| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de maatregelen ten behoeve van de risicogroepen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de maatregelen ten behoeve van de risicogroepen |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 7 MEI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 7 MEI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de | gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de |
| maatregelen ten behoeve van de risicogroepen (1) | maatregelen ten behoeve van de risicogroepen (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor | Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor |
| bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; | bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan | Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan |
| voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen; | voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de landbouw; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de landbouw; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de | gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de |
| maatregelen ten behoeve van de risicogroepen. | maatregelen ten behoeve van de risicogroepen. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 7 mei 2000. | Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 7 mei 2000. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. | Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999. | Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de landbouw | Paritair Comité voor de landbouw |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 |
| Maatregelen ten behoeve van de risicogroepen | Maatregelen ten behoeve van de risicogroepen |
| (Overeenkomst geregistreerd op 11 juni 1999 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 11 juni 1999 onder het nummer |
| 50933/CO/144) | 50933/CO/144) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werklieden en werksters en hun werkgevers die ressorteren onder het | de werklieden en werksters en hun werkgevers die ressorteren onder het |
| Paritair Comité voor de landbouw. | Paritair Comité voor de landbouw. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in |
| toepassing van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch | toepassing van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch |
| actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, | actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, |
| bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 april 1999. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 april 1999. |
| Overeenkomstig de hierboven vermelde wet hebben de ondertekenende | Overeenkomstig de hierboven vermelde wet hebben de ondertekenende |
| partijen de bedoeling om door middel van deze collectieve | partijen de bedoeling om door middel van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst voor de jaren 1999 en 2000 een inspanning te | arbeidsovereenkomst voor de jaren 1999 en 2000 een inspanning te |
| voorzien ten belope van 0,15 pct. berekend op het volledige loon van | voorzien ten belope van 0,15 pct. berekend op het volledige loon van |
| de werknemers zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 | de werknemers zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 |
| houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor | houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor |
| werknemers. | werknemers. |
| De hierboven bedoelde 0,15 pct. bijdrage wordt geïnd en ingevorderd | De hierboven bedoelde 0,15 pct. bijdrage wordt geïnd en ingevorderd |
| door de Rijksdienst voor sociale zekerheid en doorgestort aan het | door de Rijksdienst voor sociale zekerheid en doorgestort aan het |
| Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw. | Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw. |
Art. 3.De in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
Art. 3.De in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
| vermelde bijdrage van 0,15 pct. wordt besteed ten behoeve van personen | vermelde bijdrage van 0,15 pct. wordt besteed ten behoeve van personen |
| die, bij hun aanwerving, behoren tot de risicogroepen onder de | die, bij hun aanwerving, behoren tot de risicogroepen onder de |
| werkzoekenden en/of ten behoeve van de personen op wie het | werkzoekenden en/of ten behoeve van de personen op wie het |
| begeleidingsplan dat bedoeld wordt in het samenwerkingsakkoord tussen | begeleidingsplan dat bedoeld wordt in het samenwerkingsakkoord tussen |
| de Federale overheid, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende het | de Federale overheid, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende het |
| begeleidingsplan, van toepassing is. | begeleidingsplan, van toepassing is. |
Art. 4.§ 1. Voor de uitvoering van deze collectieve |
Art. 4.§ 1. Voor de uitvoering van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst, wordt onder "risicogroepen" verstaan, de personen | arbeidsovereenkomst, wordt onder "risicogroepen" verstaan, de personen |
| die behoren tot één van de volgende categorieën : langdurig werklozen, | die behoren tot één van de volgende categorieën : langdurig werklozen, |
| laaggeschoolde werklozen, gehandicapten, deeltijds leerplichtigen, | laaggeschoolde werklozen, gehandicapten, deeltijds leerplichtigen, |
| herintreders, bestaansminimumtrekkers en laaggeschoolde werknemers. | herintreders, bestaansminimumtrekkers en laaggeschoolde werknemers. |
| a) Onder langdurig werkloze wordt verstaan, de werkzoekende die, | a) Onder langdurig werkloze wordt verstaan, de werkzoekende die, |
| gedurende de twaalf maanden die aan zijn indienstneming voorafgaan, | gedurende de twaalf maanden die aan zijn indienstneming voorafgaan, |
| zonder onderbreking genoten heeft van werkloosheids- of | zonder onderbreking genoten heeft van werkloosheids- of |
| wachtuitkeringen voor alle dagen van de week. | wachtuitkeringen voor alle dagen van de week. |
| b) Onder laaggeschoolde werkloze wordt verstaan, de werkloze ouder dan | b) Onder laaggeschoolde werkloze wordt verstaan, de werkloze ouder dan |
| 18 jaar, die geen houder is van : | 18 jaar, die geen houder is van : |
| 1. ofwel een diploma van het universitair onderwijs; | 1. ofwel een diploma van het universitair onderwijs; |
| 2. ofwel een diploma of een getuigschrift van het hoger onderwijs van | 2. ofwel een diploma of een getuigschrift van het hoger onderwijs van |
| het lange of korte type; | het lange of korte type; |
| 3. ofwel een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs. | 3. ofwel een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs. |
| c) Onder gehandicapte wordt verstaan, de werkzoekende mindervalide die | c) Onder gehandicapte wordt verstaan, de werkzoekende mindervalide die |
| op het ogenblik van zijn indienstneming bij het Vlaams Fonds voor | op het ogenblik van zijn indienstneming bij het Vlaams Fonds voor |
| sociale integratie voor personen met een handicap of het "Fonds | sociale integratie voor personen met een handicap of het "Fonds |
| communautaire pour l'intégration sociale et professionnelle des | communautaire pour l'intégration sociale et professionnelle des |
| handicapés" ingeschreven is. | handicapés" ingeschreven is. |
| d) Onder deeltijds leerplichtige wordt verstaan, de werkzoekende van | d) Onder deeltijds leerplichtige wordt verstaan, de werkzoekende van |
| minder dan 18 jaar die onderworpen is aan de deeltijdse leerplicht en | minder dan 18 jaar die onderworpen is aan de deeltijdse leerplicht en |
| die het secundair onderwijs met volledig leerplan niet meer volgt. | die het secundair onderwijs met volledig leerplan niet meer volgt. |
| e) Onder herintreder wordt verstaan, de werkzoekende die | e) Onder herintreder wordt verstaan, de werkzoekende die |
| tegelijkertijd de volgende voorwaarden vervult : | tegelijkertijd de volgende voorwaarden vervult : |
| 1. geen werkloosheidsuitkeringen of loopbaanonderbrekingsuitkeringen | 1. geen werkloosheidsuitkeringen of loopbaanonderbrekingsuitkeringen |
| genoten heeft gedurende de periode van drie jaar die zijn | genoten heeft gedurende de periode van drie jaar die zijn |
| indienstneming voorafgaat; | indienstneming voorafgaat; |
| 2. geen beroepsactiviteit verricht heeft gedurende de periode van drie | 2. geen beroepsactiviteit verricht heeft gedurende de periode van drie |
| jaar die zijn indienstneming voorafgaat; | jaar die zijn indienstneming voorafgaat; |
| 3. voor de periode van drie jaar voorzien in punt 1 en punt 2, zijn | 3. voor de periode van drie jaar voorzien in punt 1 en punt 2, zijn |
| beroepsactiviteit onderbroken heeft ofwel nooit een dergelijke | beroepsactiviteit onderbroken heeft ofwel nooit een dergelijke |
| activiteit begonnen is. | activiteit begonnen is. |
| f) Onder bestaansminimumtrekker wordt verstaan, de werkzoekende die op | f) Onder bestaansminimumtrekker wordt verstaan, de werkzoekende die op |
| het ogenblik van zijn indienstneming sinds minstens zes maanden zonder | het ogenblik van zijn indienstneming sinds minstens zes maanden zonder |
| onderbreking het bestaansminimum ontvangt. | onderbreking het bestaansminimum ontvangt. |
| g) Onder laaggeschoolde werknemer wordt verstaan, de werknemer, ouder | g) Onder laaggeschoolde werknemer wordt verstaan, de werknemer, ouder |
| dan 18 jaar, die geen houder is van : | dan 18 jaar, die geen houder is van : |
| 1. ofwel een diploma van het universitair onderwijs; | 1. ofwel een diploma van het universitair onderwijs; |
| 2. ofwel een diploma of een getuigschrift van het hoger onderwijs van | 2. ofwel een diploma of een getuigschrift van het hoger onderwijs van |
| het lange of het korte type; | het lange of het korte type; |
| 3. ofwel een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs. | 3. ofwel een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs. |
| § 2. Ook de personen die het begeleidingsplan dat voor werklozen | § 2. Ook de personen die het begeleidingsplan dat voor werklozen |
| uitgewerkt is, gevolgd hebben vallen onder de in deze collectieve | uitgewerkt is, gevolgd hebben vallen onder de in deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst bedoelde doelgroepen. | arbeidsovereenkomst bedoelde doelgroepen. |
Art. 5.De ondernemingen die in 1999 en 2000 een werknemer in dienst |
Art. 5.De ondernemingen die in 1999 en 2000 een werknemer in dienst |
| nemen die behoort tot de categorieën vermeld in artikel 3 van deze | nemen die behoort tot de categorieën vermeld in artikel 3 van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst, genieten een forfaitaire | collectieve arbeidsovereenkomst, genieten een forfaitaire |
| tegemoetkoming van 3 000 F per maand tewerkstelling met een maximum | tegemoetkoming van 3 000 F per maand tewerkstelling met een maximum |
| van 30 000 F. | van 30 000 F. |
| Deze tegemoetkoming wordt uitbetaald door het Waarborg- en Sociaal | Deze tegemoetkoming wordt uitbetaald door het Waarborg- en Sociaal |
| Fonds voor de landbouw. | Fonds voor de landbouw. |
| De raad van bestuur van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de | De raad van bestuur van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de |
| landbouw bepaalt de praktische toekenningsvoorwaarden. | landbouw bepaalt de praktische toekenningsvoorwaarden. |
Art. 6.De bedragen en de periodes van tussenkomst vermeld in deze |
Art. 6.De bedragen en de periodes van tussenkomst vermeld in deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst evenals de uitgewerkte praktische | collectieve arbeidsovereenkomst evenals de uitgewerkte praktische |
| toekenningsvoorwaarden, kunnen door de raad van bestuur van het | toekenningsvoorwaarden, kunnen door de raad van bestuur van het |
| Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw aangepast worden in | Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw aangepast worden in |
| functie van de jaarlijks voorziene budgettaire | functie van de jaarlijks voorziene budgettaire |
| bestedingsmogelijkheden. | bestedingsmogelijkheden. |
| Een aparte regeling wordt uitgewerkt voor de deeltijds leerplichtigen | Een aparte regeling wordt uitgewerkt voor de deeltijds leerplichtigen |
| zoals bedoeld in artikel 4, § 1 d) van deze collectieve | zoals bedoeld in artikel 4, § 1 d) van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering |
| van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor | van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor |
| de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, bekendgemaakt | de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, bekendgemaakt |
| in het Belgisch Staatsblad van 1 april 1999. | in het Belgisch Staatsblad van 1 april 1999. |
| In toepassing van voornoemde wet zullen de ondertekenende partijen een | In toepassing van voornoemde wet zullen de ondertekenende partijen een |
| evaluatieverslag en een financieel rapport neerleggen op de Griffie | evaluatieverslag en een financieel rapport neerleggen op de Griffie |
| van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het | van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het |
| Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid en tegen uiterlijk 1 juli van | Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid en tegen uiterlijk 1 juli van |
| het jaar dat volgt op het jaar 1999 en het jaar 2000. | het jaar dat volgt op het jaar 1999 en het jaar 2000. |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2001. | januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2001. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 mei 2000. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 mei 2000. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |