Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 27, 37, 71bis, 116 en 130 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, tot invoeging van een artikel 48bis en tot opheffing van artikel 74bis in hetzelfde besluit en tot wijziging van artikel 13 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel met bedrijfstoeslag | Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 27, 37, 71bis, 116 en 130 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, tot invoeging van een artikel 48bis en tot opheffing van artikel 74bis in hetzelfde besluit en tot wijziging van artikel 13 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel met bedrijfstoeslag |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
7 FEBRUARI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen | 7 FEBRUARI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen |
27, 37, 71bis, 116 en 130 van het koninklijk besluit van 25 november | 27, 37, 71bis, 116 en 130 van het koninklijk besluit van 25 november |
1991 houdende de werkloosheidsreglementering, tot invoeging van een | 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, tot invoeging van een |
artikel 48bis en tot opheffing van artikel 74bis in hetzelfde besluit | artikel 48bis en tot opheffing van artikel 74bis in hetzelfde besluit |
en tot wijziging van artikel 13 van het koninklijk besluit van 3 mei | en tot wijziging van artikel 13 van het koninklijk besluit van 3 mei |
2007 tot regeling van het stelsel met bedrijfstoeslag | 2007 tot regeling van het stelsel met bedrijfstoeslag |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid, | maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid, |
i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961; | i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961; |
Gelet op de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen, | Gelet op de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen, |
artikel 132; | artikel 132; |
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de | Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de |
werkloosheidsreglementering; | werkloosheidsreglementering; |
Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het | Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het |
stelsel met bedrijfstoeslag, | stelsel met bedrijfstoeslag, |
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor | Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor |
Arbeidsvoorziening, gegeven op 3 oktober 2013; | Arbeidsvoorziening, gegeven op 3 oktober 2013; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 |
oktober 2013; | oktober 2013; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op |
20 december 2013; | 20 december 2013; |
Gelet op het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om | Gelet op het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om |
een effectbeoordeling inzake duurzame ontwikkeling uit te voeren, | een effectbeoordeling inzake duurzame ontwikkeling uit te voeren, |
waarbij besloten is dat een effectbeoordeling niet vereist is; | waarbij besloten is dat een effectbeoordeling niet vereist is; |
Gelet op advies 54.954/1 van de Raad van State, gegeven op 21 januari | Gelet op advies 54.954/1 van de Raad van State, gegeven op 21 januari |
2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Artikel 27, 10° van het koninklijk besluit van 25 november |
Artikel 1.Artikel 27, 10° van het koninklijk besluit van 25 november |
1991 houdende de werkloosheidsreglementering, ingevoegd bij het | 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, ingevoegd bij het |
koninklijk besluit van 23 november 2000, wordt vervangen door de | koninklijk besluit van 23 november 2000, wordt vervangen door de |
volgende bepaling : | volgende bepaling : |
"10° artistieke activiteit : de creatie en/of uitvoering of | "10° artistieke activiteit : de creatie en/of uitvoering of |
interpretatie van artistieke oeuvres in de audiovisuele en de | interpretatie van artistieke oeuvres in de audiovisuele en de |
beeldende kunsten, in de muziek, de literatuur, het spektakel, het | beeldende kunsten, in de muziek, de literatuur, het spektakel, het |
theater en de choreografie;". | theater en de choreografie;". |
Art. 2.In artikel 37, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
Art. 2.In artikel 37, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
koninklijke besluiten van 30 april 1999, 10 juni 2001, 1 maart 2007 en | koninklijke besluiten van 30 april 1999, 10 juni 2001, 1 maart 2007 en |
23 juli 2012, wordt tussen het tweede en het derde lid, het volgende | 23 juli 2012, wordt tussen het tweede en het derde lid, het volgende |
lid ingevoegd : | lid ingevoegd : |
Voor de werknemer die artistieke activiteiten heeft verricht tijdens | Voor de werknemer die artistieke activiteiten heeft verricht tijdens |
de referteperiode die voor hem van toepassing is en wanneer deze | de referteperiode die voor hem van toepassing is en wanneer deze |
activiteiten vergoed zijn met een taakloon, wordt : | activiteiten vergoed zijn met een taakloon, wordt : |
1° het taakloon dat werd toegekend voor een artistieke activiteit, | 1° het taakloon dat werd toegekend voor een artistieke activiteit, |
geacht op gelijke wijze elke kalenderdag van de periode van de | geacht op gelijke wijze elke kalenderdag van de periode van de |
arbeidsrelatie overeenkomstig de onmiddellijke aangifte van | arbeidsrelatie overeenkomstig de onmiddellijke aangifte van |
tewerkstelling, te dekken; | tewerkstelling, te dekken; |
2° een berekening op kwartaalbasis gemaakt in functie van het taakloon | 2° een berekening op kwartaalbasis gemaakt in functie van het taakloon |
dat overeenkomstig 1° gelegen is in elk kwartaal; | dat overeenkomstig 1° gelegen is in elk kwartaal; |
3° slechts rekening gehouden met het gedeelte van het taakloon dat | 3° slechts rekening gehouden met het gedeelte van het taakloon dat |
overeenkomstig 1° gelegen is in de referteperiode.". | overeenkomstig 1° gelegen is in de referteperiode.". |
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 48bis ingevoegd, |
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 48bis ingevoegd, |
luidende : | luidende : |
" Art. 48bis.§ 1. De uitoefening van een artistieke activiteit in de |
" Art. 48bis.§ 1. De uitoefening van een artistieke activiteit in de |
zin van artikel 27, 10°, die ingeschakeld is in het economisch | zin van artikel 27, 10°, die ingeschakeld is in het economisch |
ruilverkeer, en het ontvangen van een inkomen in de zin van artikel | ruilverkeer, en het ontvangen van een inkomen in de zin van artikel |
130 uit de uitoefening van een artistieke activiteit, geven in | 130 uit de uitoefening van een artistieke activiteit, geven in |
afwijking van de artikelen 44 en 48, aanleiding tot de toepassing van | afwijking van de artikelen 44 en 48, aanleiding tot de toepassing van |
de volgende bepalingen. | de volgende bepalingen. |
De werkloze moet op het ogenblik van de uitkeringsaanvraag | De werkloze moet op het ogenblik van de uitkeringsaanvraag |
overeenkomstig artikel 133 aangifte doen van de uitoefening van de in | overeenkomstig artikel 133 aangifte doen van de uitoefening van de in |
het vorige lid bedoelde activiteit met het formulier voor de aangifte | het vorige lid bedoelde activiteit met het formulier voor de aangifte |
van de persoonlijke en familiale toestand, of later, overeenkomstig | van de persoonlijke en familiale toestand, of later, overeenkomstig |
artikel 134, § 2, 3°, naar aanleiding van de eerste uitoefening van de | artikel 134, § 2, 3°, naar aanleiding van de eerste uitoefening van de |
activiteit in de loop van een maand waarvoor een | activiteit in de loop van een maand waarvoor een |
werkloosheidsuitkering wordt gevraagd. | werkloosheidsuitkering wordt gevraagd. |
De werkloze moet op het ogenblik van de uitkeringsaanvraag | De werkloze moet op het ogenblik van de uitkeringsaanvraag |
overeenkomstig artikel 133 eveneens aangifte doen van het feit dat hij | overeenkomstig artikel 133 eveneens aangifte doen van het feit dat hij |
inkomsten ontvangt uit een lopende of vroegere artistieke activiteit, | inkomsten ontvangt uit een lopende of vroegere artistieke activiteit, |
met het formulier voor de aangifte van de persoonlijke en familiale | met het formulier voor de aangifte van de persoonlijke en familiale |
toestand, of later, overeenkomstig artikel 134, § 2, 3°, naar | toestand, of later, overeenkomstig artikel 134, § 2, 3°, naar |
aanleiding van de eerste ontvangst van een dergelijk inkomen. | aanleiding van de eerste ontvangst van een dergelijk inkomen. |
§ 2. De werkloze die een artistieke activiteit verricht zoals bedoeld | § 2. De werkloze die een artistieke activiteit verricht zoals bedoeld |
in § 1 of die inkomsten ontvangt in de zin van artikel 130 voor de | in § 1 of die inkomsten ontvangt in de zin van artikel 130 voor de |
uitoefening van een artistieke activiteit, kan uitkeringen genieten op | uitoefening van een artistieke activiteit, kan uitkeringen genieten op |
voorwaarde dat de activiteit niet wordt uitgeoefend als zelfstandige | voorwaarde dat de activiteit niet wordt uitgeoefend als zelfstandige |
in hoofdberoep. | in hoofdberoep. |
De in het eerste lid bedoelde activiteit wordt, in afwijking van | De in het eerste lid bedoelde activiteit wordt, in afwijking van |
artikel 71, niet op de controlekaart vermeld. Zij leidt niet tot het | artikel 71, niet op de controlekaart vermeld. Zij leidt niet tot het |
verlies van een uitkering voor de dagen van activiteit. | verlies van een uitkering voor de dagen van activiteit. |
Worden echter wel op de controlekaart vermeld : | Worden echter wel op de controlekaart vermeld : |
1° elke activiteit bedoeld in het eerste lid, indien het gaat om een | 1° elke activiteit bedoeld in het eerste lid, indien het gaat om een |
artistieke uitvoering of interpretatie voor publiek; | artistieke uitvoering of interpretatie voor publiek; |
2° de aanwezigheid van de kunstenaar bij een publieke tentoonstelling | 2° de aanwezigheid van de kunstenaar bij een publieke tentoonstelling |
van zijn artistieke creaties, indien deze aanwezigheid vereist is op | van zijn artistieke creaties, indien deze aanwezigheid vereist is op |
grond van een overeenkomst met een derde die de creatie | grond van een overeenkomst met een derde die de creatie |
commercialiseert of indien het een tentoonstelling betreft in lokalen | commercialiseert of indien het een tentoonstelling betreft in lokalen |
die bestemd zijn voor verkoop van dergelijke creaties en de kunstenaar | die bestemd zijn voor verkoop van dergelijke creaties en de kunstenaar |
zelf instaat voor de verkoop; | zelf instaat voor de verkoop; |
3° de aanwezigheid van de kunstenaar bij de opname of de vertolking | 3° de aanwezigheid van de kunstenaar bij de opname of de vertolking |
van audiovisuele werken en de dagen waarop hij prestaties verricht | van audiovisuele werken en de dagen waarop hij prestaties verricht |
tegen betaling van een loon anders dan voorzien in 4°; | tegen betaling van een loon anders dan voorzien in 4°; |
4° de in het eerste lid bedoelde activiteit, indien zij wordt verricht | 4° de in het eerste lid bedoelde activiteit, indien zij wordt verricht |
in het kader van een arbeidsovereenkomst of indien zij aanleiding | in het kader van een arbeidsovereenkomst of indien zij aanleiding |
geeft tot de onderwerping aan de sociale zekerheid van de | geeft tot de onderwerping aan de sociale zekerheid van de |
loontrekkenden; | loontrekkenden; |
5° de in het eerste lid bedoelde activiteit, indien zij wordt verricht | 5° de in het eerste lid bedoelde activiteit, indien zij wordt verricht |
in het kader van een statutaire tewerkstelling. | in het kader van een statutaire tewerkstelling. |
Onverminderd de toepassing van artikel 130 leiden de activiteiten | Onverminderd de toepassing van artikel 130 leiden de activiteiten |
bedoeld in het derde lid, 1°, 2° en 3° tot het verlies van een | bedoeld in het derde lid, 1°, 2° en 3° tot het verlies van een |
uitkering voor de activiteitsdagen en voor de dagen bedoeld in de | uitkering voor de activiteitsdagen en voor de dagen bedoeld in de |
artikelen 55, 7°, of 109. | artikelen 55, 7°, of 109. |
Onverminderd de toepassing van artikel 131bis in geval van deeltijdse | Onverminderd de toepassing van artikel 131bis in geval van deeltijdse |
tewerkstelling met het statuut van deeltijds werknemer met behoud van | tewerkstelling met het statuut van deeltijds werknemer met behoud van |
rechten en van artikel 130, leidt de in het derde lid, 4°, bedoelde | rechten en van artikel 130, leidt de in het derde lid, 4°, bedoelde |
activiteit tot het verlies van een uitkering voor alle dagen die | activiteit tot het verlies van een uitkering voor alle dagen die |
gelegen zijn in de periode gedekt door de arbeidsovereenkomst of door | gelegen zijn in de periode gedekt door de arbeidsovereenkomst of door |
de activiteit onderworpen aan de sociale zekerheid van de | de activiteit onderworpen aan de sociale zekerheid van de |
loontrekkenden en voor de dagen bedoeld in de artikelen 55, 7°, of | loontrekkenden en voor de dagen bedoeld in de artikelen 55, 7°, of |
109. | 109. |
Wanneer de in het derde lid, 4°, bedoelde activiteit vergoed wordt met | Wanneer de in het derde lid, 4°, bedoelde activiteit vergoed wordt met |
een taakloon of onderworpen is aan de sociale zekerheid van de | een taakloon of onderworpen is aan de sociale zekerheid van de |
loontrekkenden, in toepassing van artikel 1bis van de wet van 27 juni | loontrekkenden, in toepassing van artikel 1bis van de wet van 27 juni |
1969, moet de activiteit onverminderd de toepassing van § 1, tweede en | 1969, moet de activiteit onverminderd de toepassing van § 1, tweede en |
derde lid, bovendien het voorwerp vormen van een bijkomende | derde lid, bovendien het voorwerp vormen van een bijkomende |
maandelijkse aangifte aan de uitbetalingsinstelling. | maandelijkse aangifte aan de uitbetalingsinstelling. |
De in het vorige lid bedoelde bijkomende aangifte, moet gebeuren op | De in het vorige lid bedoelde bijkomende aangifte, moet gebeuren op |
een formulier waarvan de inhoud en het model worden bepaald door het | een formulier waarvan de inhoud en het model worden bepaald door het |
beheerscomité en volgens de regelen bepaald door de Rijksdienst en | beheerscomité en volgens de regelen bepaald door de Rijksdienst en |
moet ten minste het brutobedrag vermelden dat het voorwerp heeft | moet ten minste het brutobedrag vermelden dat het voorwerp heeft |
gevormd van de onderwerping en een verklaring op eer die preciseert | gevormd van de onderwerping en een verklaring op eer die preciseert |
welke vermeldingen aangebracht op de controlekaart overeenstemmen met | welke vermeldingen aangebracht op de controlekaart overeenstemmen met |
de betreffende activiteit. | de betreffende activiteit. |
De uitbetalingsinstelling dient het in het vorige lid bedoelde | De uitbetalingsinstelling dient het in het vorige lid bedoelde |
formulier binnen de maand na ontvangst in bij het werkloosheidsbureau. | formulier binnen de maand na ontvangst in bij het werkloosheidsbureau. |
De werkloze moet een kopie van de arbeidsovereenkomsten of de | De werkloze moet een kopie van de arbeidsovereenkomsten of de |
bewijsstukken die verband houden met de onderwerping op basis van | bewijsstukken die verband houden met de onderwerping op basis van |
artikel 1bis van de voormelde wet van 27 juni 1969 ter beschikking | artikel 1bis van de voormelde wet van 27 juni 1969 ter beschikking |
houden van de Rijksdienst. | houden van de Rijksdienst. |
Wanneer de in het derde lid, 4°, bedoelde activiteit vergoed wordt met | Wanneer de in het derde lid, 4°, bedoelde activiteit vergoed wordt met |
een taakloon of onderworpen is aan de sociale zekerheid van de | een taakloon of onderworpen is aan de sociale zekerheid van de |
loontrekkenden, in toepassing van artikel 1bis van de wet van 27 juni | loontrekkenden, in toepassing van artikel 1bis van de wet van 27 juni |
1969, wordt, onverminderd de toepassing van artikel 130 en van het | 1969, wordt, onverminderd de toepassing van artikel 130 en van het |
vijfde lid, een aantal dagen waarvoor het recht op uitkeringen wordt | vijfde lid, een aantal dagen waarvoor het recht op uitkeringen wordt |
ontzegd, vastgelegd door toepassing van de formule [YA - (C x Y ) ] | ontzegd, vastgelegd door toepassing van de formule [YA - (C x Y ) ] |
/Y, waarbij : | /Y, waarbij : |
- YA overeenstemt met het brutoloon dat voortvloeit uit de in dit lid | - YA overeenstemt met het brutoloon dat voortvloeit uit de in dit lid |
bedoelde activiteit die het voorwerp heeft gevormd van de onderwerping | bedoelde activiteit die het voorwerp heeft gevormd van de onderwerping |
aan de sociale zekerheid van de loontrekkenden; | aan de sociale zekerheid van de loontrekkenden; |
- C overeenstemt met het aantal activiteitsdagen vermeld op de | - C overeenstemt met het aantal activiteitsdagen vermeld op de |
controlekaart overeenkomstig het derde lid, 4°, en die betrekking | controlekaart overeenkomstig het derde lid, 4°, en die betrekking |
hebben op de activiteiten bedoeld in het zesde lid; | hebben op de activiteiten bedoeld in het zesde lid; |
- Y overeenstemt met 3/52e van het refertemaandloon bepaald door de | - Y overeenstemt met 3/52e van het refertemaandloon bepaald door de |
Minister in uitvoering van artikel 28, § 2, van dit besluit. | Minister in uitvoering van artikel 28, § 2, van dit besluit. |
De berekening gebeurt door het werkloosheidsbureau op kwartaalbasis. | De berekening gebeurt door het werkloosheidsbureau op kwartaalbasis. |
Het resultaat bekomen op basis van het vorige lid, afgerond naar de | Het resultaat bekomen op basis van het vorige lid, afgerond naar de |
lagere eenheid, vertegenwoordigt het aantal kalenderdagen, behalve de | lagere eenheid, vertegenwoordigt het aantal kalenderdagen, behalve de |
zondagen, van de niet vergoedbare kalenderperiode; deze | zondagen, van de niet vergoedbare kalenderperiode; deze |
kalenderperiode wordt gesitueerd vanaf de eerste dag van de maand die | kalenderperiode wordt gesitueerd vanaf de eerste dag van de maand die |
volgt op de kennisgeving van de beslissing aan de | volgt op de kennisgeving van de beslissing aan de |
uitbetalingsinstelling, indien deze kennisgeving zich situeert tijdens | uitbetalingsinstelling, indien deze kennisgeving zich situeert tijdens |
de laatste drie werkdagen die voorafgaan aan "de theoretische | de laatste drie werkdagen die voorafgaan aan "de theoretische |
betaaldatum" bedoeld in artikel 161 of vanaf de eerste dag van de | betaaldatum" bedoeld in artikel 161 of vanaf de eerste dag van de |
maand van de kennisgeving in de andere gevallen en in voorkomend geval | maand van de kennisgeving in de andere gevallen en in voorkomend geval |
aansluitend aan een andere periode die niet vergoedbaar is ingevolge | aansluitend aan een andere periode die niet vergoedbaar is ingevolge |
de toepassing van deze bepaling. | de toepassing van deze bepaling. |
De in het vorige lid bedoelde niet vergoedbare periode dekt een | De in het vorige lid bedoelde niet vergoedbare periode dekt een |
maximale periode van 156 kalenderdagen, behalve de zondagen, die een | maximale periode van 156 kalenderdagen, behalve de zondagen, die een |
aanvang neemt vanaf de datum waarop de in het vorige lid bedoelde | aanvang neemt vanaf de datum waarop de in het vorige lid bedoelde |
beslissing uitwerking heeft. | beslissing uitwerking heeft. |
Onverminderd de toepassing van artikel 130, leidt de in het derde lid, | Onverminderd de toepassing van artikel 130, leidt de in het derde lid, |
5°, bedoelde activiteit tot het verlies van een uitkering voor de | 5°, bedoelde activiteit tot het verlies van een uitkering voor de |
dagen die gelegen zijn in de periode van aanwerving in het kader van | dagen die gelegen zijn in de periode van aanwerving in het kader van |
de statutaire tewerkstelling en voor de dagen bedoeld in de artikelen | de statutaire tewerkstelling en voor de dagen bedoeld in de artikelen |
55, 7°, of 109. | 55, 7°, of 109. |
De directeur kan het recht op uitkeringen schorsen indien de werkloze | De directeur kan het recht op uitkeringen schorsen indien de werkloze |
geen gevolg heeft gegeven aan de vraag om indiening van het formulier | geen gevolg heeft gegeven aan de vraag om indiening van het formulier |
bedoeld in het zevende lid. Deze schorsing heeft uitwerking de eerste | bedoeld in het zevende lid. Deze schorsing heeft uitwerking de eerste |
dag van de maand die volgt op de kennisgeving aan de | dag van de maand die volgt op de kennisgeving aan de |
uitbetalingsinstelling, indien deze kennisgeving zich situeert tijdens | uitbetalingsinstelling, indien deze kennisgeving zich situeert tijdens |
de laatste drie werkdagen die voorafgaan aan "de theoretische | de laatste drie werkdagen die voorafgaan aan "de theoretische |
betaaldatum" bedoeld in artikel 70, § 2bis, tweede lid, of de eerste | betaaldatum" bedoeld in artikel 70, § 2bis, tweede lid, of de eerste |
dag van de maand van de kennisgeving in de andere gevallen. De | dag van de maand van de kennisgeving in de andere gevallen. De |
schorsing wordt met terugwerkende kracht ingetrokken van zodra het | schorsing wordt met terugwerkende kracht ingetrokken van zodra het |
behoorlijk ingevulde formulier ontvangen wordt op het | behoorlijk ingevulde formulier ontvangen wordt op het |
werkloosheidsbureau. | werkloosheidsbureau. |
§ 3. Artikel 130 is van toepassing op het inkomen dat voortvloeit uit | § 3. Artikel 130 is van toepassing op het inkomen dat voortvloeit uit |
de artistieke activiteit bedoeld in § 1. | de artistieke activiteit bedoeld in § 1. |
Onverminderd de toepassing van artikel 153 wordt, in geval van | Onverminderd de toepassing van artikel 153 wordt, in geval van |
afwezigheid van aangifte of van onjuiste, onvolledige of laattijdige | afwezigheid van aangifte of van onjuiste, onvolledige of laattijdige |
aangifte, toepassing gemaakt van § 2 en van artikel 130, § 3. | aangifte, toepassing gemaakt van § 2 en van artikel 130, § 3. |
§ 4. Het recht op uitkeringen mag worden ontzegd, zelfs voor de dagen | § 4. Het recht op uitkeringen mag worden ontzegd, zelfs voor de dagen |
waarop de werkloze geen activiteit verricht, indien de artistieke | waarop de werkloze geen activiteit verricht, indien de artistieke |
activiteit die niet uitgeoefend wordt als loontrekkende, ingevolge het | activiteit die niet uitgeoefend wordt als loontrekkende, ingevolge het |
bedrag van de inkomsten of het aantal arbeidsuren het karakter heeft | bedrag van de inkomsten of het aantal arbeidsuren het karakter heeft |
van een hoofdberoep. | van een hoofdberoep. |
De beslissing bedoeld in het eerste lid gaat in : | De beslissing bedoeld in het eerste lid gaat in : |
1° vanaf de dag waarop de activiteit het karakter heeft van een | 1° vanaf de dag waarop de activiteit het karakter heeft van een |
hoofdberoep, indien er nog geen geldige uitkeringskaart werd | hoofdberoep, indien er nog geen geldige uitkeringskaart werd |
afgeleverd die het recht op uitkeringen verleent voor de periode | afgeleverd die het recht op uitkeringen verleent voor de periode |
ingaand vanaf de aangifte, of in geval van ontbreken van aangifte of | ingaand vanaf de aangifte, of in geval van ontbreken van aangifte of |
onjuiste of onvolledige aangifte; | onjuiste of onvolledige aangifte; |
2° vanaf de maandag volgend op de afgifte ter post van de brief | 2° vanaf de maandag volgend op de afgifte ter post van de brief |
waarbij de beslissing ter kennis wordt gebracht van de werkloze, in de | waarbij de beslissing ter kennis wordt gebracht van de werkloze, in de |
andere gevallen. | andere gevallen. |
§ 5. De verklaringen die de werkloze aflegt betreffende zijn | § 5. De verklaringen die de werkloze aflegt betreffende zijn |
activiteit en zijn inkomsten, worden terzijde geschoven wanneer zij | activiteit en zijn inkomsten, worden terzijde geschoven wanneer zij |
door ernstige, nauwkeurige en overeenstemmende vermoedens worden | door ernstige, nauwkeurige en overeenstemmende vermoedens worden |
tegengesproken.". | tegengesproken.". |
Art. 4.In artikel 71bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 4.In artikel 71bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
koninklijk besluit van 13 juli 2007, worden de volgende wijzigingen | koninklijk besluit van 13 juli 2007, worden de volgende wijzigingen |
aangebracht : | aangebracht : |
1°) § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : | 1°) § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : |
" § 1. Artikel 71 is niet van toepassing op de volledig werkloze die | " § 1. Artikel 71 is niet van toepassing op de volledig werkloze die |
de vrijstelling bedoeld in artikel 89, § 2, geniet. | de vrijstelling bedoeld in artikel 89, § 2, geniet. |
In afwijking van het eerste lid, blijft evenwel onderworpen aan | In afwijking van het eerste lid, blijft evenwel onderworpen aan |
artikel 71, eerste lid, 1° en 3° tot 6°, de werkloze die op | artikel 71, eerste lid, 1° en 3° tot 6°, de werkloze die op |
bijkomstige wijze een activiteit uitoefent in de zin van artikel 45, | bijkomstige wijze een activiteit uitoefent in de zin van artikel 45, |
voor zover hij deze procedure verkiest in plaats van de procedure | voor zover hij deze procedure verkiest in plaats van de procedure |
vermeld in het eerste lid. | vermeld in het eerste lid. |
In afwijking van het eerste lid blijft evenwel onderworpen aan artikel | In afwijking van het eerste lid blijft evenwel onderworpen aan artikel |
71, eerste lid, 1° en 3° tot 6°, de werkloze die een artistieke | 71, eerste lid, 1° en 3° tot 6°, de werkloze die een artistieke |
activiteit uitoefent in de zin van artikel 27, 10°, die ingeschakeld | activiteit uitoefent in de zin van artikel 27, 10°, die ingeschakeld |
is in het economische ruilverkeer, alsmede de werkloze die een inkomen | is in het economische ruilverkeer, alsmede de werkloze die een inkomen |
ontvangt in de zin van artikel 130 uit de uitoefening van een | ontvangt in de zin van artikel 130 uit de uitoefening van een |
artistieke activiteit."; | artistieke activiteit."; |
2°) in § 2, eerste lid, worden in de eerste zin de woorden "of 74bis" | 2°) in § 2, eerste lid, worden in de eerste zin de woorden "of 74bis" |
geschrapt; | geschrapt; |
3°) in § 2, laatste lid, worden in de laatste zin de woorden "of | 3°) in § 2, laatste lid, worden in de laatste zin de woorden "of |
74bis" geschrapt. | 74bis" geschrapt. |
Art. 5.Artikel 74bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 5.Artikel 74bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
koninklijk besluit van 23 november 2000, wordt opgeheven. | koninklijk besluit van 23 november 2000, wordt opgeheven. |
Art. 6.- In artikel 116 van hetzelfde besluit, vervangen bij het |
Art. 6.- In artikel 116 van hetzelfde besluit, vervangen bij het |
koninklijk besluit van 23 juli 2012, worden de volgende wijzigingen | koninklijk besluit van 23 juli 2012, worden de volgende wijzigingen |
aangebracht : | aangebracht : |
1°) er wordt een § 1bis ingevoegd luidende : | 1°) er wordt een § 1bis ingevoegd luidende : |
"Onverminderd de toepassing van § 1, wordt voor de werknemer die | "Onverminderd de toepassing van § 1, wordt voor de werknemer die |
artistieke activiteiten heeft verricht, het dagbedrag van de | artistieke activiteiten heeft verricht, het dagbedrag van de |
werkloosheidsuitkering van de volledig werkloze opnieuw vastgelegd | werkloosheidsuitkering van de volledig werkloze opnieuw vastgelegd |
vanaf de eerste fase van de eerste vergoedingsperiode bedoeld in | vanaf de eerste fase van de eerste vergoedingsperiode bedoeld in |
artikel 114, na een werkhervatting ten belope van 156 arbeidsdagen in | artikel 114, na een werkhervatting ten belope van 156 arbeidsdagen in |
de zin van artikel 37 van het koninklijk besluit ingevolge artistieke | de zin van artikel 37 van het koninklijk besluit ingevolge artistieke |
activiteiten, gedurende een referteperiode van 18 maanden. | activiteiten, gedurende een referteperiode van 18 maanden. |
In afwijking van het vorige lid kan, om de 156 dagen bedoeld in het | In afwijking van het vorige lid kan, om de 156 dagen bedoeld in het |
vorige lid te bewijzen, echter rekening gehouden worden met de | vorige lid te bewijzen, echter rekening gehouden worden met de |
arbeidsdagen in de zin van artikel 37 van het koninklijk besluit | arbeidsdagen in de zin van artikel 37 van het koninklijk besluit |
ingevolge niet-artistieke activiteiten ten belope van maximum 52 | ingevolge niet-artistieke activiteiten ten belope van maximum 52 |
dagen. | dagen. |
Het dagbedrag van de werkloosheidsuitkering bedoeld in deze paragraaf | Het dagbedrag van de werkloosheidsuitkering bedoeld in deze paragraaf |
wordt evenwel slechts op vraag van de werknemer opnieuw vastgelegd."; | wordt evenwel slechts op vraag van de werknemer opnieuw vastgelegd."; |
2°) er wordt een § 1ter ingevoegd, luidende : | 2°) er wordt een § 1ter ingevoegd, luidende : |
"Onverminderd de toepassing van § 1 wordt het dagbedrag van de | "Onverminderd de toepassing van § 1 wordt het dagbedrag van de |
werkloosheidsuitkering van de volledig werkloze opnieuw vastgelegd | werkloosheidsuitkering van de volledig werkloze opnieuw vastgelegd |
vanaf de eerste fase van de eerste vergoedingsperiode bedoeld in | vanaf de eerste fase van de eerste vergoedingsperiode bedoeld in |
artikel 114, na een werkhervatting ten belope van 156 arbeidsdagen in | artikel 114, na een werkhervatting ten belope van 156 arbeidsdagen in |
de zin van artikel 37 van het koninklijk besluit ingevolge technische | de zin van artikel 37 van het koninklijk besluit ingevolge technische |
activiteiten in de artistieke sector in het kader van overeenkomsten | activiteiten in de artistieke sector in het kader van overeenkomsten |
van zeer korte duur zoals bepaald in § 8, gedurende een referteperiode | van zeer korte duur zoals bepaald in § 8, gedurende een referteperiode |
van 18 maanden. | van 18 maanden. |
In afwijking van het vorige lid kan, om de 156 dagen bedoeld in het | In afwijking van het vorige lid kan, om de 156 dagen bedoeld in het |
vorige lid te bewijzen, echter rekening gehouden worden met de | vorige lid te bewijzen, echter rekening gehouden worden met de |
arbeidsdagen in de zin van artikel 37 van het koninklijk besluit | arbeidsdagen in de zin van artikel 37 van het koninklijk besluit |
ingevolge activiteiten in een andere sector dan de artistieke sector, | ingevolge activiteiten in een andere sector dan de artistieke sector, |
ten belope van maximum 52 dagen. | ten belope van maximum 52 dagen. |
Het dagbedrag van de werkloosheidsuitkering bedoeld in deze paragraaf | Het dagbedrag van de werkloosheidsuitkering bedoeld in deze paragraaf |
wordt evenwel slechts op vraag van de werknemer opnieuw vastgelegd."; | wordt evenwel slechts op vraag van de werknemer opnieuw vastgelegd."; |
3°) § 5 wordt vervangen door de volgende bepalingen : | 3°) § 5 wordt vervangen door de volgende bepalingen : |
"Onverminderd de toepassing van de §§ 1 en 2, heeft de werknemer die | "Onverminderd de toepassing van de §§ 1 en 2, heeft de werknemer die |
artistieke activiteiten heeft uitgeoefend, op zijn vraag, bij het | artistieke activiteiten heeft uitgeoefend, op zijn vraag, bij het |
verstrijken van de derde fase van de eerste vergoedingsperiode voor | verstrijken van de derde fase van de eerste vergoedingsperiode voor |
een periode van twaalf maanden recht op de daguitkering voorzien voor | een periode van twaalf maanden recht op de daguitkering voorzien voor |
deze derde fase, evenwel berekend in functie van het grensbedrag A | deze derde fase, evenwel berekend in functie van het grensbedrag A |
bepaald in artikel 111, indien hij tijdens een referteperiode van | bepaald in artikel 111, indien hij tijdens een referteperiode van |
achttien maanden voorafgaand aan het verstrijken van deze derde fase | achttien maanden voorafgaand aan het verstrijken van deze derde fase |
minstens 156 arbeidsdagen aantoont, in de zin van artikel 37 van het | minstens 156 arbeidsdagen aantoont, in de zin van artikel 37 van het |
koninklijk besluit, ingevolge artistieke activiteiten. | koninklijk besluit, ingevolge artistieke activiteiten. |
In afwijking van het vorige lid kan, om de 156 dagen bedoeld in het | In afwijking van het vorige lid kan, om de 156 dagen bedoeld in het |
vorige lid te aan te tonen, echter rekening gehouden worden met de | vorige lid te aan te tonen, echter rekening gehouden worden met de |
arbeidsdagen in de zin van artikel 37 van het koninklijk besluit | arbeidsdagen in de zin van artikel 37 van het koninklijk besluit |
ingevolge niet-artistieke activiteiten, ten belope van maximum 52 | ingevolge niet-artistieke activiteiten, ten belope van maximum 52 |
dagen. | dagen. |
De referteperiode van achttien maanden bedoeld in het eerste lid wordt | De referteperiode van achttien maanden bedoeld in het eerste lid wordt |
verlengd met de dagen gelegen in de periode van arbeidsongeschiktheid | verlengd met de dagen gelegen in de periode van arbeidsongeschiktheid |
die aanleiding heeft gegeven tot de betaling van een vergoeding in | die aanleiding heeft gegeven tot de betaling van een vergoeding in |
toepassing van de wetgeving betreffende de verplichte verzekering voor | toepassing van de wetgeving betreffende de verplichte verzekering voor |
geneeskundige verzorging en uitkeringen, of van een vergoeding van de | geneeskundige verzorging en uitkeringen, of van een vergoeding van de |
schade die voortvloeit uit arbeidsongevallen, ongevallen op de weg van | schade die voortvloeit uit arbeidsongevallen, ongevallen op de weg van |
en naar het werk en beroepsziekten, indien de ononderbroken duur ervan | en naar het werk en beroepsziekten, indien de ononderbroken duur ervan |
ten minste drie maanden bedraagt. | ten minste drie maanden bedraagt. |
Het voordeel van het eerste lid wordt op zijn vraag opnieuw toegekend | Het voordeel van het eerste lid wordt op zijn vraag opnieuw toegekend |
voor twaalf maanden, indien de werknemer in een referteperiode van | voor twaalf maanden, indien de werknemer in een referteperiode van |
twaalf maanden, die het verstrijken van het voorheen toegekende | twaalf maanden, die het verstrijken van het voorheen toegekende |
voordeel voorafgaat, minstens 3 artistieke prestaties aantoont die | voordeel voorafgaat, minstens 3 artistieke prestaties aantoont die |
overeenstemmen met minstens 3 arbeidsdagen in de zin van artikel 37 | overeenstemmen met minstens 3 arbeidsdagen in de zin van artikel 37 |
van het koninklijk besluit. | van het koninklijk besluit. |
De referteperiode van twaalf maanden bedoeld in het vorige lid wordt | De referteperiode van twaalf maanden bedoeld in het vorige lid wordt |
verlengd met de dagen gelegen in de periode van arbeidsongeschiktheid | verlengd met de dagen gelegen in de periode van arbeidsongeschiktheid |
die aanleiding heeft gegeven tot de betaling van een vergoeding in | die aanleiding heeft gegeven tot de betaling van een vergoeding in |
toepassing van de wetgeving betreffende de verplichte verzekering voor | toepassing van de wetgeving betreffende de verplichte verzekering voor |
geneeskundige verzorging en uitkeringen, of van een vergoeding van de | geneeskundige verzorging en uitkeringen, of van een vergoeding van de |
schade die voortvloeit uit arbeidsongevallen, ongevallen op de weg van | schade die voortvloeit uit arbeidsongevallen, ongevallen op de weg van |
en naar het werk en beroepsziekten, indien de ononderbroken duur ervan | en naar het werk en beroepsziekten, indien de ononderbroken duur ervan |
ten minste drie maanden bedraagt. | ten minste drie maanden bedraagt. |
De periode van twaalf maanden bedoeld in het eerste lid, wordt | De periode van twaalf maanden bedoeld in het eerste lid, wordt |
verlengd overeenkomstig § 2 en met de dagen gelegen in de periode van | verlengd overeenkomstig § 2 en met de dagen gelegen in de periode van |
arbeidsongeschiktheid die aanleiding heeft gegeven tot de betaling van | arbeidsongeschiktheid die aanleiding heeft gegeven tot de betaling van |
een vergoeding in toepassing van de wetgeving betreffende de | een vergoeding in toepassing van de wetgeving betreffende de |
verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, | verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, |
of van een vergoeding van de schade die voortvloeit uit | of van een vergoeding van de schade die voortvloeit uit |
arbeidsongevallen, ongevallen op de weg van en naar het werk en | arbeidsongevallen, ongevallen op de weg van en naar het werk en |
beroepsziekten, indien de ononderbroken duur ervan ten minste drie | beroepsziekten, indien de ononderbroken duur ervan ten minste drie |
maanden bedraagt. | maanden bedraagt. |
4°) een § 5bis wordt ingevoegd, luidende : | 4°) een § 5bis wordt ingevoegd, luidende : |
"Onverminderd de toepassing van de §§ 1 en 2, heeft de werknemer die | "Onverminderd de toepassing van de §§ 1 en 2, heeft de werknemer die |
niet-artistieke activiteiten heeft uitgeoefend, op zijn vraag, bij het | niet-artistieke activiteiten heeft uitgeoefend, op zijn vraag, bij het |
verstrijken van de derde fase van de eerste vergoedingsperiode voor | verstrijken van de derde fase van de eerste vergoedingsperiode voor |
een periode van twaalf maanden recht op de daguitkering voorzien voor | een periode van twaalf maanden recht op de daguitkering voorzien voor |
deze derde fase, evenwel berekend in functie van het grensbedrag A | deze derde fase, evenwel berekend in functie van het grensbedrag A |
bepaald in artikel 111, indien hij tijdens een referteperiode van | bepaald in artikel 111, indien hij tijdens een referteperiode van |
achttien maanden voorafgaand aan het verstrijken van deze derde fase | achttien maanden voorafgaand aan het verstrijken van deze derde fase |
minstens 156 arbeidsdagen aantoont, in de zin van artikel 37 van het | minstens 156 arbeidsdagen aantoont, in de zin van artikel 37 van het |
koninklijk besluit, ingevolge technische activiteiten in de artistieke | koninklijk besluit, ingevolge technische activiteiten in de artistieke |
sector in het kader van arbeidsovereenkomsten van zeer korte duur | sector in het kader van arbeidsovereenkomsten van zeer korte duur |
zoals bedoeld in § 8. | zoals bedoeld in § 8. |
In afwijking van het vorige lid kan, om de 156 dagen bedoeld in het | In afwijking van het vorige lid kan, om de 156 dagen bedoeld in het |
vorige lid te bewijzen, echter rekening gehouden worden met de | vorige lid te bewijzen, echter rekening gehouden worden met de |
arbeidsdagen in de zin van artikel 37 van het koninklijk besluit | arbeidsdagen in de zin van artikel 37 van het koninklijk besluit |
ingevolge activiteiten in een andere sector dan de artistieke sector, | ingevolge activiteiten in een andere sector dan de artistieke sector, |
ten belope van maximum 52 dagen. | ten belope van maximum 52 dagen. |
De referteperiode van achttien maanden bedoeld in het eerste lid wordt | De referteperiode van achttien maanden bedoeld in het eerste lid wordt |
verlengd met de dagen gelegen in de periode van arbeidsongeschiktheid | verlengd met de dagen gelegen in de periode van arbeidsongeschiktheid |
die aanleiding heeft gegeven tot de betaling van een vergoeding in | die aanleiding heeft gegeven tot de betaling van een vergoeding in |
toepassing van de wetgeving betreffende de verplichte verzekering voor | toepassing van de wetgeving betreffende de verplichte verzekering voor |
geneeskundige verzorging en uitkeringen, of van een vergoeding van de | geneeskundige verzorging en uitkeringen, of van een vergoeding van de |
schade die voortvloeit uit arbeidsongevallen, ongevallen op de weg van | schade die voortvloeit uit arbeidsongevallen, ongevallen op de weg van |
en naar het werk en beroepsziekten, indien de ononderbroken duur ervan | en naar het werk en beroepsziekten, indien de ononderbroken duur ervan |
ten minste drie maanden bedraagt. | ten minste drie maanden bedraagt. |
Het voordeel van het eerste lid wordt op zijn vraag opnieuw toegekend | Het voordeel van het eerste lid wordt op zijn vraag opnieuw toegekend |
voor twaalf maanden, indien de werknemer in een referteperiode van | voor twaalf maanden, indien de werknemer in een referteperiode van |
twaalf maanden, die het verstrijken van het voorheen toegekende | twaalf maanden, die het verstrijken van het voorheen toegekende |
voordeel voorafgaat, minstens 3 arbeidsovereenkomsten van zeer korte | voordeel voorafgaat, minstens 3 arbeidsovereenkomsten van zeer korte |
duur aantoont die overeenstemmen met minstens 3 arbeidsdagen in de zin | duur aantoont die overeenstemmen met minstens 3 arbeidsdagen in de zin |
van artikel 37 van het koninklijk besluit, ingevolge technische | van artikel 37 van het koninklijk besluit, ingevolge technische |
activiteiten in de artistieke sector. | activiteiten in de artistieke sector. |
De referteperiode van achttien maanden bedoeld in het vorige lid wordt | De referteperiode van achttien maanden bedoeld in het vorige lid wordt |
verlengd met de dagen gelegen in de periode van arbeidsongeschiktheid | verlengd met de dagen gelegen in de periode van arbeidsongeschiktheid |
die aanleiding heeft gegeven tot de betaling van een vergoeding in | die aanleiding heeft gegeven tot de betaling van een vergoeding in |
toepassing van de wetgeving betreffende de verplichte verzekering voor | toepassing van de wetgeving betreffende de verplichte verzekering voor |
geneeskundige verzorging en uitkeringen, of van een vergoeding van de | geneeskundige verzorging en uitkeringen, of van een vergoeding van de |
schade die voortvloeit uit arbeidsongevallen, ongevallen op de weg van | schade die voortvloeit uit arbeidsongevallen, ongevallen op de weg van |
en naar het werk en beroepsziekten, indien de ononderbroken duur ervan | en naar het werk en beroepsziekten, indien de ononderbroken duur ervan |
ten minste drie maanden bedraagt. | ten minste drie maanden bedraagt. |
De periode van twaalf maanden bedoeld in het eerste lid, wordt | De periode van twaalf maanden bedoeld in het eerste lid, wordt |
verlengd overeenkomstig § 2 en met de dagen gelegen in de periode van | verlengd overeenkomstig § 2 en met de dagen gelegen in de periode van |
arbeidsongeschiktheid die aanleiding heeft gegeven tot de betaling van | arbeidsongeschiktheid die aanleiding heeft gegeven tot de betaling van |
een vergoeding in toepassing van de wetgeving betreffende de | een vergoeding in toepassing van de wetgeving betreffende de |
verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, | verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, |
of van een vergoeding van de schade die voortvloeit uit | of van een vergoeding van de schade die voortvloeit uit |
arbeidsongevallen, ongevallen op de weg van en naar het werk en | arbeidsongevallen, ongevallen op de weg van en naar het werk en |
beroepsziekten, indien de ononderbroken duur ervan ten minste drie | beroepsziekten, indien de ononderbroken duur ervan ten minste drie |
maanden bedraagt."; | maanden bedraagt."; |
5°) het wordt aangevuld met een § 8, luidende : | 5°) het wordt aangevuld met een § 8, luidende : |
" § 8 Voor de toepassing van de § § 1ter en 5bis, moet worden verstaan | " § 8 Voor de toepassing van de § § 1ter en 5bis, moet worden verstaan |
onder arbeidsovereenkomst van zeer korte duur, de arbeidsovereenkomst | onder arbeidsovereenkomst van zeer korte duur, de arbeidsovereenkomst |
met een duur van minder dan 3 maanden. | met een duur van minder dan 3 maanden. |
Voor de toepassing van de § § 1ter en 5bis, moet worden verstaan onder | Voor de toepassing van de § § 1ter en 5bis, moet worden verstaan onder |
technische activiteiten in de artistieke sector, de activiteiten | technische activiteiten in de artistieke sector, de activiteiten |
uitgeoefend als technicus of in een ondersteunende functie, die | uitgeoefend als technicus of in een ondersteunende functie, die |
bestaan in : | bestaan in : |
1° de medewerking aan de voorbereiding of aan de publieke vertoning | 1° de medewerking aan de voorbereiding of aan de publieke vertoning |
van een intellectueel werk waaraan minstens één artiest van het | van een intellectueel werk waaraan minstens één artiest van het |
spektakelbedrijf fysiek deelneemt of aan de opname van een dergelijk | spektakelbedrijf fysiek deelneemt of aan de opname van een dergelijk |
werk; | werk; |
2° de medewerking aan de voorbereiding of de vertoning van een | 2° de medewerking aan de voorbereiding of de vertoning van een |
cinematografisch werk; | cinematografisch werk; |
3° de medewerking aan de voorbereiding of de uitzending van een radio- | 3° de medewerking aan de voorbereiding of de uitzending van een radio- |
of televisieprogramma van artistieke aard; | of televisieprogramma van artistieke aard; |
4° de medewerking aan de voorbereiding of de realisatie van een | 4° de medewerking aan de voorbereiding of de realisatie van een |
publieke tentoonstelling van een kunstwerk in het domein van de | publieke tentoonstelling van een kunstwerk in het domein van de |
plastische kunsten.". | plastische kunsten.". |
Art. 7.In artikel 130 van hetzelfde besluit, vervangen bij het |
Art. 7.In artikel 130 van hetzelfde besluit, vervangen bij het |
koninklijk besluit van 23 november 2011 en gewijzigd bij het | koninklijk besluit van 23 november 2011 en gewijzigd bij het |
koninklijk besluit van 24 januari 2002, worden de volgende wijzigingen | koninklijk besluit van 24 januari 2002, worden de volgende wijzigingen |
aangebracht : | aangebracht : |
1°) § 2, derde lid, wordt vervangen door de volgende bepaling : | 1°) § 2, derde lid, wordt vervangen door de volgende bepaling : |
"In het geval bedoeld in § 1, 6°, wordt rekening gehouden met alle | "In het geval bedoeld in § 1, 6°, wordt rekening gehouden met alle |
inkomens die rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeien uit de | inkomens die rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeien uit de |
uitoefening van een artistieke activiteit, met uitzondering van het | uitoefening van een artistieke activiteit, met uitzondering van het |
inkomen uit een statutaire tewerkstelling of het inkomen of een | inkomen uit een statutaire tewerkstelling of het inkomen of een |
gedeelte ervan uit een activiteit die onderworpen is aan de sociale | gedeelte ervan uit een activiteit die onderworpen is aan de sociale |
zekerheid van de loontrekkenden, wanneer inhoudingen voor de sociale | zekerheid van de loontrekkenden, wanneer inhoudingen voor de sociale |
zekerheid, met inbegrip van de sector werkloosheid, werden verricht op | zekerheid, met inbegrip van de sector werkloosheid, werden verricht op |
dit inkomen of op een deel ervan."; | dit inkomen of op een deel ervan."; |
2°) in § 3 wordt de verwijzing "artikel 74bis, § 2, vijfde lid" | 2°) in § 3 wordt de verwijzing "artikel 74bis, § 2, vijfde lid" |
vervangen door de verwijzing "artikel 48bis, § 3, tweede lid". | vervangen door de verwijzing "artikel 48bis, § 3, tweede lid". |
Art. 8.In artikel 13 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot |
Art. 8.In artikel 13 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot |
regeling van het stelsel met bedrijfstoeslag, worden de volgende | regeling van het stelsel met bedrijfstoeslag, worden de volgende |
wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
1°) in het tweede lid wordt de verwijzing ", 49 en 74bis" vervangen | 1°) in het tweede lid wordt de verwijzing ", 49 en 74bis" vervangen |
door de verwijzing "en 49"; | door de verwijzing "en 49"; |
2°) tussen het tweede en het derde lid wordt het volgende lid | 2°) tussen het tweede en het derde lid wordt het volgende lid |
ingevoegd : | ingevoegd : |
"In afwijking van het eerste lid blijft evenwel onderworpen aan | "In afwijking van het eerste lid blijft evenwel onderworpen aan |
artikel 71, eerste lid, 1° en 3° tot 6° van het voormelde koninklijk | artikel 71, eerste lid, 1° en 3° tot 6° van het voormelde koninklijk |
besluit van 25 november 1991, de werkloze die een artistieke | besluit van 25 november 1991, de werkloze die een artistieke |
activiteit uitoefent in de zin van artikel 27, 10° van het voormelde | activiteit uitoefent in de zin van artikel 27, 10° van het voormelde |
koninklijk besluit van 25 november 1991, die ingeschakeld is in het | koninklijk besluit van 25 november 1991, die ingeschakeld is in het |
economische ruilverkeer, alsmede de werkloze die een inkomen ontvangt | economische ruilverkeer, alsmede de werkloze die een inkomen ontvangt |
in de zin van artikel 130 uit de uitoefening van een artistieke | in de zin van artikel 130 uit de uitoefening van een artistieke |
activiteit."; | activiteit."; |
3°) in het derde lid wordt de verwijzing ", 49 en 74bis" vervangen | 3°) in het derde lid wordt de verwijzing ", 49 en 74bis" vervangen |
door de verwijzing "en 49". | door de verwijzing "en 49". |
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2014 |
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2014 |
Art. 10.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 10.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 7 februari 2014. | Gegeven te Brussel, 7 februari 2014. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |