Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het faïence- en het porceleinbedrijf, de sanitaire artikelen en de schuurproducten en het ceramisch aardewerk | Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het faïence- en het porceleinbedrijf, de sanitaire artikelen en de schuurproducten en het ceramisch aardewerk |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de | 5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de |
opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder het | opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder het |
Paritair Subcomité voor het faïence- en het porceleinbedrijf, de | Paritair Subcomité voor het faïence- en het porceleinbedrijf, de |
sanitaire artikelen en de schuurproducten en het ceramisch aardewerk | sanitaire artikelen en de schuurproducten en het ceramisch aardewerk |
(1) | (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, | Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, |
inzonderheid op artikel 61, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 juli | inzonderheid op artikel 61, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 juli |
1991; | 1991; |
Gelet op het voorstel van het Paritair Subcomité voor het faïence- en | Gelet op het voorstel van het Paritair Subcomité voor het faïence- en |
het porceleinbedrijf, de sanitaire artikelen en de schuurproducten en | het porceleinbedrijf, de sanitaire artikelen en de schuurproducten en |
het ceramisch aardewerk; | het ceramisch aardewerk; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli |
1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat er aanleiding toe bestaat zonder uitstel de | Overwegende dat er aanleiding toe bestaat zonder uitstel de |
opzeggingstermijnen te wijzigen in het belang van de werklieden van de | opzeggingstermijnen te wijzigen in het belang van de werklieden van de |
ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het | ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het |
faïence- en het porceleinbedrijf, de sanitaire artikelen en de | faïence- en het porceleinbedrijf, de sanitaire artikelen en de |
schuurproducten en het ceramisch aardewerk en die een belangrijke | schuurproducten en het ceramisch aardewerk en die een belangrijke |
anciënniteit tellen en om sociale redenen; | anciënniteit tellen en om sociale redenen; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de |
werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair | werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair |
Subcomité voor het faïence- en het porceleinbedrijf, de sanitaire | Subcomité voor het faïence- en het porceleinbedrijf, de sanitaire |
artikelen en de schuurproducten en het ceramisch aardewerk. | artikelen en de schuurproducten en het ceramisch aardewerk. |
Art. 2.In afwijking van de bepalingen van artikel 59 van de wet van 3 |
Art. 2.In afwijking van de bepalingen van artikel 59 van de wet van 3 |
juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt de te geven | juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt de te geven |
opzeggingstermijn bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor | opzeggingstermijn bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor |
werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, vastgesteld op : | werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, vastgesteld op : |
- vijfendertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat wat | - vijfendertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat wat |
de werklieden betreft die tussen zes maanden en minder dan vijf jaren | de werklieden betreft die tussen zes maanden en minder dan vijf jaren |
ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; | ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; |
- tweeënveertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat | - tweeënveertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat |
wat de werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren | wat de werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren |
ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; | ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; |
- zesenvijftig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat wat | - zesenvijftig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat wat |
de werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaren | de werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaren |
ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; | ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; |
- vierentachtig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat | - vierentachtig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat |
wat de werklieden betreft die tussen vijftien en minder dan twintig | wat de werklieden betreft die tussen vijftien en minder dan twintig |
jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; | jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; |
- honderd en twaalf dagen wanneer de opzegging van de werkgever | - honderd en twaalf dagen wanneer de opzegging van de werkgever |
uitgaat wat de werklieden betreft die ten minste twintig jaren | uitgaat wat de werklieden betreft die ten minste twintig jaren |
ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven. | ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven. |
Art. 3.In geval van opzegging met het oog op brugpensioen gelden de |
Art. 3.In geval van opzegging met het oog op brugpensioen gelden de |
opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli | opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli |
1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. | 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. |
Art. 4.De opzeggingen betekend voor de inwerkingtreding van dit |
Art. 4.De opzeggingen betekend voor de inwerkingtreding van dit |
besluit blijven al hun gevolgen behouden. | besluit blijven al hun gevolgen behouden. |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en houdt op van kracht te zijn | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en houdt op van kracht te zijn |
op 31 december 2002. | op 31 december 2002. |
Art. 6.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 6.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 5 september 2001. | Gegeven te Brussel, 5 september 2001. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. | Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. |
Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991. | Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991. |