Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
7 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 7 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2021, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2021, |
gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende | gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende |
de permanente vorming (1) | de permanente vorming (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de non-ferro | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de non-ferro |
metalen; | metalen; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2021, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2021, |
gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende | gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende |
de permanente vorming. | de permanente vorming. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 7 oktober 2022. | Gegeven te Brussel, 7 oktober 2022. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de non-ferro metalen | Paritair Comité voor de non-ferro metalen |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2021 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2021 |
Permanente vorming (Overeenkomst geregistreerd op 30 maart 2022 onder | Permanente vorming (Overeenkomst geregistreerd op 30 maart 2022 onder |
het nummer 171553/CO/105) | het nummer 171553/CO/105) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de | de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de |
non-ferro metalen en op de werklieden die zij tewerkstellen. | non-ferro metalen en op de werklieden die zij tewerkstellen. |
Onder "werklieden" wordt verstaan : de werklieden en de werksters. | Onder "werklieden" wordt verstaan : de werklieden en de werksters. |
Art. 2.De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van |
Art. 2.De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van |
permanente vorming als middel tot verhoging van de competentie van de | permanente vorming als middel tot verhoging van de competentie van de |
werklieden en bijgevolg van de ondernemingen. | werklieden en bijgevolg van de ondernemingen. |
Art. 3.Om de interprofessionele opleidingsdoelstelling van artikel 11 |
Art. 3.Om de interprofessionele opleidingsdoelstelling van artikel 11 |
van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk te | van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk te |
realiseren, bevestigt de sector de vormingsinspanning van elke | realiseren, bevestigt de sector de vormingsinspanning van elke |
onderneming naar een gemiddelde van 5 dagen opleiding per voltijds | onderneming naar een gemiddelde van 5 dagen opleiding per voltijds |
equivalent per jaar vanaf 2021. | equivalent per jaar vanaf 2021. |
Art. 4.De opleidingen die in aanmerking komen om deze norm te |
Art. 4.De opleidingen die in aanmerking komen om deze norm te |
behalen, zijn de opleidingen zoals gedefinieerd in artikel 9, a) en b) | behalen, zijn de opleidingen zoals gedefinieerd in artikel 9, a) en b) |
van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk. | van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk. |
Art. 5.§ 1. De ondernemingen zullen jaarlijks een |
Art. 5.§ 1. De ondernemingen zullen jaarlijks een |
bedrijfsopleidingsplan opstellen telkens vóór 1 april van het | bedrijfsopleidingsplan opstellen telkens vóór 1 april van het |
desbetreffend jaar. | desbetreffend jaar. |
In de bedrijfsopleidingsplannen zal rekening gehouden worden met de | In de bedrijfsopleidingsplannen zal rekening gehouden worden met de |
inspanningen inzake vorming die de ondernemingen nu reeds doen, zal | inspanningen inzake vorming die de ondernemingen nu reeds doen, zal |
ook on-the-job-training gevaloriseerd worden, en zal zoveel mogelijk | ook on-the-job-training gevaloriseerd worden, en zal zoveel mogelijk |
aandacht geschonken worden aan alle werkliedencategorieën, ook aan de | aandacht geschonken worden aan alle werkliedencategorieën, ook aan de |
laaggeschoolden. | laaggeschoolden. |
In dit verband zal de ondernemingsraad, in toepassing van haar | In dit verband zal de ondernemingsraad, in toepassing van haar |
opdrachten voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 | opdrachten voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 |
maart 1972 houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad | maart 1972 houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad |
gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten | gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten |
betreffende de ondernemingsraden, gewijzigd door de collectieve | betreffende de ondernemingsraden, gewijzigd door de collectieve |
arbeidsovereenkomsten nr. 15 van 25 juli 1974, nr. 34 van 27 februari | arbeidsovereenkomsten nr. 15 van 25 juli 1974, nr. 34 van 27 februari |
1981, nr. 37 van 27 november 1981, nr. 9bis van 29 oktober 1991 en nr. | 1981, nr. 37 van 27 november 1981, nr. 9bis van 29 oktober 1991 en nr. |
9ter van 27 februari 2008, eveneens geraadpleegd worden. | 9ter van 27 februari 2008, eveneens geraadpleegd worden. |
Bij ontstentenis van een ondernemingsraad wordt de | Bij ontstentenis van een ondernemingsraad wordt de |
vakbondsafvaardiging geraadpleegd. | vakbondsafvaardiging geraadpleegd. |
Voor de ondernemingen zonder syndicale afvaardiging wordt het | Voor de ondernemingen zonder syndicale afvaardiging wordt het |
bedrijfsopleidingsplan voorgelegd aan het paritair comité. | bedrijfsopleidingsplan voorgelegd aan het paritair comité. |
In alle gevallen zal het opleidingsplan overgemaakt worden voor advies | In alle gevallen zal het opleidingsplan overgemaakt worden voor advies |
uiterlijk tegen 1 maart van elk kalenderjaar. | uiterlijk tegen 1 maart van elk kalenderjaar. |
Permanente vorming is een wederzijds engagement zowel van werkgever | Permanente vorming is een wederzijds engagement zowel van werkgever |
als van werknemer. | als van werknemer. |
Bij de invulling van de opleidingsbehoeften zal bijzondere aandacht | Bij de invulling van de opleidingsbehoeften zal bijzondere aandacht |
worden besteed aan de oudere werknemers. | worden besteed aan de oudere werknemers. |
§ 2. Indien de onderneming geen bedrijfsopleidingsplan heeft opgesteld | § 2. Indien de onderneming geen bedrijfsopleidingsplan heeft opgesteld |
of indien de raadpleging van de ondernemingsraad, bij ontstentenis de | of indien de raadpleging van de ondernemingsraad, bij ontstentenis de |
syndicale afvaardiging en bij ontstentenis het paritair comité, niet | syndicale afvaardiging en bij ontstentenis het paritair comité, niet |
heeft plaatsgehad, kan de onderneming niet genieten van de financiële | heeft plaatsgehad, kan de onderneming niet genieten van de financiële |
ondersteuning van tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten | ondersteuning van tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten |
gunste van de risicogroepen zoals vastgesteld in de collectieve | gunste van de risicogroepen zoals vastgesteld in de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 20 december 2021 betreffende de tewerkstelling | arbeidsovereenkomst van 20 december 2021 betreffende de tewerkstelling |
en opleiding van risicogroepen. | en opleiding van risicogroepen. |
Art. 6.De ondernemingen zullen in het paritair contactcomité verslag |
Art. 6.De ondernemingen zullen in het paritair contactcomité verslag |
uitbrengen over welke opleidingen aan welke categorieën van werklieden | uitbrengen over welke opleidingen aan welke categorieën van werklieden |
zijn gegeven volgens de modaliteiten die in het paritair contactcomité | zijn gegeven volgens de modaliteiten die in het paritair contactcomité |
zullen afgesproken worden. | zullen afgesproken worden. |
Art. 7.De arbeiders met statuut van uitzendkracht die minstens 6 |
Art. 7.De arbeiders met statuut van uitzendkracht die minstens 6 |
maanden ononderbroken in de onderneming hebben gewerkt, genieten van | maanden ononderbroken in de onderneming hebben gewerkt, genieten van |
een gelijkwaardige behandeling inzake opleiding. | een gelijkwaardige behandeling inzake opleiding. |
Hiertoe zullen de nodige contacten worden gelegd met de | Hiertoe zullen de nodige contacten worden gelegd met de |
opleidingsfondsen van de uitzendsector. | opleidingsfondsen van de uitzendsector. |
Art. 8.§ 1. Elke arbeider heeft het recht om jaarlijks een |
Art. 8.§ 1. Elke arbeider heeft het recht om jaarlijks een |
loopbaangesprek te vragen, in voorkomend geval gekoppeld aan in de | loopbaangesprek te vragen, in voorkomend geval gekoppeld aan in de |
onderneming bestaande praktijken omtrent soortgelijke gesprekken. | onderneming bestaande praktijken omtrent soortgelijke gesprekken. |
Tijdens dit gesprek kunnen onder andere de individuele | Tijdens dit gesprek kunnen onder andere de individuele |
opleidingsbehoeften of de behoefte aan loopbaanbegeleiding besproken | opleidingsbehoeften of de behoefte aan loopbaanbegeleiding besproken |
worden. | worden. |
§ 2. Om de bespreking van de individuele opleidingsbehoefte te | § 2. Om de bespreking van de individuele opleidingsbehoefte te |
onderbouwen, zal elke arbeider die in de loop van een kalenderjaar (of | onderbouwen, zal elke arbeider die in de loop van een kalenderjaar (of |
een andere periode van 12 kalendermaanden) geen werkgerelateerde | een andere periode van 12 kalendermaanden) geen werkgerelateerde |
opleiding heeft genoten, een schriftelijk bericht ontvangen met de | opleiding heeft genoten, een schriftelijk bericht ontvangen met de |
melding hiervan. Hij zal er in dit bericht tevens op worden gewezen | melding hiervan. Hij zal er in dit bericht tevens op worden gewezen |
dat hij zijn eventuele opleidingsnood dient te bespreken met zijn | dat hij zijn eventuele opleidingsnood dient te bespreken met zijn |
leidinggevende, bij voorkeur tijdens een loopbaangesprek of tijdens | leidinggevende, bij voorkeur tijdens een loopbaangesprek of tijdens |
het soortgelijk gesprek binnen de onderneming en dat hij ernaar dient | het soortgelijk gesprek binnen de onderneming en dat hij ernaar dient |
te streven om zeker gemiddeld 1 dag (of equivalent aantal uren) | te streven om zeker gemiddeld 1 dag (of equivalent aantal uren) |
vorming per jaar te volgen in het kader van het levenslang leren. | vorming per jaar te volgen in het kader van het levenslang leren. |
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
ingang van 1 januari 2021 en is gesloten voor onbepaalde duur, met | ingang van 1 januari 2021 en is gesloten voor onbepaalde duur, met |
uitzondering van artikel 5, § 2 dat buiten werking treedt op 31 | uitzondering van artikel 5, § 2 dat buiten werking treedt op 31 |
december 2022. | december 2022. |
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd met een opzegging van | Zij kan door één van de partijen worden opgezegd met een opzegging van |
3 maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de | 3 maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de |
voorzitter van het paritair comité en aan elk van de ondertekenende | voorzitter van het paritair comité en aan elk van de ondertekenende |
organisaties. | organisaties. |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve | Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 5 juli 2019 betreffende de permanente vorming | arbeidsovereenkomst van 5 juli 2019 betreffende de permanente vorming |
(registratienummer : 152951/CO/105). | (registratienummer : 152951/CO/105). |
Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 betreffende | Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 betreffende |
de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, | de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, |
voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve | voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze | arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze |
aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds, en namens de | aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds, en namens de |
werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de | werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de |
voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden | voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden |
goedgekeurde, notulen van de vergadering. | goedgekeurde, notulen van de vergadering. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 oktober | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 oktober |
2022. | 2022. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |