Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 05/10/2023
← Terug naar "Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 24, § 2ter, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers voor 2022 en de daaropvolgende jaren "
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 24, § 2ter, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers voor 2022 en de daaropvolgende jaren Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 24, § 2ter, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers voor 2022 en de daaropvolgende jaren
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
5 OKTOBER 2023. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 24, § 5 OKTOBER 2023. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 24, §
2ter, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van 2ter, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van
de sociale zekerheid voor werknemers voor 2022 en de daaropvolgende de sociale zekerheid voor werknemers voor 2022 en de daaropvolgende
jaren jaren
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van
de sociale zekerheid voor werknemers, artikel 24, § 2ter, ingevoegd de sociale zekerheid voor werknemers, artikel 24, § 2ter, ingevoegd
bij de wet van 30 maart 2018; bij de wet van 30 maart 2018;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Sociale Zekerheid, Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Sociale Zekerheid,
gegeven op 14 maart 2023; gegeven op 14 maart 2023;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3
maart 2023; maart 2023;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting,
d.d. 12 september 2023; d.d. 12 september 2023;
Overeenkomstig op het artikel 8, § 1, 3°, van de wet van 15 december Overeenkomstig op het artikel 8, § 1, 3°, van de wet van 15 december
2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve
vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een
regelgevingsimpactanalyse omdat het een formele beslissing betreft; regelgevingsimpactanalyse omdat het een formele beslissing betreft;
Overwegende dat het voor het jaar 2022 toegewezen bedrag is afgeleid Overwegende dat het voor het jaar 2022 toegewezen bedrag is afgeleid
van het bedrag toegewezen voor het jaar 2018, namelijk 121 miljoen van het bedrag toegewezen voor het jaar 2018, namelijk 121 miljoen
euro, jaarlijks aangepast aan het groeipercentage van de gemiddelde euro, jaarlijks aangepast aan het groeipercentage van de gemiddelde
gezondheidsindex van het jaar; gezondheidsindex van het jaar;
Op de voordracht van de Minister van Werk, van de Minister van Sociale Op de voordracht van de Minister van Werk, van de Minister van Sociale
Zaken en van de Minister van Pensioenen en op het advies van de in Zaken en van de Minister van Pensioenen en op het advies van de in
Raad vergaderde ministers, Raad vergaderde ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Het bedrag bedoeld in artikel 24, § 2ter, van de wet

Artikel 1.§ 1. Het bedrag bedoeld in artikel 24, § 2ter, van de wet

van 29 juni 1981 houdende algemene beginselen van de sociale zekerheid van 29 juni 1981 houdende algemene beginselen van de sociale zekerheid
voor werknemers wordt voor 2022 definitief vastgesteld op 138.172.810 voor werknemers wordt voor 2022 definitief vastgesteld op 138.172.810
EUR. EUR.
§ 2. Voor het jaar 2022 is het saldo van de eindafrekening het § 2. Voor het jaar 2022 is het saldo van de eindafrekening het
verschil tussen het in artikel 1 bedoelde eindbedrag voor 2022 en het verschil tussen het in artikel 1 bedoelde eindbedrag voor 2022 en het
bedrag bedoeld in het koninklijk besluit van 12 december 2021 tot bedrag bedoeld in het koninklijk besluit van 12 december 2021 tot
uitvoering van artikel 24, § 2ter, van de wet van 29 juni 1981 uitvoering van artikel 24, § 2ter, van de wet van 29 juni 1981
houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor
werknemers voor het jaar 2022. Dit saldo bedraagt 9.314.095 EUR en zal werknemers voor het jaar 2022. Dit saldo bedraagt 9.314.095 EUR en zal
tegelijk met het overeenkomstig artikel 3 vastgestelde voorlopige tegelijk met het overeenkomstig artikel 3 vastgestelde voorlopige
bedrag voor 2024 worden betaald. bedrag voor 2024 worden betaald.

Art. 2.Het groeipercentage van de gemiddelde gezondheidsindex van het

Art. 2.Het groeipercentage van de gemiddelde gezondheidsindex van het

jaar bedoeld in artikel 24, § 2ter, derde lid, van voornoemde wet van jaar bedoeld in artikel 24, § 2ter, derde lid, van voornoemde wet van
29 juni 1981 is gelijk aan het verschil tussen de gemiddelde 29 juni 1981 is gelijk aan het verschil tussen de gemiddelde
gezondheidsindex van het jaar waarin het bedrag bedoeld in artikel 24, gezondheidsindex van het jaar waarin het bedrag bedoeld in artikel 24,
§ 2ter, van voornoemde wet van 29 juni 1981 wordt toegekend en de § 2ter, van voornoemde wet van 29 juni 1981 wordt toegekend en de
gemiddelde gezondheidsindex van het voorgaande jaar; gedeeld door de gemiddelde gezondheidsindex van het voorgaande jaar; gedeeld door de
gemiddelde gezondheidsindex van het voorgaande jaar. Het wordt dus als gemiddelde gezondheidsindex van het voorgaande jaar. Het wordt dus als
volgt berekend: volgt berekend:
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de berekening wordt de groeivoet van de gemiddelde Voor de berekening wordt de groeivoet van de gemiddelde
gezondheidsindex van het jaar afgerond op vier decimalen. Voor de gezondheidsindex van het jaar afgerond op vier decimalen. Voor de
waarde van het groeipercentage worden twee decimalen gebruikt. waarde van het groeipercentage worden twee decimalen gebruikt.

Art. 3.Voor het jaar N wordt een voorlopig bedrag berekend op basis

Art. 3.Voor het jaar N wordt een voorlopig bedrag berekend op basis

van het overeenkomstig artikel 4 vastgestelde eindbedrag voor het jaar van het overeenkomstig artikel 4 vastgestelde eindbedrag voor het jaar
N-2 en de inflatieprognoses voor de jaren N-1 en N uit de Economische N-2 en de inflatieprognoses voor de jaren N-1 en N uit de Economische
Begroting bedoeld in artikel 108, g), van de wet van 21 december 1994 Begroting bedoeld in artikel 108, g), van de wet van 21 december 1994
houdende sociale en diverse bepalingen, gebruikt bij de opmaak van de houdende sociale en diverse bepalingen, gebruikt bij de opmaak van de
initiële begroting voor het jaar N. initiële begroting voor het jaar N.
Het voorlopig bedrag voor het jaar N wordt als volgt berekend: Het voorlopig bedrag voor het jaar N wordt als volgt berekend:
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Het aldus vastgestelde voorlopige bedrag voor het jaar N wordt betaald Het aldus vastgestelde voorlopige bedrag voor het jaar N wordt betaald
in het jaar N. in het jaar N.

Art. 4.In het eerste kwartaal van jaar N+1 wordt het eindbedrag voor

Art. 4.In het eerste kwartaal van jaar N+1 wordt het eindbedrag voor

jaar N berekend op basis van het eindbedrag voor jaar N-1 en het jaar N berekend op basis van het eindbedrag voor jaar N-1 en het
definitieve groeipercentage van de gemiddelde gezondheidsindex voor definitieve groeipercentage van de gemiddelde gezondheidsindex voor
jaar N met de definitieve gemiddelde gezondheidsindex. Het wordt dus jaar N met de definitieve gemiddelde gezondheidsindex. Het wordt dus
als volgt berekend: als volgt berekend:
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 5.§ 1. Het saldo van de eindafrekening wordt voor het jaar N

Art. 5.§ 1. Het saldo van de eindafrekening wordt voor het jaar N

gedefinieerd als het verschil tussen het overeenkomstig artikel 4 gedefinieerd als het verschil tussen het overeenkomstig artikel 4
vastgestelde eindbedrag en het overeenkomstig artikel 3 vastgestelde vastgestelde eindbedrag en het overeenkomstig artikel 3 vastgestelde
voorlopig bedrag. voorlopig bedrag.
§ 2. Het saldo van de eindafrekening voor het jaar N wordt § 2. Het saldo van de eindafrekening voor het jaar N wordt
geregulariseerd tegelijk met de betaling van het overeenkomstig geregulariseerd tegelijk met de betaling van het overeenkomstig
artikel 3 vastgesteld voorlopige bedrag voor het jaar N+2. artikel 3 vastgesteld voorlopige bedrag voor het jaar N+2.

Art. 6.Voor het jaar 2023 wordt het saldo van de eindafrekening

Art. 6.Voor het jaar 2023 wordt het saldo van de eindafrekening

bepaald als het verschil tussen het overeenkomstig artikel 4 bepaald als het verschil tussen het overeenkomstig artikel 4
vastgestelde definitieve bedrag en het bedrag bedoeld in artikel 1, § vastgestelde definitieve bedrag en het bedrag bedoeld in artikel 1, §
2, in het koninklijk besluit van 22 décember 2022 tot uitvoering van 2, in het koninklijk besluit van 22 décember 2022 tot uitvoering van
artikel 24, § 2ter, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene artikel 24, § 2ter, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene
beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers voor de jaren 2021 beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers voor de jaren 2021
en 2023, en dat saldo wordt betaald samen met het overeenkomstig en 2023, en dat saldo wordt betaald samen met het overeenkomstig
artikel 3 vastgestelde voorlopige bedrag voor het jaar 2025. artikel 3 vastgestelde voorlopige bedrag voor het jaar 2025.

Art. 7.De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor

Art. 7.De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor

Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Pensioenen zijn, ieder wat Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Pensioenen zijn, ieder wat
hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, op 5 oktober 2023. Gegeven te Brussel, op 5 oktober 2023.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
P.-Y. DERMAGNE P.-Y. DERMAGNE
De Minister van Sociale Zaken, De Minister van Sociale Zaken,
F. VANDENBROUCKE F. VANDENBROUCKE
De Minister van Pensioenen, De Minister van Pensioenen,
K. LALIEUX K. LALIEUX
^
Etaamb.be maakt gebruik van cookies
Etaamb.be gebruikt cookies om uw taalvoorkeur te onthouden en om beter te begrijpen hoe etaamb.be gebruikt wordt.
DoorgaanMeer details
x