Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds van de scheikundige nijverheid" | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds van de scheikundige nijverheid" |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
7 JANUARI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 7 JANUARI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2019, gesloten | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2019, gesloten |
in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot | in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot |
vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds van de | vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds van de |
scheikundige nijverheid" (1) | scheikundige nijverheid" (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige |
nijverheid; | nijverheid; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2019, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2019, gesloten |
in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot | in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot |
vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds van de | vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds van de |
scheikundige nijverheid". | scheikundige nijverheid". |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 7 januari 2020. | Gegeven te Brussel, 7 januari 2020. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid | Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2019 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2019 |
Vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds van de | Vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds van de |
scheikundige nijverheid" (Overeenkomst geregistreerd op 24 juli 2019 | scheikundige nijverheid" (Overeenkomst geregistreerd op 24 juli 2019 |
onder het nummer 152823/CO/116) | onder het nummer 152823/CO/116) |
Artikel 1.Bij toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de |
Artikel 1.Bij toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de |
fondsen voor bestaanszekerheid, heeft het Paritair Comité voor de | fondsen voor bestaanszekerheid, heeft het Paritair Comité voor de |
scheikundige nijverheid een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten | scheikundige nijverheid een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten |
tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, waarvan de | tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, waarvan de |
statuten hierna worden vastgesteld. | statuten hierna worden vastgesteld. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de |
werkgevers en op de arbeiders (hierna "de werknemer(s)" genoemd) van | werkgevers en op de arbeiders (hierna "de werknemer(s)" genoemd) van |
de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de | de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de |
scheikundige nijverheid. | scheikundige nijverheid. |
Met "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke | Met "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke |
werknemers. | werknemers. |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 12 april 1972 (1240/CO/116) (koninklijk | arbeidsovereenkomst van 12 april 1972 (1240/CO/116) (koninklijk |
besluit van 2 juni 1972, Belgisch Staatsblad van 21 juni 1972) | besluit van 2 juni 1972, Belgisch Staatsblad van 21 juni 1972) |
betreffende het "Sociaal Fonds van de scheikundige nijverheid", | betreffende het "Sociaal Fonds van de scheikundige nijverheid", |
gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, | gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, |
gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 12 december | gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 12 december |
1979 (koninklijk besluit van 8 mei 1980, Belgisch Staatsblad van 27 | 1979 (koninklijk besluit van 8 mei 1980, Belgisch Staatsblad van 27 |
augustus 1980), van 13 november 1985 (koninklijk besluit van 17 | augustus 1980), van 13 november 1985 (koninklijk besluit van 17 |
september 1986, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 1986), van 6 | september 1986, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 1986), van 6 |
september 1989 (koninklijk besluit van 19 maart 1990, Belgisch | september 1989 (koninklijk besluit van 19 maart 1990, Belgisch |
Staatsblad van 3 mei 1990), van 10 juli 1991 (koninklijk besluit van | Staatsblad van 3 mei 1990), van 10 juli 1991 (koninklijk besluit van |
15 april 1992, Belgisch Staatsblad van 2 juni 1992), van 30 juni 1993, | 15 april 1992, Belgisch Staatsblad van 2 juni 1992), van 30 juni 1993, |
van 7 december 1994, van 15 mei 1995, van 21 mei 1997, van 20 april | van 7 december 1994, van 15 mei 1995, van 21 mei 1997, van 20 april |
1999, van 13 juni 2002, van 27 juni 2007, van 24 oktober 2007 en van | 1999, van 13 juni 2002, van 27 juni 2007, van 24 oktober 2007 en van |
30 september 2009. | 30 september 2009. |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 21 |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 21 |
mei 2019 is gesloten voor onbepaalde tijd. | mei 2019 is gesloten voor onbepaalde tijd. |
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd, mits een opzegging | Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd, mits een opzegging |
van zes maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief aan | van zes maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief aan |
de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. | de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. |
De termijn van zes maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de | De termijn van zes maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de |
aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De poststempel | aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De poststempel |
geldt als bewijs. | geldt als bewijs. |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden neergelegd ter Griffie | Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden neergelegd ter Griffie |
van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de | van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de |
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en | Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en |
de algemeen verbindende kracht bij koninklijk besluit wordt gevraagd. | de algemeen verbindende kracht bij koninklijk besluit wordt gevraagd. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari |
2020. | 2020. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2019, | Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2019, |
gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot | gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot |
vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds van de | vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds van de |
scheikundige nijverheid" | scheikundige nijverheid" |
HOOFDSTUK I. - Benaming en zetel | HOOFDSTUK I. - Benaming en zetel |
Artikel 1.Met ingang van 1 januari 1972 wordt een fonds voor |
Artikel 1.Met ingang van 1 januari 1972 wordt een fonds voor |
bestaanszekerheid opgericht, "Sociaal Fonds van de scheikundige | bestaanszekerheid opgericht, "Sociaal Fonds van de scheikundige |
nijverheid" genaamd, hierna genoemd het fonds, waarvan de zetel is | nijverheid" genaamd, hierna genoemd het fonds, waarvan de zetel is |
gevestigd te Koningsstraat 45, 1000 Brussel. | gevestigd te Koningsstraat 45, 1000 Brussel. |
HOOFDSTUK II. - Doel | HOOFDSTUK II. - Doel |
Art. 2.Het fonds verzekert de financiering, de toekenning en de |
Art. 2.Het fonds verzekert de financiering, de toekenning en de |
vereffening van sociale voordelen, vastgesteld door collectieve | vereffening van sociale voordelen, vastgesteld door collectieve |
arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de | arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de |
scheikundige nijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk | scheikundige nijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk |
besluit, ten voordele van de werklieden en werksters, tewerkgesteld in | besluit, ten voordele van de werklieden en werksters, tewerkgesteld in |
de ondernemingen die onder de bevoegdheid van voornoemd paritair | de ondernemingen die onder de bevoegdheid van voornoemd paritair |
comité ressorteren en die lid zijn van één van de representatieve | comité ressorteren en die lid zijn van één van de representatieve |
interprofessionele werknemersorganisatie die op nationaal vlak zijn | interprofessionele werknemersorganisatie die op nationaal vlak zijn |
verbonden. | verbonden. |
HOOFDSTUK III. - Financiering | HOOFDSTUK III. - Financiering |
Art. 3.Het fonds beschikt over de bijdragen gestort door de |
Art. 3.Het fonds beschikt over de bijdragen gestort door de |
werkgevers ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité | werkgevers ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité |
voor de scheikundige nijverheid en over de opbrengst van de intresten | voor de scheikundige nijverheid en over de opbrengst van de intresten |
van de kapitalen. | van de kapitalen. |
Art. 4.Het bedrag van de bijdrage wordt jaarlijks vóór 1 oktober |
Art. 4.Het bedrag van de bijdrage wordt jaarlijks vóór 1 oktober |
vastgesteld door het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. | vastgesteld door het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. |
Art. 4bis.De berekening van de bijdragen geschiedt derwijze dat een |
Art. 4bis.De berekening van de bijdragen geschiedt derwijze dat een |
financiële reserve wordt verzekerd die overeenstemt met 10 pct. van | financiële reserve wordt verzekerd die overeenstemt met 10 pct. van |
het bedrag van de werkgeversbijdragen van het voorgaande dienstjaar, | het bedrag van de werkgeversbijdragen van het voorgaande dienstjaar, |
met dien verstande dat men rekening moet houden met het bedrag dat | met dien verstande dat men rekening moet houden met het bedrag dat |
voortvloeit uit het toevoegen van de intresten verworven uit de | voortvloeit uit het toevoegen van de intresten verworven uit de |
bijdragenmassa. | bijdragenmassa. |
Deze reserve is bestemd voor de uitbetaling van het sociaal voordeel | Deze reserve is bestemd voor de uitbetaling van het sociaal voordeel |
en voor de eventuele heffing van de financiële bijdrage inzake | en voor de eventuele heffing van de financiële bijdrage inzake |
vorming, bedoeld in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst | vorming, bedoeld in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst |
van 12 april 1972, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten | van 12 april 1972, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten |
van 9 december 1981 en 13 november 1985. | van 9 december 1981 en 13 november 1985. |
Het percentage van de werkgeversbijdragen wordt herzien indien : | Het percentage van de werkgeversbijdragen wordt herzien indien : |
- de opbrengst van de bijdragen de financiële reserve boven de in het | - de opbrengst van de bijdragen de financiële reserve boven de in het |
eerste lid vermelde 10 pct. doet stijgen; | eerste lid vermelde 10 pct. doet stijgen; |
- de opbrengst van de bijdragen niet meer volstaat om de voorziene | - de opbrengst van de bijdragen niet meer volstaat om de voorziene |
financiële reserve van 10 pct. te waarborgen. | financiële reserve van 10 pct. te waarborgen. |
De uitvoering van artikelen 4 en 4bis mag niet gebonden worden aan de | De uitvoering van artikelen 4 en 4bis mag niet gebonden worden aan de |
onderhandeling van bepaalde eisen. | onderhandeling van bepaalde eisen. |
Art. 5.De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst |
Art. 5.De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst |
voor Sociale Zekerheid bij toepassing van artikel 7 van de wet van 7 | voor Sociale Zekerheid bij toepassing van artikel 7 van de wet van 7 |
januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. | januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. |
Art. 6.De administratiekosten van het fonds worden elk jaar |
Art. 6.De administratiekosten van het fonds worden elk jaar |
vastgesteld door het beheerscomité voorzien in artikel 9. Deze kosten | vastgesteld door het beheerscomité voorzien in artikel 9. Deze kosten |
worden gedekt door de renten van de kapitalen voortkomende van de | worden gedekt door de renten van de kapitalen voortkomende van de |
storting van de bijdragen bedoeld in de artikelen 3 en 4 en eventueel | storting van de bijdragen bedoeld in de artikelen 3 en 4 en eventueel |
door een afhouding op deze bijdragen, waarvan het bedrag wordt | door een afhouding op deze bijdragen, waarvan het bedrag wordt |
vastgesteld door het beheerscomité. | vastgesteld door het beheerscomité. |
HOOFDSTUK IV. - Rechthebbenden en toekenningsmodaliteiten | HOOFDSTUK IV. - Rechthebbenden en toekenningsmodaliteiten |
Art. 7.De werknemers waarvan sprake in artikel 2 hebben recht op |
Art. 7.De werknemers waarvan sprake in artikel 2 hebben recht op |
sociale voordelen waarvan het bedrag, de aard en de | sociale voordelen waarvan het bedrag, de aard en de |
toekenningsvoorwaarden worden bepaald bij collectieve | toekenningsvoorwaarden worden bepaald bij collectieve |
arbeidsovereenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor de | arbeidsovereenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor de |
scheikundige nijverheid en algemeen verbindend verklaard bij | scheikundige nijverheid en algemeen verbindend verklaard bij |
koninklijk besluit. | koninklijk besluit. |
Art. 8.De vereffening van de voordelen kan in geen geval afhankelijk |
Art. 8.De vereffening van de voordelen kan in geen geval afhankelijk |
worden gemaakt van de betaling van de bijdrage verschuldigd door de | worden gemaakt van de betaling van de bijdrage verschuldigd door de |
werkgevers en vastgesteld overeenkomst de bepalingen van artikel 4. | werkgevers en vastgesteld overeenkomst de bepalingen van artikel 4. |
Zij kan echter afhankelijk worden gesteld van de naleving, door de | Zij kan echter afhankelijk worden gesteld van de naleving, door de |
ondertekenende organisaties en door de rechthebbenden, vermeld in | ondertekenende organisaties en door de rechthebbenden, vermeld in |
artikel 7 hierboven, van de regels en procedures voorzien in geval van | artikel 7 hierboven, van de regels en procedures voorzien in geval van |
sociaal conflict. | sociaal conflict. |
HOOFDSTUK V. - Beheer | HOOFDSTUK V. - Beheer |
Art. 9.Het fonds wordt beheerd door een beheerscomité, bestaande uit |
Art. 9.Het fonds wordt beheerd door een beheerscomité, bestaande uit |
tien effectieve leden en uit een gelijk aantal plaatsvervangende | tien effectieve leden en uit een gelijk aantal plaatsvervangende |
leden. | leden. |
De helft van deze leden wordt aangeduid door en onder de leden van het | De helft van deze leden wordt aangeduid door en onder de leden van het |
Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, benoemd op voordracht | Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, benoemd op voordracht |
van de beroepsorganisatie van de werkgevers; de andere helft van de | van de beroepsorganisatie van de werkgevers; de andere helft van de |
leden wordt aangeduid door en onder de effectieve en plaatsvervangende | leden wordt aangeduid door en onder de effectieve en plaatsvervangende |
leden van hetzelfde paritair comité die de werklieden | leden van hetzelfde paritair comité die de werklieden |
vertegenwoordigen. De leden van dit beheerscomité worden aangesteld | vertegenwoordigen. De leden van dit beheerscomité worden aangesteld |
voor een periode gelijk aan deze van hun mandaat van lid van het | voor een periode gelijk aan deze van hun mandaat van lid van het |
Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. | Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. |
De plaatsvervangende leden vervangen de afwezige effectieve leden met | De plaatsvervangende leden vervangen de afwezige effectieve leden met |
dezelfde bevoegdheden. | dezelfde bevoegdheden. |
Het mandaat van effectief of plaatsvervangend lid eindigt door | Het mandaat van effectief of plaatsvervangend lid eindigt door |
ontslag, overlijden, wanneer het mandaat bij het Paritair Comité voor | ontslag, overlijden, wanneer het mandaat bij het Paritair Comité voor |
de scheikundige nijverheid een einde neemt of wegens ontslag gegeven | de scheikundige nijverheid een einde neemt of wegens ontslag gegeven |
door de verantwoordelijke organisatie. Het nieuwe lid voltooit het | door de verantwoordelijke organisatie. Het nieuwe lid voltooit het |
mandaat van degene die hij vervangt. | mandaat van degene die hij vervangt. |
De mandaten van effectief of plaatsvervangend lid zijn hernieuwbaar, | De mandaten van effectief of plaatsvervangend lid zijn hernieuwbaar, |
onder dezelfde voorwaarden als waaronder zij worden aangeduid. | onder dezelfde voorwaarden als waaronder zij worden aangeduid. |
Art. 10.De beheerders van het fonds gaan geen enkele persoonlijke |
Art. 10.De beheerders van het fonds gaan geen enkele persoonlijke |
verplichting aan in verband met de verbintenissen van het fonds. Hun | verplichting aan in verband met de verbintenissen van het fonds. Hun |
verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van het mandaat | verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van het mandaat |
van beheerder dat zij hebben ontvangen. | van beheerder dat zij hebben ontvangen. |
Art. 11.Elk jaar kiest het beheerscomité onder zijn leden een |
Art. 11.Elk jaar kiest het beheerscomité onder zijn leden een |
voorzitter en een ondervoorzitter. Het duidt eveneens de perso(o)n(en) | voorzitter en een ondervoorzitter. Het duidt eveneens de perso(o)n(en) |
aan die met het secretariaat word(t)(en) belast. | aan die met het secretariaat word(t)(en) belast. |
Het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap worden beurtelings | Het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap worden beurtelings |
toevertrouwd aan een lid van de werknemersafvaardiging en aan een lid | toevertrouwd aan een lid van de werknemersafvaardiging en aan een lid |
van de werkgeversafvaardiging. | van de werkgeversafvaardiging. |
Art. 12.Het beheerscomité beschikt over de meest uitgebreide rechten |
Art. 12.Het beheerscomité beschikt over de meest uitgebreide rechten |
voor het beheer en de administratie van het fonds, zonder nochtans te | voor het beheer en de administratie van het fonds, zonder nochtans te |
schaden aan de wettelijke bepalingen of aan deze die door de huidige | schaden aan de wettelijke bepalingen of aan deze die door de huidige |
statuten worden voorbehouden aan het Paritair Comité voor de | statuten worden voorbehouden aan het Paritair Comité voor de |
scheikundige nijverheid. | scheikundige nijverheid. |
Art. 13.Het beheerscomité vergadert minstens éénmaal per jaar in de |
Art. 13.Het beheerscomité vergadert minstens éénmaal per jaar in de |
zetel van het fonds, hetzij op uitnodiging van de voorzitter | zetel van het fonds, hetzij op uitnodiging van de voorzitter |
ambtshalve handelend, hetzij op vraag van tenminste de helft van de | ambtshalve handelend, hetzij op vraag van tenminste de helft van de |
leden van het beheerscomité of op vraag van één van de | leden van het beheerscomité of op vraag van één van de |
vertegenwoordigde organisaties. | vertegenwoordigde organisaties. |
Art. 14.Het beheerscomité kan slechts geldig beslissen in |
Art. 14.Het beheerscomité kan slechts geldig beslissen in |
aanwezigheid van minstens de helft van de leden behorende tot de | aanwezigheid van minstens de helft van de leden behorende tot de |
werknemersafvaardiging en minstens de helft van de leden behorende tot | werknemersafvaardiging en minstens de helft van de leden behorende tot |
de werkgeversafvaardiging. | de werkgeversafvaardiging. |
Art. 15.§ 1. Wanneer er moet worden overgegaan tot een stemming, moet |
Art. 15.§ 1. Wanneer er moet worden overgegaan tot een stemming, moet |
een gelijk aantal leden van elke afvaardiging deelnemen aan de | een gelijk aantal leden van elke afvaardiging deelnemen aan de |
stemming. De beslissingen worden met meerderheid van twee derden van | stemming. De beslissingen worden met meerderheid van twee derden van |
de uitgebrachte stemmen genomen. Alleen de effectieve of | de uitgebrachte stemmen genomen. Alleen de effectieve of |
plaatsvervangende leden zijn stemgerechtigd. | plaatsvervangende leden zijn stemgerechtigd. |
§ 2. In afwijking van § 1 van dit artikel : | § 2. In afwijking van § 1 van dit artikel : |
a. de door het beheerscomité te nemen beslissingen op basis van | a. de door het beheerscomité te nemen beslissingen op basis van |
artikel 8, § 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december | artikel 8, § 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december |
1979 betreffende de waarborg van de sociale vrede, gewijzigd door de | 1979 betreffende de waarborg van de sociale vrede, gewijzigd door de |
collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 1985, worden éénparig | collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 1985, worden éénparig |
genomen; | genomen; |
b. na beroep op het college van bemiddelaars van het "Sociaal Fonds | b. na beroep op het college van bemiddelaars van het "Sociaal Fonds |
van de scheikundige nijverheid" volgens de door artikelen 8, § 5 en 9 | van de scheikundige nijverheid" volgens de door artikelen 8, § 5 en 9 |
van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 1985 ingestelde | van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 1985 ingestelde |
procedure, en na betekening van de beslissing van het college zoals | procedure, en na betekening van de beslissing van het college zoals |
door artikel 9, § 7 voorzien, neemt het beheerscomité enkel akte van | door artikel 9, § 7 voorzien, neemt het beheerscomité enkel akte van |
deze beslissing; de ontvangst ervan door de voorzitter staat gelijk | deze beslissing; de ontvangst ervan door de voorzitter staat gelijk |
met een instemming van rechtswegen met deze beslissing door het | met een instemming van rechtswegen met deze beslissing door het |
beheerscomité, zonder stemming noch beraadslaging. | beheerscomité, zonder stemming noch beraadslaging. |
§ 3. Het beheerscomité zal een huishoudelijk reglement opstellen, dat | § 3. Het beheerscomité zal een huishoudelijk reglement opstellen, dat |
de modaliteiten van zijn werking nader zal omschrijven. | de modaliteiten van zijn werking nader zal omschrijven. |
HOOFDSTUK VI. - Controle | HOOFDSTUK VI. - Controle |
Art. 16.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 op de |
Art. 16.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 op de |
fondsen voor bestaanszekerheid, gewijzigd door de wet van 18 december | fondsen voor bestaanszekerheid, gewijzigd door de wet van 18 december |
1968, zal het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid een | 1968, zal het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid een |
expert-boekhouder aanduiden om het beheer van het fonds te | expert-boekhouder aanduiden om het beheer van het fonds te |
controleren. Deze moet minstens éénmaal per jaar verslag uitbrengen | controleren. Deze moet minstens éénmaal per jaar verslag uitbrengen |
bij het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. Bovendien zal | bij het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. Bovendien zal |
hij het beheerscomité regelmatig inlichten over de resultaten van zijn | hij het beheerscomité regelmatig inlichten over de resultaten van zijn |
onderzoek en de aanbevelingen doen die hij nodig acht. | onderzoek en de aanbevelingen doen die hij nodig acht. |
HOOFDSTUK VII. - Balans en rekeningen | HOOFDSTUK VII. - Balans en rekeningen |
Art. 17.Het sociaal dienstjaar loopt van 1 januari tot 31 december. |
Art. 17.Het sociaal dienstjaar loopt van 1 januari tot 31 december. |
De rekeningen van het verlopen jaar worden op 31 december van elk jaar | De rekeningen van het verlopen jaar worden op 31 december van elk jaar |
afgesloten. Het beheerscomité, evenals de door het Paritair Comité | afgesloten. Het beheerscomité, evenals de door het Paritair Comité |
voor de scheikundige nijverheid krachtens artikel 16 aangeduide | voor de scheikundige nijverheid krachtens artikel 16 aangeduide |
expert-boekhouder, overhandigen elk aan het Paritair Comité voor de | expert-boekhouder, overhandigen elk aan het Paritair Comité voor de |
scheikundige nijverheid een schriftelijk verslag betreffende de | scheikundige nijverheid een schriftelijk verslag betreffende de |
uitvoering van hun opdracht tijdens het verlopen jaar. | uitvoering van hun opdracht tijdens het verlopen jaar. |
De balans, evenals de voornoemde jaarlijkse verslagen, moeten | De balans, evenals de voornoemde jaarlijkse verslagen, moeten |
uiterlijk in de loop van het tweede kwartaal van het burgerlijk jaar | uiterlijk in de loop van het tweede kwartaal van het burgerlijk jaar |
ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de scheikundige | ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de scheikundige |
nijverheid worden voorgelegd. | nijverheid worden voorgelegd. |
HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding en vereffening | HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding en vereffening |
Art. 18.Het fonds kan slechts worden ontbonden door éénparige |
Art. 18.Het fonds kan slechts worden ontbonden door éénparige |
beslissing van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. | beslissing van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. |
Dit laatste beslist over de bestemming van de goederen en waarden van | Dit laatste beslist over de bestemming van de goederen en waarden van |
het fonds na betaling van het passief, en geeft aan deze goederen en | het fonds na betaling van het passief, en geeft aan deze goederen en |
waarden een bestemming die in overeenstemming is met het doel waartoe | waarden een bestemming die in overeenstemming is met het doel waartoe |
het fonds werd opgericht. | het fonds werd opgericht. |
Het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid duidt de | Het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid duidt de |
vereffenaars aan onder de effectieve leden van het beheerscomité. | vereffenaars aan onder de effectieve leden van het beheerscomité. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari |
2020. | 2020. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |