| Koninklijk besluit houdende invoering van een forfaitaire tegemoetkoming voor de behandeling van vruchtbaarheidsstoornissen bij vrouwen | Koninklijk besluit houdende invoering van een forfaitaire tegemoetkoming voor de behandeling van vruchtbaarheidsstoornissen bij vrouwen |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
| 6 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit houdende invoering van een | 6 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit houdende invoering van een |
| forfaitaire tegemoetkoming voor de behandeling van | forfaitaire tegemoetkoming voor de behandeling van |
| vruchtbaarheidsstoornissen bij vrouwen | vruchtbaarheidsstoornissen bij vrouwen |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor | Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor |
| geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 | geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 |
| inzonderheid op artikel 37, § 20; | inzonderheid op artikel 37, § 20; |
| Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor | Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor |
| geneeskundige verzorging, gegeven op 23 juli 2007; | geneeskundige verzorging, gegeven op 23 juli 2007; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 |
| juni 2008; | juni 2008; |
| Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting |
| van 9 juli 2008; | van 9 juli 2008; |
| Gelet op advies 45.099/1/V van de Raad van State, gegeven op 10 | Gelet op advies 45.099/1/V van de Raad van State, gegeven op 10 |
| september 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, | september 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, |
| van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; | van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en | Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en |
| Volksgezondheid, | Volksgezondheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1° de Wet, de wet betreffende de verplichte verzekering voor | 1° de Wet, de wet betreffende de verplichte verzekering voor |
| geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli | geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli |
| 1994; | 1994; |
| 2° zorgprogramma « reproductieve geneeskunde » het zorgprogramma zoals | 2° zorgprogramma « reproductieve geneeskunde » het zorgprogramma zoals |
| gedefinieerd in artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 15 | gedefinieerd in artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 15 |
| februari 1999 tot vaststelling van de lijst van zorgprogramma's, | februari 1999 tot vaststelling van de lijst van zorgprogramma's, |
| bedoeld in artikel 9ter van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd | bedoeld in artikel 9ter van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd |
| op 7 augustus 1987, met de vermelding van de artikelen van de wet op | op 7 augustus 1987, met de vermelding van de artikelen van de wet op |
| de ziekenhuizen hierop van toepassing; | de ziekenhuizen hierop van toepassing; |
| 3° koninklijk besluit van 25 april 2002, het koninklijk besluit van 25 | 3° koninklijk besluit van 25 april 2002, het koninklijk besluit van 25 |
| april 2002 betreffende de vaststelling en de afrekening van het budget | april 2002 betreffende de vaststelling en de afrekening van het budget |
| van de financiële middelen van de ziekenhuizen; | van de financiële middelen van de ziekenhuizen; |
| 4° koninklijk besluit van 15 september 2006, het koninklijk besluit | 4° koninklijk besluit van 15 september 2006, het koninklijk besluit |
| van 15 september 2006 tot vaststelling van de modaliteiten volgens | van 15 september 2006 tot vaststelling van de modaliteiten volgens |
| dewelke een gynaecoloog verbonden is aan of aangesloten is bij een | dewelke een gynaecoloog verbonden is aan of aangesloten is bij een |
| ziekenhuis in het kader van een prestatie zoals bedoeld in artikel 34, | ziekenhuis in het kader van een prestatie zoals bedoeld in artikel 34, |
| 1ste alinea, 26°, van de wet betreffende de verplichte verzekering | 1ste alinea, 26°, van de wet betreffende de verplichte verzekering |
| voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli | voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli |
| 1994; | 1994; |
| 5° verbonden gynaecoloog : de geneesheer bedoeld onder punt 2° van | 5° verbonden gynaecoloog : de geneesheer bedoeld onder punt 2° van |
| artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 september 2006; | artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 september 2006; |
| 6° aangesloten gynaecoloog : de geneesheer bedoeld onder punt 3° van | 6° aangesloten gynaecoloog : de geneesheer bedoeld onder punt 3° van |
| artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 september 2006; | artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 september 2006; |
| 7° farmaceutische specialiteiten : de farmaceutische specialiteiten | 7° farmaceutische specialiteiten : de farmaceutische specialiteiten |
| gebruikt in ziekenhuizen, met een erkend zorgprogramma voor | gebruikt in ziekenhuizen, met een erkend zorgprogramma voor |
| reproductieve geneeskunde, bij medisch begeleide voortplanting en/of | reproductieve geneeskunde, bij medisch begeleide voortplanting en/of |
| fertiliteitsproblemen geregistreerd volgens het koninklijk besluit van | fertiliteitsproblemen geregistreerd volgens het koninklijk besluit van |
| 3 juli 1969 betreffende de registratie van geneesmiddelen die behoren | 3 juli 1969 betreffende de registratie van geneesmiddelen die behoren |
| tot één van de volgende categorieën : | tot één van de volgende categorieën : |
| 1) farmaceutische specialiteiten die de follikelruptuur induceren, | 1) farmaceutische specialiteiten die de follikelruptuur induceren, |
| 2) farmaceutische specialiteiten die de folliculaire groei stimuleren | 2) farmaceutische specialiteiten die de folliculaire groei stimuleren |
| volgens een gonadotroop mechanisme, | volgens een gonadotroop mechanisme, |
| 3) farmaceutische specialiteiten met een LHRH agonistische of | 3) farmaceutische specialiteiten met een LHRH agonistische of |
| antagonistische werking die inwerken op de hypofyse; | antagonistische werking die inwerken op de hypofyse; |
| 8° volledige cyclus : een cyclus die voldoet aan de voorwaarden zoals | 8° volledige cyclus : een cyclus die voldoet aan de voorwaarden zoals |
| bedoeld in artikel 74bis van het koninklijk besluit van 25 april 2002 | bedoeld in artikel 74bis van het koninklijk besluit van 25 april 2002 |
| namelijk deze met betrekking tot de maximale leeftijd van de vrouw en | namelijk deze met betrekking tot de maximale leeftijd van de vrouw en |
| tot het maximale aantal cycli per vrouw; | tot het maximale aantal cycli per vrouw; |
| 9° volledige behandeling : een behandeling van ovariële | 9° volledige behandeling : een behandeling van ovariële |
| hyperstimulatie die voltooid is, met andere woorden die geleid heeft | hyperstimulatie die voltooid is, met andere woorden die geleid heeft |
| tot inductie van een ovulatie; | tot inductie van een ovulatie; |
| 10° opgegeven cyclus : cyclus die niet heeft geleid tot een | 10° opgegeven cyclus : cyclus die niet heeft geleid tot een |
| labo-activiteit maar die aanleiding zou gegeven hebben tot de bedragen | labo-activiteit maar die aanleiding zou gegeven hebben tot de bedragen |
| zoals bedoeld in de artikelen 2 tot 8 indien de cyclus voltooid zou | zoals bedoeld in de artikelen 2 tot 8 indien de cyclus voltooid zou |
| zijn geweest; | zijn geweest; |
| 11° opgegeven behandeling : behandeling die niet heeft geleid tot een | 11° opgegeven behandeling : behandeling die niet heeft geleid tot een |
| ovulatie-inductie, maar die aanleiding zou gegeven hebben tot de | ovulatie-inductie, maar die aanleiding zou gegeven hebben tot de |
| bedragen zoals bedoeld in de artikelen 2 tot 8 indien de behandeling | bedragen zoals bedoeld in de artikelen 2 tot 8 indien de behandeling |
| voltooid zou zijn geweest; | voltooid zou zijn geweest; |
| 12° MBV : medisch begeleide voortplanting. | 12° MBV : medisch begeleide voortplanting. |
Art. 2.Een forfait MBV1 van 1073 euro wordt toegekend per volledige |
Art. 2.Een forfait MBV1 van 1073 euro wordt toegekend per volledige |
| cyclus voor de kost van de farmaceutische specialiteiten gebruikt in | cyclus voor de kost van de farmaceutische specialiteiten gebruikt in |
| het kader van een in vitro fertilisatie, ICSI (intracytoplasmatische | het kader van een in vitro fertilisatie, ICSI (intracytoplasmatische |
| sperma-injectie) incluis, gerealiseerd in een ziekenhuis met een | sperma-injectie) incluis, gerealiseerd in een ziekenhuis met een |
| erkend zorgprogramma voor reproductieve geneeskunde, voorgeschreven | erkend zorgprogramma voor reproductieve geneeskunde, voorgeschreven |
| door een aan dit ziekenhuis verbonden gynaecoloog en afgeleverd in dit | door een aan dit ziekenhuis verbonden gynaecoloog en afgeleverd in dit |
| ziekenhuis. | ziekenhuis. |
| Op basis van een aanvraagformulier waarvan het model zich bevindt in | Op basis van een aanvraagformulier waarvan het model zich bevindt in |
| bijlage A1 van dit besluit, ingevuld, gedateerd en ondertekend door | bijlage A1 van dit besluit, ingevuld, gedateerd en ondertekend door |
| bovenvermelde gynaecoloog, levert de adviserend geneesheer aan de | bovenvermelde gynaecoloog, levert de adviserend geneesheer aan de |
| rechthebbende de toelating af, waarvan het model zich bevindt in | rechthebbende de toelating af, waarvan het model zich bevindt in |
| bijlage A2 van dit besluit. | bijlage A2 van dit besluit. |
| Op het ogenblik van de facturatie van elk forfait MBV1 vult de | Op het ogenblik van de facturatie van elk forfait MBV1 vult de |
| bovenvermelde gynaecoloog het formulier voorkomend in bijlage A3 van | bovenvermelde gynaecoloog het formulier voorkomend in bijlage A3 van |
| dit besluit behoorlijk in en geeft deze door aan de | dit besluit behoorlijk in en geeft deze door aan de |
| ziekenhuisapotheker die dit ter beschikking van de adviserend | ziekenhuisapotheker die dit ter beschikking van de adviserend |
| geneesheer houdt. | geneesheer houdt. |
| Dit forfait MBV1 wordt niet toegestaan aan patiëntes van wie de | Dit forfait MBV1 wordt niet toegestaan aan patiëntes van wie de |
| behandeling noch geneesmiddelen zoals gedefinieerd in artikel 1, 7°, | behandeling noch geneesmiddelen zoals gedefinieerd in artikel 1, 7°, |
| 2), noch geneesmiddelen zoals gedefinieerd in artikel 1, 7°, 3), | 2), noch geneesmiddelen zoals gedefinieerd in artikel 1, 7°, 3), |
| bevat. | bevat. |
| Het forfait MBV1 zoals bedoeld in dit artikel is niet cumuleerbaar met | Het forfait MBV1 zoals bedoeld in dit artikel is niet cumuleerbaar met |
| het forfait MBV2 zoals bedoeld in artikel 3 voor eenzelfde cyclus. | het forfait MBV2 zoals bedoeld in artikel 3 voor eenzelfde cyclus. |
| Het aantal forfaits MBV1 zoals beschreven in dit artikel, gecumuleerd | Het aantal forfaits MBV1 zoals beschreven in dit artikel, gecumuleerd |
| met het aantal forfaits MBV2 zoals beschreven in artikel 3, die | met het aantal forfaits MBV2 zoals beschreven in artikel 3, die |
| toegekend zijn aan eenzelfde rechthebbende, mogen het maximum van 6 | toegekend zijn aan eenzelfde rechthebbende, mogen het maximum van 6 |
| niet overschrijden. | niet overschrijden. |
Art. 3.Een forfait MBV2 van 115 euro wordt toegekend voor de kost van |
Art. 3.Een forfait MBV2 van 115 euro wordt toegekend voor de kost van |
| de farmaceutische specialiteiten gebruikt bij een ontvanger van (een) | de farmaceutische specialiteiten gebruikt bij een ontvanger van (een) |
| ovocyt(en) (kunstmatige cyclus) in het kader van een | ovocyt(en) (kunstmatige cyclus) in het kader van een |
| eicel(len)donatie, gerealiseerd in een ziekenhuis met een erkend | eicel(len)donatie, gerealiseerd in een ziekenhuis met een erkend |
| zorgprogramma voor reproductieve geneeskunde, voorgeschreven door een | zorgprogramma voor reproductieve geneeskunde, voorgeschreven door een |
| aan dit ziekenhuis verbonden gynaecoloog en afgeleverd in dit | aan dit ziekenhuis verbonden gynaecoloog en afgeleverd in dit |
| ziekenhuis. | ziekenhuis. |
| Op basis van een aanvraagformulier waarvan het model zich bevindt in | Op basis van een aanvraagformulier waarvan het model zich bevindt in |
| bijlage A1 van dit besluit, ingevuld, gedateerd en ondertekend door | bijlage A1 van dit besluit, ingevuld, gedateerd en ondertekend door |
| bovenvermelde gynaecoloog, levert de adviserend geneesheer aan de | bovenvermelde gynaecoloog, levert de adviserend geneesheer aan de |
| rechthebbende de toelating af, waarvan het model zich bevindt in | rechthebbende de toelating af, waarvan het model zich bevindt in |
| bijlage A2 van dit besluit. | bijlage A2 van dit besluit. |
| Op het ogenblik van de facturatie van elk forfait MBV2 vult de | Op het ogenblik van de facturatie van elk forfait MBV2 vult de |
| bovenvermelde gynaecoloog het formulier voorkomend in bijlage A3 van | bovenvermelde gynaecoloog het formulier voorkomend in bijlage A3 van |
| dit besluit behoorlijk in en geeft deze door aan de | dit besluit behoorlijk in en geeft deze door aan de |
| ziekenhuisapotheker die dit ter beschikking van de adviserend | ziekenhuisapotheker die dit ter beschikking van de adviserend |
| geneesheer houdt. | geneesheer houdt. |
| Dit forfait MBV2 wordt niet toegestaan aan patiëntes van wie de | Dit forfait MBV2 wordt niet toegestaan aan patiëntes van wie de |
| behandeling noch geneesmiddelen zoals gedefinieerd in artikel 1, 7°, | behandeling noch geneesmiddelen zoals gedefinieerd in artikel 1, 7°, |
| 2), noch geneesmiddelen zoals gedefinieerd in artikel 1, 7°, 3) bevat. | 2), noch geneesmiddelen zoals gedefinieerd in artikel 1, 7°, 3) bevat. |
| Het forfait MBV2 zoals bedoeld in dit artikel is niet cumuleerbaar met | Het forfait MBV2 zoals bedoeld in dit artikel is niet cumuleerbaar met |
| het forfait MBV1 zoals bedoeld in artikel 2 voor eenzelfde cyclus. | het forfait MBV1 zoals bedoeld in artikel 2 voor eenzelfde cyclus. |
| Het aantal forfaits MBV2 zoals beschreven in dit artikel, gecumuleerd | Het aantal forfaits MBV2 zoals beschreven in dit artikel, gecumuleerd |
| met het aantal forfaits MBV1 zoals beschreven in artikel 2, die | met het aantal forfaits MBV1 zoals beschreven in artikel 2, die |
| toegekend zijn aan eenzelfde rechthebbende, mogen het maximum van 6 | toegekend zijn aan eenzelfde rechthebbende, mogen het maximum van 6 |
| niet overschrijden. | niet overschrijden. |
Art. 4.Een forfait MBV3 van 314 euro wordt toegekend voor de kost van |
Art. 4.Een forfait MBV3 van 314 euro wordt toegekend voor de kost van |
| de farmaceutische specialiteiten gebruikt in het kader van een | de farmaceutische specialiteiten gebruikt in het kader van een |
| fertiliteitsbehandeling anders dan deze zoals bedoeld in artikel 2 en | fertiliteitsbehandeling anders dan deze zoals bedoeld in artikel 2 en |
| 3, uitgevoerd door een verbonden of aangesloten gynaecoloog en | 3, uitgevoerd door een verbonden of aangesloten gynaecoloog en |
| gedefinieerd als volgt : | gedefinieerd als volgt : |
| 1° Ofwel : behandeling voor de stimulatie van de follikelgroei bij een | 1° Ofwel : behandeling voor de stimulatie van de follikelgroei bij een |
| rechthebbende die een hypo- of normogonadotrope ovariële | rechthebbende die een hypo- of normogonadotrope ovariële |
| insufficiëntie vertoont, in het geval van anovulatie of in het geval | insufficiëntie vertoont, in het geval van anovulatie of in het geval |
| van onvoldoende follikelrijping met luteale insufficiëntie als gevolg. | van onvoldoende follikelrijping met luteale insufficiëntie als gevolg. |
| Die behandeling wordt uitgevoerd in geval van intolerantie voor de | Die behandeling wordt uitgevoerd in geval van intolerantie voor de |
| behandeling met clomifeencitraat ofwel nadat een voorafgaande | behandeling met clomifeencitraat ofwel nadat een voorafgaande |
| behandeling met clomifeencitraat inefficiënt is gebleken : | behandeling met clomifeencitraat inefficiënt is gebleken : |
| - hetzij omwille van anovulatie opgetreden binnen de 10 dagen na het | - hetzij omwille van anovulatie opgetreden binnen de 10 dagen na het |
| einde van 5 dagen behandeling met clomifeencitraat aan een dagdosis | einde van 5 dagen behandeling met clomifeencitraat aan een dagdosis |
| van 150 mg, | van 150 mg, |
| - hetzij omwille van uitblijven van zwangerschap, na ovulaties | - hetzij omwille van uitblijven van zwangerschap, na ovulaties |
| verkregen door clomifeencitraat behandeling, en dit na minstens 4 | verkregen door clomifeencitraat behandeling, en dit na minstens 4 |
| behandelde menstruele cycli, | behandelde menstruele cycli, |
| - hetzij als de behandeling met clomifeencitraat samengaat met een | - hetzij als de behandeling met clomifeencitraat samengaat met een |
| onvoldoende rijping van het endometrium (endometrium minder dan 6 mm | onvoldoende rijping van het endometrium (endometrium minder dan 6 mm |
| dik bij het einde van de stimulatie) in twee opeenvolgende cycli; | dik bij het einde van de stimulatie) in twee opeenvolgende cycli; |
| 2° Ofwel : een behandeling met intra-uteriene inseminatie (IUI) | 2° Ofwel : een behandeling met intra-uteriene inseminatie (IUI) |
| uitgevoerd in het ziekenhuis, bij een rechthebbende voor zover het | uitgevoerd in het ziekenhuis, bij een rechthebbende voor zover het |
| gaat om een gedocumenteerde onverklaarde vrouwelijke infertiliteit, | gaat om een gedocumenteerde onverklaarde vrouwelijke infertiliteit, |
| een beperkte endometriose of een cervicale steriliteit of een | een beperkte endometriose of een cervicale steriliteit of een |
| gedocumenteerde mannelijke matige subfertiliteit. Die behandeling | gedocumenteerde mannelijke matige subfertiliteit. Die behandeling |
| wordt uitgevoerd in geval van een intolerantie voor de behandeling met | wordt uitgevoerd in geval van een intolerantie voor de behandeling met |
| clomifeencitraat ofwel nadat een voorafgaande behandeling met | clomifeencitraat ofwel nadat een voorafgaande behandeling met |
| clomifeencitraat inefficiënt is gebleken : | clomifeencitraat inefficiënt is gebleken : |
| - hetzij omwille van anovulatie opgetreden binnen de 10 dagen na het | - hetzij omwille van anovulatie opgetreden binnen de 10 dagen na het |
| einde van 5 dagen behandeling met clomifeencitraat aan een dagdosis | einde van 5 dagen behandeling met clomifeencitraat aan een dagdosis |
| van 150 mg, | van 150 mg, |
| - hetzij omwille van uitblijven van zwangerschap, na ovulaties | - hetzij omwille van uitblijven van zwangerschap, na ovulaties |
| verkregen door clomifeencitraat behandeling, en dit na minstens 4 | verkregen door clomifeencitraat behandeling, en dit na minstens 4 |
| behandelde menstruele cycli, | behandelde menstruele cycli, |
| - hetzij als de behandeling met clomifeencitraat samengaat met een | - hetzij als de behandeling met clomifeencitraat samengaat met een |
| onvoldoende rijping van het endometrium (endometrium minder dan 6 mm | onvoldoende rijping van het endometrium (endometrium minder dan 6 mm |
| dik bij het einde van de stimulatie) in twee opeenvolgende cycli. | dik bij het einde van de stimulatie) in twee opeenvolgende cycli. |
| Op basis van een aanvraagformulier waarvan het model zich bevindt in | Op basis van een aanvraagformulier waarvan het model zich bevindt in |
| bijlage B1 van dit besluit, ingevuld, gedateerd en ondertekend door | bijlage B1 van dit besluit, ingevuld, gedateerd en ondertekend door |
| bovenvermelde gynaecoloog, levert de adviserend geneesheer aan de | bovenvermelde gynaecoloog, levert de adviserend geneesheer aan de |
| rechthebbende de toelating af, waarvan het model zich bevindt in | rechthebbende de toelating af, waarvan het model zich bevindt in |
| bijlage B2 van dit besluit. | bijlage B2 van dit besluit. |
| Op het ogenblik van de facturatie van elk forfait MBV3 vult de | Op het ogenblik van de facturatie van elk forfait MBV3 vult de |
| bovenvermelde gynaecoloog het formulier voorkomend in bijlage B3 van | bovenvermelde gynaecoloog het formulier voorkomend in bijlage B3 van |
| dit besluit behoorlijk in en geeft deze door aan de | dit besluit behoorlijk in en geeft deze door aan de |
| ziekenhuisapotheker die dit ter beschikking van de adviserend | ziekenhuisapotheker die dit ter beschikking van de adviserend |
| geneesheer houdt. | geneesheer houdt. |
| Aan de rechthebbende die de maximale leeftijd van 43 jaar nog niet | Aan de rechthebbende die de maximale leeftijd van 43 jaar nog niet |
| heeft bereikt, worden maximum 6 forfaits MBV3 toegestaan voor een | heeft bereikt, worden maximum 6 forfaits MBV3 toegestaan voor een |
| behandeling zoals bedoeld onder 1° van het eerste lid en maximum 6 | behandeling zoals bedoeld onder 1° van het eerste lid en maximum 6 |
| forfaits MBV3 voor een behandeling zoals bedoeld onder 2° van het | forfaits MBV3 voor een behandeling zoals bedoeld onder 2° van het |
| eerste lid. | eerste lid. |
Art. 5.Het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en |
Art. 5.Het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en |
| invaliditeitsverzekering kan, conform artikel 22, 11°, van de Wet, de | invaliditeitsverzekering kan, conform artikel 22, 11°, van de Wet, de |
| vervanging van de formulieren zoals bedoeld in de artikelen 2 tot 4 | vervanging van de formulieren zoals bedoeld in de artikelen 2 tot 4 |
| door een elektronische communicatie toelaten tussen de zorgverleners | door een elektronische communicatie toelaten tussen de zorgverleners |
| en de verzekeringsinstellingen en dit conform aan het koninklijk | en de verzekeringsinstellingen en dit conform aan het koninklijk |
| besluit van 27 april 1999 betreffende de bewijskracht van de door de | besluit van 27 april 1999 betreffende de bewijskracht van de door de |
| zorgverleners en de verzekeringsinstellingen opgeslagen, verwerkte, | zorgverleners en de verzekeringsinstellingen opgeslagen, verwerkte, |
| weergegeven of meegedeelde gegevens. | weergegeven of meegedeelde gegevens. |
Art. 6.De persoonlijke tussenkomst van de preferentieel verzekerde |
Art. 6.De persoonlijke tussenkomst van de preferentieel verzekerde |
| rechthebbende bedoeld in artikel 37, § 1 en 19 van de Wet in de kost | rechthebbende bedoeld in artikel 37, § 1 en 19 van de Wet in de kost |
| van de prestaties bedoeld in artikel 2 is 36,64 euro. | van de prestaties bedoeld in artikel 2 is 36,64 euro. |
| De persoonlijke tussenkomst van de andere rechthebbenden voor dezelfde | De persoonlijke tussenkomst van de andere rechthebbenden voor dezelfde |
| prestaties is 54,90 euro. | prestaties is 54,90 euro. |
Art. 7.De persoonlijke tussenkomst van de preferentieel verzekerde |
Art. 7.De persoonlijke tussenkomst van de preferentieel verzekerde |
| rechthebbende bedoeld in artikel 37, § 1 en 19 van de Wet in de kost | rechthebbende bedoeld in artikel 37, § 1 en 19 van de Wet in de kost |
| van de prestaties bedoeld in artikel 3 is 7,10 euro. | van de prestaties bedoeld in artikel 3 is 7,10 euro. |
| De persoonlijke tussenkomst van de andere rechthebbenden voor dezelfde | De persoonlijke tussenkomst van de andere rechthebbenden voor dezelfde |
| prestaties is 10,60 euro. | prestaties is 10,60 euro. |
Art. 8.De persoonlijke tussenkomst van de preferentieel verzekerde |
Art. 8.De persoonlijke tussenkomst van de preferentieel verzekerde |
| rechthebbende bedoeld in artikel 37, § 1, en 19 van de Wet in de kost | rechthebbende bedoeld in artikel 37, § 1, en 19 van de Wet in de kost |
| van de prestaties bedoeld in artikel 4 is 15,34 euro. | van de prestaties bedoeld in artikel 4 is 15,34 euro. |
| De persoonlijke tussenkomst van de andere rechthebbenden voor dezelfde | De persoonlijke tussenkomst van de andere rechthebbenden voor dezelfde |
| prestaties is 23,10 euro. | prestaties is 23,10 euro. |
Art. 9.De bedragen bedoeld in de artikelen 2 tot 8 dekken alle kosten |
Art. 9.De bedragen bedoeld in de artikelen 2 tot 8 dekken alle kosten |
| die in rekening zouden kunnen gebracht worden van de rechthebbenden of | die in rekening zouden kunnen gebracht worden van de rechthebbenden of |
| de verplichte gezondheidszorg- en invaliditeitsverzekering voor de | de verplichte gezondheidszorg- en invaliditeitsverzekering voor de |
| specialiteiten gedefinieerd in artikel 1, 7°, die zouden gebruikt | specialiteiten gedefinieerd in artikel 1, 7°, die zouden gebruikt |
| worden voor opgegeven cycli of behandelingen. | worden voor opgegeven cycli of behandelingen. |
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009. |
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009. |
Art. 11.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast |
Art. 11.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast |
| met de uitvoering van dit besluit. | met de uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 6 oktober 2008. | Gegeven te Brussel, 6 oktober 2008. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, | De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 6 oktober 2008 | Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 6 oktober 2008 |
| houdende invoering van een forfaitaire tegemoetkoming voor de | houdende invoering van een forfaitaire tegemoetkoming voor de |
| behandeling van vruchtbaarheidsstoornissen bij vrouwen. | behandeling van vruchtbaarheidsstoornissen bij vrouwen. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, | De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |