Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende het tijdskrediet | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende het tijdskrediet |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
7 JANUARI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 7 JANUARI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019, |
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro |
metalen, betreffende het tijdskrediet (1) | metalen, betreffende het tijdskrediet (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de |
non-ferro metalen; | non-ferro metalen; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019, |
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro |
metalen, betreffende het tijdskrediet. | metalen, betreffende het tijdskrediet. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 7 januari 2020. | Gegeven te Brussel, 7 januari 2020. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad: | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad: |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen | Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019 |
Tijdskrediet (Overeenkomst geregistreerd op 20 september 2019 onder | Tijdskrediet (Overeenkomst geregistreerd op 20 september 2019 onder |
het nummer 153980/CO/224) | het nummer 153980/CO/224) |
Artikel 1.Toepassingsgebied |
Artikel 1.Toepassingsgebied |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de | Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de |
ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de | ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de |
bedienden van de non-ferro metalen en op de bedienden die zij | bedienden van de non-ferro metalen en op de bedienden die zij |
tewerkstellen. | tewerkstellen. |
Onder "bedienden" wordt verstaan : de bedienden bedoeld in de | Onder "bedienden" wordt verstaan : de bedienden bedoeld in de |
collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001 houdende de | collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001 houdende de |
functieclassificatie voor de bedienden. | functieclassificatie voor de bedienden. |
Art. 2.Tijdskrediet met motief - halftijds en voltijds |
Art. 2.Tijdskrediet met motief - halftijds en voltijds |
§ 1. Zorgmotieven | § 1. Zorgmotieven |
In uitvoering van artikel 4, § 4 van de collectieve | In uitvoering van artikel 4, § 4 van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een | arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een |
stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, | stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, |
gesloten in de Nationale Arbeidsraad, hebben de in artikel 1 bedoelde | gesloten in de Nationale Arbeidsraad, hebben de in artikel 1 bedoelde |
bedienden recht op 51 maanden voltijds tijdskrediet of halftijdse | bedienden recht op 51 maanden voltijds tijdskrediet of halftijdse |
loopbaanvermindering zoals voorzien in artikel 4, § 1, a), b) en c) | loopbaanvermindering zoals voorzien in artikel 4, § 1, a), b) en c) |
van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. | van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. |
§ 2. Motief opleiding | § 2. Motief opleiding |
In uitvoering van artikel 4, § 4 van de collectieve | In uitvoering van artikel 4, § 4 van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een | arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een |
stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, | stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, |
hebben de in artikel 1 bedoelde bedienden recht op 36 maanden voltijds | hebben de in artikel 1 bedoelde bedienden recht op 36 maanden voltijds |
tijdskrediet of halftijdse loopbaanvermindering zoals voorzien in | tijdskrediet of halftijdse loopbaanvermindering zoals voorzien in |
artikel 4, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. | artikel 4, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. |
Art. 3.Drempel |
Art. 3.Drempel |
§ 1. In toepassing van artikel 16 van de hogervermelde collectieve | § 1. In toepassing van artikel 16 van de hogervermelde collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 103, wordt de drempel inzake het gelijktijdig | arbeidsovereenkomst nr. 103, wordt de drempel inzake het gelijktijdig |
uitoefenen van het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering tot | uitoefenen van het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering tot |
4/5de of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse | 4/5de of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse |
betrekking vastgelegd op 5 pct., geteld in koppen, van de bedienden | betrekking vastgelegd op 5 pct., geteld in koppen, van de bedienden |
berekend overeenkomstig de bepalingen van collectieve | berekend overeenkomstig de bepalingen van collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 103. | arbeidsovereenkomst nr. 103. |
§ 2. Bij collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak kan deze | § 2. Bij collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak kan deze |
drempel evenwel worden verhoogd tot maximum 4 pct., berekend in | drempel evenwel worden verhoogd tot maximum 4 pct., berekend in |
voltijdse equivalenten, van het aantal bedienden tewerkgesteld in de | voltijdse equivalenten, van het aantal bedienden tewerkgesteld in de |
onderneming of de dienst zoals bedoeld in artikel 16, § 2 van de | onderneming of de dienst zoals bedoeld in artikel 16, § 2 van de |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 op 30 juni van het jaar | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 op 30 juni van het jaar |
voorafgaand aan het jaar tijdens hetwelk de rechten gelijktijdig | voorafgaand aan het jaar tijdens hetwelk de rechten gelijktijdig |
worden uitgeoefend. | worden uitgeoefend. |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak dient | Deze collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak dient |
minimaal de volgende 4 elementen te regelen : | minimaal de volgende 4 elementen te regelen : |
- de berekeningswijze van de drempel in voltijdse equivalenten; | - de berekeningswijze van de drempel in voltijdse equivalenten; |
- de voorwaarden van de toegang tot dit uitgebreid recht; | - de voorwaarden van de toegang tot dit uitgebreid recht; |
- de modaliteiten van aanvraag en rangordening ervan; | - de modaliteiten van aanvraag en rangordening ervan; |
- de categorieën van bedienden op dewelke de bedoelde regeling van | - de categorieën van bedienden op dewelke de bedoelde regeling van |
toepassing is. | toepassing is. |
§ 3. Op ondernemingsvlak is terzake geen verdere afwijking mogelijk. | § 3. Op ondernemingsvlak is terzake geen verdere afwijking mogelijk. |
Art. 4.Voor ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering of |
Art. 4.Voor ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering of |
voor bijzondere gevallen kan, met het oog op het vermijden of beperken | voor bijzondere gevallen kan, met het oog op het vermijden of beperken |
van ontslagen, uitzonderlijk en na goedkeuring door het paritair | van ontslagen, uitzonderlijk en na goedkeuring door het paritair |
comité, per ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst, afgeweken | comité, per ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst, afgeweken |
worden van de artikelen 2 en 3 van deze collectieve | worden van de artikelen 2 en 3 van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
Onder "ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering" wordt | Onder "ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering" wordt |
verstaan : de ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering | verstaan : de ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering |
zoals bepaald overeenkomstig de bepalingen van de reglementering | zoals bepaald overeenkomstig de bepalingen van de reglementering |
betreffende het SWT. | betreffende het SWT. |
Art. 5.Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de voormelde |
Art. 5.Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de voormelde |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 en in het belang van een goede | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 en in het belang van een goede |
werkorganisatie in hoofde van bedienden en werkgever, kan op | werkorganisatie in hoofde van bedienden en werkgever, kan op |
ondernemingsniveau overlegd worden volgens binnen de onderneming te | ondernemingsniveau overlegd worden volgens binnen de onderneming te |
bepalen modaliteiten over de praktische problemen ingeval van | bepalen modaliteiten over de praktische problemen ingeval van |
gelijktijdige afwezigheid van bedienden van eenzelfde afdeling. | gelijktijdige afwezigheid van bedienden van eenzelfde afdeling. |
Art. 6.Landingsbaan vanaf 50 jaar na 28 jaar loopbaan |
Art. 6.Landingsbaan vanaf 50 jaar na 28 jaar loopbaan |
In uitvoering van artikel 8, § 3 van de collectieve | In uitvoering van artikel 8, § 3 van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een | arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een |
stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, | stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, |
hebben de bedienden van de sector van minstens 50 jaar en die een | hebben de bedienden van de sector van minstens 50 jaar en die een |
beroepsloopbaan van 28 jaar doorlopen hebben, recht op een | beroepsloopbaan van 28 jaar doorlopen hebben, recht op een |
vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5de. | vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5de. |
De bestaande afspraken rond tijdskrediet, loopbaanvermindering en | De bestaande afspraken rond tijdskrediet, loopbaanvermindering en |
landingsbanen zullen daarbij gerespecteerd worden. | landingsbanen zullen daarbij gerespecteerd worden. |
Art. 7.Landingsbaan vanaf 55 jaar - lange loopbaan of zwaar beroep |
Art. 7.Landingsbaan vanaf 55 jaar - lange loopbaan of zwaar beroep |
§ 1. In toepassing van artikel 3 van de collectieve | § 1. In toepassing van artikel 3 van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 137 van 23 april 2019, gesloten in de | arbeidsovereenkomst nr. 137 van 23 april 2019, gesloten in de |
Nationale Arbeidsraad, wordt de leeftijd op 55 jaar gebracht voor de | Nationale Arbeidsraad, wordt de leeftijd op 55 jaar gebracht voor de |
periode 2019-2020 voor de bedienden die in toepassing van artikel 8, § | periode 2019-2020 voor de bedienden die in toepassing van artikel 8, § |
1 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 | 1 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 |
juni 2012 hun arbeidsprestaties verminderen met één vijfde en die | juni 2012 hun arbeidsprestaties verminderen met één vijfde en die |
voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 6, § 5 van het | voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 6, § 5 van het |
koninklijk besluit van 12 december 2001, zoals gewijzigd door artikel | koninklijk besluit van 12 december 2001, zoals gewijzigd door artikel |
4 van het koninklijk besluit van 30 december 2014. | 4 van het koninklijk besluit van 30 december 2014. |
§ 2. In toepassing van artikel 3 van de collectieve | § 2. In toepassing van artikel 3 van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 137 van 23 april 2019, gesloten in de | arbeidsovereenkomst nr. 137 van 23 april 2019, gesloten in de |
Nationale Arbeidsraad, wordt de leeftijd op 57 jaar gebracht voor de | Nationale Arbeidsraad, wordt de leeftijd op 57 jaar gebracht voor de |
periode 2019-2020 voor de bedienden die in toepassing van artikel 8, § | periode 2019-2020 voor de bedienden die in toepassing van artikel 8, § |
1 en § 2 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van | 1 en § 2 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van |
27 juni 2012 hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse | 27 juni 2012 hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse |
betrekking en die voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel | betrekking en die voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel |
6, § 5 van het koninklijk besluit van 12 december 2001, zoals | 6, § 5 van het koninklijk besluit van 12 december 2001, zoals |
gewijzigd door artikel 4 van het koninklijk besluit van 30 december | gewijzigd door artikel 4 van het koninklijk besluit van 30 december |
2014. | 2014. |
De bestaande afspraken rond tijdskrediet, loopbaanvermindering en | De bestaande afspraken rond tijdskrediet, loopbaanvermindering en |
landingsbanen zullen daarbij gerespecteerd worden. | landingsbanen zullen daarbij gerespecteerd worden. |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
ingang van 1 juli 2019 en houdt op uitwerking te hebben op 30 juni | ingang van 1 juli 2019 en houdt op uitwerking te hebben op 30 juni |
2021, met uitzondering van artikel 7 dat buiten werking treedt op 31 | 2021, met uitzondering van artikel 7 dat buiten werking treedt op 31 |
december 2020. | december 2020. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari |
2020. | 2020. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019, | Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019, |
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro |
metalen, betreffende het tijdskrediet | metalen, betreffende het tijdskrediet |
Sociaal akkoord van 3 september 2019 betreffende het stelsel van de | Sociaal akkoord van 3 september 2019 betreffende het stelsel van de |
aanmoedigingspremies in de privésector in uitvoering van het besluit | aanmoedigingspremies in de privésector in uitvoering van het besluit |
van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 | van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 |
In toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering houdende | In toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering houdende |
hervorming van het stelsel van aanmoedigingspremies in de privésector | hervorming van het stelsel van aanmoedigingspremies in de privésector |
van 1 maart 2002, verklaren de ondertekenende partijen dat de | van 1 maart 2002, verklaren de ondertekenende partijen dat de |
bedienden ressorterend onder het Paritair Comité voor de bedienden van | bedienden ressorterend onder het Paritair Comité voor de bedienden van |
de non-ferro metalen en tewerkgesteld in het Vlaamse Gewest tot 30 | de non-ferro metalen en tewerkgesteld in het Vlaamse Gewest tot 30 |
juni 2021 gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies in het raam | juni 2021 gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies in het raam |
van het zorgkrediet en het opleidingskrediet en van de | van het zorgkrediet en het opleidingskrediet en van de |
aanmoedigingspremie voor werknemers van ondernemingen in moeilijkheden | aanmoedigingspremie voor werknemers van ondernemingen in moeilijkheden |
of in herstructurering. | of in herstructurering. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari |
2020. | 2020. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |