| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot invoering van een promotievergoeding voor het bouwbedrijf | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot invoering van een promotievergoeding voor het bouwbedrijf |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 6 OKTOBER 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 6 OKTOBER 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot invoering | gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot invoering |
| van een promotievergoeding voor het bouwbedrijf (1) | van een promotievergoeding voor het bouwbedrijf (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor | Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor |
| bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; | bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot invoering | gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot invoering |
| van een promotievergoeding voor het bouwbedrijf. | van een promotievergoeding voor het bouwbedrijf. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid,is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid,is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 6 oktober 1999. | Gegeven te Brussel, 6 oktober 1999. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. | Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor het bouwbedrijf | Paritair Comité voor het bouwbedrijf |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996 |
| Invoering van een promotievergoeding voor het bouwbedrijf | Invoering van een promotievergoeding voor het bouwbedrijf |
| (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 1997 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 1997 onder het nummer |
| 45813/CO/124) | 45813/CO/124) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor | de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor |
| het bouwbedrijf ressorteren en op de werklieden die zij tewerkstellen. | het bouwbedrijf ressorteren en op de werklieden die zij tewerkstellen. |
| Met werklieden worden de werklieden en de werksters bedoeld. | Met werklieden worden de werklieden en de werksters bedoeld. |
| HOOFDSTUK II. - Aard van het voordeel | HOOFDSTUK II. - Aard van het voordeel |
Art. 2.Het "Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het |
Art. 2.Het "Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het |
| bouwbedrijf" kent een promotievergoeding voor het bouwbedrijf toe die | bouwbedrijf" kent een promotievergoeding voor het bouwbedrijf toe die |
| overeenstemt met een tegemoetkoming in de terugbetaling van een | overeenstemt met een tegemoetkoming in de terugbetaling van een |
| hypothecaire lening die door een werkman uit de sector werd aangegaan | hypothecaire lening die door een werkman uit de sector werd aangegaan |
| en die betrekking heeft op de hoofdverblijfplaats van deze laatste. | en die betrekking heeft op de hoofdverblijfplaats van deze laatste. |
| HOOFDSTUK III. - Toekenningsvoorwaarden | HOOFDSTUK III. - Toekenningsvoorwaarden |
Art. 3.§ 1. Om het recht op de promotievergoeding voor het |
Art. 3.§ 1. Om het recht op de promotievergoeding voor het |
| bouwbedrijf te openen, moeten de in artikel 1 bedoelde werklieden op | bouwbedrijf te openen, moeten de in artikel 1 bedoelde werklieden op |
| de aanvraagdatum gelijktijdig de volgende voorwaarden vervullen : | de aanvraagdatum gelijktijdig de volgende voorwaarden vervullen : |
| 1° Zich in een van de volgende drie toestanden bevinden : | 1° Zich in een van de volgende drie toestanden bevinden : |
| a) door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn aan een onderneming, | a) door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn aan een onderneming, |
| bedoeld in artikel 1; de gevallen van schorsing van de | bedoeld in artikel 1; de gevallen van schorsing van de |
| arbeidsovereenkomst, zoals voorzien in de wet van 3 juli 1978 | arbeidsovereenkomst, zoals voorzien in de wet van 3 juli 1978 |
| betreffende de arbeidsovereenkomsten, worden hiermee gelijkgesteld; | betreffende de arbeidsovereenkomsten, worden hiermee gelijkgesteld; |
| b) zich in een toestand van volledige werkloosheid bevinden, op | b) zich in een toestand van volledige werkloosheid bevinden, op |
| voorwaarde dat men volledig werkloos werd gesteld door een in artikel | voorwaarde dat men volledig werkloos werd gesteld door een in artikel |
| 1 bedoelde onderneming; | 1 bedoelde onderneming; |
| c) begunstigde zijn van een van de volgende tussenkomsten die worden | c) begunstigde zijn van een van de volgende tussenkomsten die worden |
| toegekend door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit | toegekend door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit |
| het bouwbedrijf" : | het bouwbedrijf" : |
| het vakantiegeld voor invalide werklieden, de begeleidende maatregelen | het vakantiegeld voor invalide werklieden, de begeleidende maatregelen |
| of een van de regelingen van het conventioneel brugpensioen. | of een van de regelingen van het conventioneel brugpensioen. |
| 2° Ten minste vijf legitimatiekaarten "rechthebbende" hebben ontvangen | 2° Ten minste vijf legitimatiekaarten "rechthebbende" hebben ontvangen |
| voor de prestaties geleverd in de loop van de tien jaren of zeven | voor de prestaties geleverd in de loop van de tien jaren of zeven |
| legitimatiekaarten "rechthebbende" voor de prestaties geleverd in de | legitimatiekaarten "rechthebbende" voor de prestaties geleverd in de |
| loop van de vijftien jaren die voorafgaan aan de aanvraag. | loop van de vijftien jaren die voorafgaan aan de aanvraag. |
| Deze vijf of zeven legitimatiekaarten "rechthebbende" moeten | Deze vijf of zeven legitimatiekaarten "rechthebbende" moeten |
| betrekking hebben op prestaties die na 1970 werden geleverd. | betrekking hebben op prestaties die na 1970 werden geleverd. |
| Een van deze vijf of zeven legitimatiekaarten "rechthebbende" moet de | Een van deze vijf of zeven legitimatiekaarten "rechthebbende" moet de |
| kaart zijn die geldig is tijdens het dienstjaar in de loop van | kaart zijn die geldig is tijdens het dienstjaar in de loop van |
| hetwelke de eerste aanvraag kan worden ingediend. | hetwelke de eerste aanvraag kan worden ingediend. |
| 3° Een lening hebben bekomen die aan de volgende voorwaarden voldoet : | 3° Een lening hebben bekomen die aan de volgende voorwaarden voldoet : |
| a) de lening moet zijn toegestaan door een financiële instelling, | a) de lening moet zijn toegestaan door een financiële instelling, |
| volgens de voorwaarden en de modaliteiten eigen aan de hypothecaire | volgens de voorwaarden en de modaliteiten eigen aan de hypothecaire |
| leningen; | leningen; |
| b) er moet een akte van hypothecaire lening bij een notaris zijn | b) er moet een akte van hypothecaire lening bij een notaris zijn |
| verleden na 31 december 1970; | verleden na 31 december 1970; |
| c) de lening moet minimum 100 000 F belopen. Indien door de werkman | c) de lening moet minimum 100 000 F belopen. Indien door de werkman |
| diverse leningen werden aangegaan, zal de tussenkomst van het fonds | diverse leningen werden aangegaan, zal de tussenkomst van het fonds |
| voor bestaanszekerheid betrekking hebben op het totale bedrag van de | voor bestaanszekerheid betrekking hebben op het totale bedrag van de |
| leningen dat, in toepassing van artikel 7, werd beperkt tot 2 700 000 | leningen dat, in toepassing van artikel 7, werd beperkt tot 2 700 000 |
| F.; | F.; |
| d) het doeleinde van de lening moet de aankoop, de bouw, de | d) het doeleinde van de lening moet de aankoop, de bouw, de |
| verbouwing, de verfraaiing, de vergroting of de herstelling zijn van | verbouwing, de verfraaiing, de vergroting of de herstelling zijn van |
| de hoofdverblijfplaats van de aanvrager, die in België gelegen is of | de hoofdverblijfplaats van de aanvrager, die in België gelegen is of |
| in de grensstreek van de buurlanden van België. | in de grensstreek van de buurlanden van België. |
| § 2. Het bewijs van de voorwaarden, vermeld in § 1, wordt geleverd | § 2. Het bewijs van de voorwaarden, vermeld in § 1, wordt geleverd |
| volgens de modaliteiten voorzien in artikel 5. | volgens de modaliteiten voorzien in artikel 5. |
Art. 4.Voor elk jaar dat volgt op de toekenning van de eerste |
Art. 4.Voor elk jaar dat volgt op de toekenning van de eerste |
| tussenkomst, dient de belanghebbende het bewijs te leveren van de | tussenkomst, dient de belanghebbende het bewijs te leveren van de |
| voorwaarde vastgesteld in artikel 3, § 1, en van het feit dat de | voorwaarde vastgesteld in artikel 3, § 1, en van het feit dat de |
| lening die door hem werd aangegaan, nog steeds loopt. | lening die door hem werd aangegaan, nog steeds loopt. |
| Het bewijs van deze voorwaarden wordt geleverd volgens de | Het bewijs van deze voorwaarden wordt geleverd volgens de |
| modaliteiten, vastgesteld in artikel 6. | modaliteiten, vastgesteld in artikel 6. |
| HOOFDSTUK IV. - Procedure | HOOFDSTUK IV. - Procedure |
Art. 5.De eerste aanvraag om toekenning van de in artikel 3, § 1 |
Art. 5.De eerste aanvraag om toekenning van de in artikel 3, § 1 |
| bedoelde promotievergoeding, mag ten vroegste één jaar na het | bedoelde promotievergoeding, mag ten vroegste één jaar na het |
| verlijden van de leningsakte bij de notaris, waarvan sprake in artikel | verlijden van de leningsakte bij de notaris, waarvan sprake in artikel |
| 3, § 1/3°/b), bij het fonds voor bestaanszekerheid worden ingediend. | 3, § 1/3°/b), bij het fonds voor bestaanszekerheid worden ingediend. |
| Indien door de arbeider diverse leningen werden aangegaan, moet elk | Indien door de arbeider diverse leningen werden aangegaan, moet elk |
| van deze leningen het voorwerp uitmaken van een specifieke aanvraag | van deze leningen het voorwerp uitmaken van een specifieke aanvraag |
| tot toekenning. Deze aanvraag wordt ingediend aan de hand van een | tot toekenning. Deze aanvraag wordt ingediend aan de hand van een |
| speciaal formulier, getiteld "origineel dossier", dat belanghebbende | speciaal formulier, getiteld "origineel dossier", dat belanghebbende |
| op zijn verzoek wordt toegestuurd. | op zijn verzoek wordt toegestuurd. |
| Elke aanvraag moet vergezeld gaan van de bewijsstukken die vereist | Elke aanvraag moet vergezeld gaan van de bewijsstukken die vereist |
| zijn om het bewijs te leveren van de voorwaarden, vermeld in artikel | zijn om het bewijs te leveren van de voorwaarden, vermeld in artikel |
| 3, § 1. | 3, § 1. |
Art. 6.Voor wat betreft de tussenkomst bedoeld in artikel 4, stuurt |
Art. 6.Voor wat betreft de tussenkomst bedoeld in artikel 4, stuurt |
| het "Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het | het "Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het |
| bouwbedrijf" elk jaar in de loop van de maand die volgt op de | bouwbedrijf" elk jaar in de loop van de maand die volgt op de |
| verjaardatum van het verlijden van de in artikel 5 bedoelde | verjaardatum van het verlijden van de in artikel 5 bedoelde |
| leningsakte bij de notaris, een hernieuwingsformulier naar de | leningsakte bij de notaris, een hernieuwingsformulier naar de |
| rechthebbenden op de promotievergoeding. | rechthebbenden op de promotievergoeding. |
| Indien dit niet het geval is, dient de rechthebbende contact op te | Indien dit niet het geval is, dient de rechthebbende contact op te |
| nemen met het "Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het | nemen met het "Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het |
| bouwbedrijf". | bouwbedrijf". |
| Dit formulier moet behoorlijk ingevuld en vergezeld van de vereiste | Dit formulier moet behoorlijk ingevuld en vergezeld van de vereiste |
| bewijsstukken, worden teruggestuurd. | bewijsstukken, worden teruggestuurd. |
| HOOFDSTUK V. - Wijze van berekening en uitkering van de | HOOFDSTUK V. - Wijze van berekening en uitkering van de |
| promotievergoeding voor het bouwbedrijf | promotievergoeding voor het bouwbedrijf |
Art. 7.§ 1. De promotievergoeding wordt jaarlijks uitbetaald en stemt |
Art. 7.§ 1. De promotievergoeding wordt jaarlijks uitbetaald en stemt |
| overeen met 1 pct. van het bedrag van het jaarlijks, nog terug te | overeen met 1 pct. van het bedrag van het jaarlijks, nog terug te |
| betalen kapitaal, met een maximum van 15 000 F en een minimum van 500 | betalen kapitaal, met een maximum van 15 000 F en een minimum van 500 |
| F. | F. |
| Het jaarlijks, nog terug te betalen kapitaal wordt verkregen op basis | Het jaarlijks, nog terug te betalen kapitaal wordt verkregen op basis |
| van een theoretische tabel van terugbetaling, door het totale bedrag | van een theoretische tabel van terugbetaling, door het totale bedrag |
| van het geleende kapitaal (begrensd tot 2 700 000 F), te delen door de | van het geleende kapitaal (begrensd tot 2 700 000 F), te delen door de |
| contractuele looptijd van de lening. | contractuele looptijd van de lening. |
| § 2. De toekenning van de promotievergoeding wordt beëindigd wanneer | § 2. De toekenning van de promotievergoeding wordt beëindigd wanneer |
| het bedrag van deze vergoeding kleiner is dan 500 F. | het bedrag van deze vergoeding kleiner is dan 500 F. |
Art. 8.De promotievergoeding wordt ten laste van het "Fonds voor |
Art. 8.De promotievergoeding wordt ten laste van het "Fonds voor |
| Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" uitgekeerd | Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" uitgekeerd |
| door de ondertekenende syndicale organisaties aan de rechthebbenden | door de ondertekenende syndicale organisaties aan de rechthebbenden |
| ontvangen de promotievergoeding rechtstreeks van het "Fonds voor | ontvangen de promotievergoeding rechtstreeks van het "Fonds voor |
| Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf", mits een | Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf", mits een |
| administratieve inhouding van 12 pct. | administratieve inhouding van 12 pct. |
Art. 9.De werklieden die maximum 25 jaar zijn op het ogenblik van de |
Art. 9.De werklieden die maximum 25 jaar zijn op het ogenblik van de |
| ondertekening van de akte bij de notaris, kunnen, van zodra zij aan de | ondertekening van de akte bij de notaris, kunnen, van zodra zij aan de |
| voorwaarden gesteld in artikel 3, voldoen, de promotievergoeding | voorwaarden gesteld in artikel 3, voldoen, de promotievergoeding |
| verkrijgen met een terugwerkende kracht van maximum 2 jaar, beperkt | verkrijgen met een terugwerkende kracht van maximum 2 jaar, beperkt |
| tot het jaar waarop de hypothecaire lening werd verkregen. | tot het jaar waarop de hypothecaire lening werd verkregen. |
| HOOFDSTUK VI. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK VI. - Algemene bepalingen |
Art. 10.§ 1. In toepassing van artikel 8 van de statuten van het |
Art. 10.§ 1. In toepassing van artikel 8 van de statuten van het |
| "Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf", | "Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf", |
| legt de raad van bestuur van dit fonds de voorwaarden en de | legt de raad van bestuur van dit fonds de voorwaarden en de |
| modaliteiten voor de uitkering van de promotievergoeding vast. | modaliteiten voor de uitkering van de promotievergoeding vast. |
| § 2. Bovendien kan hij het dagelijks en administratief beheer dat | § 2. Bovendien kan hij het dagelijks en administratief beheer dat |
| voortvloeit uit dit stelsel, overdragen aan het Sociaal en Economisch | voortvloeit uit dit stelsel, overdragen aan het Sociaal en Economisch |
| Fonds voor het bouwbedrijf. | Fonds voor het bouwbedrijf. |
Art. 11.De controle en de administratieve, boekhoudkundige en |
Art. 11.De controle en de administratieve, boekhoudkundige en |
| financiële organisatie van de verrichtingen met betrekking tot de | financiële organisatie van de verrichtingen met betrekking tot de |
| toekenning van de promotievergoeding worden toevertrouwd aan de | toekenning van de promotievergoeding worden toevertrouwd aan de |
| Patronale Dienst voor organisatie en kontrole van de | Patronale Dienst voor organisatie en kontrole van de |
| bestaanszekerheidsstelsels, vereniging zonder winstoogmerk, waarvan de | bestaanszekerheidsstelsels, vereniging zonder winstoogmerk, waarvan de |
| statuten werden gepubliceerd in de bijlagen tot het Belgisch | statuten werden gepubliceerd in de bijlagen tot het Belgisch |
| Staatsblad van 10 december 1987. | Staatsblad van 10 december 1987. |
| HOOFDSTUK VII. - Financiering | HOOFDSTUK VII. - Financiering |
Art. 12.§ 1. Teneinde de promotievergoeding voor het bouwbedrijf te |
Art. 12.§ 1. Teneinde de promotievergoeding voor het bouwbedrijf te |
| financieren, zijn de werkgevers, bedoeld in artikel 1, aan het "Fonds | financieren, zijn de werkgevers, bedoeld in artikel 1, aan het "Fonds |
| voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" een | voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" een |
| bijdrage verschuldigd. | bijdrage verschuldigd. |
| Deze bijdrage is gelijk aan 1 pct. van het bedrag, dat op 108 pct. | Deze bijdrage is gelijk aan 1 pct. van het bedrag, dat op 108 pct. |
| werd gebracht, van het totaal van de lonen aangegeven bij de | werd gebracht, van het totaal van de lonen aangegeven bij de |
| Rijksdienst voor sociale zekerheid met betrekking tot de werklieden | Rijksdienst voor sociale zekerheid met betrekking tot de werklieden |
| bedoeld in artikel 1, en is inbegrepen in het bedrag van de bijdrage | bedoeld in artikel 1, en is inbegrepen in het bedrag van de bijdrage |
| vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980, | vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980, |
| tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het "Fonds voor | tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het "Fonds voor |
| Bestaanszekerheid voor de arbeiders van de bouwnijverheid", algemeen | Bestaanszekerheid voor de arbeiders van de bouwnijverheid", algemeen |
| verbindend werd verklaard bij koninklijk besluit van 26 juni 1980 | verbindend werd verklaard bij koninklijk besluit van 26 juni 1980 |
| (Belgisch Staatsblad van 2 augustus 1980) | (Belgisch Staatsblad van 2 augustus 1980) |
| § 2. In toepassing van artikel 3/6° van de statuten van het "Fonds | § 2. In toepassing van artikel 3/6° van de statuten van het "Fonds |
| voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf", stort | voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf", stort |
| dit fonds het geïnde bedrag bij wijze van bijdrage aan het Sociaal en | dit fonds het geïnde bedrag bij wijze van bijdrage aan het Sociaal en |
| Economisch Fonds voor het bouwbedrijf. | Economisch Fonds voor het bouwbedrijf. |
| HOOFDSTUK VIII. - Geldigheid | HOOFDSTUK VIII. - Geldigheid |
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf |
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf |
| 1 oktober 1996. Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd en kan | 1 oktober 1996. Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd en kan |
| mits éénparig akkoord van de partijen worden opgezegd mits een | mits éénparig akkoord van de partijen worden opgezegd mits een |
| opzeggingstermijn van zes maanden bij een ter post aangetekende brief | opzeggingstermijn van zes maanden bij een ter post aangetekende brief |
| gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het | gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het |
| bouwbedrijf. | bouwbedrijf. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 oktober | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 oktober |
| 1999. | 1999. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |