← Terug naar "Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de sleepdiensten "
Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de sleepdiensten | Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de sleepdiensten |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
6 DECEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot oprichting en tot | 6 DECEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot oprichting en tot |
vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair | vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair |
Subcomité voor de sleepdiensten (1) | Subcomité voor de sleepdiensten (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de |
artikelen 8 en 37; | artikelen 8 en 37; |
Gelet op het koninklijk besluit van 21 februari 1973 tot oprichting en | Gelet op het koninklijk besluit van 21 februari 1973 tot oprichting en |
tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het | tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het |
Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, gewijzigd bij koninklijk | Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, gewijzigd bij koninklijk |
besluit van 4 mei 1992; | besluit van 4 mei 1992; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart |
tot oprichting van een paritair subcomité, gegeven op 4 april 2000; | tot oprichting van een paritair subcomité, gegeven op 4 april 2000; |
Gelet op het advies van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart | Gelet op het advies van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart |
betreffende het ressort van het paritair subcomité, gegeven op 4 april | betreffende het ressort van het paritair subcomité, gegeven op 4 april |
2000; | 2000; |
Gelet op het eensluidend advies van het Paritair Comité voor de | Gelet op het eensluidend advies van het Paritair Comité voor de |
binnenscheepvaart betreffende de goedkeuring door dit comité van de | binnenscheepvaart betreffende de goedkeuring door dit comité van de |
collectieve arbeidsovereenkomsten die in het paritair subcomité | collectieve arbeidsovereenkomsten die in het paritair subcomité |
gesloten zijn, gegeven op 4 april 2000; | gesloten zijn, gegeven op 4 april 2000; |
Gelet op het advies L.30.617/1/V van de Raad van State, gegeven op 7 | Gelet op het advies L.30.617/1/V van de Raad van State, gegeven op 7 |
september 2000; | september 2000; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Er wordt een paritair subcomité opgericht, genaamd |
Artikel 1.Er wordt een paritair subcomité opgericht, genaamd |
"Paritair Subcomité voor de sleepdiensten", dat bevoegd is voor de | "Paritair Subcomité voor de sleepdiensten", dat bevoegd is voor de |
sleepvaart, zijnde het slepen, duwen of voorttrekken van zee- of | sleepvaart, zijnde het slepen, duwen of voorttrekken van zee- of |
binnenschepen op de binnenwateren. | binnenschepen op de binnenwateren. |
Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het bij |
Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het bij |
artikel 1 opgerichte paritair subcomité, moeten door het Paritair | artikel 1 opgerichte paritair subcomité, moeten door het Paritair |
Comité voor de binnenscheepvaart worden goedgekeurd. | Comité voor de binnenscheepvaart worden goedgekeurd. |
Art. 3.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 3.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 6 december 2000. | Gegeven te Brussel, 6 december 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969 | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969 |
Koninklijk besluit van 21 februari 1973, Belgisch Staatsblad van 30 | Koninklijk besluit van 21 februari 1973, Belgisch Staatsblad van 30 |
juni 1973. | juni 1973. |
Koninklijk besluit van 4 mei 1992, Belgisch Staatsblad van 4 juni | Koninklijk besluit van 4 mei 1992, Belgisch Staatsblad van 4 juni |
1992. | 1992. |