Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 04/09/2002
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten en vaststelling van zijn statuten "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten en vaststelling van zijn statuten Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten en vaststelling van zijn statuten
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
4 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 4 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december
2001, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid,
betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid voor de betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid voor de
uitzendkrachten en vaststelling van zijn statuten (1) uitzendkrachten en vaststelling van zijn statuten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor
bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 december 1981 waarbij algemeen Gelet op het koninklijk besluit van 9 december 1981 waarbij algemeen
verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr.
36bis, gesloten op 27 november 1981 in de Nationale Arbeidsraad, 36bis, gesloten op 27 november 1981 in de Nationale Arbeidsraad,
betreffende de oprichting van een Fonds voor bestaanszekerheid voor de betreffende de oprichting van een Fonds voor bestaanszekerheid voor de
uitzendkrachten en vaststelling van zijn statuten, evenals zijn latere uitzendkrachten en vaststelling van zijn statuten, evenals zijn latere
wijzigingen; wijzigingen;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001,
gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, betreffende de gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, betreffende de
oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid voor de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid voor de
uitzendkrachten en vaststelling van zijn statuten. uitzendkrachten en vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

van dit besluit. van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 september 2002. Gegeven te Brussel, 4 september 2002.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958.
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 9 december 1981, Belgisch Staatsblad van 6 Koninklijk besluit van 9 december 1981, Belgisch Staatsblad van 6
januari 1982. januari 1982.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor de uitzendarbeid Paritair Comité voor de uitzendarbeid
Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001 Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001
Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid voor de Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid voor de
uitzendkrachten en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst uitzendkrachten en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst
geregistreerd op 31 januari 2002 onder het nummer 60876/CO/322) geregistreerd op 31 januari 2002 onder het nummer 60876/CO/322)
HOOFDSTUK I. - Oprichting, benaming, maatschappelijke zetel, doel, HOOFDSTUK I. - Oprichting, benaming, maatschappelijke zetel, doel,
duur duur

Artikel 1.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst vervangt, met

Artikel 1.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst vervangt, met

ingang van 1 januari 2002, de collectieve arbeidsovereenkomst nr. ingang van 1 januari 2002, de collectieve arbeidsovereenkomst nr.
36bis van 27 november 1981, betreffende de oprichting van een Fonds 36bis van 27 november 1981, betreffende de oprichting van een Fonds
voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten en vaststelling van voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten en vaststelling van
zijn statuten. zijn statuten.
Vanaf 1 januari 2002 regelt onderhavige collectieve Vanaf 1 januari 2002 regelt onderhavige collectieve
arbeidsovereenkomst de werking van het fonds voor bestaanszekerheid arbeidsovereenkomst de werking van het fonds voor bestaanszekerheid
voor de uitzendkrachten, opgericht door de collectieve voor de uitzendkrachten, opgericht door de collectieve
arbeidsovereenkomst 36bis van 27 november 1981, hierna "Sociaal Fonds" arbeidsovereenkomst 36bis van 27 november 1981, hierna "Sociaal Fonds"
genoemd. genoemd.

Art. 2.De zetel van het sociaal fonds is gevestigd te 1000 Brussel,

Art. 2.De zetel van het sociaal fonds is gevestigd te 1000 Brussel,

Helihavenlaan 21, bus 3. Helihavenlaan 21, bus 3.

Art. 3.Het sociaal fonds heeft tot doel :

Art. 3.Het sociaal fonds heeft tot doel :

1° het innen van de bijdragen, die nodig zijn voor zijn werking; 1° het innen van de bijdragen, die nodig zijn voor zijn werking;
2° wanneer het uitzendbureau zijn geldelijke verplichtingen niet 2° wanneer het uitzendbureau zijn geldelijke verplichtingen niet
nakomt tegenover de uitzendkrachten, het betalen aan de werknemers van nakomt tegenover de uitzendkrachten, het betalen aan de werknemers van
: :
a) de lonen welke zijn verschuldigd krachtens de individuele of a) de lonen welke zijn verschuldigd krachtens de individuele of
collectieve arbeidsovereenkomsten; collectieve arbeidsovereenkomsten;
b) de vergoedingen of voordelen welke zijn verschuldigd krachtens de b) de vergoedingen of voordelen welke zijn verschuldigd krachtens de
wet of collectieve arbeidsovereenkomsten. wet of collectieve arbeidsovereenkomsten.
3° het verlenen aan de werknemers van elk sociaal voordeel of het 3° het verlenen aan de werknemers van elk sociaal voordeel of het
verlenen aan de werknemers en werkgevers van diensten, welke het verlenen aan de werknemers en werkgevers van diensten, welke het
voorwerp zullen zijn van een latere collectieve arbeidsovereenkomst; voorwerp zullen zijn van een latere collectieve arbeidsovereenkomst;
4° het verlenen aan de uitzendkrachten, van voordelen van gelijke aard 4° het verlenen aan de uitzendkrachten, van voordelen van gelijke aard
als deze welke in artikel 2 van de wet van 30 juni 1967 tot verruiming als deze welke in artikel 2 van de wet van 30 juni 1967 tot verruiming
van de opdracht van het sociaal fonds tot vergoeding van de in geval van de opdracht van het sociaal fonds tot vergoeding van de in geval
van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, en in hoofdstuk van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, en in hoofdstuk
III van de wet van 28 juni 1966, betreffende de schadeloosstelling van III van de wet van 28 juni 1966, betreffende de schadeloosstelling van
de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen zijn de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen zijn
voorzien; voorzien;
5° bij de uitzendbureaus en de gebruikers alsook bij hun vast 5° bij de uitzendbureaus en de gebruikers alsook bij hun vast
personeel en bij hun uitzendkrachten, een geest van veiligheid op de personeel en bij hun uitzendkrachten, een geest van veiligheid op de
werkplaatsen bevorderen, om de gezondheid en de fysieke integriteit werkplaatsen bevorderen, om de gezondheid en de fysieke integriteit
aan de werknemers te vrijwaren en hun arbeidsvoorwaarden te aan de werknemers te vrijwaren en hun arbeidsvoorwaarden te
verbeteren; verbeteren;
6° het verlenen aan de uitzendkrachten van een eindejaarspremie onder 6° het verlenen aan de uitzendkrachten van een eindejaarspremie onder
de voorwaarden en modaliteiten, bepaald bij collectieve de voorwaarden en modaliteiten, bepaald bij collectieve
arbeidsovereenkomst van 10 december 2001 betreffende de arbeidsovereenkomst van 10 december 2001 betreffende de
eindejaarspremie van de uitzendkrachten; eindejaarspremie van de uitzendkrachten;
7° het verlenen aan de uitzendkrachten van voordelen van dezelfde aard 7° het verlenen aan de uitzendkrachten van voordelen van dezelfde aard
als deze welke voorzien zijn in artikel 4 van de wet van 12 april als deze welke voorzien zijn in artikel 4 van de wet van 12 april
1985, waarbij het sociaal fonds tot vergoeding van de in geval van 1985, waarbij het sociaal fonds tot vergoeding van de in geval van
sluiting der ondernemingen ontslagen werknemers belast wordt met de sluiting der ondernemingen ontslagen werknemers belast wordt met de
uitbetaling van een overbruggingsvergoeding; uitbetaling van een overbruggingsvergoeding;
8° initiatieven tot tewerkstelling van risicogroepen te bevorderen. 8° initiatieven tot tewerkstelling van risicogroepen te bevorderen.
Het betreft hier volgende risicogroepen : Het betreft hier volgende risicogroepen :
a) De langdurig werklozen a) De langdurig werklozen
Werkzoekenden die, gedurende de 6 maanden die aan hun indienstneming Werkzoekenden die, gedurende de 6 maanden die aan hun indienstneming
voorafgaan, zonder onderbreking werkloosheids- of wachtuitkeringen voorafgaan, zonder onderbreking werkloosheids- of wachtuitkeringen
hebben genoten voor alle dagen van de week. hebben genoten voor alle dagen van de week.
b) De laaggeschoolde werklozen b) De laaggeschoolde werklozen
Werklozen, ouder dan 18 jaar, die minstens 1 dag werkloos zijn en geen Werklozen, ouder dan 18 jaar, die minstens 1 dag werkloos zijn en geen
houder zijn van : houder zijn van :
- hetzij een diploma van universitair onderwijs; - hetzij een diploma van universitair onderwijs;
- hetzij een diploma of een getuigschrift van het hoger onderwijs van - hetzij een diploma of een getuigschrift van het hoger onderwijs van
het lange of het korte type; het lange of het korte type;
- hetzij een getuigschrift van het hoger algemeen of technisch - hetzij een getuigschrift van het hoger algemeen of technisch
secundair onderwijs. secundair onderwijs.
c) De gehandicapten c) De gehandicapten
Werkzoekende mindervaliden die, op het ogenblik van hun Werkzoekende mindervaliden die, op het ogenblik van hun
indienstneming, bij het Rijksfonds voor de Sociale Reclassering van de indienstneming, bij het Rijksfonds voor de Sociale Reclassering van de
Mindervaliden (of bij één van zijn rechtsopvolgers) zijn ingeschreven. Mindervaliden (of bij één van zijn rechtsopvolgers) zijn ingeschreven.
d) De deeltijds leerplichtigen d) De deeltijds leerplichtigen
Werkzoekenden van minder dan 18 jaar die onderworpen zijn aan de Werkzoekenden van minder dan 18 jaar die onderworpen zijn aan de
deeltijdse leerplicht en het secundair onderwijs met volledig leerplan deeltijdse leerplicht en het secundair onderwijs met volledig leerplan
niet meer volgen. niet meer volgen.
e) De herintreders e) De herintreders
Werkzoekenden die tegelijk aan volgende voorwaarden voldoen : Werkzoekenden die tegelijk aan volgende voorwaarden voldoen :
1) minstens 24 jaar zijn; 1) minstens 24 jaar zijn;
2) geen werkloosheids- of loopbaanonderbrekingsuitkeringen genoten 2) geen werkloosheids- of loopbaanonderbrekingsuitkeringen genoten
hebben gedurende de periode van 3 jaar die de indienstneming hebben gedurende de periode van 3 jaar die de indienstneming
voorafgaat; voorafgaat;
3) geen beroepsactiviteit verricht hebben gedurende de periode van 3 3) geen beroepsactiviteit verricht hebben gedurende de periode van 3
jaar die de indienstneming voorafgaat; jaar die de indienstneming voorafgaat;
4) vóór de in 2 en 3 bedoelde periode van 3 jaar hun beroepsactiviteit 4) vóór de in 2 en 3 bedoelde periode van 3 jaar hun beroepsactiviteit
onderbroken hebben ofwel nooit een dergelijke activiteit begonnen onderbroken hebben ofwel nooit een dergelijke activiteit begonnen
zijn. zijn.
f) De bestaansminimumtrekkers f) De bestaansminimumtrekkers
Werkzoekenden die op het ogenblik van hun indienstneming sinds Werkzoekenden die op het ogenblik van hun indienstneming sinds
minstens 3 maanden zonder onderbreking het bestaansminimum ontvangen. minstens 3 maanden zonder onderbreking het bestaansminimum ontvangen.
g) Oudere werklozen g) Oudere werklozen
Werkzoekenden, ouder dan 44 jaar, die minstens één dag werkloos zijn Werkzoekenden, ouder dan 44 jaar, die minstens één dag werkloos zijn
en geen houder zijn van : en geen houder zijn van :
- hetzij een diploma van het universitair onderwijs; - hetzij een diploma van het universitair onderwijs;
- hetzij een diploma of een getuigschrift van het hoger - hetzij een diploma of een getuigschrift van het hoger
niet-universitair onderwijs van het korte of het lange type. niet-universitair onderwijs van het korte of het lange type.
h) Migranten h) Migranten
De raad van beheer van het sociaal fonds zal bepalen welke personen De raad van beheer van het sociaal fonds zal bepalen welke personen
tot deze categorie van werknemers behoren. tot deze categorie van werknemers behoren.
9° het bevorderen van initiatieven inzake vorming. 9° het bevorderen van initiatieven inzake vorming.

Art. 4.Het sociaal fonds wordt opgericht voor de duur bepaald in

Art. 4.Het sociaal fonds wordt opgericht voor de duur bepaald in

artikel 24. artikel 24.
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 5.Deze statuten, alsmede de uitvoeringsmodaliteiten die worden

Art. 5.Deze statuten, alsmede de uitvoeringsmodaliteiten die worden

vastgelegd, zijn van toepassing : vastgelegd, zijn van toepassing :
a) op de uitzendbureaus, bedoeld bij artikel 7, 1° van de wet van 24 a) op de uitzendbureaus, bedoeld bij artikel 7, 1° van de wet van 24
juli 1987 betreffende tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter juli 1987 betreffende tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter
beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers; beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers;
- wat betreft de uitzendbureaus, erkend om activiteiten uit te oefenen - wat betreft de uitzendbureaus, erkend om activiteiten uit te oefenen
in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, is artikel 14, b) en c) in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, is artikel 14, b) en c)
en artikel 22 niet van toepassing; daarentegen is artikel 15 wel van en artikel 22 niet van toepassing; daarentegen is artikel 15 wel van
toepassing; toepassing;
- wat betreft de uitzendbureaus, niet erkend om activiteiten uit te - wat betreft de uitzendbureaus, niet erkend om activiteiten uit te
oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, is artikel 15 oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, is artikel 15
niet van toepassing. niet van toepassing.
b) op de uitzendkrachten, bedoeld bij artikel 7, 3° van de genoemde b) op de uitzendkrachten, bedoeld bij artikel 7, 3° van de genoemde
wet van 24 juli 1987, die door de uitzendbureaus worden tewerkgesteld; wet van 24 juli 1987, die door de uitzendbureaus worden tewerkgesteld;
- wat betreft de uitzendkrachten, tewerkgesteld via uitzendbureaus die - wat betreft de uitzendkrachten, tewerkgesteld via uitzendbureaus die
erkend zijn om activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor erkend zijn om activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor
het bouwbedrijf, is artikel 14, b) en c), en artikel 22 niet van het bouwbedrijf, is artikel 14, b) en c), en artikel 22 niet van
toepassing; daarentegen is artikel 15 wel van toepassing; toepassing; daarentegen is artikel 15 wel van toepassing;
- wat betreft de uitzendkrachten, niet tewerkgesteld via - wat betreft de uitzendkrachten, niet tewerkgesteld via
uitzendbureaus die erkend zijn om activiteiten uit te oefenen in het uitzendbureaus die erkend zijn om activiteiten uit te oefenen in het
Paritair Comité 124, is artikel 15 niet van toepassing. Paritair Comité 124, is artikel 15 niet van toepassing.
HOOFDSTUK III. - Beheer HOOFDSTUK III. - Beheer

Art. 6.Het sociaal fonds wordt beheerd door een raad van beheer,

Art. 6.Het sociaal fonds wordt beheerd door een raad van beheer,

welke paritair is samengesteld, enerzijds, door afgevaardigden van de welke paritair is samengesteld, enerzijds, door afgevaardigden van de
ondernemingen voor uitzendarbeid en de gebruikers, en, anderzijds, ondernemingen voor uitzendarbeid en de gebruikers, en, anderzijds,
door afgevaardigden van de werknemers. door afgevaardigden van de werknemers.
Deze raad bestaat uit veertien leden, zijnde zeven afgevaardigden die Deze raad bestaat uit veertien leden, zijnde zeven afgevaardigden die
worden voorgesteld door de organisaties van uitzendbureaus en van worden voorgesteld door de organisaties van uitzendbureaus en van
gebruikers, en zeven afgevaardigden die worden voorgesteld door de gebruikers, en zeven afgevaardigden die worden voorgesteld door de
werknemersorganisaties. werknemersorganisaties.
Het Paritair Comité voor de uitzendarbeid wijst de leden van de raad Het Paritair Comité voor de uitzendarbeid wijst de leden van de raad
van beheer aan en ontslaat ze tevens; hij kan het aantal beheerders van beheer aan en ontslaat ze tevens; hij kan het aantal beheerders
dat is vastgesteld in het tweede lid wijzigen. dat is vastgesteld in het tweede lid wijzigen.
De leden van de raad van beheer worden genoemd voor een termijn van De leden van de raad van beheer worden genoemd voor een termijn van
vier jaar. Hun mandaat kan worden hernieuwd. vier jaar. Hun mandaat kan worden hernieuwd.
In geval van overlijden, ontslag of afzetting van een beheerder, In geval van overlijden, ontslag of afzetting van een beheerder,
voorziet het Paritair Comité in zijn vervanging. Het nieuw aangewezen voorziet het Paritair Comité in zijn vervanging. Het nieuw aangewezen
lid beëindigt het mandaat van zijn voorganger. lid beëindigt het mandaat van zijn voorganger.

Art. 7.Ieder jaar wijst de raad van beheer uit zijn midden een

Art. 7.Ieder jaar wijst de raad van beheer uit zijn midden een

voorzitter en een ondervoorzitter aan. Deze functies worden voorzitter en een ondervoorzitter aan. Deze functies worden
afwisselend uitgeoefend door een afgevaardigde van de uitzendbureaus afwisselend uitgeoefend door een afgevaardigde van de uitzendbureaus
of de gebruikers, en een afgevaardigde van de werknemers. of de gebruikers, en een afgevaardigde van de werknemers.
De raad van beheer wijst eveneens de personen aan die worden belast De raad van beheer wijst eveneens de personen aan die worden belast
met het secretariaat. met het secretariaat.

Art. 8.De raad van beheer vergadert op uitnodiging van de voorzitter.

Art. 8.De raad van beheer vergadert op uitnodiging van de voorzitter.

De voorzitter is gehouden de raad ten minste éénmaal per jaar bijeen De voorzitter is gehouden de raad ten minste éénmaal per jaar bijeen
te roepen, en telkens wanneer ten minste één derde van de leden van de te roepen, en telkens wanneer ten minste één derde van de leden van de
raad het vragen. raad het vragen.
De uitnodigingen moeten de agenda vermelden. In geval van afwezigheid De uitnodigingen moeten de agenda vermelden. In geval van afwezigheid
van de voorzitter, wordt de zitting van de raad van beheer voorgezeten van de voorzitter, wordt de zitting van de raad van beheer voorgezeten
door de ondervoorzitter en, bij afwezigheid van deze laatste door de door de ondervoorzitter en, bij afwezigheid van deze laatste door de
ouderdomsdeken. ouderdomsdeken.
De raad van beheer kan slechts geldig beslissen over de punten welke De raad van beheer kan slechts geldig beslissen over de punten welke
op de agenda staan vermeld, en bij aanwezigheid van ten minste de op de agenda staan vermeld, en bij aanwezigheid van ten minste de
helft van de leden die behoren tot de werknemersafvaardiging en ten helft van de leden die behoren tot de werknemersafvaardiging en ten
minste de helft van de leden die behoren tot de afvaardiging van de minste de helft van de leden die behoren tot de afvaardiging van de
ondernemingen voor uitzendarbeid en de gebruikers. ondernemingen voor uitzendarbeid en de gebruikers.
De beslissingen worden genomen bij meerderheid van de stemgerechtigden De beslissingen worden genomen bij meerderheid van de stemgerechtigden
in elke afvaardiging. in elke afvaardiging.
De notulen worden opgemaakt door de secretaris aangewezen door de raad De notulen worden opgemaakt door de secretaris aangewezen door de raad
van beheer, en ondertekend door diegene die de vergadering heeft van beheer, en ondertekend door diegene die de vergadering heeft
voorgezeten. voorgezeten.
De uittreksels van de notulen worden ondertekend door de voorzitter of De uittreksels van de notulen worden ondertekend door de voorzitter of
door twee beheerders, waarvan de ene door de werknemersafvaardiging en door twee beheerders, waarvan de ene door de werknemersafvaardiging en
de andere door de ondernemingen voor uitzendarbeid en de gebruikers is de andere door de ondernemingen voor uitzendarbeid en de gebruikers is
gemandateerd. gemandateerd.

Art. 9.De raad van beheer heeft tot opdracht het sociaal fonds te

Art. 9.De raad van beheer heeft tot opdracht het sociaal fonds te

beheren, in de ruimste betekenis van het woord, daaronder begrepen het beheren, in de ruimste betekenis van het woord, daaronder begrepen het
treffen van alle maatregelen, welke nodig blijken voor zijn goede treffen van alle maatregelen, welke nodig blijken voor zijn goede
werking en voor de verwezenlijking van zijn doel. werking en voor de verwezenlijking van zijn doel.
De raad van beheer mag voor het bereiken van de doeleinden bepaald in De raad van beheer mag voor het bereiken van de doeleinden bepaald in
artikel 3 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, beslissen artikel 3 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, beslissen
dat onkosten gemaakt voor enquêtes, vorming, publiciteit en dergelijke dat onkosten gemaakt voor enquêtes, vorming, publiciteit en dergelijke
door het sociaal fonds zullen gedragen worden. door het sociaal fonds zullen gedragen worden.
De raad van beheer bepaalt in zijn jaarlijkse begroting de De raad van beheer bepaalt in zijn jaarlijkse begroting de
beheerskosten welke ten laste vallen van de opbrengsten van het beheerskosten welke ten laste vallen van de opbrengsten van het
sociaal fonds. sociaal fonds.
Hij kan een huishoudelijk reglement opstellen. Hij kan een huishoudelijk reglement opstellen.
De raad van beheer wordt bij elk optreden, inbegrepen optreden in De raad van beheer wordt bij elk optreden, inbegrepen optreden in
rechte als eisende of als verwerende partij, en voor elk doel, geldig rechte als eisende of als verwerende partij, en voor elk doel, geldig
vertegenwoordigd door de voorzitter of door de beheerder die hij vertegenwoordigd door de voorzitter of door de beheerder die hij
aanstelt om die vertegenwoordiging waar te nemen. aanstelt om die vertegenwoordiging waar te nemen.
De leden van de raad van beheer zijn slechts verantwoordelijk voor de De leden van de raad van beheer zijn slechts verantwoordelijk voor de
uitvoering van hun opdracht; zij gaan geen enkele persoonlijke uitvoering van hun opdracht; zij gaan geen enkele persoonlijke
verplichting aan wegens hun deelneming aan het beheer van het sociaal verplichting aan wegens hun deelneming aan het beheer van het sociaal
fonds, noch ten opzichte van de verbintenissen van het sociaal fonds. fonds, noch ten opzichte van de verbintenissen van het sociaal fonds.
Art. 9bis . De uitzendbureaus zijn gehouden aan het sociaal fonds Art. 9bis . De uitzendbureaus zijn gehouden aan het sociaal fonds
driemaandelijks, uiterlijk voor het einde van de tweede maand na het driemaandelijks, uiterlijk voor het einde van de tweede maand na het
einde van het betrokken kwartaal, een kwartaalaangifte toe te sturen. einde van het betrokken kwartaal, een kwartaalaangifte toe te sturen.
Dit is een lijst met vermelding, voor elke uitzendkracht, van zijn Dit is een lijst met vermelding, voor elke uitzendkracht, van zijn
naam, geboortedatum of rijksregisternummer, verdiende loon en aantal naam, geboortedatum of rijksregisternummer, verdiende loon en aantal
gepresteerde dagen. gepresteerde dagen.
Indien die vermeldingen in de Rijksdienst voor Sociale Indien die vermeldingen in de Rijksdienst voor Sociale
Zekerheid-aangifte zijn opgenomen, volstaat het een afschrift daarvan Zekerheid-aangifte zijn opgenomen, volstaat het een afschrift daarvan
aan het sociaal fonds toe te sturen. aan het sociaal fonds toe te sturen.
De verplichting voorzien in dit artikel geldt ook voor de eventuele De verplichting voorzien in dit artikel geldt ook voor de eventuele
rechtzettingen die achteraf aan de kwartaalaangiftes worden rechtzettingen die achteraf aan de kwartaalaangiftes worden
aangebracht. aangebracht.
De erkende uitzendbureaus, die geen zetel hebben in België, krijgen op De erkende uitzendbureaus, die geen zetel hebben in België, krijgen op
voorhand door het sociaal fonds een document toegestuurd dat zij voorhand door het sociaal fonds een document toegestuurd dat zij
dienen te gebruiken voor de kwartaalaangifte. Zij dienen enkel de dienen te gebruiken voor de kwartaalaangifte. Zij dienen enkel de
prestaties van hun uitzendkrachten, tewerkgesteld op het Belgisch prestaties van hun uitzendkrachten, tewerkgesteld op het Belgisch
grondgebied te vermelden. Het is de verantwoordelijkheid van het grondgebied te vermelden. Het is de verantwoordelijkheid van het
erkend uitzendbureau om de nodige actie te ondernemen opdat de erkend uitzendbureau om de nodige actie te ondernemen opdat de
kwartaalaangifte tijdig wordt ingediend. kwartaalaangifte tijdig wordt ingediend.
Commentaar Commentaar
De vraag naar deze kwartaalaangifte rechtvaardigt zich door de De vraag naar deze kwartaalaangifte rechtvaardigt zich door de
noodzaak aan toezicht en controle, door het sociaal fonds, op het noodzaak aan toezicht en controle, door het sociaal fonds, op het
legaal functioneren van de uitzendbureaus, al dan niet met zetel in legaal functioneren van de uitzendbureaus, al dan niet met zetel in
België. België.
Deze kwartaalaangiftes zijn noodzakelijk opdat het sociaal fonds zou Deze kwartaalaangiftes zijn noodzakelijk opdat het sociaal fonds zou
beschikken over de informatie die nodig is om zijn opdrachten uit te beschikken over de informatie die nodig is om zijn opdrachten uit te
voeren. voeren.

Art. 10.De raad van beheer kan bepaalde opdrachten toevertrouwen aan

Art. 10.De raad van beheer kan bepaalde opdrachten toevertrouwen aan

één of meerdere leden of zelfs aan derden. één of meerdere leden of zelfs aan derden.

Art. 11.De raad van beheer kan het dagelijks beheer overdragen aan

Art. 11.De raad van beheer kan het dagelijks beheer overdragen aan

een Directiecomité, dat paritair is samengesteld uit leden van deze een Directiecomité, dat paritair is samengesteld uit leden van deze
raad, die enerzijds de ondernemingen voor uitzendarbeid en de raad, die enerzijds de ondernemingen voor uitzendarbeid en de
gebruikers, en anderzijds de werknemers vertegenwoordigen, ten belope gebruikers, en anderzijds de werknemers vertegenwoordigen, ten belope
van ten minste drie leden voor ieder van beide vertegenwoordigingen. van ten minste drie leden voor ieder van beide vertegenwoordigingen.
Het Directiecomité kan slechts geldig beraadslagen indien alle leden Het Directiecomité kan slechts geldig beraadslagen indien alle leden
aanwezig zijn of zijn vertegenwoordigd door een ander lid van dit aanwezig zijn of zijn vertegenwoordigd door een ander lid van dit
comité, dat daartoe een regelmatige volmacht heeft gekregen. De comité, dat daartoe een regelmatige volmacht heeft gekregen. De
beslissingen van het Directiecomité worden genomen bij eenparigheid beslissingen van het Directiecomité worden genomen bij eenparigheid
van stemmen. van stemmen.
HOOFDSTUK IV. - Financiering HOOFDSTUK IV. - Financiering

Art. 12.Het sociaal fonds beschikt over de bijdragen welke zijn

Art. 12.Het sociaal fonds beschikt over de bijdragen welke zijn

verschuldigd door de in artikel 5, a), bedoelde uitzendbureaus, alsook verschuldigd door de in artikel 5, a), bedoelde uitzendbureaus, alsook
over de intresten van de geïnvesteerde bedragen. over de intresten van de geïnvesteerde bedragen.
Inningsprocedure Inningsprocedure

Art. 13.De bijdragen voorzien in artikel 14, b) en c), en artikel 15

Art. 13.De bijdragen voorzien in artikel 14, b) en c), en artikel 15

worden ingevorderd en geïnd door de Rijksdienst voor Sociale worden ingevorderd en geïnd door de Rijksdienst voor Sociale
Zekerheid, overeenkomstig artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 Zekerheid, overeenkomstig artikel 7 van de wet van 7 januari 1958
betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, behoudens de betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, behoudens de
afwijkingen vermeld onder artikel 14 en 15. afwijkingen vermeld onder artikel 14 en 15.
Wat de uitzendkrachten betreft waarvoor er geen bijdrageplicht aan de Wat de uitzendkrachten betreft waarvoor er geen bijdrageplicht aan de
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bestaat (bijvoorbeeld, degenen die Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bestaat (bijvoorbeeld, degenen die
naar ons land zijn gedetacheerd en die vallen onder artikel 14 van de naar ons land zijn gedetacheerd en die vallen onder artikel 14 van de
Verordening (EEG) 1408/71 van 14 juni 1971 of ter uitvoering van een Verordening (EEG) 1408/71 van 14 juni 1971 of ter uitvoering van een
bilateraal akkoord tussen België en een derde land, de studenten die bilateraal akkoord tussen België en een derde land, de studenten die
minder dan één maand werken tijdens de zomer), zullen de bijdragen minder dan één maand werken tijdens de zomer), zullen de bijdragen
bedoeld in artikel 14, b) en c), en artikel 15 rechtstreeks door het bedoeld in artikel 14, b) en c), en artikel 15 rechtstreeks door het
sociaal fonds worden geïnd, volgens de modaliteiten, welke door de sociaal fonds worden geïnd, volgens de modaliteiten, welke door de
raad van beheer worden bepaald. raad van beheer worden bepaald.
Bijdragen Bijdragen

Art. 14.De bijdrage van de werkgevers, bedoeld in artikel 5, a), aan

Art. 14.De bijdrage van de werkgevers, bedoeld in artikel 5, a), aan

het sociaal fonds, bestaat uit drie delen : het sociaal fonds, bestaat uit drie delen :
a) Waarborg a) Waarborg
Elke vennootschap die in één van de gewesten een erkenning aanvraagt Elke vennootschap die in één van de gewesten een erkenning aanvraagt
en bekomt, dient, per juridische entiteit, rechtstreeks aan het en bekomt, dient, per juridische entiteit, rechtstreeks aan het
sociaal fonds éénmalig een som te storten van 74 368,06 EUR, en dit in sociaal fonds éénmalig een som te storten van 74 368,06 EUR, en dit in
twee keer : twee keer :
1° een som van 24.789,35 EUR moet worden gestort op dezelfde datum als 1° een som van 24.789,35 EUR moet worden gestort op dezelfde datum als
die waarop de erkenningsaanvraag wordt ingediend; die waarop de erkenningsaanvraag wordt ingediend;
2° een som van 49.578,71 EUR moet worden gestort binnen dertig dagen 2° een som van 49.578,71 EUR moet worden gestort binnen dertig dagen
volgend op de datum van de erkenning. volgend op de datum van de erkenning.
Commentaar Commentaar
Bovenstaand bedrag is bedoeld als waarborg in het geval van mogelijke Bovenstaand bedrag is bedoeld als waarborg in het geval van mogelijke
betalingsmoeilijkheden vanwege het uitzendbureau ten opzichte van zijn betalingsmoeilijkheden vanwege het uitzendbureau ten opzichte van zijn
uitzendkrachten of ten opzichte van het sociaal fonds. uitzendkrachten of ten opzichte van het sociaal fonds.
Indien de onderneming geen erkenning als uitzendbureau heeft gekregen Indien de onderneming geen erkenning als uitzendbureau heeft gekregen
of indien de onderneming afziet van de verdere erkenningsprocedure, of indien de onderneming afziet van de verdere erkenningsprocedure,
kan zij bij het sociaal fonds een aanvraag indienen met het oog op de kan zij bij het sociaal fonds een aanvraag indienen met het oog op de
terugstorting van de bovengenoemde som van 24.789,35 EUR. terugstorting van de bovengenoemde som van 24.789,35 EUR.
De terugstorting zal maar kunnen gebeuren voor zover de desbetreffende De terugstorting zal maar kunnen gebeuren voor zover de desbetreffende
aanvraag gepaard gaat met de overlegging van een document van het aanvraag gepaard gaat met de overlegging van een document van het
bevoegde gewestelijk bestuur waaruit blijkt dat de onderneming niet bevoegde gewestelijk bestuur waaruit blijkt dat de onderneming niet
als uitzendbureau is erkend, of van een verklaring op eer dat de als uitzendbureau is erkend, of van een verklaring op eer dat de
onderneming afziet van de verdere erkenningsprocedure. onderneming afziet van de verdere erkenningsprocedure.
De niet als uitzendbureau erkende ondernemingen waarvan de activiteit De niet als uitzendbureau erkende ondernemingen waarvan de activiteit
in feite ressorteert onder de wet van 24 juli 1987, meer bepaald in feite ressorteert onder de wet van 24 juli 1987, meer bepaald
hoofdstuk II, van de wetgeving op uitzendarbeid, zullen de som van hoofdstuk II, van de wetgeving op uitzendarbeid, zullen de som van
74.368,06 EUR ineens moeten storten op het eerste verzoek van het 74.368,06 EUR ineens moeten storten op het eerste verzoek van het
sociaal fonds. In geval van weigering, kan het sociaal fonds een sociaal fonds. In geval van weigering, kan het sociaal fonds een
rechtsvordering instellen. rechtsvordering instellen.
Van de som van 74.368,06 EUR is een forfaitair bedrag van 4.957,87 EUR Van de som van 74.368,06 EUR is een forfaitair bedrag van 4.957,87 EUR
definitief verworven door het sociaal fonds. definitief verworven door het sociaal fonds.
Commentaar Commentaar
Deze som betreft een éénmalige inning voor opstart-, beheers- en Deze som betreft een éénmalige inning voor opstart-, beheers- en
dossierkosten. dossierkosten.
De overige 69.410,19 EUR kunnen op verzoek van het uitzendbureau door De overige 69.410,19 EUR kunnen op verzoek van het uitzendbureau door
het sociaal fonds worden terugbetaald, van zodra het uitzendbureau het het sociaal fonds worden terugbetaald, van zodra het uitzendbureau het
bewijs voorlegt dat het voor een totaal bedrag van minstens 74.368,06 bewijs voorlegt dat het voor een totaal bedrag van minstens 74.368,06
EUR aan bijdragen aan het sociaal fonds (via rechtstreeks of EUR aan bijdragen aan het sociaal fonds (via rechtstreeks of
onrechtstreekse inning) heeft betaald en voor zover het uitzendbureau onrechtstreekse inning) heeft betaald en voor zover het uitzendbureau
geen andere schulden heeft aan het sociaal fonds. geen andere schulden heeft aan het sociaal fonds.
Voor wat betreft de uitzendbureaus, erkend om activiteiten uit te Voor wat betreft de uitzendbureaus, erkend om activiteiten uit te
oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, kunnen de overige oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, kunnen de overige
69.410,19 EUR op verzoek van het betrokken uitzendbureau door het 69.410,19 EUR op verzoek van het betrokken uitzendbureau door het
sociaal fonds voor de uitzendkrachten terugbetaald worden, van zodra sociaal fonds voor de uitzendkrachten terugbetaald worden, van zodra
het uitzendbureau het bewijs voorlegt dat het voor een totaal bedrag het uitzendbureau het bewijs voorlegt dat het voor een totaal bedrag
van minstens 2.844,58 EUR aan bijdragen aan het sociaal fonds voor de van minstens 2.844,58 EUR aan bijdragen aan het sociaal fonds voor de
uitzendkrachten (via rechtstreeks of onrechtstreekse inning) heeft uitzendkrachten (via rechtstreeks of onrechtstreekse inning) heeft
betaald en voorzover het uitzendbureau geen andere schulden heeft aan betaald en voorzover het uitzendbureau geen andere schulden heeft aan
het sociaal fonds. het sociaal fonds.
Commentaar Commentaar
De bedoeling van de twee bovenstaande paragrafen is dat een mogelijke De bedoeling van de twee bovenstaande paragrafen is dat een mogelijke
terugbetaling van de waarborg pas kan geschieden wanneer er door alle terugbetaling van de waarborg pas kan geschieden wanneer er door alle
uitzendbureaus, al dan niet erkend om activiteiten uit te oefenen in uitzendbureaus, al dan niet erkend om activiteiten uit te oefenen in
het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, bijdragen betaald zijn op het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, bijdragen betaald zijn op
een loonmassa van gelijke omvang. een loonmassa van gelijke omvang.
Er moet een termijn van ten minste twaalf maanden liggen tussen de Er moet een termijn van ten minste twaalf maanden liggen tussen de
betaling van de volledige som van 74.368,06 EUR en de terugbetaling betaling van de volledige som van 74.368,06 EUR en de terugbetaling
van de som van 69.410,19 EUR. van de som van 69.410,19 EUR.
Op verzoek van een uitzendbureau dat zijn uitzendactiviteit stopzet en Op verzoek van een uitzendbureau dat zijn uitzendactiviteit stopzet en
dat de in de vorige twee alinea's bepaalde voorwaarden niet vervult, dat de in de vorige twee alinea's bepaalde voorwaarden niet vervult,
kan de raad van beheer van het sociaal fonds, rekening houdend met de kan de raad van beheer van het sociaal fonds, rekening houdend met de
schulden die het uitzendbureau heeft aan het sociaal fonds, beslissen schulden die het uitzendbureau heeft aan het sociaal fonds, beslissen
de 69 410,19 EUR geheel of gedeeltelijk terug te betalen, zo er voor de 69 410,19 EUR geheel of gedeeltelijk terug te betalen, zo er voor
de uitzendkrachten van dat uitzendbureau of voor zijn gewezen de uitzendkrachten van dat uitzendbureau of voor zijn gewezen
uitzendkrachten geen financiële tussenkomsten door het sociaal fonds uitzendkrachten geen financiële tussenkomsten door het sociaal fonds
zijn gedaan of dienen gedaan te worden. zijn gedaan of dienen gedaan te worden.
Als gevolg van de verjaringstermijn inzake tegoeden op lonen, is deze Als gevolg van de verjaringstermijn inzake tegoeden op lonen, is deze
terugbetalingsprocedure pas mogelijk indien een termijn van minstens terugbetalingsprocedure pas mogelijk indien een termijn van minstens
vijf jaar verstreken is sinds de stopzetting. vijf jaar verstreken is sinds de stopzetting.
De terugbetaling kan nooit de bijdragen welke door de werkgever moeten De terugbetaling kan nooit de bijdragen welke door de werkgever moeten
worden betaald krachtens punt b) en c) van dit artikel, desgevallend worden betaald krachtens punt b) en c) van dit artikel, desgevallend
artikel 15, overtreffen. artikel 15, overtreffen.
Uitzendkantoren die geen zetel hebben in België kunnen het principe Uitzendkantoren die geen zetel hebben in België kunnen het principe
van de gelijkwaardigheid inroepen ter attentie van een gelijkaardig van de gelijkwaardigheid inroepen ter attentie van een gelijkaardig
waarborgsysteem dat bestaat in hun thuisland. Ze dienen die waarborgsysteem dat bestaat in hun thuisland. Ze dienen die
gelijkwaardigheid op een omstandige manier aan te tonen. Er dient bij gelijkwaardigheid op een omstandige manier aan te tonen. Er dient bij
wijze van geschriften te worden aangetoond dat : wijze van geschriften te worden aangetoond dat :
- de waarborg minstens een bedrag equivalent aan 74.368,06 EUR - de waarborg minstens een bedrag equivalent aan 74.368,06 EUR
bedraagt; bedraagt;
- de waarborg uitdrukkelijk tussenkomt in geval van het staken van de - de waarborg uitdrukkelijk tussenkomt in geval van het staken van de
betaling van de lonen en bijdragen; betaling van de lonen en bijdragen;
- ook van de in België tewerkgestelde uitzendkrachten. - ook van de in België tewerkgestelde uitzendkrachten.
b) Eindejaarspremie b) Eindejaarspremie
Voor het financieren van de eindejaarspremie is een bijdrage van 8,65 Voor het financieren van de eindejaarspremie is een bijdrage van 8,65
pct. op de brutolonen van de in België tewerkgestelde uitzendkrachten pct. op de brutolonen van de in België tewerkgestelde uitzendkrachten
verschuldigd, dit vanaf 1 januari 2002 en voor onbepaalde duur. verschuldigd, dit vanaf 1 januari 2002 en voor onbepaalde duur.
Inningsprocedure Inningsprocedure
Voor het eerste trimester 2002 wordt 0,3 pct. van deze bijdrage Voor het eerste trimester 2002 wordt 0,3 pct. van deze bijdrage
rechtstreeks gevorderd en geïnd door het sociaal fonds, volgens de rechtstreeks gevorderd en geïnd door het sociaal fonds, volgens de
modaliteiten bepaald door de raad van beheer, en 8,35 pct. wordt modaliteiten bepaald door de raad van beheer, en 8,35 pct. wordt
gevorderd en geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, zoals gevorderd en geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, zoals
bepaald in artikel 13. Vanaf het tweede trimester 2002 wordt de bepaald in artikel 13. Vanaf het tweede trimester 2002 wordt de
bijdrage van 8,65 pct. volledig gevorderd en geïnd door de Rijksdienst bijdrage van 8,65 pct. volledig gevorderd en geïnd door de Rijksdienst
voor Sociale Zekerheid zoals bepaald bij artikel 13. voor Sociale Zekerheid zoals bepaald bij artikel 13.
Uitzendkantoren die geen zetel hebben in België kunnen het principe Uitzendkantoren die geen zetel hebben in België kunnen het principe
van de gelijkwaardigheid inroepen, mits omstandig schriftelijk bewijs van de gelijkwaardigheid inroepen, mits omstandig schriftelijk bewijs
hiervan. hiervan.
c) Andere voordelen c) Andere voordelen
- Voor het financieren van de sociale voordelen toegekend aan de - Voor het financieren van de sociale voordelen toegekend aan de
uitzendkrachten op grond van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 uitzendkrachten op grond van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10
december 2001 met betrekking tot de sociale voordelen bestemd voor de december 2001 met betrekking tot de sociale voordelen bestemd voor de
uitzendkrachten, zijn de werkgevers bedoeld bij artikel 5, a), een uitzendkrachten, zijn de werkgevers bedoeld bij artikel 5, a), een
bijdrage van 0,10 pct. verschuldigd, dit vanaf 1 januari 2002 tot 31 bijdrage van 0,10 pct. verschuldigd, dit vanaf 1 januari 2002 tot 31
december 2002. december 2002.
Inningsprocedure Inningsprocedure
Deze bijdrage wordt voor de vier kwartalen van 2002 rechtstreeks geïnd Deze bijdrage wordt voor de vier kwartalen van 2002 rechtstreeks geïnd
door het sociaal fonds, volgens de modaliteiten bepaald door de raad door het sociaal fonds, volgens de modaliteiten bepaald door de raad
van beheer. van beheer.
Uitzendkantoren die geen zetel hebben in België kunnen het principe Uitzendkantoren die geen zetel hebben in België kunnen het principe
van de gelijkwaardigheid inroepen, mits omstandig schriftelijk bewijs van de gelijkwaardigheid inroepen, mits omstandig schriftelijk bewijs
hiervan. hiervan.
- Voor de verwezenlijking van artikel 3, 8°, wordt de bijdrage, - Voor de verwezenlijking van artikel 3, 8°, wordt de bijdrage,
verschuldigd aan het sociaal fonds door de werkgevers bedoeld bij verschuldigd aan het sociaal fonds door de werkgevers bedoeld bij
artikel 5, a), met ingang van 1 januari 2002 tot 31 december 2002 artikel 5, a), met ingang van 1 januari 2002 tot 31 december 2002
vastgesteld op 0,10 pct. van de brutolonen van de in België vastgesteld op 0,10 pct. van de brutolonen van de in België
tewerkgestelde uitzendkrachten. tewerkgestelde uitzendkrachten.
Inningsprocedure Inningsprocedure
Deze bijdrage wordt voor het eerste kwartaal van 2002 rechtstreeks Deze bijdrage wordt voor het eerste kwartaal van 2002 rechtstreeks
door het sociaal fonds gevorderd en geïnd, volgens de modaliteiten door het sociaal fonds gevorderd en geïnd, volgens de modaliteiten
bepaald door de raad van beheer. Voor het tweede, derde en vierde bepaald door de raad van beheer. Voor het tweede, derde en vierde
kwartaal 2002 wordt deze bijdrage gevorderd en geïnd door de kwartaal 2002 wordt deze bijdrage gevorderd en geïnd door de
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, zoals bepaald in artikel 13. Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, zoals bepaald in artikel 13.
Door het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst ter Door het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst ter
bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen wensen de bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen wensen de
ondertekenende partijen zich in te schrijven in de engagementen ondertekenende partijen zich in te schrijven in de engagementen
genomen in het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 en de genomen in het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 en de
wet tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers wet tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers
van 5 september 2001 (Belgisch Staatsblad van 15 september 2001). van 5 september 2001 (Belgisch Staatsblad van 15 september 2001).
Uitzendkantoren die geen zetel hebben in België kunnen het principe Uitzendkantoren die geen zetel hebben in België kunnen het principe
van de gelijkwaardigheid inroepen, mits omstandig schriftelijk bewijs van de gelijkwaardigheid inroepen, mits omstandig schriftelijk bewijs
hiervan. hiervan.
- Voor de verwezenlijking van artikel 3, 9°, wordt de bijdrage, - Voor de verwezenlijking van artikel 3, 9°, wordt de bijdrage,
verschuldigd aan het sociaal fonds door de werkgevers bedoeld bij verschuldigd aan het sociaal fonds door de werkgevers bedoeld bij
artikel 5, a), met ingang van 1 januari 2002 tot 31 december 2002 artikel 5, a), met ingang van 1 januari 2002 tot 31 december 2002
vastgesteld op 0,3 pct. op de brutolonen van de in België vastgesteld op 0,3 pct. op de brutolonen van de in België
tewerkgestelde uitzendkrachten. tewerkgestelde uitzendkrachten.
Inningsprocedure : Inningsprocedure :
Deze bijdrage wordt voor het eerste kwartaal van 2002 rechtstreeks Deze bijdrage wordt voor het eerste kwartaal van 2002 rechtstreeks
door het sociaal fonds geïnd, volgens de modaliteiten bepaald door de door het sociaal fonds geïnd, volgens de modaliteiten bepaald door de
raad van beheer. Voor het tweede, derde en vierde kwartaal 2002 wordt raad van beheer. Voor het tweede, derde en vierde kwartaal 2002 wordt
deze bijdrage gevorderd en geïnd door de Rijksdienst voor Sociale deze bijdrage gevorderd en geïnd door de Rijksdienst voor Sociale
Zekerheid, zoals bepaald in artikel 13. Zekerheid, zoals bepaald in artikel 13.
Uitzendkantoren die geen zetel hebben in België kunnen het principe Uitzendkantoren die geen zetel hebben in België kunnen het principe
van de gelijkwaardigheid inroepen, mits omstandig schriftelijk bewijs van de gelijkwaardigheid inroepen, mits omstandig schriftelijk bewijs
hiervan. hiervan.

Art. 15.De uitzendbureaus, erkend om activiteiten uit te oefenen in

Art. 15.De uitzendbureaus, erkend om activiteiten uit te oefenen in

het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, dienen een bijdrage van 0,35 het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, dienen een bijdrage van 0,35
pct. op de brutolonen van de in België tewerkgestelde uitzendkrachten pct. op de brutolonen van de in België tewerkgestelde uitzendkrachten
te betalen, dit vanaf 1 januari 2002 en voor onbepaalde duur. Deze te betalen, dit vanaf 1 januari 2002 en voor onbepaalde duur. Deze
bijdrage is bestemd, naast de waarborg bedoeld in artikel 14, a), voor bijdrage is bestemd, naast de waarborg bedoeld in artikel 14, a), voor
de financiering van de eindejaarspremie, zoals voorzien in de de financiering van de eindejaarspremie, zoals voorzien in de
collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001 betreffende de
eindejaarspremie van de uitzendkrachten en voor de financiering van de eindejaarspremie van de uitzendkrachten en voor de financiering van de
sociale voordelen zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst sociale voordelen zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst
van 10 december 2001 houdende sociale voordelen voor de van 10 december 2001 houdende sociale voordelen voor de
uitzendkrachten. uitzendkrachten.
Inningsprocedure Inningsprocedure
Deze bijdrage wordt voor het eerste kwartaal van 2002 rechtstreeks Deze bijdrage wordt voor het eerste kwartaal van 2002 rechtstreeks
door het sociaal fonds gevorderd en geïnd, volgens de modaliteiten door het sociaal fonds gevorderd en geïnd, volgens de modaliteiten
bepaald door de raad van beheer. bepaald door de raad van beheer.
Vanaf het tweede trimester van 2002 wordt de bijdrage van 0,35 pct. Vanaf het tweede trimester van 2002 wordt de bijdrage van 0,35 pct.
volledig gevorderd en geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid volledig gevorderd en geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
zoals bepaald bij artikel 13. zoals bepaald bij artikel 13.
Uitzendkantoren die geen zetel hebben in België kunnen het principe Uitzendkantoren die geen zetel hebben in België kunnen het principe
van de gelijkwaardigheid inroepen, mits omstandig schriftelijk bewijs van de gelijkwaardigheid inroepen, mits omstandig schriftelijk bewijs
hiervan. hiervan.
Voorafgaande aangifte Voorafgaande aangifte

Art. 16.Hiertoe dient het uitzendbureau, wanneer het gaat om

Art. 16.Hiertoe dient het uitzendbureau, wanneer het gaat om

uitzendkrachten die naar ons land zijn gedetacheerd en die vallen uitzendkrachten die naar ons land zijn gedetacheerd en die vallen
onder artikel 14 van de Verordening (EEG) 1408/71 of ter uitvoering onder artikel 14 van de Verordening (EEG) 1408/71 of ter uitvoering
van een bilateraal akkoord tussen België en een derde land, uiterlijk van een bilateraal akkoord tussen België en een derde land, uiterlijk
vóór de aanvang van de detachering het sociaal fonds schriftelijk in vóór de aanvang van de detachering het sociaal fonds schriftelijk in
kennis te stellen van het aantal en de identiteit van de gedetacheerde kennis te stellen van het aantal en de identiteit van de gedetacheerde
werknemers en van de duur van de detachering. Het uitzendbureau zal werknemers en van de duur van de detachering. Het uitzendbureau zal
bovendien, wanneer dit is vereist ingevolge de wetgeving en/of het bovendien, wanneer dit is vereist ingevolge de wetgeving en/of het
bilateraal akkoord tussen België en het derde land, bij die informatie bilateraal akkoord tussen België en het derde land, bij die informatie
een afschrift voegen van het detacheringsformulier, zoals het een afschrift voegen van het detacheringsformulier, zoals het
formulier E 101 dat geldt voor de werknemers die zich binnen de formulier E 101 dat geldt voor de werknemers die zich binnen de
Gemeenschap verplaatsen. Gemeenschap verplaatsen.

Art. 17.Onverminderd de toepassing van artikel 14 van de wet van 7

Art. 17.Onverminderd de toepassing van artikel 14 van de wet van 7

januari 1958 betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid, kan het januari 1958 betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid, kan het
bedrag van de bijdragen slechts worden gewijzigd bij een collectieve bedrag van de bijdragen slechts worden gewijzigd bij een collectieve
arbeidsovereenkomst, gesloten in het paritair comité voor de arbeidsovereenkomst, gesloten in het paritair comité voor de
uitzendarbeid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. uitzendarbeid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.
HOOFDSTUK V. HOOFDSTUK V.

Art. 18.Het dienstjaar neemt een aanvang op 1 januari en sluit op 31

Art. 18.Het dienstjaar neemt een aanvang op 1 januari en sluit op 31

december. december.

Art. 19.Elk jaar wordt, uiterlijk tijdens de maand september, een

Art. 19.Elk jaar wordt, uiterlijk tijdens de maand september, een

begroting voor het volgend jaar ter goedkeuring voorgelegd aan het begroting voor het volgend jaar ter goedkeuring voorgelegd aan het
Paritair Comité voor de uitzendarbeid. Paritair Comité voor de uitzendarbeid.

Art. 20.Op 31 december worden de rekeningen van het verlopen jaar

Art. 20.Op 31 december worden de rekeningen van het verlopen jaar

afgesloten. afgesloten.
De raad van beheer, alsmede de krachtens artikel 12 van de wet van 7 De raad van beheer, alsmede de krachtens artikel 12 van de wet van 7
januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, door het januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, door het
Paritair Comité voor de uitzendarbeid aangewezen revisor of Paritair Comité voor de uitzendarbeid aangewezen revisor of
accountant, brengen jaarlijks een schriftelijk verslag uit over het accountant, brengen jaarlijks een schriftelijk verslag uit over het
vervullen van hun opdracht tijdens het verlopen jaar. vervullen van hun opdracht tijdens het verlopen jaar.
De rekeningen van het afgelopen dienstjaar, alsook de in het voorgaand De rekeningen van het afgelopen dienstjaar, alsook de in het voorgaand
lid vermelde schriftelijke verslagen, moeten uiterlijk tijdens de lid vermelde schriftelijke verslagen, moeten uiterlijk tijdens de
maand september ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Paritair maand september ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Paritair
Comité voor de uitzendarbeid. Comité voor de uitzendarbeid.
HOOFDSTUK VI. - Uitkeringen en vergoedingen, rechthebbenden HOOFDSTUK VI. - Uitkeringen en vergoedingen, rechthebbenden

Art. 21.De toekenningsmodaliteiten van de tegemoetkomingen, toegekend

Art. 21.De toekenningsmodaliteiten van de tegemoetkomingen, toegekend

door het sociaal fonds, worden vastgesteld door de raad van beheer van door het sociaal fonds, worden vastgesteld door de raad van beheer van
het sociaal fonds. het sociaal fonds.
De raad van beheer legt, in het bijzonder, de data en de De raad van beheer legt, in het bijzonder, de data en de
betalingsmodaliteiten vast van de tegemoetkomingen, welke door het betalingsmodaliteiten vast van de tegemoetkomingen, welke door het
sociaal fonds worden toegekend. sociaal fonds worden toegekend.

Art. 22.Voor de verwezenlijking van artikel 3, 8° kan de raad van

Art. 22.Voor de verwezenlijking van artikel 3, 8° kan de raad van

beheer, onder meer, binnen de perken van de financiële middelen, die beheer, onder meer, binnen de perken van de financiële middelen, die
voortvloeien uit de toepassing van artikel 14, c) - tweede voortvloeien uit de toepassing van artikel 14, c) - tweede
gedachtenstreepje : gedachtenstreepje :
- cursussen en/of beroepsvorming organiseren (*); - cursussen en/of beroepsvorming organiseren (*);
- tussenkomen in opleidingsprogramma's en in de kosten van didactisch - tussenkomen in opleidingsprogramma's en in de kosten van didactisch
materiaal; materiaal;
- gedurende de opleidingsprogramma's de lonen en sociale lasten van de - gedurende de opleidingsprogramma's de lonen en sociale lasten van de
uitzendkrachten ten laste nemen; uitzendkrachten ten laste nemen;
- tegemoetkomingen verlenen in de lonen en sociale lasten met het oog - tegemoetkomingen verlenen in de lonen en sociale lasten met het oog
op de tewerkstelling van de uitzendkrachten die tot de risicogroepen, op de tewerkstelling van de uitzendkrachten die tot de risicogroepen,
bedoeld in artikel 3, 8°, behoren. bedoeld in artikel 3, 8°, behoren.
De raad van beheer bepaalt : De raad van beheer bepaalt :
- de toekenningsmodaliteiten voor de tegemoetkomingen en de nodige - de toekenningsmodaliteiten voor de tegemoetkomingen en de nodige
bewijsstukken die bij de aanvragen voor tussenkomst gevoegd moeten bewijsstukken die bij de aanvragen voor tussenkomst gevoegd moeten
worden; worden;
- de data waarbinnen de aanvragen ingediend moeten worden en de data - de data waarbinnen de aanvragen ingediend moeten worden en de data
waarbinnen de raad over de ingediende aanvragen een beslissing neemt; waarbinnen de raad over de ingediende aanvragen een beslissing neemt;
- de terugstorting van eventueel ten onrechte uitgekeerde - de terugstorting van eventueel ten onrechte uitgekeerde
tegemoetkomingen wanneer niet of niet langer aan de tegemoetkomingen wanneer niet of niet langer aan de
toekenningsmodaliteiten is voldaan. toekenningsmodaliteiten is voldaan.
Commentaar Commentaar
De bij de laatste lid van artikel 22 bedoelde terugstorting van De bij de laatste lid van artikel 22 bedoelde terugstorting van
eventueel ten onrechte uitgekeerde tegemoetkomingen, zou bijvoorbeeld eventueel ten onrechte uitgekeerde tegemoetkomingen, zou bijvoorbeeld
moeten gebeuren wanneer een uitzendkracht de opleiding voortijdig moeten gebeuren wanneer een uitzendkracht de opleiding voortijdig
beëindigt. beëindigt.
HOOFDSTUK VII. - Ontbinding, vereffening HOOFDSTUK VII. - Ontbinding, vereffening

Art. 23.Indien het sociaal fonds ontbonden wordt, wijst het Paritair

Art. 23.Indien het sociaal fonds ontbonden wordt, wijst het Paritair

Comité voor de uitzendarbeid, op voorstel van de raad van beheer van Comité voor de uitzendarbeid, op voorstel van de raad van beheer van
het sociaal fonds, de vereffenaars aan, bepaalt hun machten, stelt hun het sociaal fonds, de vereffenaars aan, bepaalt hun machten, stelt hun
beloning vast en duidt de bestemming van het vermogen aan. beloning vast en duidt de bestemming van het vermogen aan.
HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 24.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking

Art. 24.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking

op 1 januari 2002. op 1 januari 2002.
Deze overeenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd. Deze overeenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende organisatie Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende organisatie
herzien of beëindigd worden mits een opzegtermijn van drie maanden herzien of beëindigd worden mits een opzegtermijn van drie maanden
wordt in acht genomen. wordt in acht genomen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 september Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 september
2002. 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
^