| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de vorming | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de vorming |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 7 MEI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 7 MEI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 2012, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 2012, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en | gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en |
| bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de vorming (1) | bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de vorming (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor |
| gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap; | gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 2012, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 2012, gesloten |
| in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en | in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en |
| bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de vorming. | bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de vorming. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 7 mei 2013. | Gegeven te Brussel, 7 mei 2013. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van | Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van |
| de Vlaamse Gemeenschap | de Vlaamse Gemeenschap |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 2012 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 2012 |
| Vorming | Vorming |
| (Overeenkomst geregistreerd op 24 september 2012 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 24 september 2012 onder het nummer |
| 111211/CO/318.02) | 111211/CO/318.02) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair | de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair |
| Subcomité voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap. | Subcomité voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap. |
| Onder "werknemers" wordt verstaan : het namelijk en vrouwelijk | Onder "werknemers" wordt verstaan : het namelijk en vrouwelijk |
| werklieden- en bediendepersoneel. | werklieden- en bediendepersoneel. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in |
| uitvoering van : | uitvoering van : |
| - artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het | - artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het |
| Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005); | Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005); |
| - het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot invoering van een | - het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot invoering van een |
| bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het | bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het |
| betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren | betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren |
| die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van | die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van |
| artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het | artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het |
| Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 5 december 2007), zoals | Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 5 december 2007), zoals |
| gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 december 2008 (Belgisch | gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 december 2008 (Belgisch |
| Staatsblad van 29 december 2008). | Staatsblad van 29 december 2008). |
Art. 3.De sociale partners engageren zich om de participatiegraad |
Art. 3.De sociale partners engageren zich om de participatiegraad |
| inzake vorming jaarlijks bijkomend met 5 procentpunten te verhogen. | inzake vorming jaarlijks bijkomend met 5 procentpunten te verhogen. |
Art. 4.De sociale partners engageren zich om elke werknemer de |
Art. 4.De sociale partners engageren zich om elke werknemer de |
| mogelijkheid te geven vorming te genieten gedurende de arbeidstijd. | mogelijkheid te geven vorming te genieten gedurende de arbeidstijd. |
| Deze vormingsmogelijkheden kunnen zowel intern op de plaats van de | Deze vormingsmogelijkheden kunnen zowel intern op de plaats van de |
| tewerkstelling als extern van de onderneming georganiseerd worden. | tewerkstelling als extern van de onderneming georganiseerd worden. |
| De vorming kan zowel door de werkgever ingericht worden als door | De vorming kan zowel door de werkgever ingericht worden als door |
| opleidingsderden, hiertoe gemandateerd door de werkgever. | opleidingsderden, hiertoe gemandateerd door de werkgever. |
Art. 5.In uitvoering van de artikelen 3 en 4 van deze collectieve |
Art. 5.In uitvoering van de artikelen 3 en 4 van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst wordt aan de werknemers een collectieve | arbeidsovereenkomst wordt aan de werknemers een collectieve |
| opleidingstijd op het niveau van de onderneming toegekend. Deze | opleidingstijd op het niveau van de onderneming toegekend. Deze |
| opleidingstijd op het niveau van de onderneming wordt voor het jaar | opleidingstijd op het niveau van de onderneming wordt voor het jaar |
| 2012 als volgt berekend : het aantal werknemers tewerkgesteld in de | 2012 als volgt berekend : het aantal werknemers tewerkgesteld in de |
| onderneming op 1 januari 2012 uitgedrukt in voltijds equivalenten, | onderneming op 1 januari 2012 uitgedrukt in voltijds equivalenten, |
| vermenigvuldigd met 6,2 uren. | vermenigvuldigd met 6,2 uren. |
Art. 6.§ 1. De opleidingstijd zoals toegekend in toepassing van |
Art. 6.§ 1. De opleidingstijd zoals toegekend in toepassing van |
| artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan uitsluitend | artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan uitsluitend |
| worden opgenomen in het kader van het vormings- of opleidingsplan van | worden opgenomen in het kader van het vormings- of opleidingsplan van |
| de onderneming zoals opgemaakt in overleg tussen de werkgever en de | de onderneming zoals opgemaakt in overleg tussen de werkgever en de |
| werknemers. | werknemers. |
| § 2. In overleg met de werknemers (ondernemingsraad of comité voor | § 2. In overleg met de werknemers (ondernemingsraad of comité voor |
| preventie en bescherming op het werk of vakbondsafvaardiging en bij | preventie en bescherming op het werk of vakbondsafvaardiging en bij |
| ontstentenis daarvan het personeel) voert elke onderneming een | ontstentenis daarvan het personeel) voert elke onderneming een |
| aangepast vormings- en opleidingsbeleid, waarbij een globaal vormings- | aangepast vormings- en opleidingsbeleid, waarbij een globaal vormings- |
| en opleidingsplan wordt opgemaakt, rekening houdende met ondermeer de | en opleidingsplan wordt opgemaakt, rekening houdende met ondermeer de |
| wettelijke bepalingen waaraan de onderneming onderworpen is. | wettelijke bepalingen waaraan de onderneming onderworpen is. |
| § 3. Het vormings- en opleidingsplan in de onderneming zorgt er voor | § 3. Het vormings- en opleidingsplan in de onderneming zorgt er voor |
| dat alle verschillende functies hierin aan bod komen en dat het aantal | dat alle verschillende functies hierin aan bod komen en dat het aantal |
| uren vorming dat per functie is vastgelegd in de wetgeving of bij | uren vorming dat per functie is vastgelegd in de wetgeving of bij |
| collectieve arbeidsovereenkomst wordt gerealiseerd. Voor de logistieke | collectieve arbeidsovereenkomst wordt gerealiseerd. Voor de logistieke |
| hulpen wordt het aantal uur zoals voorzien in artikel 5 op minimaal 10 | hulpen wordt het aantal uur zoals voorzien in artikel 5 op minimaal 10 |
| uur vorming gebracht. | uur vorming gebracht. |
Art. 7.Voor ondernemingen waar in het kader van het vormings- en |
Art. 7.Voor ondernemingen waar in het kader van het vormings- en |
| opleidingsbeleid reeds een vormings- of opleidingstijd, -recht of | opleidingsbeleid reeds een vormings- of opleidingstijd, -recht of |
| -krediet wordt toegekend aan de werknemers, geldt dat de | -krediet wordt toegekend aan de werknemers, geldt dat de |
| opleidingstijd zoals bepaald in artikel 5 van deze collectieve | opleidingstijd zoals bepaald in artikel 5 van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst integraal deel uitmaakt van de bestaande | arbeidsovereenkomst integraal deel uitmaakt van de bestaande |
| maatregelen inzake vormings- of opleidingstijd, -recht of -krediet op | maatregelen inzake vormings- of opleidingstijd, -recht of -krediet op |
| het niveau van de onderneming. | het niveau van de onderneming. |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2012 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2012. | januari 2012 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2012. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 mei 2013. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 mei 2013. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |