Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, betreffende de risicogroepen 2019-2020 | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, betreffende de risicogroepen 2019-2020 |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
7 JANUARI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 7 JANUARI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 2019, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 2019, |
gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, | gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, |
betreffende de risicogroepen 2019-2020 (1) | betreffende de risicogroepen 2019-2020 (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in |
brandstoffen; | brandstoffen; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 2019, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 2019, |
gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, | gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, |
betreffende de risicogroepen 2019-2020. | betreffende de risicogroepen 2019-2020. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 7 januari 2020. | Gegeven te Brussel, 7 januari 2020. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de handel in brandstoffen | Paritair Comité voor de handel in brandstoffen |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 2019 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 2019 |
Risicogroepen 2019-2020 | Risicogroepen 2019-2020 |
(Overeenkomst geregistreerd op 30 september 2019 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 30 september 2019 onder het nummer |
154084/CO/127) | 154084/CO/127) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen | de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen |
die ressorteren onder het Paritair Comité voor de handel in | die ressorteren onder het Paritair Comité voor de handel in |
brandstoffen. | brandstoffen. |
Art. 2.De in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
Art. 2.De in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
bedoelde werkgevers zijn een bijzondere bijdrage van 0,15 pct. | bedoelde werkgevers zijn een bijzondere bijdrage van 0,15 pct. |
verschuldigd, berekend op basis van het volledige loon van de door hen | verschuldigd, berekend op basis van het volledige loon van de door hen |
tewerkgestelde werklieden en werksters voor de jaren 2019 en 2020. | tewerkgestelde werklieden en werksters voor de jaren 2019 en 2020. |
Van de 0,15 pct. van de loonmassa waarvan hiervoor sprake, wordt ten | Van de 0,15 pct. van de loonmassa waarvan hiervoor sprake, wordt ten |
minste 0,05 pct. van de loonmassa voorbehouden voor specifiek jongeren | minste 0,05 pct. van de loonmassa voorbehouden voor specifiek jongeren |
die minder dan 26 jaar oud zijn en tot de risicogroepen behoren. | die minder dan 26 jaar oud zijn en tot de risicogroepen behoren. |
Art. 3.De in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
Art. 3.De in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
bedoelde bijzondere bijdrage wordt geïnd door de Rijksdienst voor | bedoelde bijzondere bijdrage wordt geïnd door de Rijksdienst voor |
Sociale Zekerheid, ten bate van het "Sociaal Fonds voor de | Sociale Zekerheid, ten bate van het "Sociaal Fonds voor de |
ondernemingen van handel in brandstoffen". | ondernemingen van handel in brandstoffen". |
Art. 4.De middelen die aldus ter beschikking gesteld worden, zullen |
Art. 4.De middelen die aldus ter beschikking gesteld worden, zullen |
worden aangewend voor de opleiding en tewerkstelling van personen | worden aangewend voor de opleiding en tewerkstelling van personen |
behorende tot de risicogroepen. | behorende tot de risicogroepen. |
Als risicogroepen in de sector worden beschouwd : | Als risicogroepen in de sector worden beschouwd : |
1. personen bedoeld in artikel 173 van de wet van 29 december 1990 | 1. personen bedoeld in artikel 173 van de wet van 29 december 1990 |
houdende sociale bepalingen en in artikel 1 van het uitvoeringsbesluit | houdende sociale bepalingen en in artikel 1 van het uitvoeringsbesluit |
van 12 april 1991; | van 12 april 1991; |
2. alle arbeiders, ongeacht hun opleidingsniveau, die door de steeds | 2. alle arbeiders, ongeacht hun opleidingsniveau, die door de steeds |
sneller evoluerende eisen gesteld aan het beroep, onvoldoende | sneller evoluerende eisen gesteld aan het beroep, onvoldoende |
vertrouwd zijn met de veiligheids- en milieuaspecten; arbeiders die | vertrouwd zijn met de veiligheids- en milieuaspecten; arbeiders die |
onvoldoende het contact met de klant kunnen verzorgen door een gebrek | onvoldoende het contact met de klant kunnen verzorgen door een gebrek |
aan commercieel inzicht; arbeiders die het risico lopen hun | aan commercieel inzicht; arbeiders die het risico lopen hun |
A.D.R.-attest te verliezen; | A.D.R.-attest te verliezen; |
3. de werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken; | 3. de werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken; |
4. de jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en langdurig werkzoekend | 4. de jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en langdurig werkzoekend |
of laaggeschoold zijn in de zin van artikel 1, 3°, a) of c) van het | of laaggeschoold zijn in de zin van artikel 1, 3°, a) of c) van het |
koninklijk besluit van 19 februari 2013. | koninklijk besluit van 19 februari 2013. |
Art. 5.De raad van beheer van hogergenoemd sociaal fonds zal nadere |
Art. 5.De raad van beheer van hogergenoemd sociaal fonds zal nadere |
regelen bepalen ter uitvoering van deze collectieve | regelen bepalen ter uitvoering van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in toepassing |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in toepassing |
van artikel 195 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse | van artikel 195 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse |
bepalingen, gewijzigd bij artikel 5 van de wet van 26 mei 2019 tot | bepalingen, gewijzigd bij artikel 5 van de wet van 26 mei 2019 tot |
uitvoering van het ontwerp van interprofessioneel akkoord 2019-2020. | uitvoering van het ontwerp van interprofessioneel akkoord 2019-2020. |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
januari 2019 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2020. | januari 2019 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2020. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari |
2020. | 2020. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |