Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het sociaal akkoord 2021-2022 voor de vaklui | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het sociaal akkoord 2021-2022 voor de vaklui |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
6 JUNI 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 6 JUNI 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021, |
gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het | gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het |
sociaal akkoord 2021-2022 voor de vaklui (1) | sociaal akkoord 2021-2022 voor de vaklui (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het havenbedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het havenbedrijf; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021, |
gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het | gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het |
sociaal akkoord 2021-2022 voor de vaklui. | sociaal akkoord 2021-2022 voor de vaklui. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 6 juni 2022. | Gegeven te Brussel, 6 juni 2022. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor het havenbedrijf | Paritair Comité voor het havenbedrijf |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021 |
Sociaal akkoord 2021-2022 voor de vaklui (Overeenkomst geregistreerd | Sociaal akkoord 2021-2022 voor de vaklui (Overeenkomst geregistreerd |
op 21 december 2021 onder het nummer 169112/CO/301) | op 21 december 2021 onder het nummer 169112/CO/301) |
Toepassingsgebied | Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair | de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair |
Comité voor het havenbedrijf en op de vaklui die zij tewerkstellen. | Comité voor het havenbedrijf en op de vaklui die zij tewerkstellen. |
Koopkracht | Koopkracht |
Art. 2.a) Het basisloon wordt verhoogd met 0,40 pct. De sociale |
Art. 2.a) Het basisloon wordt verhoogd met 0,40 pct. De sociale |
partners zijn akkoord om deze conventionele loonsverhoging te | partners zijn akkoord om deze conventionele loonsverhoging te |
cumuleren met de eerstvolgende indexering van het basisloon die | cumuleren met de eerstvolgende indexering van het basisloon die |
voorzien wordt in december 2021 en bijgevolg een globale verhoging van | voorzien wordt in december 2021 en bijgevolg een globale verhoging van |
2 pct. toe te passen vanaf de morgenshift van de 7de dag na de datum | 2 pct. toe te passen vanaf de morgenshift van de 7de dag na de datum |
van publicatie van het indexcijfer van de maand november 2021 in het | van publicatie van het indexcijfer van de maand november 2021 in het |
Belgisch Staatsblad dat aanleiding geeft tot de indexering van het | Belgisch Staatsblad dat aanleiding geeft tot de indexering van het |
basisloon. | basisloon. |
b) Coronapremie | b) Coronapremie |
De sociale partners hebben naar aanleiding van de afsluiting van deze | De sociale partners hebben naar aanleiding van de afsluiting van deze |
collectieve arbeidsovereenkomst een evaluatie gemaakt van de periode | collectieve arbeidsovereenkomst een evaluatie gemaakt van de periode |
waarin ons land getroffen werd door de Covid-19-pandemie. Zij stellen | waarin ons land getroffen werd door de Covid-19-pandemie. Zij stellen |
vast dat de ergste gevolgen van deze pandemie voor de sector zich | vast dat de ergste gevolgen van deze pandemie voor de sector zich |
voorgedaan hebben tussen 1 maart 2020 en 28 februari 2021. Zij | voorgedaan hebben tussen 1 maart 2020 en 28 februari 2021. Zij |
erkennen tevens dat zowel werkgevers als werknemers de | erkennen tevens dat zowel werkgevers als werknemers de |
veiligheidsmaatregelen goed hebben opgevolgd. Het aantal besmettingen | veiligheidsmaatregelen goed hebben opgevolgd. Het aantal besmettingen |
is dan ook, als gevolg van de gezamenlijke inspanningen relatief | is dan ook, als gevolg van de gezamenlijke inspanningen relatief |
beperkt gebleven. Daarom erkennen de sociale partners dat de sector | beperkt gebleven. Daarom erkennen de sociale partners dat de sector |
het specifiek tijdens bovengenoemde periode goed gedaan heeft en | het specifiek tijdens bovengenoemde periode goed gedaan heeft en |
bijgevolg komen zij overeen om in 2021 een coronapremie van 350 EUR | bijgevolg komen zij overeen om in 2021 een coronapremie van 350 EUR |
toe te kennen overeenkomstig de toepassingsmodaliteiten die hierna | toe te kennen overeenkomstig de toepassingsmodaliteiten die hierna |
volgen. | volgen. |
Hebben recht op de premie de vaklui die ingeschreven waren tijdens de | Hebben recht op de premie de vaklui die ingeschreven waren tijdens de |
referteperiode die loopt van 1 maart 2020 tot en met 28 februari 2021 | referteperiode die loopt van 1 maart 2020 tot en met 28 februari 2021 |
en die nog ingeschreven zijn op 1 december 2021. | en die nog ingeschreven zijn op 1 december 2021. |
Hebben eveneens recht op de premie de vaklui die na 1 maart 2020 met | Hebben eveneens recht op de premie de vaklui die na 1 maart 2020 met |
pensioen zijn gegaan of overgegaan zijn naar het stelsel van de | pensioen zijn gegaan of overgegaan zijn naar het stelsel van de |
verminderd arbeidsgeschikten. | verminderd arbeidsgeschikten. |
Hebben geen recht op deze premie : | Hebben geen recht op deze premie : |
- vaklui die ontslag hebben genomen gedurende de referteperiode; | - vaklui die ontslag hebben genomen gedurende de referteperiode; |
- vaklui die werden ontslagen om dringende redenen; | - vaklui die werden ontslagen om dringende redenen; |
- vaklui waarvan de inschrijving geschorst is gedurende de volledige | - vaklui waarvan de inschrijving geschorst is gedurende de volledige |
referteperiode. | referteperiode. |
c) Niet-recurrente premie | c) Niet-recurrente premie |
De in 2021 toegekende niet-recurrente premie van 1 300 EUR blijft | De in 2021 toegekende niet-recurrente premie van 1 300 EUR blijft |
ongewijzigd van toepassing na 2021. De sociale partners zullen de | ongewijzigd van toepassing na 2021. De sociale partners zullen de |
wijze en de modaliteiten waarop dit wordt ingevuld nog bespreken. | wijze en de modaliteiten waarop dit wordt ingevuld nog bespreken. |
In 2022 wordt een bijkomende niet-recurrente premie van 250 EUR | In 2022 wordt een bijkomende niet-recurrente premie van 250 EUR |
toegekend gekoppeld aan realistische, maar tegelijk ambitieuze | toegekend gekoppeld aan realistische, maar tegelijk ambitieuze |
doelstellingen inzake veiligheid op het werk. De sociale partners | doelstellingen inzake veiligheid op het werk. De sociale partners |
engageren zich om deze doelstellingen te concretiseren tegen 31 | engageren zich om deze doelstellingen te concretiseren tegen 31 |
december 2021. De realisatie van de betrokken doelstellingen is een | december 2021. De realisatie van de betrokken doelstellingen is een |
fundamentele voorwaarde voor de toekenning van deze bijkomende | fundamentele voorwaarde voor de toekenning van deze bijkomende |
niet-recurrente premie. | niet-recurrente premie. |
d) Werkloosheidstoeslag | d) Werkloosheidstoeslag |
Indien de aanwezigheidsvergoeding waarop de vaklui recht hebben minder | Indien de aanwezigheidsvergoeding waarop de vaklui recht hebben minder |
bedraagt dan 2 EUR per dag tijdelijke werkloosheid, hebben zij recht | bedraagt dan 2 EUR per dag tijdelijke werkloosheid, hebben zij recht |
op een werkloosheidstoeslag. Het totaalbedrag van deze | op een werkloosheidstoeslag. Het totaalbedrag van deze |
aanwezigheidsvergoeding en werkloosheidstoeslag bedraagt minimum 2 | aanwezigheidsvergoeding en werkloosheidstoeslag bedraagt minimum 2 |
EUR. | EUR. |
De concrete toepassingsmodaliteiten worden vastgelegd per paritair | De concrete toepassingsmodaliteiten worden vastgelegd per paritair |
subcomité. | subcomité. |
e) Loon - indexbinding | e) Loon - indexbinding |
Het basisloon blijft gebonden aan het rekenkundig gemiddeld | Het basisloon blijft gebonden aan het rekenkundig gemiddeld |
gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen, zoals vastgelegd in de | gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen, zoals vastgelegd in de |
collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2014, gesloten in het | collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2014, gesloten in het |
Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende de koppeling van | Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende de koppeling van |
het basisloon aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, algemeen | het basisloon aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, algemeen |
verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 april 2015, | verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 april 2015, |
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 mei 2015. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 mei 2015. |
Einde loopbaan | Einde loopbaan |
Art. 3.a) Het stelsel van de "verminderd arbeidsgeschikten (VA) vanaf |
Art. 3.a) Het stelsel van de "verminderd arbeidsgeschikten (VA) vanaf |
58 jaar" blijft behouden tot 31 december 2024. | 58 jaar" blijft behouden tot 31 december 2024. |
b) De modaliteiten voor de toepassing van gedeeltelijke vrijstelling | b) De modaliteiten voor de toepassing van gedeeltelijke vrijstelling |
van aanwerving en stempelcontrole worden vastgelegd per paritair | van aanwerving en stempelcontrole worden vastgelegd per paritair |
subcomité en dit tot 31 december 2024. | subcomité en dit tot 31 december 2024. |
Anciënniteitsvakantie | Anciënniteitsvakantie |
Art. 4.De vaklui die in het vakantiedienstjaar waarin zij 58 jaar |
Art. 4.De vaklui die in het vakantiedienstjaar waarin zij 58 jaar |
worden geen aanvraag indienen om op "VA" te gaan, krijgen in het | worden geen aanvraag indienen om op "VA" te gaan, krijgen in het |
overeenkomstige vakantiejaar 2 extra anciënniteitsvakantiedagen. | overeenkomstige vakantiejaar 2 extra anciënniteitsvakantiedagen. |
Daarna krijgen zij per vakantiedienstjaar dat zij hun "VA" hebben | Daarna krijgen zij per vakantiedienstjaar dat zij hun "VA" hebben |
uitgesteld 1 bijkomende anciënniteitsvakantiedag in het | uitgesteld 1 bijkomende anciënniteitsvakantiedag in het |
overeenkomstige vakantiejaar. | overeenkomstige vakantiejaar. |
De concrete toepassingsmodaliteiten worden vastgelegd per paritair | De concrete toepassingsmodaliteiten worden vastgelegd per paritair |
subcomité en dit tot 31 december 2024. | subcomité en dit tot 31 december 2024. |
Jaarlijkse dotatie | Jaarlijkse dotatie |
Art. 5.De bijdrage voor de financiering van de jaarlijkse syndicale |
Art. 5.De bijdrage voor de financiering van de jaarlijkse syndicale |
dotatie wordt voor 2021 en 2022 vastgesteld op 1,25 EUR per taak en | dotatie wordt voor 2021 en 2022 vastgesteld op 1,25 EUR per taak en |
gelijkgestelde dag. | gelijkgestelde dag. |
Mobiliteit | Mobiliteit |
Art. 6.Zowel de tegemoetkoming in de abonnementskosten voor het |
Art. 6.Zowel de tegemoetkoming in de abonnementskosten voor het |
openbaar vervoer als in de verplaatsingskosten te betalen aan | openbaar vervoer als in de verplaatsingskosten te betalen aan |
werknemers die een privévervoermiddel gebruiken en geen sociaal | werknemers die een privévervoermiddel gebruiken en geen sociaal |
abonnement genieten, blijven behouden. | abonnement genieten, blijven behouden. |
De regeling voor de betaling van de fietsvergoeding blijft behouden. | De regeling voor de betaling van de fietsvergoeding blijft behouden. |
De tussenkomst van de werkgever wordt behouden op 0,24 EUR per | De tussenkomst van de werkgever wordt behouden op 0,24 EUR per |
kilometer. | kilometer. |
Pro memorie | Pro memorie |
Art. 7.Alle langlopende collectieve arbeidsovereenkomsten met |
Art. 7.Alle langlopende collectieve arbeidsovereenkomsten met |
betrekking tot de loon- en arbeidsvoorwaarden die niet zijn opgezegd, | betrekking tot de loon- en arbeidsvoorwaarden die niet zijn opgezegd, |
blijven onverkort van toepassing. | blijven onverkort van toepassing. |
Sociale vrede | Sociale vrede |
Art. 8.Uitgezonderd eventuele technische aangelegenheden stellen de |
Art. 8.Uitgezonderd eventuele technische aangelegenheden stellen de |
ondertekenende organisaties en hun leden tijdens de toepassingsperiode | ondertekenende organisaties en hun leden tijdens de toepassingsperiode |
van deze collectieve arbeidsovereenkomst noch op het niveau van de | van deze collectieve arbeidsovereenkomst noch op het niveau van de |
bedrijfstak, noch op niveau van de paritaire subcomités, noch op het | bedrijfstak, noch op niveau van de paritaire subcomités, noch op het |
niveau van de ondernemingen nieuwe eisen en waarborgen zij het behoud | niveau van de ondernemingen nieuwe eisen en waarborgen zij het behoud |
van de sociale vrede in de Belgische havens. | van de sociale vrede in de Belgische havens. |
De jaarlijkse dotatie zoals bepaald in artikel 5 van deze collectieve | De jaarlijkse dotatie zoals bepaald in artikel 5 van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst wordt slechts aan het "Gemeenschappelijk | arbeidsovereenkomst wordt slechts aan het "Gemeenschappelijk |
Vakbondsfront" van iedere haven uitbetaald, indien de sociale vrede in | Vakbondsfront" van iedere haven uitbetaald, indien de sociale vrede in |
die haven volledig door de werknemers wordt nageleefd. | die haven volledig door de werknemers wordt nageleefd. |
Geldigheidsduur | Geldigheidsduur |
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
ingang van 1 december 2021 tenzij anders bepaald. Zij treedt buiten | ingang van 1 december 2021 tenzij anders bepaald. Zij treedt buiten |
werking op 1 april 2023 tenzij anders bepaald. Elk van de | werking op 1 april 2023 tenzij anders bepaald. Elk van de |
ondertekenende partijen kan ze opzeggen mits het betekenen bij een ter | ondertekenende partijen kan ze opzeggen mits het betekenen bij een ter |
post aangetekende brief, van een opzeggingstermijn van 3 maanden aan | post aangetekende brief, van een opzeggingstermijn van 3 maanden aan |
de voorzitter van het Paritair Comité voor het havenbedrijf. | de voorzitter van het Paritair Comité voor het havenbedrijf. |
Art. 10.Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 |
Art. 10.Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 |
betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire | betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire |
comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve | comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze | arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze |
aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de | aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de |
werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de | werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de |
voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde | voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde |
notulen van de vergadering. | notulen van de vergadering. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juni | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juni |
2022. | 2022. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |