Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de arbeidsvoorwaarden voor de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2016 | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de arbeidsvoorwaarden voor de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2016 |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
6 NOVEMBER 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 6 NOVEMBER 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december |
2015, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, | 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, |
betreffende de arbeidsvoorwaarden voor de periode van 1 januari 2015 | betreffende de arbeidsvoorwaarden voor de periode van 1 januari 2015 |
tot 31 december 2016 (1) | tot 31 december 2016 (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de steenbakkerij; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de steenbakkerij; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2015, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2015, |
gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de | gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de |
arbeidsvoorwaarden voor de periode van 1 januari 2015 tot 31 december | arbeidsvoorwaarden voor de periode van 1 januari 2015 tot 31 december |
2016. | 2016. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 6 november 2016. | Gegeven te Brussel, 6 november 2016. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de steenbakkerij | Paritair Comité voor de steenbakkerij |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2015 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2015 |
Arbeidsvoorwaarden voor de periode van 1 januari 2015 tot 31 december | Arbeidsvoorwaarden voor de periode van 1 januari 2015 tot 31 december |
2016 (Overeenkomst geregistreerd op 3 maart 2016 onder het nummer | 2016 (Overeenkomst geregistreerd op 3 maart 2016 onder het nummer |
131960/CO/114) | 131960/CO/114) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en arbeid(st)ers van de ondernemingen die ressorteren | de werkgevers en arbeid(st)ers van de ondernemingen die ressorteren |
onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij. | onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij. |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de N.V. | Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de N.V. |
Scheerders-Van Kerchove's Verenigde Fabrieken te Sint-Niklaas en op de | Scheerders-Van Kerchove's Verenigde Fabrieken te Sint-Niklaas en op de |
arbeid(st)ers die er zijn tewerkgesteld. | arbeid(st)ers die er zijn tewerkgesteld. |
HOOFDSTUK II. - Arbeidsduur | HOOFDSTUK II. - Arbeidsduur |
Art. 2.De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur is vastgesteld op 38 uur. |
Art. 2.De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur is vastgesteld op 38 uur. |
HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen | HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen |
aan het indexcijfer van de consumptieprijzen | aan het indexcijfer van de consumptieprijzen |
Art. 3.De in hoofdstuk IV vastgestelde lonen, de werkelijk |
Art. 3.De in hoofdstuk IV vastgestelde lonen, de werkelijk |
uitbetaalde lonen, alsook de lonen van de arbeid(st)ers die geheel of | uitbetaalde lonen, alsook de lonen van de arbeid(st)ers die geheel of |
gedeeltelijk per stuk worden betaald, de ploegenpremies bedoeld bij | gedeeltelijk per stuk worden betaald, de ploegenpremies bedoeld bij |
hoofdstuk VII, worden gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer van de | hoofdstuk VII, worden gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer van de |
consumptieprijzen en staan tegenover het referte-indexcijfer 100,59. | consumptieprijzen en staan tegenover het referte-indexcijfer 100,59. |
Art. 4.Het referte-indexcijfer 100,59 is de spil van de |
Art. 4.Het referte-indexcijfer 100,59 is de spil van de |
stabilisatieschijf waarvan 100,10 de laagste grens en 101,10 de | stabilisatieschijf waarvan 100,10 de laagste grens en 101,10 de |
hoogste grens is. | hoogste grens is. |
Art. 5.a) De lonen en tarieven worden niet verlaagd wanneer het |
Art. 5.a) De lonen en tarieven worden niet verlaagd wanneer het |
indexcijfer de laagste grens van de van kracht zijnde | indexcijfer de laagste grens van de van kracht zijnde |
stabilisatieschijf heeft bereikt. | stabilisatieschijf heeft bereikt. |
De lonen en tarieven worden verhoogd met 0,5 pct. wanneer het | De lonen en tarieven worden verhoogd met 0,5 pct. wanneer het |
indexcijfer de hoogste grens van de van kracht zijnde | indexcijfer de hoogste grens van de van kracht zijnde |
stabilisatieschijf heeft bereikt of overschreden. | stabilisatieschijf heeft bereikt of overschreden. |
Spil | Spil |
Hoogste grens | Hoogste grens |
Pivot | Pivot |
Limite supérieure | Limite supérieure |
100,59 | 100,59 |
101,09 | 101,09 |
100,59 | 100,59 |
101,09 | 101,09 |
101,09 | 101,09 |
101,60 | 101,60 |
101,09 | 101,09 |
101,60 | 101,60 |
101,60 | 101,60 |
102,11 | 102,11 |
101,60 | 101,60 |
102,11 | 102,11 |
102,11 | 102,11 |
102,62 | 102,62 |
102,11 | 102,11 |
102,62 | 102,62 |
102,62 | 102,62 |
103,13 | 103,13 |
102,62 | 102,62 |
103,13 | 103,13 |
103,13 | 103,13 |
103,65 | 103,65 |
103,13 | 103,13 |
103,65 | 103,65 |
103,65 | 103,65 |
104,17 | 104,17 |
103,65 | 103,65 |
104,17 | 104,17 |
... | ... |
... | ... |
... | ... |
... | ... |
Het resultaat van deze berekening wordt op de dichtst benaderende | Het resultaat van deze berekening wordt op de dichtst benaderende |
eurocent afgerond, met dien verstande dat 0,5 eurocent en meer naar | eurocent afgerond, met dien verstande dat 0,5 eurocent en meer naar |
boven wordt afgerond, minder dan 0,5 eurocent wordt naar beneden | boven wordt afgerond, minder dan 0,5 eurocent wordt naar beneden |
afgerond. | afgerond. |
Art. 6.De loonaanpassingen zijn van toepassing vanaf de eerste dag |
Art. 6.De loonaanpassingen zijn van toepassing vanaf de eerste dag |
van de maand volgend op de maand waarvan het indexcijfer aanleiding | van de maand volgend op de maand waarvan het indexcijfer aanleiding |
geeft tot aanpassing. | geeft tot aanpassing. |
Art. 7.De in het Paritair Comité voor de steenbakkerij |
Art. 7.De in het Paritair Comité voor de steenbakkerij |
vertegenwoordigde organisaties engageren zich om verder de impact op | vertegenwoordigde organisaties engageren zich om verder de impact op |
te volgen van het huidig indexmechanisme op de concurrentiekracht van | te volgen van het huidig indexmechanisme op de concurrentiekracht van |
de sector, zowel in de nationale als Europese context en dit met als | de sector, zowel in de nationale als Europese context en dit met als |
objectief het vrijwaren van de concurrentiepositie van de | objectief het vrijwaren van de concurrentiepositie van de |
baksteensector. | baksteensector. |
HOOFDSTUK IV. - Lonen | HOOFDSTUK IV. - Lonen |
Art. 8.De minimumuurlonen van de arbeid(st)ers worden met ingang van |
Art. 8.De minimumuurlonen van de arbeid(st)ers worden met ingang van |
1 april 2014 als volgt vastgesteld : | 1 april 2014 als volgt vastgesteld : |
Klasse | Klasse |
Lonen vanaf 1 april 2014 | Lonen vanaf 1 april 2014 |
Classe | Classe |
Salaires à partir du 1er avril 2014 | Salaires à partir du 1er avril 2014 |
1 | 1 |
13,00 EUR | 13,00 EUR |
1 | 1 |
13,00 EUR | 13,00 EUR |
2 | 2 |
14,01 EUR | 14,01 EUR |
2 | 2 |
14,01 EUR | 14,01 EUR |
3 | 3 |
14,29 EUR | 14,29 EUR |
3 | 3 |
14,29 EUR | 14,29 EUR |
4 | 4 |
14,44 EUR | 14,44 EUR |
4 | 4 |
14,44 EUR | 14,44 EUR |
5 | 5 |
14,61 EUR | 14,61 EUR |
5 | 5 |
14,61 EUR | 14,61 EUR |
6 | 6 |
14,87 EUR | 14,87 EUR |
6 | 6 |
14,87 EUR | 14,87 EUR |
7 | 7 |
15,17 EUR | 15,17 EUR |
7 | 7 |
15,17 EUR | 15,17 EUR |
8 | 8 |
15,91 EUR | 15,91 EUR |
8 | 8 |
15,91 EUR | 15,91 EUR |
Art. 9.Vanaf 1 januari 2016 hebben de arbeid(st)ers recht op |
Art. 9.Vanaf 1 januari 2016 hebben de arbeid(st)ers recht op |
maaltijdcheques. | maaltijdcheques. |
In de bedrijven waar nog geen maaltijdcheques bestaan, worden | In de bedrijven waar nog geen maaltijdcheques bestaan, worden |
maaltijdcheques ingevoerd met een faciaal tarief van 2,70 EUR per dag | maaltijdcheques ingevoerd met een faciaal tarief van 2,70 EUR per dag |
(dit is : werkgeversaandeel 1,61 EUR, werknemersaandeel 1,09 EUR per | (dit is : werkgeversaandeel 1,61 EUR, werknemersaandeel 1,09 EUR per |
dag). | dag). |
In de bedrijven waar al maaltijdcheques bestaan, worden deze verhoogd | In de bedrijven waar al maaltijdcheques bestaan, worden deze verhoogd |
met 1,61 EUR. | met 1,61 EUR. |
Indien daardoor de faciale waarde 8 EUR overstijgt, wordt een deel van | Indien daardoor de faciale waarde 8 EUR overstijgt, wordt een deel van |
de verhoging door een equivalent voordeel toegekend via een | de verhoging door een equivalent voordeel toegekend via een |
collectieve arbeidsovereenkomst op bedrijfsniveau. | collectieve arbeidsovereenkomst op bedrijfsniveau. |
Het aantal gewerkte dagen is het op gehele eenheden afgerond quotiënt | Het aantal gewerkte dagen is het op gehele eenheden afgerond quotiënt |
van het aantal gewerkte betaalde uren in de maand gedeeld door de | van het aantal gewerkte betaalde uren in de maand gedeeld door de |
gemiddelde voltijdse dagprestatie (7,6 u). | gemiddelde voltijdse dagprestatie (7,6 u). |
Art. 10.Er wordt een "paritair leercomité" opgericht in de schoot van |
Art. 10.Er wordt een "paritair leercomité" opgericht in de schoot van |
de sector. | de sector. |
Dit paritair leercomité zal in samenwerking met een centrum voor | Dit paritair leercomité zal in samenwerking met een centrum voor |
deeltijds onderwijs, desgevallend VDAB, FOREm of ACTIRIS het volgende | deeltijds onderwijs, desgevallend VDAB, FOREm of ACTIRIS het volgende |
vastleggen : | vastleggen : |
- het leerprogramma; | - het leerprogramma; |
- het leerreglement. | - het leerreglement. |
De leervergoeding bedraagt een percentage, berekend volgens | De leervergoeding bedraagt een percentage, berekend volgens |
onderstaande tabel, van het minimumloon van klasse 5, zoals bepaald in | onderstaande tabel, van het minimumloon van klasse 5, zoals bepaald in |
artikel 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst : | artikel 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst : |
Jaar van | Jaar van |
het middelbaar onderwijs | het middelbaar onderwijs |
Percentage van het | Percentage van het |
minimumuurloon uit klasse 5 | minimumuurloon uit klasse 5 |
Année de | Année de |
l'enseignement secondaire | l'enseignement secondaire |
Pourcentage du salaire horaire minimum de la classe 5 | Pourcentage du salaire horaire minimum de la classe 5 |
Vanaf 4de jaar | Vanaf 4de jaar |
70 pct. | 70 pct. |
A partir de la 4ème année | A partir de la 4ème année |
70 p.c. | 70 p.c. |
Vanaf 5de jaar | Vanaf 5de jaar |
80 pct. | 80 pct. |
A partir de la 5ème année | A partir de la 5ème année |
80 p.c. | 80 p.c. |
Vanaf 6de jaar | Vanaf 6de jaar |
90 pct. gedurende maximaal | 90 pct. gedurende maximaal |
één jaar, nadien 100 pct. | één jaar, nadien 100 pct. |
A partir de la 6ème année | A partir de la 6ème année |
90 p.c. durant au maximum | 90 p.c. durant au maximum |
une année, après 100 p.c. | une année, après 100 p.c. |
HOOFDSTUK V. - Jobstudenten | HOOFDSTUK V. - Jobstudenten |
Art. 11.Het sectoraal minimumuurloon in het geval van studentenarbeid |
Art. 11.Het sectoraal minimumuurloon in het geval van studentenarbeid |
wordt met ingang van 1 januari 2015 vastgelegd op basis van het | wordt met ingang van 1 januari 2015 vastgelegd op basis van het |
barema-uurloon van functieklasse 3, verminderd met de | barema-uurloon van functieklasse 3, verminderd met de |
werknemersbijdrage voor de RSZ. | werknemersbijdrage voor de RSZ. |
Op 1 januari 2015 bedraagt dit referte-uurloon 12,27 EUR, zijnde 14,29 | Op 1 januari 2015 bedraagt dit referte-uurloon 12,27 EUR, zijnde 14,29 |
EUR - 2,02 EUR. | EUR - 2,02 EUR. |
Dit referteloon is gekoppeld aan het indexcijfer van de | Dit referteloon is gekoppeld aan het indexcijfer van de |
consumptieprijzen zoals voorzien in hoofdstuk III. | consumptieprijzen zoals voorzien in hoofdstuk III. |
In het geval het gaat om het eerste kalenderjaar van tewerkstelling | In het geval het gaat om het eerste kalenderjaar van tewerkstelling |
als jobstudent, in dienst van een onderneming bedoeld in artikel 1, | als jobstudent, in dienst van een onderneming bedoeld in artikel 1, |
bedraagt het minimumloon 75 pct. van het in dit artikel vermelde | bedraagt het minimumloon 75 pct. van het in dit artikel vermelde |
referteloon. Dit minimumuurloon bedraagt op 1 januari 2015 aldus 9,20 | referteloon. Dit minimumuurloon bedraagt op 1 januari 2015 aldus 9,20 |
EUR. Tenzij het zou gaan om een jobstudent van 21 jaar of ouder. | EUR. Tenzij het zou gaan om een jobstudent van 21 jaar of ouder. |
In dat geval bedraagt het minimumuurloon op 1 januari 2015 9,47 EUR. | In dat geval bedraagt het minimumuurloon op 1 januari 2015 9,47 EUR. |
In het geval het gaat om het tweede kalenderjaar van tewerkstelling | In het geval het gaat om het tweede kalenderjaar van tewerkstelling |
als jobstudent, in dienst van een onderneming bedoeld in artikel 1, | als jobstudent, in dienst van een onderneming bedoeld in artikel 1, |
bedraagt het minimumloon 80 pct. van het in dit artikel vermelde | bedraagt het minimumloon 80 pct. van het in dit artikel vermelde |
referteloon. Dit minimumuurloon bedraagt op 1 januari 2015 aldus 9,82 | referteloon. Dit minimumuurloon bedraagt op 1 januari 2015 aldus 9,82 |
EUR. | EUR. |
In het geval het gaat om het derde kalenderjaar van tewerkstelling als | In het geval het gaat om het derde kalenderjaar van tewerkstelling als |
jobstudent, in dienst van een onderneming bedoeld in artikel 1, | jobstudent, in dienst van een onderneming bedoeld in artikel 1, |
bedraagt het minimumloon 85 pct. van het in dit artikel vermelde | bedraagt het minimumloon 85 pct. van het in dit artikel vermelde |
referteloon. Dit minimumuurloon bedraagt op 1 januari 2015 aldus 10,43 | referteloon. Dit minimumuurloon bedraagt op 1 januari 2015 aldus 10,43 |
EUR. | EUR. |
In het geval het gaat om het vierde kalenderjaar van tewerkstelling of | In het geval het gaat om het vierde kalenderjaar van tewerkstelling of |
meer als jobstudent, in dienst van een onderneming bedoeld in artikel | meer als jobstudent, in dienst van een onderneming bedoeld in artikel |
1, bedraagt het minimumloon 90 pct. van het in dit artikel vermelde | 1, bedraagt het minimumloon 90 pct. van het in dit artikel vermelde |
referteloon. Dit minimumuurloon bedraagt op 1 januari 2015 aldus 11,04 | referteloon. Dit minimumuurloon bedraagt op 1 januari 2015 aldus 11,04 |
EUR. | EUR. |
Art. 12.Studenten die in ploegen werken ontvangen een ploegenpremie |
Art. 12.Studenten die in ploegen werken ontvangen een ploegenpremie |
zoals voorzien in artikel 15. | zoals voorzien in artikel 15. |
In geval van tewerkstelling op zaterdag of op een zondag of een | In geval van tewerkstelling op zaterdag of op een zondag of een |
wettelijke feestdag worden dezelfde toeslagen betaald als voorzien in | wettelijke feestdag worden dezelfde toeslagen betaald als voorzien in |
de artikelen 13 en 14. | de artikelen 13 en 14. |
HOOFDSTUK VI. - Toeslagen voor zaterdag- en zondagwerk | HOOFDSTUK VI. - Toeslagen voor zaterdag- en zondagwerk |
Art. 13.Aan alle arbeid(st)ers die op zaterdag worden tewerkgesteld, |
Art. 13.Aan alle arbeid(st)ers die op zaterdag worden tewerkgesteld, |
wordt een toeslag betaald van 33,33 pct., berekend op het werkelijk | wordt een toeslag betaald van 33,33 pct., berekend op het werkelijk |
betaalde uurloon, ploegenpremie uitgezonderd. | betaalde uurloon, ploegenpremie uitgezonderd. |
Deze toeslag is niet verschuldigd wanneer het zaterdagwerk geschiedt | Deze toeslag is niet verschuldigd wanneer het zaterdagwerk geschiedt |
boven de van kracht zijnde wekelijkse maximum arbeidsduur en waarvoor | boven de van kracht zijnde wekelijkse maximum arbeidsduur en waarvoor |
een overloon betaald wordt bij toepassing van hoofdstuk III, afdeling | een overloon betaald wordt bij toepassing van hoofdstuk III, afdeling |
II - Arbeidsduur - van de arbeidswet van 16 maart 1971. | II - Arbeidsduur - van de arbeidswet van 16 maart 1971. |
Art. 14.1. Een extra wettelijke toeslag van 100 pct. van het loon |
Art. 14.1. Een extra wettelijke toeslag van 100 pct. van het loon |
wordt betaald voor het werk op zondag en op een wettelijke feestdag. | wordt betaald voor het werk op zondag en op een wettelijke feestdag. |
2. Voor het werk op een wettelijke feestdag ontvangen de ovenstokers, | 2. Voor het werk op een wettelijke feestdag ontvangen de ovenstokers, |
in de gewesten Rupel, Kempen en de gemeente Temse, in totaal, betaling | in de gewesten Rupel, Kempen en de gemeente Temse, in totaal, betaling |
van de feestdag inbegrepen, drie maal vierentwintig uren, zijnde | van de feestdag inbegrepen, drie maal vierentwintig uren, zijnde |
tweeënzeventig uren loon te verdelen onder de stokers in onderling | tweeënzeventig uren loon te verdelen onder de stokers in onderling |
akkoord en zoals gebruikelijk in de onderneming. | akkoord en zoals gebruikelijk in de onderneming. |
3. In het gewest Kempen ontvangen de ovenstokers, onverminderd de | 3. In het gewest Kempen ontvangen de ovenstokers, onverminderd de |
bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel, voor zondagwerk de | bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel, voor zondagwerk de |
ploegenpremie dubbel. | ploegenpremie dubbel. |
HOOFDSTUK VII. - Ploegenpremies | HOOFDSTUK VII. - Ploegenpremies |
Art. 15.De arbeid(st)ers, die in ploegen werken, ontvangen met ingang |
Art. 15.De arbeid(st)ers, die in ploegen werken, ontvangen met ingang |
van 1 januari 2015 een ploegenpremie die als volgt is vastgesteld : | van 1 januari 2015 een ploegenpremie die als volgt is vastgesteld : |
a) voor de uren gepresteerd tussen 6 uur en 22 uur en in geval van | a) voor de uren gepresteerd tussen 6 uur en 22 uur en in geval van |
opeenvolgende en afwisselende ploegen : 4,5 pct. van het | opeenvolgende en afwisselende ploegen : 4,5 pct. van het |
barema-uurloon van functieklasse 5 voor de morgenploeg en voor de | barema-uurloon van functieklasse 5 voor de morgenploeg en voor de |
namiddagploeg; | namiddagploeg; |
b) voor de uren gepresteerd tussen 22 uur en 6 uur : 18 pct. van het | b) voor de uren gepresteerd tussen 22 uur en 6 uur : 18 pct. van het |
barema-uurloon van functieklasse 5 voor de nachtploeg; | barema-uurloon van functieklasse 5 voor de nachtploeg; |
c) voor het werk dat aanvangt vóór 7 uur of vanaf 9 uur, uitgezonderd | c) voor het werk dat aanvangt vóór 7 uur of vanaf 9 uur, uitgezonderd |
voor de voorbereidende en aanvullende werkzaamheden, welke | voor de voorbereidende en aanvullende werkzaamheden, welke |
noodzakelijk zijn om de productie op het vastgestelde uur te kunnen | noodzakelijk zijn om de productie op het vastgestelde uur te kunnen |
aanvangen : 4 pct. van het barema-uurloon van functieklasse 5. | aanvangen : 4 pct. van het barema-uurloon van functieklasse 5. |
De berekening van de in dit artikel bepaalde ploegenpremie geschiedt | De berekening van de in dit artikel bepaalde ploegenpremie geschiedt |
tot de tweede decimaal. | tot de tweede decimaal. |
HOOFDSTUK VIII. - Oproepingspremie en permanentievergoeding | HOOFDSTUK VIII. - Oproepingspremie en permanentievergoeding |
Art. 16.Behoudens bestaande gunstigere regelingen op bedrijfsvlak |
Art. 16.Behoudens bestaande gunstigere regelingen op bedrijfsvlak |
ontvangen de arbeid(st)ers die worden opgeroepen, een oproepingspremie | ontvangen de arbeid(st)ers die worden opgeroepen, een oproepingspremie |
gelijk aan één uur basisloon. | gelijk aan één uur basisloon. |
Onder "oproeping" wordt verstaan : de gevallen waarin arbeid(st)ers, | Onder "oproeping" wordt verstaan : de gevallen waarin arbeid(st)ers, |
die zich thuis of buiten de onderneming bevinden, worden opgeroepen om | die zich thuis of buiten de onderneming bevinden, worden opgeroepen om |
een prestatie te leveren waarvan zij niet minstens 8 uur op voorhand | een prestatie te leveren waarvan zij niet minstens 8 uur op voorhand |
werden verwittigd, met uitsluiting van gevallen van vervanging van | werden verwittigd, met uitsluiting van gevallen van vervanging van |
zieken of onverwachte afwezigheden. | zieken of onverwachte afwezigheden. |
Art. 17.Arbeid(st)ers die gedurende een bepaalde tijd beschikbaar of |
Art. 17.Arbeid(st)ers die gedurende een bepaalde tijd beschikbaar of |
oproepbaar moeten blijven dienen hiervoor te worden vergoed. | oproepbaar moeten blijven dienen hiervoor te worden vergoed. |
Deze zogenaamde "permanentievergoeding" moet op ondernemingsvlak | Deze zogenaamde "permanentievergoeding" moet op ondernemingsvlak |
worden vastgelegd. | worden vastgelegd. |
Zij dient in verhouding te staan met de concrete inhoud die er op | Zij dient in verhouding te staan met de concrete inhoud die er op |
bedrijfsvlak aan deze permanentie wordt gegeven. | bedrijfsvlak aan deze permanentie wordt gegeven. |
HOOFDSTUK IX. - Toeslag in geval van ziekte of ongeval | HOOFDSTUK IX. - Toeslag in geval van ziekte of ongeval |
Art. 18.Een toeslag wordt betaald aan de arbeid(st)ers die |
Art. 18.Een toeslag wordt betaald aan de arbeid(st)ers die |
arbeidsongeschikt zijn ten gevolge van ziekte, andere dan een | arbeidsongeschikt zijn ten gevolge van ziekte, andere dan een |
beroepsziekte of van een ongeval, andere dan arbeidsongeval. | beroepsziekte of van een ongeval, andere dan arbeidsongeval. |
Een toeslag van 0,74 EUR per werkdag wordt betaald vanaf de 31ste | Een toeslag van 0,74 EUR per werkdag wordt betaald vanaf de 31ste |
kalenderdag van arbeidsongeschiktheid bedoeld in vorig lid, voor een | kalenderdag van arbeidsongeschiktheid bedoeld in vorig lid, voor een |
maximum van vijfentwintig werkdagen. | maximum van vijfentwintig werkdagen. |
De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de | De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de |
arbeid(st)ers met minder dan één jaar anciënniteit in de onderneming. | arbeid(st)ers met minder dan één jaar anciënniteit in de onderneming. |
HOOFDSTUK X. - Kort verzuim | HOOFDSTUK X. - Kort verzuim |
Beschikkingen die gunstiger zijn dan de wetgeving. | Beschikkingen die gunstiger zijn dan de wetgeving. |
Art. 19.Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 28 |
Art. 19.Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 28 |
augustus 1963, wordt het werkverzuim wegens navermelde redenen, voor | augustus 1963, wordt het werkverzuim wegens navermelde redenen, voor |
de daarbij aangegeven duur, betaald op grond van het normaal loon, | de daarbij aangegeven duur, betaald op grond van het normaal loon, |
berekend overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk II van het | berekend overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk II van het |
koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene | koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene |
wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de | wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de |
feestdagen : | feestdagen : |
1° a) Getuige bij een huwelijk : de dag van het huwelijk; | 1° a) Getuige bij een huwelijk : de dag van het huwelijk; |
b) Overlijden van een gezinshoofd zo betrokkenen bij deze inwoont of | b) Overlijden van een gezinshoofd zo betrokkenen bij deze inwoont of |
indien hij niet-inwonend is, de formaliteiten bij de burgerlijke stand | indien hij niet-inwonend is, de formaliteiten bij de burgerlijke stand |
heeft vervuld : de dag van het overlijden tot de dag van de begrafenis | heeft vervuld : de dag van het overlijden tot de dag van de begrafenis |
met een maximum van drie dagen; | met een maximum van drie dagen; |
c) Stillegging van het bedrijf ten teken van rouw : de duur van de | c) Stillegging van het bedrijf ten teken van rouw : de duur van de |
stillegging met een minimum van één halve dag; | stillegging met een minimum van één halve dag; |
d) Aanduiding door de werkgever om deel uit te maken van een | d) Aanduiding door de werkgever om deel uit te maken van een |
personeelsafvaardiging bij een begrafenis : de duur van de aanduiding; | personeelsafvaardiging bij een begrafenis : de duur van de aanduiding; |
e) Overlijden van een broer of van zuster van de betrokken werknemer, | e) Overlijden van een broer of van zuster van de betrokken werknemer, |
die bij hem inwoont : een bijkomende dag afwezigheid van het werk te | die bij hem inwoont : een bijkomende dag afwezigheid van het werk te |
nemen in de periode die begint met de dag van het overlijden en | nemen in de periode die begint met de dag van het overlijden en |
eindigt met de dag van de begrafenis. | eindigt met de dag van de begrafenis. |
2° De vergoeding voor de arbeid(st)ers van de nachtploeg. | 2° De vergoeding voor de arbeid(st)ers van de nachtploeg. |
Wanneer arbeid(st)ers van de nachtploeg recht hebben op een dag | Wanneer arbeid(st)ers van de nachtploeg recht hebben op een dag |
werkverzuim met behoud van loon wegens : | werkverzuim met behoud van loon wegens : |
- overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, | - overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, |
grootvader, grootmoeder, kleinkind, schoonzoon of schoondochter; | grootvader, grootmoeder, kleinkind, schoonzoon of schoondochter; |
- huwelijk van een wettig, gewettigd, aangenomen of natuurlijk erkend | - huwelijk van een wettig, gewettigd, aangenomen of natuurlijk erkend |
kind, broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, vader, moeder, | kind, broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, vader, moeder, |
schoonvader, stiefvader, stiefmoeder, schoonmoeder of kleinkind; | schoonvader, stiefvader, stiefmoeder, schoonmoeder of kleinkind; |
- priesterwijding, intrede in het klooster, plechtige communie en het | - priesterwijding, intrede in het klooster, plechtige communie en het |
feest van de vrijzinnige jeugd, | feest van de vrijzinnige jeugd, |
en wanneer zij normaal zouden gewerkt hebben in de nachtploeg die | en wanneer zij normaal zouden gewerkt hebben in de nachtploeg die |
aanvangt of eindigt op de dag van één der voormelde gebeurtenissen, | aanvangt of eindigt op de dag van één der voormelde gebeurtenissen, |
worden hen de uren welke zij normaal in één van beide nachten zouden | worden hen de uren welke zij normaal in één van beide nachten zouden |
gepresteerd hebben, betaald. | gepresteerd hebben, betaald. |
Art. 20.De betaling gebeurt bij de eerstvolgende uitbetaling van loon |
Art. 20.De betaling gebeurt bij de eerstvolgende uitbetaling van loon |
op voorlegging door de arbeid(st)ers van de rechtvaardiging van hun | op voorlegging door de arbeid(st)ers van de rechtvaardiging van hun |
afwezigheid. | afwezigheid. |
De arbeid(st)ers moeten zo mogelijk het ondernemingshoofd of diens | De arbeid(st)ers moeten zo mogelijk het ondernemingshoofd of diens |
aangestelde van hun afwezigheid vooraf kennis geven. | aangestelde van hun afwezigheid vooraf kennis geven. |
HOOFDSTUK XI. - Afdankingspremie | HOOFDSTUK XI. - Afdankingspremie |
bij definitieve verbreking van de arbeidsovereenkomst door de | bij definitieve verbreking van de arbeidsovereenkomst door de |
werkgever | werkgever |
Art. 21.1. De arbeid(st)ers waarvan de arbeidsovereenkomsten |
Art. 21.1. De arbeid(st)ers waarvan de arbeidsovereenkomsten |
definitief verbroken worden door de werkgever, hebben recht op een | definitief verbroken worden door de werkgever, hebben recht op een |
afdankingspremie op voorwaarde dat de betrokken arbeid(st)ers bij deze | afdankingspremie op voorwaarde dat de betrokken arbeid(st)ers bij deze |
werkgever een anciënniteit verworven hebben van ten minste één jaar op | werkgever een anciënniteit verworven hebben van ten minste één jaar op |
het ogenblik van de verbreking van de overeenkomst. | het ogenblik van de verbreking van de overeenkomst. |
De verbreking van de arbeidsovereenkomst door de werkgever om | De verbreking van de arbeidsovereenkomst door de werkgever om |
dringende redenen komt niet in aanmerking. | dringende redenen komt niet in aanmerking. |
2. Deze premie wordt in een éénmalige uitbetaling toegekend op de | 2. Deze premie wordt in een éénmalige uitbetaling toegekend op de |
laatste uitbetaling van het loon voor het definitief vertrek van de | laatste uitbetaling van het loon voor het definitief vertrek van de |
arbeide(st)ers. | arbeide(st)ers. |
3. Deze premie bedraagt 24,79 EUR per jaar anciënniteit. | 3. Deze premie bedraagt 24,79 EUR per jaar anciënniteit. |
HOOFDSTUK XII. - Werk- en inkomenszekerheid | HOOFDSTUK XII. - Werk- en inkomenszekerheid |
Art. 22.1. Ingeval van noodzakelijke vermindering van het |
Art. 22.1. Ingeval van noodzakelijke vermindering van het |
tewerkgesteld personeel en vooraleer over te gaan tot afdankingen, | tewerkgesteld personeel en vooraleer over te gaan tot afdankingen, |
wordt overleg gepleegd tussen de werkgevers en de | wordt overleg gepleegd tussen de werkgevers en de |
werknemersafgevaardigden, bijgestaan door de gewestelijke | werknemersafgevaardigden, bijgestaan door de gewestelijke |
vakbondsafgevaardigden. | vakbondsafgevaardigden. |
Zij onderzoeken de volgende mogelijkheden : | Zij onderzoeken de volgende mogelijkheden : |
a) bij prioriteit een regime van beurtwerkloosheid in te voeren onder | a) bij prioriteit een regime van beurtwerkloosheid in te voeren onder |
een zo groot mogelijk aantal personeelsleden, voor zover de | een zo groot mogelijk aantal personeelsleden, voor zover de |
kwalificatie van hun functie en de werkorganisatie het toelaten; | kwalificatie van hun functie en de werkorganisatie het toelaten; |
b) tot reclassering en wederaanpassing van het betrokken personeel; | b) tot reclassering en wederaanpassing van het betrokken personeel; |
c) de volledige afbouw van de interimarbeid. | c) de volledige afbouw van de interimarbeid. |
Indien op het vlak van de onderneming geen overeenkomst kan bereikt | Indien op het vlak van de onderneming geen overeenkomst kan bereikt |
worden, wordt deze aangelegenheid aanhangig gemaakt bij het bevoegd | worden, wordt deze aangelegenheid aanhangig gemaakt bij het bevoegd |
paritair comité. | paritair comité. |
De bepalingen van deze paragraaf zijn niet van toepassing op de | De bepalingen van deze paragraaf zijn niet van toepassing op de |
arbeid(st)ers met minder dan één jaar anciënniteit in de onderneming. | arbeid(st)ers met minder dan één jaar anciënniteit in de onderneming. |
2. In de mate dat het economisch verantwoord is, wordt vermeden werken | 2. In de mate dat het economisch verantwoord is, wordt vermeden werken |
door derden te laten uitvoeren die door eigen personeel kunnen worden | door derden te laten uitvoeren die door eigen personeel kunnen worden |
uitgevoerd. | uitgevoerd. |
3. Indien zich een herstructurering zou voordoen in de zin zoals | 3. Indien zich een herstructurering zou voordoen in de zin zoals |
voorzien in de reglementering op de erkenning als "bedrijf in | voorzien in de reglementering op de erkenning als "bedrijf in |
herstructurering" zal een herstructurerings- of tewerkstellingscel | herstructurering" zal een herstructurerings- of tewerkstellingscel |
worden opgericht, namelijk een werkgroep op ondernemingsvlak, | worden opgericht, namelijk een werkgroep op ondernemingsvlak, |
samengesteld uit de leden van de ondernemingsraad, bij ontstentenis | samengesteld uit de leden van de ondernemingsraad, bij ontstentenis |
werkgever/bedrijfsleider en de syndicale delegatie, de gewestelijke | werkgever/bedrijfsleider en de syndicale delegatie, de gewestelijke |
vakbondssecretarissen en iemand van de bedrijfsfederatie. | vakbondssecretarissen en iemand van de bedrijfsfederatie. |
Deze werkgroep dient na te gaan welke maatregelen het meest adequaat | Deze werkgroep dient na te gaan welke maatregelen het meest adequaat |
zijn om aan de gestelde problematiek het hoofd te bieden. | zijn om aan de gestelde problematiek het hoofd te bieden. |
Art. 23.De arbeid(st)ers die menen te zijn afgedankt met schending |
Art. 23.De arbeid(st)ers die menen te zijn afgedankt met schending |
van de bepalingen van artikel 22, paragraaf 1 hebben de mogelijkheid | van de bepalingen van artikel 22, paragraaf 1 hebben de mogelijkheid |
tot het paritair comité het verzoek te richten, binnen een termijn van | tot het paritair comité het verzoek te richten, binnen een termijn van |
dertig dagen na de betekening van de afdanking, om vast te stellen dat | dertig dagen na de betekening van de afdanking, om vast te stellen dat |
de in voornoemd artikel voorziene procedure niet werd nageleefd. | de in voornoemd artikel voorziene procedure niet werd nageleefd. |
Indien het paritair comité dat zetelt binnen de dertig dagen na | Indien het paritair comité dat zetelt binnen de dertig dagen na |
ontvangst van het in vorig lid bedoeld verzoek, inderdaad tot het | ontvangst van het in vorig lid bedoeld verzoek, inderdaad tot het |
besluit komt dat de procedure niet is nageleefd, geeft dit aan de | besluit komt dat de procedure niet is nageleefd, geeft dit aan de |
arbeid(st)ers het recht opnieuw in de onderneming te worden opgenomen | arbeid(st)ers het recht opnieuw in de onderneming te worden opgenomen |
overeenkomstig de clausules en de voorwaarden van hun | overeenkomstig de clausules en de voorwaarden van hun |
arbeidsovereenkomst, voor zover zij dit bij een ter post aangetekend | arbeidsovereenkomst, voor zover zij dit bij een ter post aangetekend |
schrijven hebben aangevraagd binnen de dertig dagen na het besluit van | schrijven hebben aangevraagd binnen de dertig dagen na het besluit van |
het paritair comité. | het paritair comité. |
Bij gebrek aan wederopneming is de werkgever gehouden aan de betrokken | Bij gebrek aan wederopneming is de werkgever gehouden aan de betrokken |
arbeid(st)ers een aanvullende vergoeding te betalen, derwijze dat aan | arbeid(st)ers een aanvullende vergoeding te betalen, derwijze dat aan |
de arbeid(st)ers het netto-referentieloon wordt gewaarborgd tot het | de arbeid(st)ers het netto-referentieloon wordt gewaarborgd tot het |
einde van de lopende collectieve arbeidsovereenkomst, met een minimum | einde van de lopende collectieve arbeidsovereenkomst, met een minimum |
van zes maanden, voor zover zij tot die datum, of tijdens deze periode | van zes maanden, voor zover zij tot die datum, of tijdens deze periode |
onvrijwillig werkloos blijven. | onvrijwillig werkloos blijven. |
Deze aanvullende vergoeding is eveneens verschuldigd voor de periode | Deze aanvullende vergoeding is eveneens verschuldigd voor de periode |
die ligt tussen het einde van de arbeidsovereenkomst en de datum van | die ligt tussen het einde van de arbeidsovereenkomst en de datum van |
de wederopneming, voor zover deze periode ligt tussen 1 april en het | de wederopneming, voor zover deze periode ligt tussen 1 april en het |
einde van de lopende collectieve arbeidsovereenkomst. | einde van de lopende collectieve arbeidsovereenkomst. |
Het netto-referentieloon is datgene dat bepaald wordt door hoofdstuk | Het netto-referentieloon is datgene dat bepaald wordt door hoofdstuk |
III, D. van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 19 december | III, D. van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 19 december |
1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van | 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van |
aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers, | aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers, |
indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij | indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij |
koninklijk besluit van 16 januari 1975 en de collectieve | koninklijk besluit van 16 januari 1975 en de collectieve |
arbeidsovereenkomsten tot uitvoering ervan. | arbeidsovereenkomsten tot uitvoering ervan. |
Indien het paritair comité zich niet heeft kunnen uitspreken, kunnen | Indien het paritair comité zich niet heeft kunnen uitspreken, kunnen |
de betrokken arbeid(st)ers, de betrokken syndicale organisatie of de | de betrokken arbeid(st)ers, de betrokken syndicale organisatie of de |
patronale organisatie het geschil aanhangig maken bij de | patronale organisatie het geschil aanhangig maken bij de |
arbeidsrechtbank. | arbeidsrechtbank. |
Art. 24.1. In geval van economische werkloosheid wordt zoveel |
Art. 24.1. In geval van economische werkloosheid wordt zoveel |
mogelijk gewerkt met een beurtsysteem met inachtname van de | mogelijk gewerkt met een beurtsysteem met inachtname van de |
arbeidsorganisatie, de veiligheid en de beroepscategorie. | arbeidsorganisatie, de veiligheid en de beroepscategorie. |
Eventuele geschillen dienen te worden besproken met de syndicale | Eventuele geschillen dienen te worden besproken met de syndicale |
afvaardiging/ondernemingsraad. | afvaardiging/ondernemingsraad. |
2. Geschillen in verband met de toepassing van de arbeidswet van 16 | 2. Geschillen in verband met de toepassing van de arbeidswet van 16 |
maart 1971, meer bepaald omtrent het presteren van overuren, dienen | maart 1971, meer bepaald omtrent het presteren van overuren, dienen |
eveneens te worden besproken in de ondernemingsraad of, bij | eveneens te worden besproken in de ondernemingsraad of, bij |
ontstentenis daarvan, met de syndicale delegatie. | ontstentenis daarvan, met de syndicale delegatie. |
3. In geval van niet-vervanging, wanneer arbeid(st)ers | 3. In geval van niet-vervanging, wanneer arbeid(st)ers |
loopbaanonderbreking nemen, dient hieromtrent overleg te worden | loopbaanonderbreking nemen, dient hieromtrent overleg te worden |
gepleegd tussen de werkgever en de werknemersafgevaardigden. | gepleegd tussen de werkgever en de werknemersafgevaardigden. |
4. Kwesties die onopgelost blijven op ondernemingsvlak kunnen worden | 4. Kwesties die onopgelost blijven op ondernemingsvlak kunnen worden |
overgemaakt aan het "toezichtscomité" dat in de schoot van het | overgemaakt aan het "toezichtscomité" dat in de schoot van het |
Paritair Comité voor de steenbakkerij werd ingesteld. | Paritair Comité voor de steenbakkerij werd ingesteld. |
HOOFDSTUK XIII. - Eindejaarspremie | HOOFDSTUK XIII. - Eindejaarspremie |
Art. 25.Aan alle arbeid(st)ers wordt een eindejaarspremie toegekend, |
Art. 25.Aan alle arbeid(st)ers wordt een eindejaarspremie toegekend, |
waarvan het bedrag gelijk is aan het barema-uurloon van functieklasse | waarvan het bedrag gelijk is aan het barema-uurloon van functieklasse |
5, van kracht op 1 december, vermenigvuldigd met 164,66 uren. | 5, van kracht op 1 december, vermenigvuldigd met 164,66 uren. |
Art. 26.1. Het recht op de volledige eindejaarspremie wordt verworven |
Art. 26.1. Het recht op de volledige eindejaarspremie wordt verworven |
door de arbeid(st)ers op voorwaarde dat zij in de loop van het | door de arbeid(st)ers op voorwaarde dat zij in de loop van het |
dienstjaar voorzien in artikel 31 : | dienstjaar voorzien in artikel 31 : |
a) 241 dagen effectief hebben gepresteerd of gelijkgesteld; | a) 241 dagen effectief hebben gepresteerd of gelijkgesteld; |
b) niet ontslagen werden wegens dringende redenen. | b) niet ontslagen werden wegens dringende redenen. |
2. In geval dat in het dienstjaar minder dan 241 dagen gepresteerd | 2. In geval dat in het dienstjaar minder dan 241 dagen gepresteerd |
werden, of daarmee gelijkgesteld, wordt de eindejaarspremie berekend | werden, of daarmee gelijkgesteld, wordt de eindejaarspremie berekend |
naar rato van 1/241ste per gepresteerde of gelijkgestelde dag, | naar rato van 1/241ste per gepresteerde of gelijkgestelde dag, |
vermenigvuldigd met het in artikel 25 bepaald desbetreffend | vermenigvuldigd met het in artikel 25 bepaald desbetreffend |
minimumuurloon. | minimumuurloon. |
3. In het geval arbeid(st)ers genieten van | 3. In het geval arbeid(st)ers genieten van |
loopbaanonderbreking/tijdskrediet zal de eindejaarspremie naar rato de | loopbaanonderbreking/tijdskrediet zal de eindejaarspremie naar rato de |
gewerkte tijd berekend worden. | gewerkte tijd berekend worden. |
Naargelang de situatie zich voordoet gebeurt de berekening als volgt : | Naargelang de situatie zich voordoet gebeurt de berekening als volgt : |
a) wanneer de arbeid(st)ers gedurende het hele dienstjaar, zoals | a) wanneer de arbeid(st)ers gedurende het hele dienstjaar, zoals |
voorzien in artikel 31, van een voltijdse loopbaanonderbreking of | voorzien in artikel 31, van een voltijdse loopbaanonderbreking of |
tijdskrediet hebben genoten, hebben zij geen recht op een | tijdskrediet hebben genoten, hebben zij geen recht op een |
eindejaarspremie; | eindejaarspremie; |
b) wanneer de arbeid(st)ers gedurende het hele dienstjaar, zoals | b) wanneer de arbeid(st)ers gedurende het hele dienstjaar, zoals |
voorzien in artikel 31, van een loopbaanonderbreking of tijdskrediet | voorzien in artikel 31, van een loopbaanonderbreking of tijdskrediet |
hebben genoten in een deeltijds regime, zal het bedrag van de | hebben genoten in een deeltijds regime, zal het bedrag van de |
eindejaarspremie, zoals het in artikel 25 is vastgesteld, herleid | eindejaarspremie, zoals het in artikel 25 is vastgesteld, herleid |
worden naar rato de gewerkte tijd, naargelang het regime dat van | worden naar rato de gewerkte tijd, naargelang het regime dat van |
toepassing is (vier vijfden, halftijds of andere); | toepassing is (vier vijfden, halftijds of andere); |
c) wanneer de arbeid(st)ers gedurende een deel van het dienstjaar, | c) wanneer de arbeid(st)ers gedurende een deel van het dienstjaar, |
zoals voorzien in artikel 31, voltijds hebben gewerkt en gedurende een | zoals voorzien in artikel 31, voltijds hebben gewerkt en gedurende een |
deel loopbaanonderbreking of tijdskrediet hebben genoten, zal het | deel loopbaanonderbreking of tijdskrediet hebben genoten, zal het |
bedrag van de eindejaarspremie bestaan uit twee delen. | bedrag van de eindejaarspremie bestaan uit twee delen. |
Het ene deel is het deel verworven in de periode dat de arbeid(st)ers | Het ene deel is het deel verworven in de periode dat de arbeid(st)ers |
niet genoten van de loopbaanonderbreking of tijdskrediet. Het bedrag | niet genoten van de loopbaanonderbreking of tijdskrediet. Het bedrag |
van de eindejaarspremie, zoals het overeenkomstig artikel 25 is | van de eindejaarspremie, zoals het overeenkomstig artikel 25 is |
vastgesteld, wordt gedeeld door 24 en vermenigvuldigd met het aantal | vastgesteld, wordt gedeeld door 24 en vermenigvuldigd met het aantal |
halve maanden die niet vallen in de periode van loopbaanonderbreking | halve maanden die niet vallen in de periode van loopbaanonderbreking |
of tijdskrediet. | of tijdskrediet. |
Het andere deel is het deel verworven in de periode van het dienstjaar | Het andere deel is het deel verworven in de periode van het dienstjaar |
die samenvalt met loopbaanonderbreking of tijdskrediet. Het bedrag van | die samenvalt met loopbaanonderbreking of tijdskrediet. Het bedrag van |
de eindejaarspremie, zoals het overeenkomstig artikel 25 is | de eindejaarspremie, zoals het overeenkomstig artikel 25 is |
vastgesteld, wordt gedeeld door 24 en vermenigvuldigd met het aantal | vastgesteld, wordt gedeeld door 24 en vermenigvuldigd met het aantal |
halve maanden die vallen in de periode van loopbaanonderbreking of | halve maanden die vallen in de periode van loopbaanonderbreking of |
tijdskrediet. Het aldus bekomen bedrag wordt, pro rata de gewerkte | tijdskrediet. Het aldus bekomen bedrag wordt, pro rata de gewerkte |
tijd, herleid tot een nieuw bedrag dat, samen met het eerste deel, het | tijd, herleid tot een nieuw bedrag dat, samen met het eerste deel, het |
uiteindelijke bedrag van de eindejaarspremie uitmaakt. | uiteindelijke bedrag van de eindejaarspremie uitmaakt. |
Bij de onder dit punt 3, b) en 3, c) beschreven berekeningswijzen van | Bij de onder dit punt 3, b) en 3, c) beschreven berekeningswijzen van |
de eindejaarspremie dient eveneens rekening te worden gehouden met de | de eindejaarspremie dient eveneens rekening te worden gehouden met de |
overige bepalingen van dit hoofdstuk XIII. | overige bepalingen van dit hoofdstuk XIII. |
Art. 27.Het recht op eindejaarspremie wordt eveneens verworven door : |
Art. 27.Het recht op eindejaarspremie wordt eveneens verworven door : |
- de gepensioneerden; | - de gepensioneerden; |
- de bruggepensioneerden; | - de bruggepensioneerden; |
- rechthebbenden van de overleden arbeid(st)ers; | - rechthebbenden van de overleden arbeid(st)ers; |
- de arbeid(st)ers die vrijwillig de arbeidsovereenkomst hebben | - de arbeid(st)ers die vrijwillig de arbeidsovereenkomst hebben |
verbroken. | verbroken. |
Art. 28.Worden voor de toepassing van de artikelen 26 en 27 met |
Art. 28.Worden voor de toepassing van de artikelen 26 en 27 met |
arbeidsprestaties gelijkgesteld : | arbeidsprestaties gelijkgesteld : |
1° 1) de dagen waarop werkelijk arbeid wordt verricht, wanneer de duur | 1° 1) de dagen waarop werkelijk arbeid wordt verricht, wanneer de duur |
van de dagelijkse prestaties 7,6 uur overschrijdt en het aantal van | van de dagelijkse prestaties 7,6 uur overschrijdt en het aantal van |
deze dagen wekelijks minder dan vijf beloopt, wordt het aantal | deze dagen wekelijks minder dan vijf beloopt, wordt het aantal |
effectief gewerkte dagen verkregen door het aantal uren werkelijke | effectief gewerkte dagen verkregen door het aantal uren werkelijke |
arbeid tijdens het kwartaal te delen door 7,6. Indien dit quotiënt een | arbeid tijdens het kwartaal te delen door 7,6. Indien dit quotiënt een |
breuk bevat, wordt het tot de hogere eenheid afgerond; | breuk bevat, wordt het tot de hogere eenheid afgerond; |
2) de dagen waarop geen arbeid wordt verricht, maar waarvoor de | 2) de dagen waarop geen arbeid wordt verricht, maar waarvoor de |
werkgever aan de arbeid(st)ers een loon moet betalen, dat aanleiding | werkgever aan de arbeid(st)ers een loon moet betalen, dat aanleiding |
geeft tot berekening van bijdragen. | geeft tot berekening van bijdragen. |
Het zijn inzonderheid de wettelijke feestdagen, de dagen van klein | Het zijn inzonderheid de wettelijke feestdagen, de dagen van klein |
verlet, de dagen tijdens welke de arbeid is geschorst met behoud van | verlet, de dagen tijdens welke de arbeid is geschorst met behoud van |
het recht op het volledig of gedeeltelijk loon, enz.; | het recht op het volledig of gedeeltelijk loon, enz.; |
3) de inhaalrustdagen toegekend krachtens de wetgeving op de | 3) de inhaalrustdagen toegekend krachtens de wetgeving op de |
arbeidsduur en bestemd om de werkelijke arbeidsduur op een gemiddelde | arbeidsduur en bestemd om de werkelijke arbeidsduur op een gemiddelde |
van 38 uren te brengen; | van 38 uren te brengen; |
4) de bijkomende conventionele verlofdagen; | 4) de bijkomende conventionele verlofdagen; |
5) de dag waarop geen arbeid wordt verricht of die niet betaald is | 5) de dag waarop geen arbeid wordt verricht of die niet betaald is |
tijdens elk van de weken die vijf arbeidsdagen bevatten, behorende tot | tijdens elk van de weken die vijf arbeidsdagen bevatten, behorende tot |
hoger vermelde categorieën 1 tot 4, wanneer de wekelijkse arbeid van | hoger vermelde categorieën 1 tot 4, wanneer de wekelijkse arbeid van |
de arbeid(st)ers nu eens over vijf dagen, dan weer over meer dan vijf | de arbeid(st)ers nu eens over vijf dagen, dan weer over meer dan vijf |
dagen in de loop van het kwartaal is verdeeld; | dagen in de loop van het kwartaal is verdeeld; |
6) de dagen verlof om dwingende redenen; | 6) de dagen verlof om dwingende redenen; |
7) de dagen betaald educatief verlof; | 7) de dagen betaald educatief verlof; |
8) de dagen syndicaal verlof. | 8) de dagen syndicaal verlof. |
Elk daggedeelte, ongeacht de duur van de arbeidsprestaties of het | Elk daggedeelte, ongeacht de duur van de arbeidsprestaties of het |
bedrag van het loon dat hierop betrekking heeft, moet als een | bedrag van het loon dat hierop betrekking heeft, moet als een |
volledige dag worden aangezien. | volledige dag worden aangezien. |
2° 1. a) de dagen van arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte of | 2° 1. a) de dagen van arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte of |
ongeval, met uitsluiting van arbeidsongeval, voor een maximumduur van | ongeval, met uitsluiting van arbeidsongeval, voor een maximumduur van |
zes kalendermaanden; | zes kalendermaanden; |
b) de dagen van arbeidsongeschiktheid ingevolge arbeidsongeval en/of | b) de dagen van arbeidsongeschiktheid ingevolge arbeidsongeval en/of |
beroepsziekten; | beroepsziekten; |
c) de dagen van onvrijwillige werkloosheid ingevolge schorsing van de | c) de dagen van onvrijwillige werkloosheid ingevolge schorsing van de |
arbeidsovereenkomst wegens slecht weer, economische oorzaken en | arbeidsovereenkomst wegens slecht weer, economische oorzaken en |
technische stoornis overeenkomstig respectievelijk artikelen 49, 50 en | technische stoornis overeenkomstig respectievelijk artikelen 49, 50 en |
51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten | 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten |
voor een maximumduur van vier kalendermaanden. | voor een maximumduur van vier kalendermaanden. |
2. Indien geen arbeidsprestaties geleverd worden zoals voorzien in | 2. Indien geen arbeidsprestaties geleverd worden zoals voorzien in |
artikel 26, 1, a) en artikel 27 is de uitwerking van de | artikel 26, 1, a) en artikel 27 is de uitwerking van de |
gelijkstellingen voorzien in vorige paragraaf 1 beperkt tot het | gelijkstellingen voorzien in vorige paragraaf 1 beperkt tot het |
dienstjaar volgend op datgene tijdens hetwelk de arbeidsongeschiktheid | dienstjaar volgend op datgene tijdens hetwelk de arbeidsongeschiktheid |
bedoeld bij paragraaf 1, a) of de onvrijwillige werkloosheid, voorzien | bedoeld bij paragraaf 1, a) of de onvrijwillige werkloosheid, voorzien |
in paragraaf 1, c) is ontstaan. | in paragraaf 1, c) is ontstaan. |
Art. 29.Een ongeoorloofde afwezigheid van meer dan één dag per maand |
Art. 29.Een ongeoorloofde afwezigheid van meer dan één dag per maand |
geeft, voor elke bijkomende dag ongeoorloofde afwezigheid, aanleiding | geeft, voor elke bijkomende dag ongeoorloofde afwezigheid, aanleiding |
tot vermindering van de eindejaarspremie met het bedrag gelijk aan het | tot vermindering van de eindejaarspremie met het bedrag gelijk aan het |
verworven recht voor vijf arbeidsdagen. Deze vermindering is nochtans | verworven recht voor vijf arbeidsdagen. Deze vermindering is nochtans |
beperkt tot het bedrag van de eindejaarspremie dat betrekking heeft op | beperkt tot het bedrag van de eindejaarspremie dat betrekking heeft op |
het maximum aantal arbeidsdagen van de betrokken maand. | het maximum aantal arbeidsdagen van de betrokken maand. |
Art. 30.De uitbetaling van de eindejaarspremie heeft plaats vóór 20 |
Art. 30.De uitbetaling van de eindejaarspremie heeft plaats vóór 20 |
december. | december. |
Art. 31.Onder het in de artikelen 26, 27 en 28 bedoeld "dienstjaar" |
Art. 31.Onder het in de artikelen 26, 27 en 28 bedoeld "dienstjaar" |
dient te worden verstaan : de periode gaande van 1 december tot 30 | dient te worden verstaan : de periode gaande van 1 december tot 30 |
november van het volgend kalenderjaar. | november van het volgend kalenderjaar. |
HOOFDSTUK XIV. - Bestaanszekerheidsvergoeding | HOOFDSTUK XIV. - Bestaanszekerheidsvergoeding |
Art. 32.De in artikel 1 bedoelde arbeid(st)ers hebben recht op de |
Art. 32.De in artikel 1 bedoelde arbeid(st)ers hebben recht op de |
toekenning van een bestaanszekerheidsvergoeding op voorwaarde dat zij | toekenning van een bestaanszekerheidsvergoeding op voorwaarde dat zij |
in de onderneming : | in de onderneming : |
- de vereiste arbeidsprestaties geleverd hebben; | - de vereiste arbeidsprestaties geleverd hebben; |
- onvrijwillig werkloos werden gesteld; | - onvrijwillig werkloos werden gesteld; |
- en recht hebben op werkloosheidsuitkeringen. | - en recht hebben op werkloosheidsuitkeringen. |
Art. 33.De bestaanszekerheidsvergoeding bedraagt per in aanmerking |
Art. 33.De bestaanszekerheidsvergoeding bedraagt per in aanmerking |
komende werkloosheidsdag : | komende werkloosheidsdag : |
Vanaf 1 januari 2016 : | Vanaf 1 januari 2016 : |
- 8,40 EUR vanaf de 1ste dag werkloosheid; | - 8,40 EUR vanaf de 1ste dag werkloosheid; |
- 2,00 EUR na uitputting van het aantal dagen zoals hierna bepaald in | - 2,00 EUR na uitputting van het aantal dagen zoals hierna bepaald in |
artikelen 34 tot 41; conform de wet van 12 april 2011. | artikelen 34 tot 41; conform de wet van 12 april 2011. |
Het bedrag van de bestaanszekerheidsvergoeding wordt bij aanvang van | Het bedrag van de bestaanszekerheidsvergoeding wordt bij aanvang van |
een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst herberekend. | een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst herberekend. |
Art. 34.Voor de toepassing van onderhavige beschikkingen wordt als |
Art. 34.Voor de toepassing van onderhavige beschikkingen wordt als |
dienstjaar beschouwd, de periode ingaande op 1 april van elk jaar en | dienstjaar beschouwd, de periode ingaande op 1 april van elk jaar en |
eindigend op 31 maart van het volgend jaar. | eindigend op 31 maart van het volgend jaar. |
Art. 35.Het recht op bestaanszekerheidsvergoeding wordt verworven |
Art. 35.Het recht op bestaanszekerheidsvergoeding wordt verworven |
voor een periode die bepaald wordt naar verhouding tot de duur van de | voor een periode die bepaald wordt naar verhouding tot de duur van de |
tewerkstelling in dezelfde onderneming in de loop van het dienstjaar | tewerkstelling in dezelfde onderneming in de loop van het dienstjaar |
naar rato van één dag recht per dag arbeid of daarmee gelijkgestelde | naar rato van één dag recht per dag arbeid of daarmee gelijkgestelde |
dag evenwel begrensd tot een maximum van honderdtweeëndertig dagen in | dag evenwel begrensd tot een maximum van honderdtweeëndertig dagen in |
eenzelfde dienstjaar. | eenzelfde dienstjaar. |
Art. 36.1. Wanneer op het einde van het dienstjaar het verworven |
Art. 36.1. Wanneer op het einde van het dienstjaar het verworven |
recht op bestaanszekerheidsvergoeding niet uitgeput is, kan het | recht op bestaanszekerheidsvergoeding niet uitgeput is, kan het |
niet-uitgeput gedeelte voor maximum zesenzestig dagen en enkel in de | niet-uitgeput gedeelte voor maximum zesenzestig dagen en enkel in de |
loop van het eerste kwartaal van het daaropvolgend dienstjaar (2de | loop van het eerste kwartaal van het daaropvolgend dienstjaar (2de |
kalenderkwartaal) verder uitgeput worden, dit onverminderd het recht | kalenderkwartaal) verder uitgeput worden, dit onverminderd het recht |
verworven in de loop van het nieuw dienstjaar. | verworven in de loop van het nieuw dienstjaar. |
2. Wanneer op het einde van het dienstjaar het recht op | 2. Wanneer op het einde van het dienstjaar het recht op |
bestaanszekerheidsvergoeding uitgeput is en in geval van onvrijwillige | bestaanszekerheidsvergoeding uitgeput is en in geval van onvrijwillige |
werkloosheid met ingang van het daaropvolgend dienstjaar zonder dat | werkloosheid met ingang van het daaropvolgend dienstjaar zonder dat |
een recht of een voldoende recht voor dit dienstjaar werd verworven, | een recht of een voldoende recht voor dit dienstjaar werd verworven, |
geven deze werkloosheidsdagen aanleiding tot uitkering van | geven deze werkloosheidsdagen aanleiding tot uitkering van |
bestaanszekerheidsvergoeding, op voorwaarde dat hiervoor een recht | bestaanszekerheidsvergoeding, op voorwaarde dat hiervoor een recht |
verworven werd door een tewerkstelling na voornoemde onvrijwillige | verworven werd door een tewerkstelling na voornoemde onvrijwillige |
werkloosheid. | werkloosheid. |
Art. 37.Voor de toepassing van artikel 35, gelden de volgende regels |
Art. 37.Voor de toepassing van artikel 35, gelden de volgende regels |
: | : |
1. de duur van de tewerkstelling wordt berekend vanaf de datum van de | 1. de duur van de tewerkstelling wordt berekend vanaf de datum van de |
aanwerving en ten vroegste vanaf 1 april van elk jaar; | aanwerving en ten vroegste vanaf 1 april van elk jaar; |
2. zowel bij toepassing van de zesdagenweek als van de vijfdagenweek | 2. zowel bij toepassing van de zesdagenweek als van de vijfdagenweek |
worden de zaterdagen en de zondagen niet meegerekend; | worden de zaterdagen en de zondagen niet meegerekend; |
3. voor de gestempelde zaterdagen wordt geen | 3. voor de gestempelde zaterdagen wordt geen |
bestaanszekerheidsvergoeding betaald; | bestaanszekerheidsvergoeding betaald; |
4. arbeidsprestaties verricht in éénzelfde onderneming en onvrijwillig | 4. arbeidsprestaties verricht in éénzelfde onderneming en onvrijwillig |
onderbroken worden samengeteld. | onderbroken worden samengeteld. |
Art. 38.Wanneer de arbeid(st)ers in een onder artikel 1 bedoelde |
Art. 38.Wanneer de arbeid(st)ers in een onder artikel 1 bedoelde |
onderneming in de loop van het dienstjaar, tijdelijk onvrijwillig | onderneming in de loop van het dienstjaar, tijdelijk onvrijwillig |
werkloos gesteld worden en nadien in dienst genomen worden door een | werkloos gesteld worden en nadien in dienst genomen worden door een |
onderneming behorende tot een andere bedrijfstak, behouden zij hun | onderneming behorende tot een andere bedrijfstak, behouden zij hun |
recht op bestaanszekerheidsvergoeding, verworven bij de onderneming | recht op bestaanszekerheidsvergoeding, verworven bij de onderneming |
bedoeld in artikel 1, zonder dat dit een verhoging van het verworven | bedoeld in artikel 1, zonder dat dit een verhoging van het verworven |
recht mag ten gevolge hebben. | recht mag ten gevolge hebben. |
Indien in de loop van het dienstjaar de arbeidsovereenkomst van | Indien in de loop van het dienstjaar de arbeidsovereenkomst van |
arbeid(st)ers wordt verbroken door een onder artikel 1 bedoelde | arbeid(st)ers wordt verbroken door een onder artikel 1 bedoelde |
onderneming en deze arbeid(st)ers in een andere onderneming bedoeld in | onderneming en deze arbeid(st)ers in een andere onderneming bedoeld in |
artikel 1 worden tewerkgesteld, zal de duur van de arbeid verricht in | artikel 1 worden tewerkgesteld, zal de duur van de arbeid verricht in |
beide ondernemingen worden samengeteld voor het bepalen van het | beide ondernemingen worden samengeteld voor het bepalen van het |
krachtens artikel 35 verworven recht op bestaanszekerheidsvergoeding. | krachtens artikel 35 verworven recht op bestaanszekerheidsvergoeding. |
Deze wordt betaald door de laatste werkgever van de belanghebbenden | Deze wordt betaald door de laatste werkgever van de belanghebbenden |
voor het in zijn dienst verworven recht en gebeurlijk voor het overige | voor het in zijn dienst verworven recht en gebeurlijk voor het overige |
gedeelte van hun recht door hun voorgaande werkgevers bij toepassing | gedeelte van hun recht door hun voorgaande werkgevers bij toepassing |
van artikelen 32, 35 en 37 voor zover het verworven recht strekt. | van artikelen 32, 35 en 37 voor zover het verworven recht strekt. |
Art. 39.Het recht op bestaanszekerheidsvergoeding vervalt : |
Art. 39.Het recht op bestaanszekerheidsvergoeding vervalt : |
1. op het einde van het dienstjaar, behoudens uitzondering voorzien | 1. op het einde van het dienstjaar, behoudens uitzondering voorzien |
artikel 36; | artikel 36; |
2. indien de arbeid(st)ers die het voordeel van de | 2. indien de arbeid(st)ers die het voordeel van de |
bestaanszekerheidsvergoeding genieten, geen gevolg geven aan het | bestaanszekerheidsvergoeding genieten, geen gevolg geven aan het |
gebeurlijk verzoek van de werkgever om de arbeid onmiddellijk te | gebeurlijk verzoek van de werkgever om de arbeid onmiddellijk te |
hervatten. | hervatten. |
In afwijking op de bepalingen van 2 hierboven vervalt het recht op | In afwijking op de bepalingen van 2 hierboven vervalt het recht op |
bestaanszekerheidsvergoeding niet indien de arbeid(st)ers geen gevolg | bestaanszekerheidsvergoeding niet indien de arbeid(st)ers geen gevolg |
geven aan het gebeurlijk verzoek van de werkgever gedaan na 22 | geven aan het gebeurlijk verzoek van de werkgever gedaan na 22 |
september om de arbeid onmiddellijk te hervatten. Dit recht vervalt | september om de arbeid onmiddellijk te hervatten. Dit recht vervalt |
wel, indien de betrokken arbeid(st)ers werkloos zijn op het ogenblik | wel, indien de betrokken arbeid(st)ers werkloos zijn op het ogenblik |
van dit verzoek. | van dit verzoek. |
Art. 40.Worden voor de toepassing van onderhavige overeenkomst met |
Art. 40.Worden voor de toepassing van onderhavige overeenkomst met |
arbeid gelijkgesteld : | arbeid gelijkgesteld : |
1. a) de dagen waarop werkelijk arbeid wordt verricht, wanneer de duur | 1. a) de dagen waarop werkelijk arbeid wordt verricht, wanneer de duur |
van de dagelijkse prestaties 8 uren overschrijdt en het aantal dezer | van de dagelijkse prestaties 8 uren overschrijdt en het aantal dezer |
dagen wekelijks minder dan 5 beloopt wordt het aantal effectief | dagen wekelijks minder dan 5 beloopt wordt het aantal effectief |
gewerkte dagen verkregen door het aantal uren werkelijke arbeid | gewerkte dagen verkregen door het aantal uren werkelijke arbeid |
tijdens het kwartaal door 8 te delen. Indien dit quotiënt een breuk | tijdens het kwartaal door 8 te delen. Indien dit quotiënt een breuk |
bevat, dan wordt het tot de hogere eenheid afgerond; | bevat, dan wordt het tot de hogere eenheid afgerond; |
b) de dagen waarop geen arbeid wordt verricht, maar waarvoor de | b) de dagen waarop geen arbeid wordt verricht, maar waarvoor de |
werkgever aan de arbeid(st)er een loon moet betalen, dat aanleiding | werkgever aan de arbeid(st)er een loon moet betalen, dat aanleiding |
geeft tot berekening van bijdragen. Het zijn inzonderheid de | geeft tot berekening van bijdragen. Het zijn inzonderheid de |
wettelijke feestdagen, de dagen van klein verlet, de dagen tijdens | wettelijke feestdagen, de dagen van klein verlet, de dagen tijdens |
welke de arbeid is geschorst met behoud van het recht op het volledig | welke de arbeid is geschorst met behoud van het recht op het volledig |
of gedeeltelijk loon, enz.; | of gedeeltelijk loon, enz.; |
c) de inhaalrustdagen toegekend krachtens de wetgeving op de | c) de inhaalrustdagen toegekend krachtens de wetgeving op de |
arbeidsduur en bestemd om de wekelijkse arbeidsduur op een gemiddelde | arbeidsduur en bestemd om de wekelijkse arbeidsduur op een gemiddelde |
van veertig uren of minder te brengen; | van veertig uren of minder te brengen; |
d) de wettelijke en bijkomende vakantiedagen tot beloop van de dagen | d) de wettelijke en bijkomende vakantiedagen tot beloop van de dagen |
van gewone activiteit; | van gewone activiteit; |
e) de dag waarop geen arbeid wordt verricht of die niet betaald is | e) de dag waarop geen arbeid wordt verricht of die niet betaald is |
tijdens elk van de weken die vijf arbeidsdagen bevatten, behorende tot | tijdens elk van de weken die vijf arbeidsdagen bevatten, behorende tot |
hogervermelde categorieën a) tot d), wanneer de wekelijkse arbeid van | hogervermelde categorieën a) tot d), wanneer de wekelijkse arbeid van |
de werknemer nu eens over 5 dagen dan weer over meer dan 5 dagen in de | de werknemer nu eens over 5 dagen dan weer over meer dan 5 dagen in de |
loop van het kwartaal is verdeeld; | loop van het kwartaal is verdeeld; |
f) de dagen verlof om dwingende redenen. | f) de dagen verlof om dwingende redenen. |
Elk daggedeelte, ongeacht de duur van de arbeidsprestatie of het | Elk daggedeelte, ongeacht de duur van de arbeidsprestatie of het |
bedrag van het loon dat hierop betrekking heeft, moet als een | bedrag van het loon dat hierop betrekking heeft, moet als een |
volledige dag worden aangezien. | volledige dag worden aangezien. |
2. a) de dagen van werkonbekwaamheid uit oorzaak van ziekte of | 2. a) de dagen van werkonbekwaamheid uit oorzaak van ziekte of |
ongeval, met uitsluiting van arbeidsongeval, voor een maximumduur van | ongeval, met uitsluiting van arbeidsongeval, voor een maximumduur van |
dertig kalenderdagen. | dertig kalenderdagen. |
Voor het vaststellen van deze gelijkstelling zijn de bepalingen van | Voor het vaststellen van deze gelijkstelling zijn de bepalingen van |
artikel 52 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | artikel 52 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten, en van de artikelen 3 en 5 van de collectieve | arbeidsovereenkomsten, en van de artikelen 3 en 5 van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 12bis, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op | arbeidsovereenkomst nr. 12bis, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op |
26 februari 1979, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk | 26 februari 1979, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk |
besluit van 23 maart 1979, van toepassing; | besluit van 23 maart 1979, van toepassing; |
b) de dagen van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een | b) de dagen van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een |
arbeidsongeval vanaf de datum van het ongeval tot het werk wordt | arbeidsongeval vanaf de datum van het ongeval tot het werk wordt |
hervat of de invaliditeit definitief is geconsolideerd. | hervat of de invaliditeit definitief is geconsolideerd. |
Art. 41.Voor een maximum van 30 dagen van het lopend dienstjaar geven |
Art. 41.Voor een maximum van 30 dagen van het lopend dienstjaar geven |
de dagen werkloosheid, waarvoor uit oorzaak van ziekte geen | de dagen werkloosheid, waarvoor uit oorzaak van ziekte geen |
stempelcontrole heeft kunnen plaatshebben, recht op uitkering van de | stempelcontrole heeft kunnen plaatshebben, recht op uitkering van de |
bestaanszekerheidsvergoeding, op voorwaarde dat door de betrokkene een | bestaanszekerheidsvergoeding, op voorwaarde dat door de betrokkene een |
attest wordt voorgelegd, uitgaande van de mutualiteit, waarbij hij | attest wordt voorgelegd, uitgaande van de mutualiteit, waarbij hij |
aangesloten is en waaruit blijkt dat de ziektevergoeding voor die | aangesloten is en waaruit blijkt dat de ziektevergoeding voor die |
bepaalde dagen verworven is. | bepaalde dagen verworven is. |
De in vorig lid bedoelde uitkering houdt op te worden verstrekt op de | De in vorig lid bedoelde uitkering houdt op te worden verstrekt op de |
dag waarop het werk door de betrokken arbeid(st)ers normaal moest | dag waarop het werk door de betrokken arbeid(st)ers normaal moest |
hervat worden, indien zij niet arbeidsongeschikt waren geweest uit | hervat worden, indien zij niet arbeidsongeschikt waren geweest uit |
oorzaak van ziekte. | oorzaak van ziekte. |
In afwijking van de artikelen 32 en 35 wordt, voor de geldigheidsduur | In afwijking van de artikelen 32 en 35 wordt, voor de geldigheidsduur |
van het koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden | van het koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden |
waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de | waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de |
uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor arbeid(st)ers schorst voor | uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor arbeid(st)ers schorst voor |
de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij | de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij |
ressorteren, tijdens het tweede en derde kwartaal een recht op | ressorteren, tijdens het tweede en derde kwartaal een recht op |
bestaanszekerheid verworven van 10 dagen a rato van 25 dagen | bestaanszekerheid verworven van 10 dagen a rato van 25 dagen |
onvrijwillige werkloosheid met een maximum van 50 dagen | onvrijwillige werkloosheid met een maximum van 50 dagen |
bestaanszekerheid. | bestaanszekerheid. |
HOOFDSTUK XV. - Sectoraal pensioenplan | HOOFDSTUK XV. - Sectoraal pensioenplan |
Art. 42.In een sectoraal pensioenplan dat sinds 2011 werd ingevoerd |
Art. 42.In een sectoraal pensioenplan dat sinds 2011 werd ingevoerd |
zal door de werkgevers op de individuele pensioenrekening van de | zal door de werkgevers op de individuele pensioenrekening van de |
individuele arbeid(st)ers een nettopremie worden gestort van 135 EUR | individuele arbeid(st)ers een nettopremie worden gestort van 135 EUR |
per jaar. | per jaar. |
De modaliteiten werden vastgelegd in een afzonderlijke collectieve | De modaliteiten werden vastgelegd in een afzonderlijke collectieve |
arbeidsovereenkomst van 10 februari 2012 tot invoering van een | arbeidsovereenkomst van 10 februari 2012 tot invoering van een |
sectoraal aanvullend pensioenstelsel. | sectoraal aanvullend pensioenstelsel. |
HOOFDSTUK XVI. - Verzekering medische kosten | HOOFDSTUK XVI. - Verzekering medische kosten |
Art. 43.Met ingang vanaf 1 januari 2004 werd voor de actieve |
Art. 43.Met ingang vanaf 1 januari 2004 werd voor de actieve |
arbeid(st)ers een verzekeringspolis "Medische kosten" afgesloten. | arbeid(st)ers een verzekeringspolis "Medische kosten" afgesloten. |
De premie die op 1 januari 2004 op jaarbasis 75 EUR bedroeg kan | De premie die op 1 januari 2004 op jaarbasis 75 EUR bedroeg kan |
jaarlijks door de verzekeringsmaatschappij worden herzien | jaarlijks door de verzekeringsmaatschappij worden herzien |
overeenkomstig de bepalingen zoals voorzien in de verzekeringspolis. | overeenkomstig de bepalingen zoals voorzien in de verzekeringspolis. |
Deze verzekering medische kosten is niet van toepassing op de | Deze verzekering medische kosten is niet van toepassing op de |
jobstudenten. | jobstudenten. |
Tijdens de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst zal een | Tijdens de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst zal een |
evaluatievergadering met de verzekeringsmaatschappij (AG Insurance) | evaluatievergadering met de verzekeringsmaatschappij (AG Insurance) |
worden georganiseerd. Tijdens deze evaluatiebijeenkomst zal bijzondere | worden georganiseerd. Tijdens deze evaluatiebijeenkomst zal bijzondere |
aandacht worden besteed aan de faciliteiten voor de gezinsleden en de | aandacht worden besteed aan de faciliteiten voor de gezinsleden en de |
tarieven in geval van verderzetting van de polis nadat arbeid(st)ers | tarieven in geval van verderzetting van de polis nadat arbeid(st)ers |
op brugpensioen of op pensioen zijn gegaan. | op brugpensioen of op pensioen zijn gegaan. |
HOOFDSTUK XVII. - Nieuwe functieclassificatie | HOOFDSTUK XVII. - Nieuwe functieclassificatie |
Art. 44.Met ingang vanaf 1 juni 2011 is de collectieve |
Art. 44.Met ingang vanaf 1 juni 2011 is de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 22 februari 2011 betreffende de implementatie | arbeidsovereenkomst van 22 februari 2011 betreffende de implementatie |
en de indelingsprocedure van de functieclassificatie in voege | en de indelingsprocedure van de functieclassificatie in voege |
getreden. | getreden. |
HOOFDSTUK XVIII. - Loonvoorwaarden in een volcontinu systeem | HOOFDSTUK XVIII. - Loonvoorwaarden in een volcontinu systeem |
Art. 45.De loonvoorwaarden van arbeid(st)ers die werken in een |
Art. 45.De loonvoorwaarden van arbeid(st)ers die werken in een |
overbruggingsploeg (zaterdag en zondag) in bedrijven die werken in een | overbruggingsploeg (zaterdag en zondag) in bedrijven die werken in een |
volcontinu systeem kunnen op ondernemingsvlak worden vastgelegd in een | volcontinu systeem kunnen op ondernemingsvlak worden vastgelegd in een |
collectieve arbeidsovereenkomst. | collectieve arbeidsovereenkomst. |
HOOFDSTUK XIX. - Geldigheidsduur | HOOFDSTUK XIX. - Geldigheidsduur |
Art. 46.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 46.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
ingang van 1 januari 2015 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari | ingang van 1 januari 2015 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari |
2017, met uitzondering van hoofdstuk II betreffende de arbeidsduur | 2017, met uitzondering van hoofdstuk II betreffende de arbeidsduur |
hetwelk voor onbepaalde tijd wordt afgesloten. | hetwelk voor onbepaalde tijd wordt afgesloten. |
Dit laatste kan door één der partijen worden opgezegd mits | Dit laatste kan door één der partijen worden opgezegd mits |
inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden vóór de vervaldag. | inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden vóór de vervaldag. |
De opzegging wordt bij een per post aangetekende brief gericht aan de | De opzegging wordt bij een per post aangetekende brief gericht aan de |
voorzitter van het Paritair Comité voor de steenbakkerij en aan de | voorzitter van het Paritair Comité voor de steenbakkerij en aan de |
organisaties vertegenwoordigd in voornoemd paritair comité. | organisaties vertegenwoordigd in voornoemd paritair comité. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 november | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 november |
2016. | 2016. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |