Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende het sectoraal akkoord | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende het sectoraal akkoord |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
6 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 6 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november |
2006, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het | 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het |
breiwerk, betreffende het sectoraal akkoord (1) | breiwerk, betreffende het sectoraal akkoord (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielnijverheid | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielnijverheid |
en het breiwerk; | en het breiwerk; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2006, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2006, |
gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het | gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het |
breiwerk, betreffende het sectoraal akkoord. | breiwerk, betreffende het sectoraal akkoord. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Gegeven te Brussel, 6 november 2007. | Gegeven te Brussel, 6 november 2007. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk | Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2006 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2006 |
Sectoraal akkoord (Overeenkomst geregistreerd op 12 januari 2007 onder | Sectoraal akkoord (Overeenkomst geregistreerd op 12 januari 2007 onder |
het nummer 81537/CO/120) | het nummer 81537/CO/120) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
alle textiel- en breigoed-ondernemingen en op alle erin tewerkgestelde | alle textiel- en breigoed-ondernemingen en op alle erin tewerkgestelde |
arbeiders en arbeidsters (hierna werklieden genoemd) die onder de | arbeiders en arbeidsters (hierna werklieden genoemd) die onder de |
bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid | bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid |
en het breiwerk, met uitzondering van de NV Celanese waarvoor artikel | en het breiwerk, met uitzondering van de NV Celanese waarvoor artikel |
11 en de hoofdstukken VI, VII en IX evenwel van toepassing zijn en met | 11 en de hoofdstukken VI, VII en IX evenwel van toepassing zijn en met |
uitzondering van de ondernemingen en de erin tewerkgestelde werklieden | uitzondering van de ondernemingen en de erin tewerkgestelde werklieden |
die onder de bevoegdheid vallen van de Paritaire Subcomités voor | die onder de bevoegdheid vallen van de Paritaire Subcomités voor |
textiel Verviers (P.S.C. 120.01), voor het vlas (P.S.C. 120.02) en | textiel Verviers (P.S.C. 120.01), voor het vlas (P.S.C. 120.02) en |
voor de jute (P.S.C. 120.03). | voor de jute (P.S.C. 120.03). |
HOOFDSTUK II. - Tewerkstellingsverbintenissen | HOOFDSTUK II. - Tewerkstellingsverbintenissen |
Art. 2.De tewerkstellingsverbintenissen, zoals bedoeld in de |
Art. 2.De tewerkstellingsverbintenissen, zoals bedoeld in de |
artikelen 10 en 11 van de algemene nationale collectieve | artikelen 10 en 11 van de algemene nationale collectieve |
arbeidsovereenkomst van 13 juni 2005 worden verlengd voor de jaren | arbeidsovereenkomst van 13 juni 2005 worden verlengd voor de jaren |
2007 tot en met 2010. | 2007 tot en met 2010. |
HOOFDSTUK III. - Tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering | HOOFDSTUK III. - Tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering |
van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking | van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking |
Art. 3.Overeenkomstig de mogelijkheden geboden door de collectieve |
Art. 3.Overeenkomstig de mogelijkheden geboden door de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 van de Nationale | arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 van de Nationale |
Arbeidsraad tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. | Arbeidsraad tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. |
77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van | 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van |
tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de | tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de |
arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gewijzigd door de | arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gewijzigd door de |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002, worden | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002, worden |
volgende afwijkingen waarvan sprake in de hiernavolgende artikelen 4 | volgende afwijkingen waarvan sprake in de hiernavolgende artikelen 4 |
tot en met 9 overeengekomen. | tot en met 9 overeengekomen. |
Art. 4.In uitvoering van artikel 2, § 3, van de voornoemde |
Art. 4.In uitvoering van artikel 2, § 3, van de voornoemde |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt voor de werklieden | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt voor de werklieden |
tewerkgesteld in de volle of halve overbruggingsploegen de toepassing | tewerkgesteld in de volle of halve overbruggingsploegen de toepassing |
van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis beperkt | van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis beperkt |
tot het stelsel van tijdskrediet waarbij de arbeidsprestaties volledig | tot het stelsel van tijdskrediet waarbij de arbeidsprestaties volledig |
worden geschorst. | worden geschorst. |
Tevens wordt gesteld dat geen andere uitsluitingen uit het | Tevens wordt gesteld dat geen andere uitsluitingen uit het |
toepassingsgebied van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst | toepassingsgebied van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst |
nr. 77bis op ondernemingsvlak kunnen worden doorgevoerd. | nr. 77bis op ondernemingsvlak kunnen worden doorgevoerd. |
Art. 5.In uitvoering van artikel 3, § 2, van de voornoemde |
Art. 5.In uitvoering van artikel 3, § 2, van de voornoemde |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt de duur van | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt de duur van |
uitoefening van het recht op tijdskrediet van 1 jaar op 5 jaar | uitoefening van het recht op tijdskrediet van 1 jaar op 5 jaar |
gebracht over de gehele loopbaan. | gebracht over de gehele loopbaan. |
Het opnemen van het tijdskrediet na uitputting van het eerste jaar | Het opnemen van het tijdskrediet na uitputting van het eerste jaar |
gebeurt per periode van 12 maanden. Hiervan kan op ondernemingsvlak | gebeurt per periode van 12 maanden. Hiervan kan op ondernemingsvlak |
niet worden afgeweken. | niet worden afgeweken. |
Art. 6.In uitvoering van artikel 6, § 2, van de voornoemde |
Art. 6.In uitvoering van artikel 6, § 2, van de voornoemde |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt voor de werklieden, | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt voor de werklieden, |
tewerkgesteld in ploegen, het recht op 1/5 loopbaanvermindering | tewerkgesteld in ploegen, het recht op 1/5 loopbaanvermindering |
toegekend ten belope van één dag per week of een gelijkwaardige | toegekend ten belope van één dag per week of een gelijkwaardige |
regeling. Er worden geen halve dagen toegekend aan | regeling. Er worden geen halve dagen toegekend aan |
ploegenarbeiders(sters). | ploegenarbeiders(sters). |
Art. 7.In uitvoering van artikel 9, § 2, van de voornoemde |
Art. 7.In uitvoering van artikel 9, § 2, van de voornoemde |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt de vermindering van de | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt de vermindering van de |
arbeidsprestaties voor de werklieden van 50 jaar en ouder, | arbeidsprestaties voor de werklieden van 50 jaar en ouder, |
tewerkgesteld in ploegen, toegekend ten belope van één dag per week of | tewerkgesteld in ploegen, toegekend ten belope van één dag per week of |
een gelijkwaardige regeling. Er worden geen halve dagen toegekend aan | een gelijkwaardige regeling. Er worden geen halve dagen toegekend aan |
ploegenarbeiders. | ploegenarbeiders. |
Art. 8.Voor de toepassing van artikel 15, § 5, 1e alinea van de |
Art. 8.Voor de toepassing van artikel 15, § 5, 1e alinea van de |
voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst 77bis wordt de "één | voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst 77bis wordt de "één |
eenheid" vervangen door "twee eenheden". | eenheid" vervangen door "twee eenheden". |
Art. 9.In uitvoering van artikel 15, § 7, van de voornoemde |
Art. 9.In uitvoering van artikel 15, § 7, van de voornoemde |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis komen de partijen overeen de | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis komen de partijen overeen de |
drempel waarvan sprake in artikel 15, § 1, van voornoemde collectieve | drempel waarvan sprake in artikel 15, § 1, van voornoemde collectieve |
arbeidsovereenkomst niet te wijzigen. | arbeidsovereenkomst niet te wijzigen. |
Op ondernemingsvlak kan deze drempel verhoogd worden : | Op ondernemingsvlak kan deze drempel verhoogd worden : |
- hetzij op initiatief van de werkgever; | - hetzij op initiatief van de werkgever; |
- hetzij op gemotiveerde vraag van de werknemers of hun | - hetzij op gemotiveerde vraag van de werknemers of hun |
vertegenwoordigers waarop de werkgever gemotiveerd al dan niet zijn | vertegenwoordigers waarop de werkgever gemotiveerd al dan niet zijn |
akkoord betuigt en waarbij de partijen zich dienen aan te sluiten. | akkoord betuigt en waarbij de partijen zich dienen aan te sluiten. |
HOOFDSTUK IV. - Financieel evenwicht van de fondsen voor | HOOFDSTUK IV. - Financieel evenwicht van de fondsen voor |
bestaanszekerheid voor de arbeiders | bestaanszekerheid voor de arbeiders |
Art. 10.In afwijking van artikel 1 van de collectieve |
Art. 10.In afwijking van artikel 1 van de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 13 december 1974 houdende ordening van de | arbeidsovereenkomst van 13 december 1974 houdende ordening van de |
collectieve arbeidsovereenkomsten waarbij de lonen in de | collectieve arbeidsovereenkomsten waarbij de lonen in de |
textielnijverheid en het breiwerk aan de evolutie van het indexcijfer | textielnijverheid en het breiwerk aan de evolutie van het indexcijfer |
der consumptieprijzen worden gekoppeld, worden de effectieve en | der consumptieprijzen worden gekoppeld, worden de effectieve en |
baremieke lonen met 1 pct. verhoogd, op het ogenblik dat de lonen, | baremieke lonen met 1 pct. verhoogd, op het ogenblik dat de lonen, |
overeenkomstig de bepalingen van voornoemde collectieve | overeenkomstig de bepalingen van voornoemde collectieve |
arbeidsovereenkomst, aan de indexschijf 105,894 - 108,010 (basis 2004 | arbeidsovereenkomst, aan de indexschijf 105,894 - 108,010 (basis 2004 |
= 100) gekoppeld worden. | = 100) gekoppeld worden. |
Art. 11.Vanaf het ogenblik, bedoeld in artikel 10 van deze |
Art. 11.Vanaf het ogenblik, bedoeld in artikel 10 van deze |
collectieve arbeidsovereenkomst, waarop de lonen aan de indexschijf | collectieve arbeidsovereenkomst, waarop de lonen aan de indexschijf |
105,894- 108,010 (basis 2004 = 100) gekoppeld worden, wordt de | 105,894- 108,010 (basis 2004 = 100) gekoppeld worden, wordt de |
werkgeversbijdrage, voorzien in artikel 13, littera c) van de statuten | werkgeversbijdrage, voorzien in artikel 13, littera c) van de statuten |
van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de textielnijverheid en het | van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de textielnijverheid en het |
breiwerk", met 1,67 pct. verhoogd en dus van 1,50 pct. op 3,17 pct. | breiwerk", met 1,67 pct. verhoogd en dus van 1,50 pct. op 3,17 pct. |
gebracht. | gebracht. |
De concrete modaliteiten voor de inning van de voornoemde bijdrage | De concrete modaliteiten voor de inning van de voornoemde bijdrage |
worden vastgesteld door de raad van beheer van het "Fonds voor | worden vastgesteld door de raad van beheer van het "Fonds voor |
bestaanszekerheid voor de textielnijverheid en het breiwerk". | bestaanszekerheid voor de textielnijverheid en het breiwerk". |
De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid worden aangepast met | De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid worden aangepast met |
hetgeen voorafgaat. | hetgeen voorafgaat. |
HOOFDSTUK V. - Vorming en opleiding | HOOFDSTUK V. - Vorming en opleiding |
Art. 12.De sector doet voor de periode 2007 tot en met 2010 een |
Art. 12.De sector doet voor de periode 2007 tot en met 2010 een |
inspanning op het vlak van vorming en opleiding, die wordt | inspanning op het vlak van vorming en opleiding, die wordt |
gerealiseerd door een sectorale bijdrage van 0,10 pct. op de lonen | gerealiseerd door een sectorale bijdrage van 0,10 pct. op de lonen |
gedurende de jaren 2007 tot en met 2010. Aldus levert de sector een | gedurende de jaren 2007 tot en met 2010. Aldus levert de sector een |
inspanning op het vlak van permanente vorming. Deze 0,10 pct. bijdrage | inspanning op het vlak van permanente vorming. Deze 0,10 pct. bijdrage |
zal aangewend worden in het kader van de opleidingsplannen en het | zal aangewend worden in het kader van de opleidingsplannen en het |
trekkingsrecht. Hierover zal een afzonderlijke collectieve | trekkingsrecht. Hierover zal een afzonderlijke collectieve |
arbeidsovereenkomst gesloten worden. | arbeidsovereenkomst gesloten worden. |
Daarnaast doet de sector voor de periode 2007 tot en met 2010, een | Daarnaast doet de sector voor de periode 2007 tot en met 2010, een |
inspanning van 0,20 pct. voor de vorming en opleiding van | inspanning van 0,20 pct. voor de vorming en opleiding van |
risicogroepen. Over de vorming en opleiding van deze risicogroepen zal | risicogroepen. Over de vorming en opleiding van deze risicogroepen zal |
een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten worden. | een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten worden. |
Bijgevolg zal voor de jaren 2007 tot en met 2010 van de textiel- en | Bijgevolg zal voor de jaren 2007 tot en met 2010 van de textiel- en |
breigoedondernemingen een globale bijdrage van 0,30 pct. ten laste van | breigoedondernemingen een globale bijdrage van 0,30 pct. ten laste van |
de werkgevers geïnd worden voor vorming en opleiding. | de werkgevers geïnd worden voor vorming en opleiding. |
De raad van beheer van het waarborg- en sociaal fonds zal jaarlijks | De raad van beheer van het waarborg- en sociaal fonds zal jaarlijks |
een enveloppe vastleggen voor het sectoraal opleidingsgebeuren die de | een enveloppe vastleggen voor het sectoraal opleidingsgebeuren die de |
globale werkgeversbijdrage van 0,30 pct. niet kan overstijgen. De | globale werkgeversbijdrage van 0,30 pct. niet kan overstijgen. De |
statuten van het waarborg- en sociaal fonds zullen in die zin | statuten van het waarborg- en sociaal fonds zullen in die zin |
aangepast worden. | aangepast worden. |
HOOFDSTUK VI. - Conventioneel voltijds brugpensioen | HOOFDSTUK VI. - Conventioneel voltijds brugpensioen |
Art. 13.Ondertekenende partijen verbinden zich ertoe, met het oog op |
Art. 13.Ondertekenende partijen verbinden zich ertoe, met het oog op |
de uitvoering van de kaderovereenkomst van 28 september 2006 en voor | de uitvoering van de kaderovereenkomst van 28 september 2006 en voor |
zover de reglementering dergelijke brugpensioenstelsels toelaat, de | zover de reglementering dergelijke brugpensioenstelsels toelaat, de |
nodige afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten met | nodige afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten met |
betrekking tot de verschillende stelsels van conventioneel | betrekking tot de verschillende stelsels van conventioneel |
brugpensioen. Deze collectieve arbeidsovereenkomsten zullen voorzien | brugpensioen. Deze collectieve arbeidsovereenkomsten zullen voorzien |
in de aanwending van de wettelijke mogelijkheden inzake conventioneel | in de aanwending van de wettelijke mogelijkheden inzake conventioneel |
brugpensioen tijdens de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 | brugpensioen tijdens de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 |
december 2010. | december 2010. |
Art. 14.De werklieden die vanaf 1 januari 2007 tot één van de |
Art. 14.De werklieden die vanaf 1 januari 2007 tot één van de |
sectorale brugpensioenstelsels, bedoeld in artikel 13, toetreden, | sectorale brugpensioenstelsels, bedoeld in artikel 13, toetreden, |
moeten voldoen aan alle wettelijke en reglementaire voorwaarden die de | moeten voldoen aan alle wettelijke en reglementaire voorwaarden die de |
toegang tot het conventioneel brugpensioen mogelijk maken evenals aan | toegang tot het conventioneel brugpensioen mogelijk maken evenals aan |
één van de volgende an-ciënniteitsvoorwaarden : | één van de volgende an-ciënniteitsvoorwaarden : |
- ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding, | - ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding, |
confectie en/of vlasbereiding; | confectie en/of vlasbereiding; |
- ofwel 5 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding, | - ofwel 5 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding, |
confectie en/of vlasbereiding tijdens de laatste 10 jaren, waarvan | confectie en/of vlasbereiding tijdens de laatste 10 jaren, waarvan |
minstens 1 jaar in de laatste 2 jaren. | minstens 1 jaar in de laatste 2 jaren. |
Wat betreft de gelijkstelling met arbeidsdagen wordt verwezen naar de | Wat betreft de gelijkstelling met arbeidsdagen wordt verwezen naar de |
reglementaire bepalingen terzake. | reglementaire bepalingen terzake. |
Art. 15.De sectorale brugpensioenstelsels, bedoeld in artikel 13, |
Art. 15.De sectorale brugpensioenstelsels, bedoeld in artikel 13, |
zullen volgende garantieregeling voorzien : | zullen volgende garantieregeling voorzien : |
de aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager is dan 99,16 | de aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager is dan 99,16 |
EUR bruto per maand, toegekend in het kader van het conventioneel | EUR bruto per maand, toegekend in het kader van het conventioneel |
brugpensioen voor werklieden, wordt verhoogd tot 99,16 EUR bruto per | brugpensioen voor werklieden, wordt verhoogd tot 99,16 EUR bruto per |
maand. Deze verhoging van het bedrag van de aanvullende vergoeding kan | maand. Deze verhoging van het bedrag van de aanvullende vergoeding kan |
evenwel niet tot gevolg hebben dat het totaal bruto maandbedrag van | evenwel niet tot gevolg hebben dat het totaal bruto maandbedrag van |
deze aanvullende vergoeding en de werkloosheidsuitkeringen samen hoger | deze aanvullende vergoeding en de werkloosheidsuitkeringen samen hoger |
komt te liggen dan de drempel die in aanmerking wordt genomen voor de | komt te liggen dan de drempel die in aanmerking wordt genomen voor de |
berekening van de persoonlijke afhouding voor de werknemer zonder | berekening van de persoonlijke afhouding voor de werknemer zonder |
gezinslast die wordt gestort aan de Rijksdienst voor Pensioenen. | gezinslast die wordt gestort aan de Rijksdienst voor Pensioenen. |
Art. 16.§ 1. Aan de werklieden die in de periode van 1 januari 2007 |
Art. 16.§ 1. Aan de werklieden die in de periode van 1 januari 2007 |
tot en met 30 juni 2007 tot één van de sectorale brugpensioenstelsels, | tot en met 30 juni 2007 tot één van de sectorale brugpensioenstelsels, |
bedoeld in artikel 13, toetreden, wordt de aanvullende vergoeding | bedoeld in artikel 13, toetreden, wordt de aanvullende vergoeding |
uitbetaald door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de werklieden | uitbetaald door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de werklieden |
van de textielnijverheid en het breiwerk". | van de textielnijverheid en het breiwerk". |
Bovendien worden de bijzondere werkgeversbijdragen, opgelegd door de | Bovendien worden de bijzondere werkgeversbijdragen, opgelegd door de |
artikelen 268 tot 271 van de programmawet van 22 december 1989 en door | artikelen 268 tot 271 van de programmawet van 22 december 1989 en door |
artikel 141 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale | artikel 141 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale |
bepalingen en door artikel 111 van de wet van 26 maart 1999 | bepalingen en door artikel 111 van de wet van 26 maart 1999 |
betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en | betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en |
door de uitvoeringsbesluiten, ten laste genomen door het fonds voor | door de uitvoeringsbesluiten, ten laste genomen door het fonds voor |
bestaanszekerheid. | bestaanszekerheid. |
§ 2. Aan de werklieden die vanaf 1 juli 2007 tot één van de | § 2. Aan de werklieden die vanaf 1 juli 2007 tot één van de |
verschillende brugpensioenstelsels, bedoeld in artikel 13, toetreden, | verschillende brugpensioenstelsels, bedoeld in artikel 13, toetreden, |
wordt de aanvullende vergoeding betaald door de werkgever, die het | wordt de aanvullende vergoeding betaald door de werkgever, die het |
bedrag van de aanvullende vergoeding, beperkt tot het bedrag berekend | bedrag van de aanvullende vergoeding, beperkt tot het bedrag berekend |
overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de | overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de |
Nationale Arbeidsraad, maar onverminderd de toepassing van de | Nationale Arbeidsraad, maar onverminderd de toepassing van de |
garantieregeling bedoeld in artikel 15, bij het "Fonds voor | garantieregeling bedoeld in artikel 15, bij het "Fonds voor |
bestaanszekerheid voor de textielnijverheid en het breiwerk" kan | bestaanszekerheid voor de textielnijverheid en het breiwerk" kan |
terugvorderen. | terugvorderen. |
De bijzondere werkgeversbijdragen,opgelegd door de artikelen 268 tot | De bijzondere werkgeversbijdragen,opgelegd door de artikelen 268 tot |
271 van de programmawet van 22 december 1989 en door artikel 141 van | 271 van de programmawet van 22 december 1989 en door artikel 141 van |
de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen en door | de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen en door |
artikel 111 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch | artikel 111 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch |
actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en door de | actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en door de |
uitvoeringsbesluiten, worden eveneens door de werkgever betaald aan de | uitvoeringsbesluiten, worden eveneens door de werkgever betaald aan de |
Rijksdienst voor Pensioenen en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. | Rijksdienst voor Pensioenen en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. |
Het bedrag van deze bijzondere werkgeversbijdragen, verschuldigd op | Het bedrag van deze bijzondere werkgeversbijdragen, verschuldigd op |
het bedrag van de aanvullende vergoeding, berekend overeenkomstig de | het bedrag van de aanvullende vergoeding, berekend overeenkomstig de |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad, | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad, |
maar onverminderd de toepassing van de garantieregeling bedoeld in | maar onverminderd de toepassing van de garantieregeling bedoeld in |
artikel 15, kan eveneens door de werkgever bij het "Fonds voor | artikel 15, kan eveneens door de werkgever bij het "Fonds voor |
bestaanszekerheid voor de textielnijverheid en het breiwerk" | bestaanszekerheid voor de textielnijverheid en het breiwerk" |
teruggevorderd worden. | teruggevorderd worden. |
De raad van beheer van het fonds bepaalt de modaliteiten van de | De raad van beheer van het fonds bepaalt de modaliteiten van de |
terugvordering door de werkgevers en de terugbetaling door het fonds. | terugvordering door de werkgevers en de terugbetaling door het fonds. |
Art. 17.De statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de |
Art. 17.De statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de |
textielnijverheid en het breiwerk" worden aangepast met hetgeen | textielnijverheid en het breiwerk" worden aangepast met hetgeen |
voorafgaat. | voorafgaat. |
HOOFDSTUK VII. - Conventioneel halftijds brugpensioen | HOOFDSTUK VII. - Conventioneel halftijds brugpensioen |
Art. 18.Tijdens de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december |
Art. 18.Tijdens de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december |
2010 wordt, overeenkomstig de wettelijke mogelijkheden en de | 2010 wordt, overeenkomstig de wettelijke mogelijkheden en de |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad |
tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste | tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste |
van sommige oudere werknemers, ingeval van halvering van de | van sommige oudere werknemers, ingeval van halvering van de |
arbeidsprestaties, voorzien in de invoering van een stelsel van | arbeidsprestaties, voorzien in de invoering van een stelsel van |
halftijds brugpensioen. | halftijds brugpensioen. |
Ondertekenende partijen zullen hiertoe, voor zover de reglementering | Ondertekenende partijen zullen hiertoe, voor zover de reglementering |
dergelijk brugpensioenstelsel toelaat, de nodige afzonderlijke | dergelijk brugpensioenstelsel toelaat, de nodige afzonderlijke |
collectieve arbeidsovereenkomsten sluiten, die de nadere regels van | collectieve arbeidsovereenkomsten sluiten, die de nadere regels van |
dit conventioneel halftijds brugpensioen zullen vastleggen. | dit conventioneel halftijds brugpensioen zullen vastleggen. |
Art. 19.§ 1. Aan de werklieden die in de periode van 1 januari 2007 |
Art. 19.§ 1. Aan de werklieden die in de periode van 1 januari 2007 |
tot en met 30 juni 2007 tot het halftijds brugpensioen toetreden, | tot en met 30 juni 2007 tot het halftijds brugpensioen toetreden, |
wordt de aanvullende vergoeding uitbetaald door het "Fonds voor | wordt de aanvullende vergoeding uitbetaald door het "Fonds voor |
bestaanszekerheid voor de textielnijverheid en het breiwerk". Het | bestaanszekerheid voor de textielnijverheid en het breiwerk". Het |
fonds neemt eveneens de eventuele bijzondere werkgeversbijdragen ten | fonds neemt eveneens de eventuele bijzondere werkgeversbijdragen ten |
laste. | laste. |
§ 2. Aan de werklieden die in de periode van 1 juli 2007 tot en met 31 | § 2. Aan de werklieden die in de periode van 1 juli 2007 tot en met 31 |
december 2010 tot het halftijds brugpensioen toetreden, wordt de | december 2010 tot het halftijds brugpensioen toetreden, wordt de |
aanvullende vergoeding door de werkgever betaald, die het bedrag van | aanvullende vergoeding door de werkgever betaald, die het bedrag van |
de aanvullende vergoeding, beperkt tot het bedrag voorzien in de | de aanvullende vergoeding, beperkt tot het bedrag voorzien in de |
voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale | voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale |
Arbeidsraad, bij het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de | Arbeidsraad, bij het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de |
textielnijverheid en het breiwerk" kan terugvorderen. De werkgever kan | textielnijverheid en het breiwerk" kan terugvorderen. De werkgever kan |
eveneens de kost van eventuele bijzondere werkgeversbijdragen bij het | eveneens de kost van eventuele bijzondere werkgeversbijdragen bij het |
fonds terugvorderen. | fonds terugvorderen. |
De raad van beheer van het fonds bepaalt de modaliteiten van de | De raad van beheer van het fonds bepaalt de modaliteiten van de |
terugvordering door de werkgevers en de terugbetaling door het fonds. | terugvordering door de werkgevers en de terugbetaling door het fonds. |
Art. 20.De statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de |
Art. 20.De statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de |
textielnijverheid en het breiwerk" worden aangepast met hetgeen | textielnijverheid en het breiwerk" worden aangepast met hetgeen |
voorafgaat. | voorafgaat. |
HOOFDSTUK VIII. - Waarborg- en sociaal fonds | HOOFDSTUK VIII. - Waarborg- en sociaal fonds |
Art. 21.Het stelsel van sociale begeleiding, voorzien in artikel 28 |
Art. 21.Het stelsel van sociale begeleiding, voorzien in artikel 28 |
van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 2003 houdende | van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 2003 houdende |
uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de jaren 2003-2004 | uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de jaren 2003-2004 |
en verlengd gedurende de jaren 2005 en 2006, wordt gedurende de jaren | en verlengd gedurende de jaren 2005 en 2006, wordt gedurende de jaren |
2007 tot en met 2010 onder dezelfde voorwaarden verder gezet. | 2007 tot en met 2010 onder dezelfde voorwaarden verder gezet. |
Art. 22.Ten vroegste vanaf 2009 kan het bedrag van het |
Art. 22.Ten vroegste vanaf 2009 kan het bedrag van het |
niet-terugvorderbaar voorschot van de sociale toelage, zoals voorzien | niet-terugvorderbaar voorschot van de sociale toelage, zoals voorzien |
in artikel 7 van de statuten van het waarborg- en sociaal fonds, | in artikel 7 van de statuten van het waarborg- en sociaal fonds, |
maximaal opgetrokken worden tot het RSZ-vrije bedrag, op voorwaarde | maximaal opgetrokken worden tot het RSZ-vrije bedrag, op voorwaarde |
dat de jaarrekeningen van het fonds dit toelaten en mits een unanieme | dat de jaarrekeningen van het fonds dit toelaten en mits een unanieme |
beslissing van de raad van beheer van het fonds. | beslissing van de raad van beheer van het fonds. |
Art. 23.Het waarborg- en sociaal fonds stelt voor de jaren 2007 tot |
Art. 23.Het waarborg- en sociaal fonds stelt voor de jaren 2007 tot |
en met 2010 telkens een bedrag overeenstemmend met een bijdrage van | en met 2010 telkens een bedrag overeenstemmend met een bijdrage van |
0,05 pct. van de jaarlonen (aan 100 pct.) ter beschikking voor het | 0,05 pct. van de jaarlonen (aan 100 pct.) ter beschikking voor het |
bevorderen van de internationale solidariteit. De verhoudingsgewijze | bevorderen van de internationale solidariteit. De verhoudingsgewijze |
toewijzing van dit bedrag aan de drie ondertekenende | toewijzing van dit bedrag aan de drie ondertekenende |
werknemersorganisaties gebeurt op dezelfde manier als voor de | werknemersorganisaties gebeurt op dezelfde manier als voor de |
collectieve arbeidsovereenkomst 2001-2002. | collectieve arbeidsovereenkomst 2001-2002. |
Art. 24.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 1974 |
Art. 24.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 1974 |
houdende ordening van de collectieve arbeidsovereenkomsten van 10 | houdende ordening van de collectieve arbeidsovereenkomsten van 10 |
december 1971 en 5 mei 1974 inzake de vorming ingericht door de | december 1971 en 5 mei 1974 inzake de vorming ingericht door de |
vakorganisaties, wordt een artikel 3bis ingevoegd, met volgende tekst | vakorganisaties, wordt een artikel 3bis ingevoegd, met volgende tekst |
: | : |
« Art. 3bis.a) Voor de toepassing van de sectorale regeling met |
« Art. 3bis.a) Voor de toepassing van de sectorale regeling met |
betrekking tot maaltijdcheques, ingevoerd door de collectieve | betrekking tot maaltijdcheques, ingevoerd door de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 30 november 2006 houdende toekenning van | arbeidsovereenkomst van 30 november 2006 houdende toekenning van |
maaltijdcheques, worden dagen syndicale vorming textiel, zoals bedoeld | maaltijdcheques, worden dagen syndicale vorming textiel, zoals bedoeld |
door deze collectieve arbeidsovereenkomst, met effectief gepresteerde | door deze collectieve arbeidsovereenkomst, met effectief gepresteerde |
dagen gelijkgesteld. Voor deze dagen wordt eveneens een maaltijdcheque | dagen gelijkgesteld. Voor deze dagen wordt eveneens een maaltijdcheque |
toegekend. | toegekend. |
b) Het patronaal aandeel in deze maaltijdcheque kan door de werkgever | b) Het patronaal aandeel in deze maaltijdcheque kan door de werkgever |
opgenomen worden in de terugvordering, zoals bedoeld in artikel 3, | opgenomen worden in de terugvordering, zoals bedoeld in artikel 3, |
littera b) van deze collectieve arbeidsovereenkomst. » | littera b) van deze collectieve arbeidsovereenkomst. » |
Art. 25.De statuten van het waarborg- en sociaal fonds worden |
Art. 25.De statuten van het waarborg- en sociaal fonds worden |
aangepast met hetgeen voorafgaat. | aangepast met hetgeen voorafgaat. |
HOOFDSTUK IX. - Fonds voor bestaanszekerheid | HOOFDSTUK IX. - Fonds voor bestaanszekerheid |
Art. 26.Met uitzondering van de minimumleeftijd waarop de overstap |
Art. 26.Met uitzondering van de minimumleeftijd waarop de overstap |
van het vervroegd ondernemingsbrugpensioen naar het algemeen sectoraal | van het vervroegd ondernemingsbrugpensioen naar het algemeen sectoraal |
brugpensioen kan gebeuren, die met ingang van 1 juli 2007, vastgesteld | brugpensioen kan gebeuren, die met ingang van 1 juli 2007, vastgesteld |
wordt op 60 jaar, wordt de overstapregeling tijdens de periode van 1 | wordt op 60 jaar, wordt de overstapregeling tijdens de periode van 1 |
juli 2007 tot en met 31 december 2010 verder gezet. | juli 2007 tot en met 31 december 2010 verder gezet. |
De modaliteiten van deze overstapregeling worden vastgelegd in een | De modaliteiten van deze overstapregeling worden vastgelegd in een |
beslissing van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het | beslissing van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het |
breiwerk. | breiwerk. |
Art. 27.De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid worden |
Art. 27.De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid worden |
aangepast met hetgeen voorafgaat. | aangepast met hetgeen voorafgaat. |
HOOFDSTUK X. - Maaltijdcheques | HOOFDSTUK X. - Maaltijdcheques |
Art. 28.Vanaf 1 april 2007 worden, overeenkomstig de bepalingen van |
Art. 28.Vanaf 1 april 2007 worden, overeenkomstig de bepalingen van |
artikel 19bis, § 2, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 | artikel 19bis, § 2, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 |
tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de | tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de |
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke |
zekerheid der arbeiders, maaltijdcheques toegekend. | zekerheid der arbeiders, maaltijdcheques toegekend. |
Met betrekking tot de toekenning van deze maaltijdcheques zal een | Met betrekking tot de toekenning van deze maaltijdcheques zal een |
afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten worden die | afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten worden die |
integrerend deel uitmaakt van deze overeenkomst. | integrerend deel uitmaakt van deze overeenkomst. |
Art. 29.In de bedrijven waar reeds maaltijdcheques toegekend worden, |
Art. 29.In de bedrijven waar reeds maaltijdcheques toegekend worden, |
al of niet voor het maximale bedrag, zal op ondernemingsvlak een | al of niet voor het maximale bedrag, zal op ondernemingsvlak een |
gelijkwaardig voordeel toegekend worden, dat kostenneutraal is ter | gelijkwaardig voordeel toegekend worden, dat kostenneutraal is ter |
attentie van de sectorale regeling met betrekking tot maaltijdcheques, | attentie van de sectorale regeling met betrekking tot maaltijdcheques, |
zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november | zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november |
2006 houdende toekenning van maaltijdcheques. | 2006 houdende toekenning van maaltijdcheques. |
HOOFDSTUK XI. - Tijdelijke werkloosheid | HOOFDSTUK XI. - Tijdelijke werkloosheid |
Art. 30.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe om tijdens de |
Art. 30.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe om tijdens de |
periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010, in het | periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010, in het |
Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, in het | Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, in het |
kader van de toepassing van artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 | kader van de toepassing van artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 |
betreffende de arbeidsovereenkomsten, de nodige eenparige positieve | betreffende de arbeidsovereenkomsten, de nodige eenparige positieve |
adviezen uit te brengen, met het oog op het bekomen van de verlenging | adviezen uit te brengen, met het oog op het bekomen van de verlenging |
van de bestaande afwijkingsbesluiten inzake tijdelijke werkloosheid. | van de bestaande afwijkingsbesluiten inzake tijdelijke werkloosheid. |
HOOFDSTUK XII. - Collectieve arbeidsovereenkomst - Productiviteit | HOOFDSTUK XII. - Collectieve arbeidsovereenkomst - Productiviteit |
Art. 31.Rekening houdende met de sociaal-economische context |
Art. 31.Rekening houdende met de sociaal-economische context |
engageren de drie werknemersorganisaties zich om in het Paritair | engageren de drie werknemersorganisaties zich om in het Paritair |
Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk een verklaring af te | Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk een verklaring af te |
leggen in verband met een verantwoord gebruik van de collectieve | leggen in verband met een verantwoord gebruik van de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 19 december 1958 betreffende de toekenning van | arbeidsovereenkomst van 19 december 1958 betreffende de toekenning van |
een productiviteitspremie aan de arbeiders en arbeidsters in de | een productiviteitspremie aan de arbeiders en arbeidsters in de |
textiel- en breigoednijverheid. | textiel- en breigoednijverheid. |
HOOFDSTUK XIII. - Stimulerend industrieel beleid | HOOFDSTUK XIII. - Stimulerend industrieel beleid |
Art. 32.De drie werknemersorganisaties engageren zich om samen met |
Art. 32.De drie werknemersorganisaties engageren zich om samen met |
Febeltex actief te ijveren voor een stimulerend industrieel beleid, | Febeltex actief te ijveren voor een stimulerend industrieel beleid, |
met bijzondere aandacht voor de concurrentiepositie van de | met bijzondere aandacht voor de concurrentiepositie van de |
ondernemingen en voor het behoud van de tewerkstelling. Daarnaast | ondernemingen en voor het behoud van de tewerkstelling. Daarnaast |
verklaren alle sociale organisaties zich bereid om op structurele en | verklaren alle sociale organisaties zich bereid om op structurele en |
regelmatige basis overleg te plegen in verband met de ruime | regelmatige basis overleg te plegen in verband met de ruime |
sociaal-economische problematiek. | sociaal-economische problematiek. |
HOOFDSTUK XIV. - Duur van de overeenkomst en verbintenissen van de | HOOFDSTUK XIV. - Duur van de overeenkomst en verbintenissen van de |
contracterende partijen | contracterende partijen |
Art. 33.Deze overeenkomst bepaalt het geheel van de nieuwe sociale |
Art. 33.Deze overeenkomst bepaalt het geheel van de nieuwe sociale |
voordelen en is van toepassing vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 | voordelen en is van toepassing vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 |
december 2010, met uitzondering van de artikelen 10, 11, 16, § 2, 19, | december 2010, met uitzondering van de artikelen 10, 11, 16, § 2, 19, |
§ 2, 24, 28 en 29 die voor onbepaalde duur gelden. | § 2, 24, 28 en 29 die voor onbepaalde duur gelden. |
Bijgevolg waarborgen de contracterende partijen gedurende de periode | Bijgevolg waarborgen de contracterende partijen gedurende de periode |
van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010 de inachtneming van de | van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010 de inachtneming van de |
aangegane verbintenissen met betrekking tot de sociale vrede en de | aangegane verbintenissen met betrekking tot de sociale vrede en de |
opvoering van de productiviteit hetgeen het volgende inhoudt : | opvoering van de productiviteit hetgeen het volgende inhoudt : |
a) tijdens gans de geldigheidsduur van deze collectieve | a) tijdens gans de geldigheidsduur van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst zullen de syndicale en patronale organisaties de | arbeidsovereenkomst zullen de syndicale en patronale organisaties de |
sociale vrede in de ondernemingen waarborgen, alsmede de effectieve | sociale vrede in de ondernemingen waarborgen, alsmede de effectieve |
medewerking verzekeren van het personeel bij de uitvoering van de | medewerking verzekeren van het personeel bij de uitvoering van de |
maatregelen, die getroffen worden door toepassing van de paritair | maatregelen, die getroffen worden door toepassing van de paritair |
aanvaarde schikkingen, met het oog op de opvoering van de | aanvaarde schikkingen, met het oog op de opvoering van de |
productiviteit, zowel voor wat betreft het gebruik van nieuwe | productiviteit, zowel voor wat betreft het gebruik van nieuwe |
werktuigen en productiemachines, als voor wat betreft de wijzigingen | werktuigen en productiemachines, als voor wat betreft de wijzigingen |
aan de arbeidsmethodes; | aan de arbeidsmethodes; |
b) het geheel der schikkingen in verband met de arbeidsvoorwaarden zal | b) het geheel der schikkingen in verband met de arbeidsvoorwaarden zal |
stipt worden toegepast en kan onder geen enkel geval terug in | stipt worden toegepast en kan onder geen enkel geval terug in |
betwisting worden gebracht door de syndicale organisaties, de | betwisting worden gebracht door de syndicale organisaties, de |
werknemers, de patroonsvereniging of de werkgevers; | werknemers, de patroonsvereniging of de werkgevers; |
c) de syndicale organisaties en de werknemers verbinden er zich toe | c) de syndicale organisaties en de werknemers verbinden er zich toe |
geen enkele eis te stellen noch op nationaal, noch op gewestelijk, | geen enkele eis te stellen noch op nationaal, noch op gewestelijk, |
noch op ondernemingsvlak, en geen enkel conflict uit te lokken of te | noch op ondernemingsvlak, en geen enkel conflict uit te lokken of te |
doen uitbreken om welke reden het ook moge wezen; | doen uitbreken om welke reden het ook moge wezen; |
d) wanneer zich op sectoraal- of ondernemingsvlak moeilijkheden zouden | d) wanneer zich op sectoraal- of ondernemingsvlak moeilijkheden zouden |
voordoen inzake het sociaal overleg, is het een goede praktijk om | voordoen inzake het sociaal overleg, is het een goede praktijk om |
paritaire verzoening te bevoordelen en zo nodig het vraagstuk formeel | paritaire verzoening te bevoordelen en zo nodig het vraagstuk formeel |
aanhangig te maken bij het verzoeningsbureau van het paritair comité. | aanhangig te maken bij het verzoeningsbureau van het paritair comité. |
Art. 34.De hierboven vermelde verbintenissen inzake sociale vrede |
Art. 34.De hierboven vermelde verbintenissen inzake sociale vrede |
vallen onder toepassing van de bepalingen die door ondertekenende | vallen onder toepassing van de bepalingen die door ondertekenende |
partijen in het nationaal protocol van 26 juni 1969 dienaangaande | partijen in het nationaal protocol van 26 juni 1969 dienaangaande |
werden vastgesteld. | werden vastgesteld. |
Art. 35.De bepalingen van de artikelen 10, 11, 16, § 2, 19, § 2, 24, |
Art. 35.De bepalingen van de artikelen 10, 11, 16, § 2, 19, § 2, 24, |
28 en 29, die voor onbepaalde duur gelden, kunnen opgezegd worden door | 28 en 29, die voor onbepaalde duur gelden, kunnen opgezegd worden door |
elk van de ondertekenende partijen mits inachtneming van een | elk van de ondertekenende partijen mits inachtneming van een |
opzeggingstermijn van drie maanden per aangetekend schrijven aan de | opzeggingstermijn van drie maanden per aangetekend schrijven aan de |
voorzitter van het paritair comité en aan de ondertekenende partijen. | voorzitter van het paritair comité en aan de ondertekenende partijen. |
HOOFSTUK XV. - Algemeen verbindend verklaring | HOOFSTUK XV. - Algemeen verbindend verklaring |
Art. 36.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve |
Art. 36.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve |
arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per | arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per |
koninklijk besluit. | koninklijk besluit. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 november | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 november |
2007. | 2007. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |