde voorwaarden aan de werknemers | artikel 4.1., 4.2. en 4.5. vastgestelde voorwaarden aan de werknemers |
die 58 jaar oud zijn in 2015 en die niet voldoen aan de | die 58 jaar oud zijn in 2015 en die niet voldoen aan de |
loopbaanvoorwaarden die zijn vastgesteld in artikelen 3.2.3. en 3.2.4. | loopbaanvoorwaarden die zijn vastgesteld in artikelen 3.2.3. en 3.2.4. |
Deze werknemers moeten ten minste 25 jaar loopbaan kunnen aantonen. | Deze werknemers moeten ten minste 25 jaar loopbaan kunnen aantonen. |
3.3. Opzeggingstermijnen - Aanvullende ontslagvergoeding van de RVA - | 3.3. Opzeggingstermijnen - Aanvullende ontslagvergoeding van de RVA - |
Werkhervatting | Werkhervatting |
De ontslagen werknemer moet de opzeggingstermijn die werd betekend in | De ontslagen werknemer moet de opzeggingstermijn die werd betekend in |
overeenstemming met de nieuwe opzeggingstermijnen die zijn vastgesteld | overeenstemming met de nieuwe opzeggingstermijnen die zijn vastgesteld |
in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten | in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten |
volledig presteren. | volledig presteren. |
De werknemer moet de outplacementprocedure volgen als hij voldoet aan | De werknemer moet de outplacementprocedure volgen als hij voldoet aan |
de wettelijke voorwaarden. | de wettelijke voorwaarden. |
De werknemer die een outplacement moet volgen mag van het werk afwezig | De werknemer die een outplacement moet volgen mag van het werk afwezig |
zijn met behoud van zijn loon gedurende een dag of twee halve dagen | zijn met behoud van zijn loon gedurende een dag of twee halve dagen |
per week tijdens de duur van de opzeggingstermijn om nieuw werk te | per week tijdens de duur van de opzeggingstermijn om nieuw werk te |
zoeken. | zoeken. |
De tijd die besteed wordt aan het volgen van de outplacementprocedure | De tijd die besteed wordt aan het volgen van de outplacementprocedure |
wordt echter verplicht aangerekend op de dag of de twee halve dagen | wordt echter verplicht aangerekend op de dag of de twee halve dagen |
sollicitatieverlof die de werknemer mag opnemen tijdens zijn | sollicitatieverlof die de werknemer mag opnemen tijdens zijn |
gepresteerde opzeggingstermijn. | gepresteerde opzeggingstermijn. |
De werknemer die geen outplacement moet volgen kan de twee halve dagen | De werknemer die geen outplacement moet volgen kan de twee halve dagen |
of van de dag sollicitatieverlof enkel genieten tijdens de laatste 26 | of van de dag sollicitatieverlof enkel genieten tijdens de laatste 26 |
weken van de opzeggingstermijn. | weken van de opzeggingstermijn. |
De deeltijdse werknemer geniet van het recht om afwezig te zijn naar | De deeltijdse werknemer geniet van het recht om afwezig te zijn naar |
rata van zijn prestaties. | rata van zijn prestaties. |
De werknemer wordt in kennis gesteld dat de door de MIVB betaalde | De werknemer wordt in kennis gesteld dat de door de MIVB betaalde |
aanvullende vergoeding niet wordt toegekend tijdens de periode die is | aanvullende vergoeding niet wordt toegekend tijdens de periode die is |
gedekt door de aanvullende ontslagvergoeding van de Rijksdienst voor | gedekt door de aanvullende ontslagvergoeding van de Rijksdienst voor |
Arbeidsvoorziening (RVA). | Arbeidsvoorziening (RVA). |
In geval van werkhervatting bij een andere werkgever is de tussenkomst | In geval van werkhervatting bij een andere werkgever is de tussenkomst |
van de MIVB in overeenstemming met en beperkt tot de tussenkomst die | van de MIVB in overeenstemming met en beperkt tot de tussenkomst die |
is voorzien in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 | is voorzien in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 |
van 19 december 1974. | van 19 december 1974. |
[Opmerking : de outplacementprocedure moet worden gevolgd door de | [Opmerking : de outplacementprocedure moet worden gevolgd door de |
werknemers van wie de opzeggingstermijn ten minste 30 weken bedraagt.] | werknemers van wie de opzeggingstermijn ten minste 30 weken bedraagt.] |
De werknemer die vraagt om de onderhavige collectieve | De werknemer die vraagt om de onderhavige collectieve |
arbeidsovereenkomst te genieten doet dit op eigen risico. | arbeidsovereenkomst te genieten doet dit op eigen risico. |
3.4. Beschermde werknemers | 3.4. Beschermde werknemers |
3.4.1. De werknemersvertegenwoordigers en de preventieadviseurs die de | 3.4.1. De werknemersvertegenwoordigers en de preventieadviseurs die de |
bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst wensen te genieten, | bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst wensen te genieten, |
moeten uitdrukkelijk en vóór de opzegging wordt betekend afstand doen | moeten uitdrukkelijk en vóór de opzegging wordt betekend afstand doen |
van de beschermingsvergoedingen die worden beoogd door de wettelijke | van de beschermingsvergoedingen die worden beoogd door de wettelijke |
bepalingen. | bepalingen. |
De beschermingsvergoedingen zijn deze die worden beoogd door de wet | De beschermingsvergoedingen zijn deze die worden beoogd door de wet |
van 19 maart 1991, collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 van de | van 19 maart 1991, collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 van de |
Nationale Arbeidsraad, de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 april | Nationale Arbeidsraad, de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 april |
2009 met betrekking tot het statuut van de vakbondsafvaardiging en de | 2009 met betrekking tot het statuut van de vakbondsafvaardiging en de |
wet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van de | wet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van de |
preventieadviseurs. | preventieadviseurs. |
Art. 4.Bepaling van de aanvullende vergoeding van de werkgever |
Art. 4.Bepaling van de aanvullende vergoeding van de werkgever |
4.1. De door de werkgever verschuldigde aanvullende vergoeding wordt | 4.1. De door de werkgever verschuldigde aanvullende vergoeding wordt |
enkel betaald als er effectief werkloosheidsuitkeringen worden betaald | enkel betaald als er effectief werkloosheidsuitkeringen worden betaald |
aan de werknemer. | aan de werknemer. |
4.2. De basis voor de berekening van de aanvullende vergoeding wordt | 4.2. De basis voor de berekening van de aanvullende vergoeding wordt |
bepaald volgens dezelfde voorwaarden als voor de CRI, met name 1 pct. | bepaald volgens dezelfde voorwaarden als voor de CRI, met name 1 pct. |
van het barema per jaar anciënniteit, inclusief de 13de maand voor de | van het barema per jaar anciënniteit, inclusief de 13de maand voor de |
bedienden, of de vaste bijdrage voor de arbeiders, de | bedienden, of de vaste bijdrage voor de arbeiders, de |
verdienstenpremie, de slaagpremie voor examens, de maandelijkse premie | verdienstenpremie, de slaagpremie voor examens, de maandelijkse premie |
voor de brigadiers, de onderhouds- en werkplaatschefs en -onderchefs | voor de brigadiers, de onderhouds- en werkplaatschefs en -onderchefs |
en de opzichters, de premie voor waarneming van een functie, | en de opzichters, de premie voor waarneming van een functie, |
vermeerderd met de uitzonderlijke premie van sociale programmatie, | vermeerderd met de uitzonderlijke premie van sociale programmatie, |
beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van de werknemer in | beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van de werknemer in |
kwestie. | kwestie. |
De aanvullende vergoeding stemt dus overeen met : [bedrag van de | De aanvullende vergoeding stemt dus overeen met : [bedrag van de |
werkloosheidsuitkering + CRI] beperkt tot 85 pct. van het baremieke | werkloosheidsuitkering + CRI] beperkt tot 85 pct. van het baremieke |
loon van de werknemer in kwestie. | loon van de werknemer in kwestie. |
Voor de berekening van het extra wettelijk rustpensioen (CRATUB), | Voor de berekening van het extra wettelijk rustpensioen (CRATUB), |
worden de jaren van conventioneel brugpensioen gelijkgesteld met | worden de jaren van conventioneel brugpensioen gelijkgesteld met |
werkjaren ten belope van maximaal 5 jaar. | werkjaren ten belope van maximaal 5 jaar. |
De door de werkgever betaalde aanvullende vergoeding volgt de | De door de werkgever betaalde aanvullende vergoeding volgt de |
indexering van de sociale uitkeringen. | indexering van de sociale uitkeringen. |
De leeftijd en het aantal loopbaanjaren die hieronder worden beoogd | De leeftijd en het aantal loopbaanjaren die hieronder worden beoogd |
stemmen overeen met de leeftijd en het aantal loopbaanjaren die zijn | stemmen overeen met de leeftijd en het aantal loopbaanjaren die zijn |
bereikt op het moment van het effectieve einde van de | bereikt op het moment van het effectieve einde van de |
arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
4.3. De aanvullende vergoeding die bovenop de werkloosheidsuitkeringen | 4.3. De aanvullende vergoeding die bovenop de werkloosheidsuitkeringen |
wordt toegekend aan de werknemers die een zwaar beroep uitoefenen | wordt toegekend aan de werknemers die een zwaar beroep uitoefenen |
zoals beoogd in artikel 3.2.3. stemt overeen met : | zoals beoogd in artikel 3.2.3. stemt overeen met : |
4.3.1. werknemers die 58 of 59 jaar oud zijn en ten minste 25 jaar | 4.3.1. werknemers die 58 of 59 jaar oud zijn en ten minste 25 jaar |
anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het moment van het einde | anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het moment van het einde |
van de arbeidsovereenkomst : [100 pct. van de CRI + bedrag van de | van de arbeidsovereenkomst : [100 pct. van de CRI + bedrag van de |
werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van | werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van |
de werknemer. | de werknemer. |
4.3.2. werknemers die 60 of 61 jaar oud zijn en ten minste 25 jaar | 4.3.2. werknemers die 60 of 61 jaar oud zijn en ten minste 25 jaar |
anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het moment van het einde | anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het moment van het einde |
van de arbeidsovereenkomst : [125 pct. van de CRI + bedrag van de | van de arbeidsovereenkomst : [125 pct. van de CRI + bedrag van de |
werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van | werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van |
de werknemer. | de werknemer. |
4.3.3. werknemers die 62 jaar of ouder zijn en ten minste 25 jaar | 4.3.3. werknemers die 62 jaar of ouder zijn en ten minste 25 jaar |
anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het moment van het einde | anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het moment van het einde |
van de arbeidsovereenkomst : [150 pct. van de CRI + bedrag van de | van de arbeidsovereenkomst : [150 pct. van de CRI + bedrag van de |
werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van | werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van |
de werknemer. | de werknemer. |
4.4. De aanvullende vergoeding die bovenop de werkloosheidsuitkeringen | 4.4. De aanvullende vergoeding die bovenop de werkloosheidsuitkeringen |
wordt toegekend aan de werknemers die een beroep uitoefenen dat geen | wordt toegekend aan de werknemers die een beroep uitoefenen dat geen |
zwaar beroep is zoals beoogd in artikel 3.2.4. stemt overeen met : | zwaar beroep is zoals beoogd in artikel 3.2.4. stemt overeen met : |
4.4.1. werknemers die 58 of 59 jaar oud zijn : | 4.4.1. werknemers die 58 of 59 jaar oud zijn : |
- en ten minsten 40 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op | - en ten minsten 40 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op |
het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [100 pct. van de | het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [100 pct. van de |
CRI + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van | CRI + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van |
het baremieke loon van de werknemer; | het baremieke loon van de werknemer; |
- en 38 of 39 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het | - en 38 of 39 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het |
moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [75 pct. van de CRI | moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [75 pct. van de CRI |
+ bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het | + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het |
baremieke loon van de werknemer en tot het maximale bedrag van 4.000 | baremieke loon van de werknemer en tot het maximale bedrag van 4.000 |
EUR bruto per maand; | EUR bruto per maand; |
- en ten minste 35 jaar anciënniteit bij de MIVB en een totale | - en ten minste 35 jaar anciënniteit bij de MIVB en een totale |
loopbaan van ten minste 38 jaar kunnen aantonen op het moment van het | loopbaan van ten minste 38 jaar kunnen aantonen op het moment van het |
einde van de arbeidsovereenkomst : [50 pct. van de CRI + bedrag van de | einde van de arbeidsovereenkomst : [50 pct. van de CRI + bedrag van de |
werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van | werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van |
de werknemer. | de werknemer. |
4.4.2. werknemers die 60 of 61 jaar oud zijn : | 4.4.2. werknemers die 60 of 61 jaar oud zijn : |
- en ten minste 40 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op | - en ten minste 40 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op |
het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [125 pct. van de | het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [125 pct. van de |
CRI + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van | CRI + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van |
het baremieke loon van de werknemer; | het baremieke loon van de werknemer; |
- en 38 of 39 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het | - en 38 of 39 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het |
moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [100 pct. van de CRI | moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [100 pct. van de CRI |
+ bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het | + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het |
baremieke loon van de werknemer en tot het maximale bedrag van 4.000 | baremieke loon van de werknemer en tot het maximale bedrag van 4.000 |
EUR bruto per maand; | EUR bruto per maand; |
- en ten minste 35 jaar anciënniteit bij de MIVB en een totale | - en ten minste 35 jaar anciënniteit bij de MIVB en een totale |
loopbaan van ten minste 38 jaar kunnen aantonen op het moment van het | loopbaan van ten minste 38 jaar kunnen aantonen op het moment van het |
einde van de arbeidsovereenkomst : [75 pct. van de CRI + bedrag van de | einde van de arbeidsovereenkomst : [75 pct. van de CRI + bedrag van de |
werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van | werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van |
de werknemer. | de werknemer. |
4.4.3. werknemers die 62 jaar of ouder zijn : | 4.4.3. werknemers die 62 jaar of ouder zijn : |
- en tenminste 40 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het | - en tenminste 40 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het |
moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [150 pct. van de CRI | moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [150 pct. van de CRI |
+ bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het | + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het |
baremieke loon van de werknemer; | baremieke loon van de werknemer; |
- en 38 of 39 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het | - en 38 of 39 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het |
moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [125 pct. van de CRI | moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [125 pct. van de CRI |
+ bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het | + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het |
baremieke loon van de werknemer en tot het maximale bedrag van 4.000 | baremieke loon van de werknemer en tot het maximale bedrag van 4.000 |
EUR bruto per maand; | EUR bruto per maand; |
- en 35 tot 37 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het | - en 35 tot 37 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het |
moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [100 pct. van de CRI | moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [100 pct. van de CRI |
+ bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het | + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het |
baremieke loon van de werknemer. | baremieke loon van de werknemer. |
4.5. De aanvullende vergoeding die bovenop de werkloosheidsuitkeringen | 4.5. De aanvullende vergoeding die bovenop de werkloosheidsuitkeringen |
wordt toegekend aan de werknemers die worden beoogd in artikel 3.2.5. | wordt toegekend aan de werknemers die worden beoogd in artikel 3.2.5. |
(collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad) | (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad) |
stemt overeen met : | stemt overeen met : |
4.5.1. werknemers die 58 of 59 jaar oud zijn : | 4.5.1. werknemers die 58 of 59 jaar oud zijn : |
- en tenminste 25 jaar loopbaan kunnen aantonen op het moment van het | - en tenminste 25 jaar loopbaan kunnen aantonen op het moment van het |
einde van de arbeidsovereenkomst : bedrag vastgesteld volgens artikel | einde van de arbeidsovereenkomst : bedrag vastgesteld volgens artikel |
5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 x 100 pct. | 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 x 100 pct. |
4.5.2. werknemers die 60 of 61 jaar oud zijn : | 4.5.2. werknemers die 60 of 61 jaar oud zijn : |
- en tenminste 30 jaar loopbaan kunnen aantonen op het moment van het | - en tenminste 30 jaar loopbaan kunnen aantonen op het moment van het |
einde van de arbeidsovereenkomst : bedrag vastgesteld volgens artikel | einde van de arbeidsovereenkomst : bedrag vastgesteld volgens artikel |
5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 x 150 pct.; | 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 x 150 pct.; |
- en 25 tot 29 jaar loopbaan kunnen aantonen op het moment van het | - en 25 tot 29 jaar loopbaan kunnen aantonen op het moment van het |
einde van de arbeidsovereenkomst : bedrag vastgesteld volgens artikel | einde van de arbeidsovereenkomst : bedrag vastgesteld volgens artikel |
5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 x 140 pct. | 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 x 140 pct. |
4.5.3. werknemers die 62 jaar of ouder zijn : | 4.5.3. werknemers die 62 jaar of ouder zijn : |
- en ten minste 30 jaar loopbaan kunnen aantonen op het moment van het | - en ten minste 30 jaar loopbaan kunnen aantonen op het moment van het |
einde van de arbeidsovereenkomst: bedrag vastgesteld volgens artikel 5 | einde van de arbeidsovereenkomst: bedrag vastgesteld volgens artikel 5 |
van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 x 175 pct.; | van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 x 175 pct.; |
- en 25 tot 29 jaar loopbaan kunnen aantonen op het moment van het | - en 25 tot 29 jaar loopbaan kunnen aantonen op het moment van het |
einde van de arbeidsovereenkomst: bedrag vastgesteld volgens artikel 5 | einde van de arbeidsovereenkomst: bedrag vastgesteld volgens artikel 5 |
van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 x 160 pct. | van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 x 160 pct. |
Art. 5.Procedure |
Art. 5.Procedure |
5.1. De werknemer mag zijn wens betreffende de effectieve einddatum | 5.1. De werknemer mag zijn wens betreffende de effectieve einddatum |
van zijn arbeidsovereenkomst meedelen. Aan de leeftijds- en | van zijn arbeidsovereenkomst meedelen. Aan de leeftijds- en |
anciënniteitsvoorwaarden moet voldaan zijn gedurende de | anciënniteitsvoorwaarden moet voldaan zijn gedurende de |
geldigheidsperiode van de onderhavige overeenkomst. | geldigheidsperiode van de onderhavige overeenkomst. |
5.2. In elk geval moet de opzeggingstermijn worden betekend vóór het | 5.2. In elk geval moet de opzeggingstermijn worden betekend vóór het |
einde van de geldigheidsduur van de onderhavige overeenkomst. De | einde van de geldigheidsduur van de onderhavige overeenkomst. De |
werknemer wordt in kennis gesteld dat de duur van de te presteren | werknemer wordt in kennis gesteld dat de duur van de te presteren |
opzeggingstermijn wordt bepaald volgens de nieuwe regels die zijn | opzeggingstermijn wordt bepaald volgens de nieuwe regels die zijn |
vastgesteld in de wet van 3 juli 1978 betreffende de | vastgesteld in de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten. | arbeidsovereenkomsten. |
Art. 6.Eindbepaling |
Art. 6.Eindbepaling |
Voor het vertrek met brugpensioen van bepaalde werknemers ouder dan 58 | Voor het vertrek met brugpensioen van bepaalde werknemers ouder dan 58 |
jaar (vanaf 2016) zal het nodig zijn de onderhavige overeenkomst te | jaar (vanaf 2016) zal het nodig zijn de onderhavige overeenkomst te |
verlengen in functie van het IPA 2015-2016 (interprofessioneel | verlengen in functie van het IPA 2015-2016 (interprofessioneel |
akkoord). De ondertekenaars verbinden zich ertoe de onderhavige | akkoord). De ondertekenaars verbinden zich ertoe de onderhavige |
overeenkomst te verlengen na 2015 volgens het in 2016 geldende | overeenkomst te verlengen na 2015 volgens het in 2016 geldende |
wettelijke kader en voor zover de sociale bijdragen en het | wettelijke kader en voor zover de sociale bijdragen en het |
belastingstelsel die van toepassing zijn in 2014 niet verhoogd worden. | belastingstelsel die van toepassing zijn in 2014 niet verhoogd worden. |
Art. 7.Sociale vrede |
Art. 7.Sociale vrede |
De partijen en hun mandatarissen zullen ervan afzien om voor de duur | De partijen en hun mandatarissen zullen ervan afzien om voor de duur |
van de onderhavige overeenkomst een collectief conflict met betrekking | van de onderhavige overeenkomst een collectief conflict met betrekking |
tot de in de onderhavige overeenkomst behandelde punten uit te lokken, | tot de in de onderhavige overeenkomst behandelde punten uit te lokken, |
te doen losbarsten of te steunen op het niveau van de onderneming | te doen losbarsten of te steunen op het niveau van de onderneming |
Art. 8.Inwerkingtreding en geldigheidsduur |
Art. 8.Inwerkingtreding en geldigheidsduur |
De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 | De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
januari 2014. | januari 2014. |
Ze wordt afgesloten voor een bepaalde duur van twee jaar (2014-2015) | Ze wordt afgesloten voor een bepaalde duur van twee jaar (2014-2015) |
en eindigt op 31 december 2015. | en eindigt op 31 december 2015. |
Art. 9.Registratie |
Art. 9.Registratie |
De onderhavige overeenkomst zal worden neergelegd op de Griffie van de | De onderhavige overeenkomst zal worden neergelegd op de Griffie van de |
Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale | Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale |
Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg met het oog | Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg met het oog |
op haar registratie en de algemeen verbindende kracht bij koninklijk | op haar registratie en de algemeen verbindende kracht bij koninklijk |
besluit wordt gevraagd. | besluit wordt gevraagd. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari |
2015. | 2015. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |