Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werklieden met nachtprestaties die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werklieden met nachtprestaties die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
8 JANUARI 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 8 JANUARI 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2014, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2014, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, betreffende | gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, betreffende |
de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige | de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige |
bejaarde werklieden met nachtprestaties die op het ogenblik van de | bejaarde werklieden met nachtprestaties die op het ogenblik van de |
beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn (1) | beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor | Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor |
bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; | bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding; | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2014, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2014, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, betreffende | gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, betreffende |
de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige | de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige |
bejaarde werklieden met nachtprestaties die op het ogenblik van de | bejaarde werklieden met nachtprestaties die op het ogenblik van de |
beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn. | beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 8 januari 2015. | Gegeven te Brussel, 8 januari 2015. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. | Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Subcomité voor de vlasbereiding | Paritair Subcomité voor de vlasbereiding |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2014 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2014 |
Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige | Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige |
bejaarde werklieden met nachtprestaties die op het ogenblik van de | bejaarde werklieden met nachtprestaties die op het ogenblik van de |
beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn | beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn |
(Overeenkomst geregistreerd op 28 april 2014 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 28 april 2014 onder het nummer |
120802/CO/120.02) | 120802/CO/120.02) |
I. - Toepassingsgebied van de overeenkomst | I. - Toepassingsgebied van de overeenkomst |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen | de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen |
die onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding ressorteren. | die onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding ressorteren. |
II. - Rechthebbenden | II. - Rechthebbenden |
Art. 2.§ 1. De ontslagen werklieden, behalve om dringende reden, die |
Art. 2.§ 1. De ontslagen werklieden, behalve om dringende reden, die |
op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en | op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en |
tijdens de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 56 | tijdens de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 56 |
jaar of ouder zijn ontvangen een aanvullende vergoeding, zoals bedoeld | jaar of ouder zijn ontvangen een aanvullende vergoeding, zoals bedoeld |
in artikel 4, ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de | in artikel 4, ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de |
vlasbereiding", voor zover zij op dat ogenblik minimaal 20 jaar | vlasbereiding", voor zover zij op dat ogenblik minimaal 20 jaar |
gewerkt hebben in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de | gewerkt hebben in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten op 23 maart 1990 en | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten op 23 maart 1990 en |
algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990, | algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990, |
en 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen. | en 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen. |
§ 2. Onder het "ogenblik van de beëindiging van de | § 2. Onder het "ogenblik van de beëindiging van de |
arbeidsovereenkomst" wordt verstaan : het ogenblik dat de werkman uit | arbeidsovereenkomst" wordt verstaan : het ogenblik dat de werkman uit |
dienst treedt na het verstrijken van de opzeggingstermijn of, wanneer | dienst treedt na het verstrijken van de opzeggingstermijn of, wanneer |
er geen opzegging werd betekend of wanneer aan de betekende | er geen opzegging werd betekend of wanneer aan de betekende |
opzeggingstermijn voortijdig een einde wordt gemaakt, op het ogenblik | opzeggingstermijn voortijdig een einde wordt gemaakt, op het ogenblik |
dat de werkman de onderneming verlaat. | dat de werkman de onderneming verlaat. |
§ 3. In afwijking van § 1 hiervoor mag de opzeggingstermijn of de door | § 3. In afwijking van § 1 hiervoor mag de opzeggingstermijn of de door |
de opzeggingsvergoeding gedekte periode van de ontslagen werkman een | de opzeggingsvergoeding gedekte periode van de ontslagen werkman een |
einde nemen buiten de geldigheidsduur van de collectieve | einde nemen buiten de geldigheidsduur van de collectieve |
arbeidsovereenkomst, voor zover de opzeggingstermijn werd betekend of | arbeidsovereenkomst, voor zover de opzeggingstermijn werd betekend of |
de arbeidsovereenkomst werd verbroken tijdens de geldigheidsduur van | de arbeidsovereenkomst werd verbroken tijdens de geldigheidsduur van |
de collectieve arbeidsovereenkomst en voor zover de ontslagen werkman | de collectieve arbeidsovereenkomst en voor zover de ontslagen werkman |
de leeftijd voorzien in § 1 hiervoor bereikt heeft tijdens de | de leeftijd voorzien in § 1 hiervoor bereikt heeft tijdens de |
geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst. | geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst. |
Art. 3.Naast de anciënniteitsvoorwaarden vastgesteld door artikel 2 |
Art. 3.Naast de anciënniteitsvoorwaarden vastgesteld door artikel 2 |
hierboven dienen de werklieden, om te kunnen genieten van het stelsel | hierboven dienen de werklieden, om te kunnen genieten van het stelsel |
werkloosheid met bedrijfstoeslag, bovendien te voldoen aan één van de | werkloosheid met bedrijfstoeslag, bovendien te voldoen aan één van de |
volgende anciënniteitsvoorwaarden : | volgende anciënniteitsvoorwaarden : |
- ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren vlasbereiding, textiel en | - ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren vlasbereiding, textiel en |
breigoed, kleding en confectie; | breigoed, kleding en confectie; |
- ofwel 5 jaar loondienst in de sectoren vlasbereiding, textiel en | - ofwel 5 jaar loondienst in de sectoren vlasbereiding, textiel en |
breigoed, kleding en confectie tijdens de laatste 10 jaren waarvan | breigoed, kleding en confectie tijdens de laatste 10 jaren waarvan |
minstens 1 jaar in de laatste 2 jaren. | minstens 1 jaar in de laatste 2 jaren. |
Wat betreft de gelijkstelling met arbeidsdagen wordt verwezen naar de | Wat betreft de gelijkstelling met arbeidsdagen wordt verwezen naar de |
reglementaire bepalingen ter zake. | reglementaire bepalingen ter zake. |
III. - Betaling van de aanvullende vergoeding | III. - Betaling van de aanvullende vergoeding |
Art. 4.Aan de werklieden bedoeld in de artikelen 2 en 3 die in de |
Art. 4.Aan de werklieden bedoeld in de artikelen 2 en 3 die in de |
periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 tot onderhavig | periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 tot onderhavig |
stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toetreden, wordt een | stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toetreden, wordt een |
aanvullende vergoeding betaald door het "Fonds voor bestaanszekerheid | aanvullende vergoeding betaald door het "Fonds voor bestaanszekerheid |
voor de vlasbereiding". | voor de vlasbereiding". |
De bijzondere werkgeversbijdragen opgelegd door de wettelijke | De bijzondere werkgeversbijdragen opgelegd door de wettelijke |
bepalingen en door de uitvoeringsbesluiten ter zake, worden eveneens | bepalingen en door de uitvoeringsbesluiten ter zake, worden eveneens |
door fonds betaald. | door fonds betaald. |
Art. 5.De in artikel 2 bedoelde aanvullende vergoeding behelst het |
Art. 5.De in artikel 2 bedoelde aanvullende vergoeding behelst het |
toekennen van gelijkaardige voordelen als voorzien door de collectieve | toekennen van gelijkaardige voordelen als voorzien door de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 | arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 |
december 1974, aan de werklieden bedoeld in de artikelen 2 tot en met | december 1974, aan de werklieden bedoeld in de artikelen 2 tot en met |
3 die de leeftijd van 56 jaar hebben bereikt tijdens de | 3 die de leeftijd van 56 jaar hebben bereikt tijdens de |
geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst en op het | geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst en op het |
ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, dit wil zeggen | ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, dit wil zeggen |
het ogenblik dat de werklieden uit dienst treden na het verstrijken | het ogenblik dat de werklieden uit dienst treden na het verstrijken |
van de opzeggingsperiode of, wanneer er geen opzegging werd betekend | van de opzeggingsperiode of, wanneer er geen opzegging werd betekend |
of wanneer aan de betekende opzegging voortijdig een einde wordt | of wanneer aan de betekende opzegging voortijdig een einde wordt |
gemaakt, het ogenblik dat de werklieden de onderneming verlaten. | gemaakt, het ogenblik dat de werklieden de onderneming verlaten. |
Zonder afbreuk te doen aan de vereiste dat de minimumleeftijd waarvan | Zonder afbreuk te doen aan de vereiste dat de minimumleeftijd waarvan |
sprake in artikel 2 moet bereikt zijn tijdens de geldigheidsduur van | sprake in artikel 2 moet bereikt zijn tijdens de geldigheidsduur van |
onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, kan de eerste dag die | onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, kan de eerste dag die |
recht geeft op wettelijke werkloosheidsvergoeding zich situeren na 31 | recht geeft op wettelijke werkloosheidsvergoeding zich situeren na 31 |
december 2014 indien dit dit wijten is aan de verlenging van de | december 2014 indien dit dit wijten is aan de verlenging van de |
opzeggingstermijn ingevolge toepassing van de artikelen 38, § 2 en | opzeggingstermijn ingevolge toepassing van de artikelen 38, § 2 en |
38bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. | 38bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. |
Art. 6.De in artikelen 2 tot en met 3 bedoelde werklieden hebben, |
Art. 6.De in artikelen 2 tot en met 3 bedoelde werklieden hebben, |
voor zover zij de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen, recht | voor zover zij de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen, recht |
op de aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd | op de aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd |
bereiken waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn en binnen de | bereiken waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn en binnen de |
voorwaarden zoals door deze pensioenreglementering vastgesteld. | voorwaarden zoals door deze pensioenreglementering vastgesteld. |
In afwijking van de voorgaande alinea, hebben die werknemers ook recht | In afwijking van de voorgaande alinea, hebben die werknemers ook recht |
op een aanvullende vergoeding van de eerste dag van de kalendermaand | op een aanvullende vergoeding van de eerste dag van de kalendermaand |
volgend op de maand tijdens welke zij geen werkloosheidsuitkeringen | volgend op de maand tijdens welke zij geen werkloosheidsuitkeringen |
meer genieten, alleen omdat zij de leeftijdsgrens hebben bereikt die | meer genieten, alleen omdat zij de leeftijdsgrens hebben bereikt die |
is vastgesteld in artikel 64 van het koninklijk besluit van 25 | is vastgesteld in artikel 64 van het koninklijk besluit van 25 |
november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, tot de laatste | november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, tot de laatste |
dag van de kalendermaand waarin zij 65 jaar worden. | dag van de kalendermaand waarin zij 65 jaar worden. |
De regeling geldt eveneens voor de werklieden die tijdelijk uit het | De regeling geldt eveneens voor de werklieden die tijdelijk uit het |
stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van de regeling | stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van de regeling |
wensen te genieten, voor zover zij opnieuw de wettelijke | wensen te genieten, voor zover zij opnieuw de wettelijke |
werkloosheidsuitkeringen ontvangen. | werkloosheidsuitkeringen ontvangen. |
Art. 7.In afwijking van artikel 6, hebben de in artikel 2 en 3 |
Art. 7.In afwijking van artikel 6, hebben de in artikel 2 en 3 |
bedoelde werklieden die hun hoofdverblijfplaats hebben in een land van | bedoelde werklieden die hun hoofdverblijfplaats hebben in een land van |
de Europese Economische Ruimte, ook recht op een aanvullende | de Europese Economische Ruimte, ook recht op een aanvullende |
vergoeding voor zover zij geen werkloosheidsuitkeringen kunnen | vergoeding voor zover zij geen werkloosheidsuitkeringen kunnen |
genieten of kunnen blijven genieten in het kader van de regelgeving | genieten of kunnen blijven genieten in het kader van de regelgeving |
inzake het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag, alleen omdat zij | inzake het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag, alleen omdat zij |
hun hoofdverblijfplaats niet of niet meer in België hebben in de zin | hun hoofdverblijfplaats niet of niet meer in België hebben in de zin |
van artikel 66 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 | van artikel 66 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 |
houdende werkloosheidsreglementering en voor zover zij | houdende werkloosheidsreglementering en voor zover zij |
werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de wetgeving van hun | werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de wetgeving van hun |
woonland. | woonland. |
Die aanvullende vergoeding moet berekend worden alsof die werknemers | Die aanvullende vergoeding moet berekend worden alsof die werknemers |
werkloosheidsuitkeringen genieten op basis van de Belgische wetgeving. | werkloosheidsuitkeringen genieten op basis van de Belgische wetgeving. |
Art. 8.§ 1. In afwijking van de eerste alinea van artikel 6 en |
Art. 8.§ 1. In afwijking van de eerste alinea van artikel 6 en |
artikel 7, behouden de werknemers die zijn ontslagen in het kader van | artikel 7, behouden de werknemers die zijn ontslagen in het kader van |
deze collectieve overeenkomst het recht op de aanvullende vergoeding | deze collectieve overeenkomst het recht op de aanvullende vergoeding |
ten laste van het fonds, wanneer ze het werk hervatten als | ten laste van het fonds, wanneer ze het werk hervatten als |
loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft | loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft |
ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid | ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid |
als de werkgever die hen heeft ontslagen. | als de werkgever die hen heeft ontslagen. |
§ 2. In afwijking van de eerste alinea van artikel 6 en artikel 7, | § 2. In afwijking van de eerste alinea van artikel 6 en artikel 7, |
behouden de werknemers die zijn ontslagen in het kader van deze | behouden de werknemers die zijn ontslagen in het kader van deze |
overeenkomst ook het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van | overeenkomst ook het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van |
het fonds, ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt | het fonds, ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt |
uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend | uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend |
voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor | voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor |
rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische | rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische |
bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen. | bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen. |
§ 3. In de in hierboven § 1 en § 2 bedoelde gevallen hebben de | § 3. In de in hierboven § 1 en § 2 bedoelde gevallen hebben de |
ontslagen werknemers, wanneer ze het werk hervatten tijdens de door de | ontslagen werknemers, wanneer ze het werk hervatten tijdens de door de |
opzeggingsvergoeding gedekte periode, op zijn vroegst maar recht op de | opzeggingsvergoeding gedekte periode, op zijn vroegst maar recht op de |
aanvullende vergoeding vanaf de dag waarop ze recht zouden hebben | aanvullende vergoeding vanaf de dag waarop ze recht zouden hebben |
gehad op werkloosheidsuitkeringen indien ze het werk niet hadden | gehad op werkloosheidsuitkeringen indien ze het werk niet hadden |
hervat. | hervat. |
§ 4. In de in hierboven § 1 en § 2 bedoelde gevallen blijft het recht | § 4. In de in hierboven § 1 en § 2 bedoelde gevallen blijft het recht |
op de aanvullende vergoeding bestaan tijdens de hele duur van de | op de aanvullende vergoeding bestaan tijdens de hele duur van de |
tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst of tijdens de hele | tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst of tijdens de hele |
duur van de uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep | duur van de uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep |
volgens de regels bepaald in onderhavige collectieve | volgens de regels bepaald in onderhavige collectieve |
arbeidsovereenkomst en voor heel de periode gedurende welke de | arbeidsovereenkomst en voor heel de periode gedurende welke de |
werknemers die recht hebben op de aanvullende uitkering geen | werknemers die recht hebben op de aanvullende uitkering geen |
werkloosheidsuitkeringen als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze | werkloosheidsuitkeringen als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze |
meer genieten. | meer genieten. |
De in hierboven § 1 en § 2 bedoelde werknemers leveren aan het fonds | De in hierboven § 1 en § 2 bedoelde werknemers leveren aan het fonds |
het bewijs dat zij opnieuw in dienst zijn genomen op grond van een | het bewijs dat zij opnieuw in dienst zijn genomen op grond van een |
arbeidsovereenkomst of dat zij een zelfstandige activiteit in | arbeidsovereenkomst of dat zij een zelfstandige activiteit in |
hoofdberoep uitoefenen. | hoofdberoep uitoefenen. |
IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding | IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding |
Art. 9.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de |
Art. 9.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de |
helft van het verschil tussen het netto-referteloon en de | helft van het verschil tussen het netto-referteloon en de |
werkloosheidsuitkering. | werkloosheidsuitkering. |
Art. 10.De aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager is |
Art. 10.De aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager is |
dan 99,16 EUR per maand, toegekend in het kader van het stelsel | dan 99,16 EUR per maand, toegekend in het kader van het stelsel |
werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werklieden, wordt verhoogd tot | werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werklieden, wordt verhoogd tot |
99,16 EUR bruto per maand. | 99,16 EUR bruto per maand. |
Deze verhoging van het bedrag van de aanvullende vergoeding kan | Deze verhoging van het bedrag van de aanvullende vergoeding kan |
evenwel niet tot gevolg hebben dat het totaal bruto maandbedrag van | evenwel niet tot gevolg hebben dat het totaal bruto maandbedrag van |
deze aanvullende vergoeding en de werkloosheidsuitkeringen samen hoger | deze aanvullende vergoeding en de werkloosheidsuitkeringen samen hoger |
komt te liggen dan de drempel die voor de werknemer zonder gezinslast | komt te liggen dan de drempel die voor de werknemer zonder gezinslast |
in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de | in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de |
werknemersbijdrage van 6,5 pct., ingehouden op het geheel van de | werknemersbijdrage van 6,5 pct., ingehouden op het geheel van de |
sociale uitkering en de aanvullende vergoeding. | sociale uitkering en de aanvullende vergoeding. |
Art. 11.Het netto-referteloon is gelijk aan het bruto-maandloon |
Art. 11.Het netto-referteloon is gelijk aan het bruto-maandloon |
begrensd tot 940,14 EUR en verminderd met de persoonlijke sociale | begrensd tot 940,14 EUR en verminderd met de persoonlijke sociale |
zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. | zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. |
Voor de berekening van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage, op | Voor de berekening van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage, op |
het loon aan 100 pct., dient rekening gehouden te worden met de | het loon aan 100 pct., dient rekening gehouden te worden met de |
bepalingen van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een | bepalingen van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een |
werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke | werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke |
bijdragen van de sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en | bijdragen van de sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en |
aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van een | aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van een |
herstructurering. | herstructurering. |
De grens van 940,14 EUR is gekoppeld aan het indexcijfer 134,52 (1971 | De grens van 940,14 EUR is gekoppeld aan het indexcijfer 134,52 (1971 |
= 100) en bedraagt 3.780,69 EUR op 1 januari 2013. | = 100) en bedraagt 3.780,69 EUR op 1 januari 2013. |
Zij is gebonden aan de schommelingen van het indexcijfer der | Zij is gebonden aan de schommelingen van het indexcijfer der |
consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 | consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 |
augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel van koppeling aan | augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel van koppeling aan |
het indexcijfer der consumptieprijzen. | het indexcijfer der consumptieprijzen. |
Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk jaar herzien in | Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk jaar herzien in |
functie der regelingslonen overeenkomstig de beslissing van de | functie der regelingslonen overeenkomstig de beslissing van de |
Nationale Arbeidsraad. | Nationale Arbeidsraad. |
Het netto-referteloon wordt afgerond naar de hogere euro. | Het netto-referteloon wordt afgerond naar de hogere euro. |
Art. 12.1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die |
Art. 12.1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die |
rechtstreeks gebonden zijn aan de door de werklieden verrichte | rechtstreeks gebonden zijn aan de door de werklieden verrichte |
prestaties waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden gedaan en | prestaties waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden gedaan en |
waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt. | waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt. |
Het omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor sociale | Het omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor sociale |
zekerheid onderworpen zijn. | zekerheid onderworpen zijn. |
Daarentegen worden de premies of vergoedingen, die als tegenwaarde van | Daarentegen worden de premies of vergoedingen, die als tegenwaarde van |
werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen. | werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen. |
2. Voor de per maand betaalde werklieden wordt als brutoloon beschouwd | 2. Voor de per maand betaalde werklieden wordt als brutoloon beschouwd |
het loon dat zij gedurende de in navolgende punt 7 bepaalde | het loon dat zij gedurende de in navolgende punt 7 bepaalde |
refertemaand hebben verdiend. | refertemaand hebben verdiend. |
3. Voor de werklieden die niet per maand wordt betaald, wordt het | 3. Voor de werklieden die niet per maand wordt betaald, wordt het |
brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. | brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. |
Het normale uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale | Het normale uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale |
prestaties van de refertemaand te delen door het aantal tijdens die | prestaties van de refertemaand te delen door het aantal tijdens die |
periode gewerkte normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt | periode gewerkte normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt |
vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren, bepaald bij de wekelijkse | vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren, bepaald bij de wekelijkse |
arbeidstijdregeling van de werknemer; dat product, vermenigvuldigd met | arbeidstijdregeling van de werknemer; dat product, vermenigvuldigd met |
52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het maandloon. | 52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het maandloon. |
4. Het brutoloon van de werklieden die gedurende de ganse refertemaand | 4. Het brutoloon van de werklieden die gedurende de ganse refertemaand |
niet heeft gewerkt, wordt berekend alsof zij aanwezig waren geweest op | niet heeft gewerkt, wordt berekend alsof zij aanwezig waren geweest op |
alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand vallen. | alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand vallen. |
Indien de werklieden, krachtens de bepalingen van hun | Indien de werklieden, krachtens de bepalingen van hun |
arbeidsovereenkomst, slechts gedurende een gedeelte van de | arbeidsovereenkomst, slechts gedurende een gedeelte van de |
refertemaand moet werken en zij al die tijd niet hebben gewerkt, wordt | refertemaand moet werken en zij al die tijd niet hebben gewerkt, wordt |
hun brutoloon berekend op grond van het aantal arbeidsdagen dat in de | hun brutoloon berekend op grond van het aantal arbeidsdagen dat in de |
arbeidsovereenkomst is vastgesteld. | arbeidsovereenkomst is vastgesteld. |
5. Het brutoloon van een arbeid(st)er die gedurende de refertemaand in | 5. Het brutoloon van een arbeid(st)er die gedurende de refertemaand in |
een stelsel van tijdskrediet of loopbaanonderbreking was opgenomen | een stelsel van tijdskrediet of loopbaanonderbreking was opgenomen |
wordt berekend conform zijn (haar) initieel contractueel uurrooster | wordt berekend conform zijn (haar) initieel contractueel uurrooster |
vóór de aanvang van het tijdskrediet of de loopbaanonderbreking. | vóór de aanvang van het tijdskrediet of de loopbaanonderbreking. |
Het brutoloon van een arbeid(st)er die gedurende de refertemaand in | Het brutoloon van een arbeid(st)er die gedurende de refertemaand in |
een stelsel van halftijds brugpensioen was opgenomen wordt berekend | een stelsel van halftijds brugpensioen was opgenomen wordt berekend |
conform zijn (haar) initieel contractueel uurrooster vóór de aanvang | conform zijn (haar) initieel contractueel uurrooster vóór de aanvang |
van het halftijds brugpensioen. | van het halftijds brugpensioen. |
6. Het door de werklieden verdiende brutoloon, ongeacht of het per | 6. Het door de werklieden verdiende brutoloon, ongeacht of het per |
maand of anders wordt betaald, wordt vermeerderd met een twaalfde van | maand of anders wordt betaald, wordt vermeerderd met een twaalfde van |
het totaal der contractuele premies en van de veranderlijke | het totaal der contractuele premies en van de veranderlijke |
bezoldiging waarvan de periodiciteit van betaling geen maand | bezoldiging waarvan de periodiciteit van betaling geen maand |
overschrijdt en door de werklieden in de loop van de twaalf maanden | overschrijdt en door de werklieden in de loop van de twaalf maanden |
die aan het ontslag voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen. | die aan het ontslag voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen. |
7. Naar aanleiding van het bij artikel 16 voorzien overleg, zal in | 7. Naar aanleiding van het bij artikel 16 voorzien overleg, zal in |
gemeen akkoord worden beslist met welke refertemaand rekening moet | gemeen akkoord worden beslist met welke refertemaand rekening moet |
worden gehouden. | worden gehouden. |
Indien geen refertemaand is vastgesteld, wordt de kalendermaand, die | Indien geen refertemaand is vastgesteld, wordt de kalendermaand, die |
de datum van het ontslag voorafgaat, in aanmerking genomen. | de datum van het ontslag voorafgaat, in aanmerking genomen. |
V. - Aanpassing van het bedrag van de aanvullende vergoeding | V. - Aanpassing van het bedrag van de aanvullende vergoeding |
Art. 13.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen wordt |
Art. 13.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen wordt |
gebonden aan de schommeling van het indexcijfer der consumptieprijzen, | gebonden aan de schommeling van het indexcijfer der consumptieprijzen, |
volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake | volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake |
werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van | werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van |
2 augustus 1971. | 2 augustus 1971. |
Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1 | Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1 |
januari herzien in functie van de ontwikkeling van de regelingslonen | januari herzien in functie van de ontwikkeling van de regelingslonen |
overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale | overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale |
Arbeidsraad. | Arbeidsraad. |
Voor de werklieden die in de loop van het jaar tot de regeling | Voor de werklieden die in de loop van het jaar tot de regeling |
toetreden, wordt de aanpassing op grond van het verloop van de | toetreden, wordt de aanpassing op grond van het verloop van de |
regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het | regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het |
jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in | jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in |
aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing. | aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing. |
VI. - Tijdstip van betaling van de aanvullende vergoeding | VI. - Tijdstip van betaling van de aanvullende vergoeding |
Art. 14.De betaling van de aanvullende vergoeding moet om de |
Art. 14.De betaling van de aanvullende vergoeding moet om de |
kalendermaand gebeuren. | kalendermaand gebeuren. |
VII. - Cumulatie van de aanvullende vergoeding met andere voordelen | VII. - Cumulatie van de aanvullende vergoeding met andere voordelen |
Art. 15.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met |
Art. 15.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met |
andere wegens afdanking verleende speciale vergoedingen of toeslagen, | andere wegens afdanking verleende speciale vergoedingen of toeslagen, |
die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen. | die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen. |
De arbeider bedoeld in de artikelen 2 tot en met 3 zal dus eerst de | De arbeider bedoeld in de artikelen 2 tot en met 3 zal dus eerst de |
uit die bepalingen voortvloeiende rechten moeten uitputten, alvorens | uit die bepalingen voortvloeiende rechten moeten uitputten, alvorens |
aanspraak te kunnen maken op de in artikel 4 voorziene aanvullende | aanspraak te kunnen maken op de in artikel 4 voorziene aanvullende |
vergoeding. | vergoeding. |
VIII. - Overlegprocedure | VIII. - Overlegprocedure |
Art. 16.Vooraleer één of meerdere werklieden, bedoeld bij artikelen 2 |
Art. 16.Vooraleer één of meerdere werklieden, bedoeld bij artikelen 2 |
tot en met 3 te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de | tot en met 3 te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de |
vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij | vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij |
ontstentenis daarvan, met de syndicale afvaardiging. | ontstentenis daarvan, met de syndicale afvaardiging. |
Onverminderd de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. | Onverminderd de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. |
9 van 9 maart 1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze | 9 van 9 maart 1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze |
beraadslaging tot doel in gemeen overleg te beslissen of, afgezien van | beraadslaging tot doel in gemeen overleg te beslissen of, afgezien van |
de in de onderneming van kracht zijnde afdankingscriteria, werklieden | de in de onderneming van kracht zijnde afdankingscriteria, werklieden |
die aan het in artikel 3 bepaalde leeftijdscriterium voldoen, bij | die aan het in artikel 3 bepaalde leeftijdscriterium voldoen, bij |
voorrang kunnen worden ontslagen en derhalve het voordeel van de | voorrang kunnen worden ontslagen en derhalve het voordeel van de |
aanvullende regeling kunnen genieten. | aanvullende regeling kunnen genieten. |
Bij ontstentenis van ondernemingsraad of van syndicale afvaardiging, | Bij ontstentenis van ondernemingsraad of van syndicale afvaardiging, |
heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de | heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de |
representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de | representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de |
werklieden van de onderneming. | werklieden van de onderneming. |
Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever | Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever |
daarenboven de betrokken werklieden bij aangetekende brief uit tot een | daarenboven de betrokken werklieden bij aangetekende brief uit tot een |
onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. | onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. |
Dit onderhoud heeft tot doel aan de werklieden de gelegenheid te geven | Dit onderhoud heeft tot doel aan de werklieden de gelegenheid te geven |
hun bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag kenbaar | hun bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag kenbaar |
te maken. | te maken. |
Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1972, | Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1972, |
inzonderheid artikel 7, kunnen de werklieden zich bij dit onderhoud | inzonderheid artikel 7, kunnen de werklieden zich bij dit onderhoud |
laten bijstaan door de syndicale afgevaardigde. | laten bijstaan door de syndicale afgevaardigde. |
De opzegging kan ten vroegste geschieden de tweede werkdag na de dag | De opzegging kan ten vroegste geschieden de tweede werkdag na de dag |
waarop dit onderhoud plaats had of waarop dit onderhoud voorzien was. | waarop dit onderhoud plaats had of waarop dit onderhoud voorzien was. |
De ontslagen werklieden hebben de mogelijkheid de aanvullende regeling | De ontslagen werklieden hebben de mogelijkheid de aanvullende regeling |
te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te maken van de | te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te maken van de |
arbeidsreserve. | arbeidsreserve. |
IX. - Betaling van de aanvullende vergoeding | IX. - Betaling van de aanvullende vergoeding |
Art. 17.De betaling van de aanvullende vergoeding bedoeld in artikel |
Art. 17.De betaling van de aanvullende vergoeding bedoeld in artikel |
2, § 1 valt ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de | 2, § 1 valt ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de |
vlasbereiding". | vlasbereiding". |
Te dien einde zijn de werkgevers en werknemers verplicht gebruik te | Te dien einde zijn de werkgevers en werknemers verplicht gebruik te |
maken van het gepast formulier dat kan bekomen worden op de zetel van | maken van het gepast formulier dat kan bekomen worden op de zetel van |
voormeld fonds, Poortakkerstraat 100, 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem). | voormeld fonds, Poortakkerstraat 100, 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem). |
X. - Eindbepalingen | X. - Eindbepalingen |
Art. 18.De administratieve formaliteiten nodig voor de uitvoering van |
Art. 18.De administratieve formaliteiten nodig voor de uitvoering van |
onderhavige overeenkomst worden door de raad van beheer van het "Fonds | onderhavige overeenkomst worden door de raad van beheer van het "Fonds |
voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding" opgesteld. | voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding" opgesteld. |
De administratieve richtlijnen bepaald door de raad van beheer van het | De administratieve richtlijnen bepaald door de raad van beheer van het |
fonds moeten door de werkgever worden nageleefd. | fonds moeten door de werkgever worden nageleefd. |
Art. 19.De algemene interpretatiemoeilijkheden van onderhavige |
Art. 19.De algemene interpretatiemoeilijkheden van onderhavige |
collectieve arbeidsovereenkomst worden door de raad van beheer van het | collectieve arbeidsovereenkomst worden door de raad van beheer van het |
"Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding" beslecht in de | "Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding" beslecht in de |
geest van en refererend naar de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 | geest van en refererend naar de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 |
van de Nationale Arbeidsraad. | van de Nationale Arbeidsraad. |
Art. 20.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve |
Art. 20.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve |
arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per | arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per |
koninklijk besluit. | koninklijk besluit. |
Art. 21.Onderhavige overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari |
Art. 21.Onderhavige overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari |
2014 tot en met 31 december 2014. | 2014 tot en met 31 december 2014. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari |
2015. | 2015. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |