Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, gesloten op 27 juni 2012 in de Nationale Arbeidsraad | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, gesloten op 27 juni 2012 in de Nationale Arbeidsraad |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
8 JANUARI 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 8 JANUARI 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2013, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2013, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en | gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en |
huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, tot | huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, tot |
invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en | invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en |
landingsbanen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. | landingsbanen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. |
103, gesloten op 27 juni 2012 in de Nationale Arbeidsraad (1) | 103, gesloten op 27 juni 2012 in de Nationale Arbeidsraad (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en |
huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap; | huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2013, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2013, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en | gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en |
huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, tot | huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, tot |
invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en | invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en |
landingsbanen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. | landingsbanen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. |
103, gesloten op 27 juni 2012 in de Nationale Arbeidsraad. | 103, gesloten op 27 juni 2012 in de Nationale Arbeidsraad. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 8 januari 2015. | Gegeven te Brussel, 8 januari 2015. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en | Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en |
-diensten van de Vlaamse Gemeenschap | -diensten van de Vlaamse Gemeenschap |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2013 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2013 |
Invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en | Invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en |
landingsbanen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. | landingsbanen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. |
103, gesloten op 27 juni 2012 in de Nationale Arbeidsraad | 103, gesloten op 27 juni 2012 in de Nationale Arbeidsraad |
(Overeenkomst geregistreerd op 22 april 2013 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 22 april 2013 onder het nummer |
114732/CO/319.01) | 114732/CO/319.01) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in |
uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, tot | uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, tot |
invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en | invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en |
landingsbanen, gesloten op 27 juni 2012 in de Nationale Arbeidsraad | landingsbanen, gesloten op 27 juni 2012 in de Nationale Arbeidsraad |
(collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad) | (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad) |
(koninklijk besluit van 25 augustus 2012 - Belgisch Staatsblad van 31 | (koninklijk besluit van 25 augustus 2012 - Belgisch Staatsblad van 31 |
augustus 2012). | augustus 2012). |
Art. 2.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Art. 2.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
alle werkgevers en op alle werknemers die ressorteren onder het | alle werkgevers en op alle werknemers die ressorteren onder het |
Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en | Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en |
-diensten van Vlaamse Gemeenschap (319.01). | -diensten van Vlaamse Gemeenschap (319.01). |
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk | Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk |
werklieden- en bediendepersoneel. | werklieden- en bediendepersoneel. |
§ 2. In uitvoering van artikel 2, § 3 van de collectieve | § 2. In uitvoering van artikel 2, § 3 van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad kan het | arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad kan het |
directiepersoneel en leidinggevend personeel conform de definitie in | directiepersoneel en leidinggevend personeel conform de definitie in |
het kader van de sociale verkiezingen, gebruik maken van de rechten | het kader van de sociale verkiezingen, gebruik maken van de rechten |
uit collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale | uit collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale |
Arbeidsraad en deze collectieve arbeidsovereenkomst, mits akkoord van | Arbeidsraad en deze collectieve arbeidsovereenkomst, mits akkoord van |
de werkgever. | de werkgever. |
Art. 3.Tijdskrediet zonder motief |
Art. 3.Tijdskrediet zonder motief |
De in artikel 2 genoemde werknemers hebben recht op een voltijds | De in artikel 2 genoemde werknemers hebben recht op een voltijds |
tijdskrediet, halftijdse of 1/5e loopbaanvermindering gelijk aan een | tijdskrediet, halftijdse of 1/5e loopbaanvermindering gelijk aan een |
equivalent van maximum 12 maanden volledige schorsing van de | equivalent van maximum 12 maanden volledige schorsing van de |
arbeidsprestaties over de gehele loopbaan, zoals geregeld in | arbeidsprestaties over de gehele loopbaan, zoals geregeld in |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad. | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad. |
Art. 4.Tijdskrediet met motief 36 maanden |
Art. 4.Tijdskrediet met motief 36 maanden |
1° Het recht op voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5e | 1° Het recht op voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5e |
loopbaanvermindering, als bedoeld in artikel 3, wordt uitgebreid met | loopbaanvermindering, als bedoeld in artikel 3, wordt uitgebreid met |
een bijkomend recht op voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5e | een bijkomend recht op voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5e |
loopbaanvermindering tot maximaal 36 maanden voor : | loopbaanvermindering tot maximaal 36 maanden voor : |
a) de in artikel 2 genoemde werknemers die hun arbeidsprestaties | a) de in artikel 2 genoemde werknemers die hun arbeidsprestaties |
volledig schorsen, halftijds of met 1/5e verminderen om voor hun kind | volledig schorsen, halftijds of met 1/5e verminderen om voor hun kind |
te zorgen tot de leeftijd van acht jaar; in geval van adoptie kan de | te zorgen tot de leeftijd van acht jaar; in geval van adoptie kan de |
schorsing van de arbeidsprestaties aanvangen vanaf de inschrijving in | schorsing van de arbeidsprestaties aanvangen vanaf de inschrijving in |
het bevolkings- of het vreemdelingenregister van de gemeente waar de | het bevolkings- of het vreemdelingenregister van de gemeente waar de |
werknemer zijn woonplaats heeft. | werknemer zijn woonplaats heeft. |
Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van drie maanden | Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van drie maanden |
als het een voltijds tijdskrediet of halftijdse loopbaanvermindering | als het een voltijds tijdskrediet of halftijdse loopbaanvermindering |
betreft en per minimumperiode van zes maanden als het een 1/5e | betreft en per minimumperiode van zes maanden als het een 1/5e |
loopbaanvermindering betreft. | loopbaanvermindering betreft. |
De periode waarvoor de schorsing of de vermindering van de | De periode waarvoor de schorsing of de vermindering van de |
arbeidsprestaties werd gevraagd of de periode waarvoor de verlenging | arbeidsprestaties werd gevraagd of de periode waarvoor de verlenging |
werd gevraagd, moet aanvangen vóór het tijdstip waarop het kind acht | werd gevraagd, moet aanvangen vóór het tijdstip waarop het kind acht |
jaar wordt. | jaar wordt. |
De werknemer verstrekt aan de werkgever uiterlijk op het ogenblik | De werknemer verstrekt aan de werkgever uiterlijk op het ogenblik |
waarop de schorsing of de vermindering van de arbeidsprestaties | waarop de schorsing of de vermindering van de arbeidsprestaties |
ingaan, het document of de documenten tot staving van de gebeurtenis | ingaan, het document of de documenten tot staving van de gebeurtenis |
die het recht doet ontstaan, zoals bepaald in artikel 4, 1°, a). | die het recht doet ontstaan, zoals bepaald in artikel 4, 1°, a). |
b) de in artikel 2 genoemde werknemers die hun arbeidsprestaties | b) de in artikel 2 genoemde werknemers die hun arbeidsprestaties |
volledig schorsen, halftijds of met 1/5e verminderen voor het verlenen | volledig schorsen, halftijds of met 1/5e verminderen voor het verlenen |
van palliatieve verzorging, zoals gedefinieerd in artikel 100bis, § 2 | van palliatieve verzorging, zoals gedefinieerd in artikel 100bis, § 2 |
van de herstelwet van 22 januari 1985. | van de herstelwet van 22 januari 1985. |
Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van één maand en | Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van één maand en |
kan per patiënt met één maand worden verlengd. | kan per patiënt met één maand worden verlengd. |
De werknemer verstrekt aan de werkgever uiterlijk op het ogenblik | De werknemer verstrekt aan de werkgever uiterlijk op het ogenblik |
waarop de schorsing of de vermindering van de arbeidsprestaties | waarop de schorsing of de vermindering van de arbeidsprestaties |
ingaan, een attest afgeleverd door de behandelende geneesheer van de | ingaan, een attest afgeleverd door de behandelende geneesheer van de |
persoon die palliatieve verzorging behoeft en waaruit blijkt dat de | persoon die palliatieve verzorging behoeft en waaruit blijkt dat de |
werknemer zich bereid heeft verklaard deze palliatieve verzorging te | werknemer zich bereid heeft verklaard deze palliatieve verzorging te |
verlenen, zonder dat hierbij de identiteit van de patiënt wordt | verlenen, zonder dat hierbij de identiteit van de patiënt wordt |
vermeld. In geval de werknemer wenst gebruik te maken van de | vermeld. In geval de werknemer wenst gebruik te maken van de |
verlenging van de periode met één maand dient hij opnieuw een | verlenging van de periode met één maand dient hij opnieuw een |
dergelijk attest af te leveren aan de werkgever. | dergelijk attest af te leveren aan de werkgever. |
c) de in artikel 2 genoemde werknemers die hun arbeidsprestaties | c) de in artikel 2 genoemde werknemers die hun arbeidsprestaties |
volledig schorsen, halftijds of met 1/5e verminderen voor het verlenen | volledig schorsen, halftijds of met 1/5e verminderen voor het verlenen |
van bijstand of verzorging aan een zwaar ziek gezins- of familielid | van bijstand of verzorging aan een zwaar ziek gezins- of familielid |
zoals gedefinieerd in de artikelen 3 en 4 van het koninklijk besluit | zoals gedefinieerd in de artikelen 3 en 4 van het koninklijk besluit |
van 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op | van 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op |
loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek | loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek |
gezins- of familielid. | gezins- of familielid. |
Deze periode kan enkel worden opgenomen per minimumperiode van één | Deze periode kan enkel worden opgenomen per minimumperiode van één |
maand en een maximumperiode van drie maanden. | maand en een maximumperiode van drie maanden. |
De werknemer verstrekt aan de werkgever uiterlijk op het ogenblik | De werknemer verstrekt aan de werkgever uiterlijk op het ogenblik |
waarop de schorsing of de vermindering van de arbeidsprestaties | waarop de schorsing of de vermindering van de arbeidsprestaties |
ingaan, een attest afgeleverd door de behandelende geneesheer van het | ingaan, een attest afgeleverd door de behandelende geneesheer van het |
zwaar ziek gezins- of familielid waaruit blijkt dat de werknemer zich | zwaar ziek gezins- of familielid waaruit blijkt dat de werknemer zich |
bereid heeft verklaard bijstand of verzorging te verlenen aan de zwaar | bereid heeft verklaard bijstand of verzorging te verlenen aan de zwaar |
zieke persoon. | zieke persoon. |
d) de in artikel 2 genoemde werknemers die hun arbeidsprestaties | d) de in artikel 2 genoemde werknemers die hun arbeidsprestaties |
volledig schorsen, halftijds of met 1/5e verminderen voor het volgen | volledig schorsen, halftijds of met 1/5e verminderen voor het volgen |
van een opleiding. | van een opleiding. |
Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van 3 maanden | Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van 3 maanden |
als het een voltijds tijdskrediet of halftijdse loopbaanvermindering | als het een voltijds tijdskrediet of halftijdse loopbaanvermindering |
betreft en per minimumperiode van zes maanden als het een 1/5e | betreft en per minimumperiode van zes maanden als het een 1/5e |
loopbaanvermindering betreft. | loopbaanvermindering betreft. |
De werknemer verstrekt aan de werkgever uiterlijk op het ogenblik | De werknemer verstrekt aan de werkgever uiterlijk op het ogenblik |
waarop de schorsing of de vermindering van de arbeidsprestaties | waarop de schorsing of de vermindering van de arbeidsprestaties |
ingaan, het bewijs dat hij zijn arbeidsprestaties schorst of | ingaan, het bewijs dat hij zijn arbeidsprestaties schorst of |
vermindert : | vermindert : |
- om een door de gemeenschappen of de sector erkende opleiding te | - om een door de gemeenschappen of de sector erkende opleiding te |
volgen die minstens 360 uren of 27 studiepunten per jaar of 120 uren | volgen die minstens 360 uren of 27 studiepunten per jaar of 120 uren |
of 9 studiepunten per schooltrimester of per ononderbroken periode van | of 9 studiepunten per schooltrimester of per ononderbroken periode van |
drie maanden telt; | drie maanden telt; |
- om onderwijs te volgen verstrekt in een centrum voor basiseducatie | - om onderwijs te volgen verstrekt in een centrum voor basiseducatie |
of een opleiding gericht op het behalen van een diploma of | of een opleiding gericht op het behalen van een diploma of |
getuigschrift van secundair onderwijs, waarbij de grens wordt | getuigschrift van secundair onderwijs, waarbij de grens wordt |
vastgesteld op 300 uren per jaar of 100 uren per schooltrimester of | vastgesteld op 300 uren per jaar of 100 uren per schooltrimester of |
per ononderbroken periode van drie maanden. | per ononderbroken periode van drie maanden. |
De gemeenschap of de opleidingsinstelling bevestigt op het bewijs dat | De gemeenschap of de opleidingsinstelling bevestigt op het bewijs dat |
de werknemer geldig is ingeschreven voor een opleiding met deze | de werknemer geldig is ingeschreven voor een opleiding met deze |
tijdsduur of omvang. Binnen de 20 kalenderdagen na elk kwartaal moet | tijdsduur of omvang. Binnen de 20 kalenderdagen na elk kwartaal moet |
de werknemer bij de werkgever een attest indienen dat het bewijs | de werknemer bij de werkgever een attest indienen dat het bewijs |
levert van regelmatige aanwezigheid van opleiding in dat kwartaal. De | levert van regelmatige aanwezigheid van opleiding in dat kwartaal. De |
dagen schoolvakantie in de loop van of aansluitend op een periode van | dagen schoolvakantie in de loop van of aansluitend op een periode van |
opleiding worden gelijkgesteld met regelmatige aanwezigheid bij een | opleiding worden gelijkgesteld met regelmatige aanwezigheid bij een |
opleiding. Regelmatige aanwezigheid betekent dat de werknemer niet | opleiding. Regelmatige aanwezigheid betekent dat de werknemer niet |
meer dan één tiende van de duur van de opleiding in dat kwartaal | meer dan één tiende van de duur van de opleiding in dat kwartaal |
ongewettigd afwezig mag zijn. | ongewettigd afwezig mag zijn. |
2° Het bijkomend recht van 36 maanden tijdskrediet kan niet worden | 2° Het bijkomend recht van 36 maanden tijdskrediet kan niet worden |
opgenomen in combinatie met een niet-toegelaten bezoldigde of | opgenomen in combinatie met een niet-toegelaten bezoldigde of |
zelfstandige activiteit die de werknemer aanvangt of uitbreidt. | zelfstandige activiteit die de werknemer aanvangt of uitbreidt. |
Art. 5.Tijdskrediet met motief 48 maanden |
Art. 5.Tijdskrediet met motief 48 maanden |
Het recht op voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5e | Het recht op voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5e |
loopbaanvermindering, als bedoeld in artikel 3, wordt uitgebreid met | loopbaanvermindering, als bedoeld in artikel 3, wordt uitgebreid met |
een bijkomend recht op voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5e | een bijkomend recht op voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5e |
loopbaanvermindering tot maximaal 48 maanden voor : | loopbaanvermindering tot maximaal 48 maanden voor : |
1° De in artikel 2 genoemde werknemers die hun arbeidsprestaties | 1° De in artikel 2 genoemde werknemers die hun arbeidsprestaties |
volledig schorsen, halftijds of 1/5e verminderen om zorg te dragen | volledig schorsen, halftijds of 1/5e verminderen om zorg te dragen |
voor hun gehandicapt kind tot de leeftijd van 21 jaar. | voor hun gehandicapt kind tot de leeftijd van 21 jaar. |
Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van drie maanden | Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van drie maanden |
als het een voltijds tijdskrediet of halftijdse loopbaanvermindering | als het een voltijds tijdskrediet of halftijdse loopbaanvermindering |
betreft en per minimumperiode van zes maanden als het een 1/5e | betreft en per minimumperiode van zes maanden als het een 1/5e |
loopbaanvermindering betreft. | loopbaanvermindering betreft. |
De periode waarvoor de schorsing of de vermindering van de | De periode waarvoor de schorsing of de vermindering van de |
arbeidsprestaties werd gevraagd of de periode waarvoor de verlenging | arbeidsprestaties werd gevraagd of de periode waarvoor de verlenging |
werd gevraagd, moet aanvangen voor het tijdstip waarop het kind 21 | werd gevraagd, moet aanvangen voor het tijdstip waarop het kind 21 |
jaar wordt. | jaar wordt. |
De werknemer verstrekt aan de werkgever uiterlijk op het ogenblik | De werknemer verstrekt aan de werkgever uiterlijk op het ogenblik |
waarop de schorsing of de vermindering van de arbeidsprestaties | waarop de schorsing of de vermindering van de arbeidsprestaties |
ingaan, een attest dat de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid | ingaan, een attest dat de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid |
van 66 pct. aantoont of de aandoening die leidt tot een erkenning van | van 66 pct. aantoont of de aandoening die leidt tot een erkenning van |
minstens 4 punten in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin | minstens 4 punten in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin |
van de regelgeving met betrekking tot de kinderbijslag. | van de regelgeving met betrekking tot de kinderbijslag. |
2° de in artikel 2 genoemde werknemers die hun arbeidsprestaties | 2° de in artikel 2 genoemde werknemers die hun arbeidsprestaties |
volledig schorsen, halftijds of met 1/5e verminderen voor het verlenen | volledig schorsen, halftijds of met 1/5e verminderen voor het verlenen |
van bijstand of verzorging aan hun minderjarig zwaar ziek kind of aan | van bijstand of verzorging aan hun minderjarig zwaar ziek kind of aan |
een minderjarig zwaar ziek kind dat gezinslid is zoals gedefinieerd in | een minderjarig zwaar ziek kind dat gezinslid is zoals gedefinieerd in |
artikel 4 van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot | artikel 4 van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot |
invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of | invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of |
verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid. | verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid. |
Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van één maand en | Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van één maand en |
maximumperiode van drie maanden. | maximumperiode van drie maanden. |
De periode waarvoor de schorsing of de vermindering van de | De periode waarvoor de schorsing of de vermindering van de |
arbeidsprestaties werd gevraagd of de periode van verlenging wordt | arbeidsprestaties werd gevraagd of de periode van verlenging wordt |
gevraagd, moet aanvangen vóór het tijdstip waarop het kind | gevraagd, moet aanvangen vóór het tijdstip waarop het kind |
meerderjarig wordt. | meerderjarig wordt. |
De werknemer verstrekt aan de werkgever uiterlijk op het ogenblik | De werknemer verstrekt aan de werkgever uiterlijk op het ogenblik |
waarop de schorsing of de vermindering van de arbeidsprestaties | waarop de schorsing of de vermindering van de arbeidsprestaties |
ingaan, een attest afgeleverd door de behandelende geneesheer van hun | ingaan, een attest afgeleverd door de behandelende geneesheer van hun |
of het minderjarig zwaar ziek kind waaruit blijkt dat de werknemer | of het minderjarig zwaar ziek kind waaruit blijkt dat de werknemer |
zich bereid heeft verklaard bijstand of verzorging te verlenen aan de | zich bereid heeft verklaard bijstand of verzorging te verlenen aan de |
zwaar zieke persoon. | zwaar zieke persoon. |
Art. 6.Anciënniteits- en tewerkstellingsvoorwaarden voor tijdskrediet |
Art. 6.Anciënniteits- en tewerkstellingsvoorwaarden voor tijdskrediet |
met motief | met motief |
§ 1. De in artikel 2 genoemde werknemers kunnen ingevolge de artikelen | § 1. De in artikel 2 genoemde werknemers kunnen ingevolge de artikelen |
4 en 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst : | 4 en 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst : |
1° hun arbeidsprestaties volledig schorsen ongeacht de arbeidsregeling | 1° hun arbeidsprestaties volledig schorsen ongeacht de arbeidsregeling |
waarin zij in de onderneming tewerkgesteld zijn op het ogenblik van de | waarin zij in de onderneming tewerkgesteld zijn op het ogenblik van de |
schriftelijke kennisgeving als verricht overeenkomstig artikel 12 van | schriftelijke kennisgeving als verricht overeenkomstig artikel 12 van |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad; | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad; |
2° hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking | 2° hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking |
voor zover zij tenminste 3/4e van een voltijdse betrekking in de | voor zover zij tenminste 3/4e van een voltijdse betrekking in de |
onderneming tewerkgesteld zijn gedurende de 12 maanden die voorafgaan | onderneming tewerkgesteld zijn gedurende de 12 maanden die voorafgaan |
aan de schriftelijke kennisgeving als verricht overeenkomstig artikel | aan de schriftelijke kennisgeving als verricht overeenkomstig artikel |
12 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale | 12 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale |
Arbeidsraad; | Arbeidsraad; |
3° hun arbeidsprestaties verminderen ten belope van een dag of twee | 3° hun arbeidsprestaties verminderen ten belope van een dag of twee |
halve dagen per week voor zover zij gewoonlijk tewerkgesteld zijn | halve dagen per week voor zover zij gewoonlijk tewerkgesteld zijn |
geweest in een arbeidsregeling gespreid over 5 dagen of meer en | geweest in een arbeidsregeling gespreid over 5 dagen of meer en |
gedurende de 12 maanden die voorafgaand aan de schriftelijke | gedurende de 12 maanden die voorafgaand aan de schriftelijke |
kennisgeving als bedoeld in artikel 12 van collectieve | kennisgeving als bedoeld in artikel 12 van collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad in een | arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad in een |
voltijdse arbeidsregeling tewerkgesteld zijn. | voltijdse arbeidsregeling tewerkgesteld zijn. |
§ 2. Om recht te hebben op het bijkomend recht van 36 of 48 maanden | § 2. Om recht te hebben op het bijkomend recht van 36 of 48 maanden |
voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5e loopbaanvermindering als | voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5e loopbaanvermindering als |
bedoeld in de artikelen 4 en 5 van deze collectieve | bedoeld in de artikelen 4 en 5 van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst, moet de werknemer door een arbeidsovereenkomst | arbeidsovereenkomst, moet de werknemer door een arbeidsovereenkomst |
met de werkgever verbonden zijn geweest gedurende 24 maanden die | met de werkgever verbonden zijn geweest gedurende 24 maanden die |
voorafgaan aan de schriftelijke kennisgeving als verricht | voorafgaan aan de schriftelijke kennisgeving als verricht |
overeenkomstig artikel 12 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 | overeenkomstig artikel 12 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 |
van de Nationale Arbeidsraad. | van de Nationale Arbeidsraad. |
In afwijking van § 2 geldt de hierboven vermelde voorwaarde niet voor | In afwijking van § 2 geldt de hierboven vermelde voorwaarde niet voor |
werknemers die hun voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5e | werknemers die hun voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5e |
loopbaanvermindering, als bedoeld in de artikelen 4 en 5, onmiddellijk | loopbaanvermindering, als bedoeld in de artikelen 4 en 5, onmiddellijk |
laten aansluiten op een ouderschapsverlof, zoals gedefinieerd in het | laten aansluiten op een ouderschapsverlof, zoals gedefinieerd in het |
koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op | koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op |
ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de | ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de |
beroepsloopbaan en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 64, en die | beroepsloopbaan en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 64, en die |
hun rechten in toepassing van voornoemd koninklijk besluit of | hun rechten in toepassing van voornoemd koninklijk besluit of |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 64, voor alle rechthebbende | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 64, voor alle rechthebbende |
kinderen hebben uitgeput. | kinderen hebben uitgeput. |
Art. 7.Gemeenschappelijke bepalingen tijdskrediet met motief |
Art. 7.Gemeenschappelijke bepalingen tijdskrediet met motief |
§ 1. Het recht van 36 en 48 maanden, zoals bepaald in artikel 4 en | § 1. Het recht van 36 en 48 maanden, zoals bepaald in artikel 4 en |
artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt niet | artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt niet |
proportioneel verrekend bij het opnemen van een deeltijdse formule. | proportioneel verrekend bij het opnemen van een deeltijdse formule. |
§ 2. De perioden, zoals bepaald in artikel 4 en artikel 5 van deze | § 2. De perioden, zoals bepaald in artikel 4 en artikel 5 van deze |
collectieve arbeidsovereenkomst, mogen samen niet meer dan 48 maanden | collectieve arbeidsovereenkomst, mogen samen niet meer dan 48 maanden |
bedragen. | bedragen. |
§ 3. In afwijking van de minimumperioden van opname, zoals bepaald in | § 3. In afwijking van de minimumperioden van opname, zoals bepaald in |
artikel 4 en artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, kan | artikel 4 en artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, kan |
het eventueel overblijvend saldo voor een kortere periode worden | het eventueel overblijvend saldo voor een kortere periode worden |
opgenomen. | opgenomen. |
§ 4. Op het recht van 36 en 48 maanden, zoals bepaald in artikel 4 en | § 4. Op het recht van 36 en 48 maanden, zoals bepaald in artikel 4 en |
artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden niet in | artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden niet in |
mindering gebracht de perioden van schorsing of vermindering van de | mindering gebracht de perioden van schorsing of vermindering van de |
arbeidsprestaties ingevolge : | arbeidsprestaties ingevolge : |
- het koninklijk besluit van 22 maart 1995 inzake palliatief verlof en | - het koninklijk besluit van 22 maart 1995 inzake palliatief verlof en |
houdende uitvoering van artikel 100bis, § 4 van de herstelwet van 22 | houdende uitvoering van artikel 100bis, § 4 van de herstelwet van 22 |
januari 1985 houdende sociale bepalingen en tot wijziging van het | januari 1985 houdende sociale bepalingen en tot wijziging van het |
koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van | koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van |
onderbrekingsuitkeringen; | onderbrekingsuitkeringen; |
- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 64, gesloten in de Nationale | - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 64, gesloten in de Nationale |
Arbeidsraad op 29 april 1997, tot instelling van een recht op | Arbeidsraad op 29 april 1997, tot instelling van een recht op |
ouderschapsverlof; | ouderschapsverlof; |
- het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een | - het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een |
recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de | recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de |
beroepsloopbaan; | beroepsloopbaan; |
- het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot invoering van een | - het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot invoering van een |
recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een | recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een |
zwaar ziek gezins- of familielid. | zwaar ziek gezins- of familielid. |
Art. 8.Het recht op landingsbanen |
Art. 8.Het recht op landingsbanen |
§ 1. De in artikel 2 genoemde werknemers van 55 jaar en ouder hebben | § 1. De in artikel 2 genoemde werknemers van 55 jaar en ouder hebben |
zonder maximumduur recht op : | zonder maximumduur recht op : |
1° een 1/5e loopbaanvermindering ten belope van een dag per week of 2 | 1° een 1/5e loopbaanvermindering ten belope van een dag per week of 2 |
halve dagen over dezelfde duur voorzover ze tewerkgesteld zijn in een | halve dagen over dezelfde duur voorzover ze tewerkgesteld zijn in een |
arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen. | arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen. |
Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van zes maanden. | Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van zes maanden. |
2° een loopbaanvermindering in de vorm van een vermindering van de | 2° een loopbaanvermindering in de vorm van een vermindering van de |
arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking. | arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking. |
Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van drie | Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van drie |
maanden. | maanden. |
§ 2. In afwijking van § 1 wordt de leeftijd op 50 jaar gebracht voor | § 2. In afwijking van § 1 wordt de leeftijd op 50 jaar gebracht voor |
de in artikel 2 genoemde werknemers, die hun arbeidsprestaties | de in artikel 2 genoemde werknemers, die hun arbeidsprestaties |
verminderen tot een halftijdse betrekking en die op het ogenblik van | verminderen tot een halftijdse betrekking en die op het ogenblik van |
de kennisgeving, als bedoeld in artikel 12 van collectieve | de kennisgeving, als bedoeld in artikel 12 van collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad, cumulatief | arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad, cumulatief |
voldoen aan de volgende voorwaarden : | voldoen aan de volgende voorwaarden : |
- daaraan voorafgaand actief zijn geweest in een zwaar beroep zoals | - daaraan voorafgaand actief zijn geweest in een zwaar beroep zoals |
bepaald in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale | bepaald in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale |
Arbeidsraad gedurende minstens vijf jaar in de voorafgaande 10 jaar of | Arbeidsraad gedurende minstens vijf jaar in de voorafgaande 10 jaar of |
gedurende minstens zeven jaar in de voorafgaande 15 jaar; | gedurende minstens zeven jaar in de voorafgaande 15 jaar; |
en | en |
- dit zwaar beroep komt voor op de lijst van de beroepen waarvoor een | - dit zwaar beroep komt voor op de lijst van de beroepen waarvoor een |
significant tekort aan arbeidskrachten bestaat. De Minister van Werk | significant tekort aan arbeidskrachten bestaat. De Minister van Werk |
bepaalt deze lijst, na unaniem advies van het beheerscomité van de | bepaalt deze lijst, na unaniem advies van het beheerscomité van de |
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. | Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. |
Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van drie | Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van drie |
maanden. | maanden. |
§ 3. In afwijking van § 1 wordt de leeftijd op 50 jaar gebracht voor | § 3. In afwijking van § 1 wordt de leeftijd op 50 jaar gebracht voor |
de in artikel 2 genoemde werknemers, die hun voltijdse | de in artikel 2 genoemde werknemers, die hun voltijdse |
arbeidsprestaties verminderen ten belope van een dag of 2 halve dagen | arbeidsprestaties verminderen ten belope van een dag of 2 halve dagen |
per week en die voldoen aan één van de volgende voorwaarden : | per week en die voldoen aan één van de volgende voorwaarden : |
- daaraan voorafgaand actief zijn geweest in een zwaar beroep zoals | - daaraan voorafgaand actief zijn geweest in een zwaar beroep zoals |
bepaald in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale | bepaald in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale |
Arbeidsraad gedurende minstens vijf jaar in de voorafgaande 10 jaar of | Arbeidsraad gedurende minstens vijf jaar in de voorafgaande 10 jaar of |
gedurende minstens zeven jaar in de voorafgaande 15 jaar; | gedurende minstens zeven jaar in de voorafgaande 15 jaar; |
of | of |
- daaraan voorafgaand een beroepsloopbaan van tenminste 28 jaar zoals | - daaraan voorafgaand een beroepsloopbaan van tenminste 28 jaar zoals |
bepaald in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale | bepaald in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale |
Arbeidsraad, hebben doorlopen. | Arbeidsraad, hebben doorlopen. |
Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van zes maanden. | Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van zes maanden. |
Art. 9.Anciënniteits- en tewerkstellingsvoorwaarden landingsbaan |
Art. 9.Anciënniteits- en tewerkstellingsvoorwaarden landingsbaan |
Voor het recht op landingsbaan, zoals bepaald in artikel 8 van deze | Voor het recht op landingsbaan, zoals bepaald in artikel 8 van deze |
collectieve arbeidsovereenkomst, dient de werknemer overeenkomstig het | collectieve arbeidsovereenkomst, dient de werknemer overeenkomstig het |
artikel 10 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de | artikel 10 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de |
Nationale Arbeidsraad gelijktijdig te voldoen aan volgende voorwaarden | Nationale Arbeidsraad gelijktijdig te voldoen aan volgende voorwaarden |
: | : |
- de leeftijdsvoorwaarde bereiken op het ogenblik van de gewenste | - de leeftijdsvoorwaarde bereiken op het ogenblik van de gewenste |
begindatum van de uitoefening van het recht; | begindatum van de uitoefening van het recht; |
- de werknemer moet een loopbaan van 25 jaar als werknemer hebben | - de werknemer moet een loopbaan van 25 jaar als werknemer hebben |
zoals bepaald in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de | zoals bepaald in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de |
Nationale Arbeidsraad, met uitzondering van de landingsbaan zoals | Nationale Arbeidsraad, met uitzondering van de landingsbaan zoals |
bepaald in artikel 8, § 3, tweede streepje van deze collectieve | bepaald in artikel 8, § 3, tweede streepje van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst, waarvoor een loopbaan van 28 jaar vereist is | arbeidsovereenkomst, waarvoor een loopbaan van 28 jaar vereist is |
zoals bepaald in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de | zoals bepaald in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de |
Nationale Arbeidsraad; | Nationale Arbeidsraad; |
- de werknemer moet door een arbeidsovereenkomst met de werkgever | - de werknemer moet door een arbeidsovereenkomst met de werkgever |
verbonden zijn geweest gedurende de 24 maanden die voorafgaan aan de | verbonden zijn geweest gedurende de 24 maanden die voorafgaan aan de |
schriftelijke kennisgeving als verricht overeenkomstig artikel 12 van | schriftelijke kennisgeving als verricht overeenkomstig artikel 12 van |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad. | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad. |
Een verkorting van deze termijn is mogelijk in onderling akkoord | Een verkorting van deze termijn is mogelijk in onderling akkoord |
tussen de werknemer en de werkgever. | tussen de werknemer en de werkgever. |
- Om recht te hebben op een halftijdse landingsbaan moet de werknemer | - Om recht te hebben op een halftijdse landingsbaan moet de werknemer |
tenminste 3/4den van een voltijdse betrekking tewerkgesteld zijn | tenminste 3/4den van een voltijdse betrekking tewerkgesteld zijn |
gedurende de 24 maanden die voorafgaan aan de schriftelijke | gedurende de 24 maanden die voorafgaan aan de schriftelijke |
kennisgeving als verricht overeenkomstig artikel 12 van collectieve | kennisgeving als verricht overeenkomstig artikel 12 van collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad. | arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad. |
- Om recht te hebben op een 1/5e landingsbaan moet de werknemer | - Om recht te hebben op een 1/5e landingsbaan moet de werknemer |
tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling gespreid over vijf of meer | tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling gespreid over vijf of meer |
dagen en moet hij ofwel voltijds ofwel 4/5den van een voltijdse | dagen en moet hij ofwel voltijds ofwel 4/5den van een voltijdse |
betrekking tewerkgesteld zijn in het kader van de collectieve | betrekking tewerkgesteld zijn in het kader van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de Nationale Arbeidsraad van 19 | arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de Nationale Arbeidsraad van 19 |
december 2001, ten laatste gewijzigd door de collectieve | december 2001, ten laatste gewijzigd door de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 77septies van 2 juni 2010 (koninklijk besluit | arbeidsovereenkomst nr. 77septies van 2 juni 2010 (koninklijk besluit |
van 16 augustus 2010) of collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van | van 16 augustus 2010) of collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van |
de Nationale Arbeidsraad, gedurende de 24 maanden die voorafgaan aan | de Nationale Arbeidsraad, gedurende de 24 maanden die voorafgaan aan |
de schriftelijke kennisgeving als verricht overeenkomstig artikel 12 | de schriftelijke kennisgeving als verricht overeenkomstig artikel 12 |
van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale | van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale |
Arbeidsraad. | Arbeidsraad. |
Art. 10.Algemene bepaling |
Art. 10.Algemene bepaling |
Voor alles wat in deze collectieve arbeidsovereenkomst niet | Voor alles wat in deze collectieve arbeidsovereenkomst niet |
uitdrukkelijk geregeld wordt, is de collectieve arbeidsovereenkomst | uitdrukkelijk geregeld wordt, is de collectieve arbeidsovereenkomst |
nr. 103 d.d. 27 juni 2012 van de Nationale Arbeidsraad van toepassing. | nr. 103 d.d. 27 juni 2012 van de Nationale Arbeidsraad van toepassing. |
Art. 11.Inwerkingtreding |
Art. 11.Inwerkingtreding |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van | Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van |
19 februari 2013 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan worden | 19 februari 2013 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan worden |
opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van zes | opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van zes |
maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de | maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de |
voorzitter van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en | voorzitter van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en |
huisvestingsinrichtingen en -diensten van Vlaamse Gemeenschap | huisvestingsinrichtingen en -diensten van Vlaamse Gemeenschap |
(319.01). | (319.01). |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari |
2015. | 2015. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |